- Scholieren.com

advertisement
Maatschappijleer: hoofdstuk 1 samenvatting
1; Deel vragen: Wat zijn rechtsregels? Wat hebben rechtsregels te maken met rechtsvaardigheid?
Hoe is het rechtssysteem ingedeeld?
In het wetboek staan tallozen regels die ons gedrag beperken of juist ons bepaalde vrijheden.
Rechtsnormen: zijn gedragsregels die vast zijn gelegd door de overheid. Toch kunnen bepaalde regels
tegen het gevoel van rechtvaardigheid van mensen in gaat.
Publiekrecht: regelt de inrichting van de staat en de relatie tussen de staat en de burgers.
* Staatsrecht: bevoegdheden van ministers, rechten van de Tweede Kamer.
* Bestuursrecht: verhouding tussen burger en overheid, bijv. huis bouwen.
* Strafrecht: waar je straf voor krijgt.
Privaatrecht: regelt de betrekkingen tussen burgers onderling.
* Personen- en familierecht: huwelijk, overlijden, geboorte.
* Ondernemingsrecht: voorwaarde om rechtspersonen.
* Vermogensrecht: alle zaken m.b.t. vermogen.
Het recht van de een, betekend vaak een plicht voor de ander. Dat geld niet alleen voor de overheid
maar ook voor de burgers. Bijv. Belastingplicht of leerplicht en identificatieplicht en DNA-plicht. Werk
je hier niet aan mee ben je strafbaar.
2; Deel vragen: Hoe en waarom is de rechtsstaat ontstaan? Wat zijn de fundamenten van de
rechtsstaat?
Absolute monarchie: alleen macht.
Sociale rechtstaat: veel sociale rechten.
Trias politica: Door Montesquieu (1689-1755). De machtscheiding in 3 delen. Uitvoerende,
wetgevende en rechtsprekende macht.
Rechters zijn onafhankelijk dat biedt ons de volgende garanties:
* Je recht halen als je benadeeld voelt door andere burgers.
* Het biedt bescherming tegen ongeoorloofd overheidsoptreden.
* Mensen kunnen geen eigen rechter gaan spelen.
Check and balances → betekend dat de 3 machten elkaar controleren.
De eerste grondwet komt uit 1798.
Thorbecke wijzigde de grondwet in 1848, koning had geen macht meer.
1917: mannenkiesrecht.
1919: vrouwenkiesrecht.
Vanaf 1983 is Nederland een sociale rechtsstaat.
3; Deel vraag: Wat zijn de problemen van de Nederlandse rechtsstaat?
Grondrechten vormen de basis van de rechtsstaat en kunnen alleen met een twee derde
meerderheid in het parlement worden gewijzigd.
De Rechtsstaat staat de laatste jaren in discussie vanwege:
* Regelmatig een roep om zwaardere straffen.
* Georganiseerde misdaad vraagt om een betere aanpak.
* We hebben te maken met een wereldwijde terreurdreiging.
* Grondrechten kunnen botsen en staan soms ter discussie.
Daarom is in 2000 de Wet BOB ingevoerd. Dit staat voor de wet bijzondere Opsporingsbevoegdheid.
4; Deel vraag: Hoe vindt de opsporing bij criminaliteit plaats?
Door vormfouten kunnen criminelen soms vrijuit gaan. Dat komt omdat verdachten net als alle
burgers rechten hebben. Burgers worden door de grondwet beschermd tegen andere burgers, maar
ook tegen machtsmisbruik van de overheid. Dit heet rechtsbescherming.
De overheid heeft meer macht als ons, omdat de overheid voor rechtshandhaving moet zorgen. Ze
hebben geweldsmonopolie. Maar de politie mag niet zomaar iemand aanhouden. Dit is het verschil
tussen een rechtsstaat en een totalitaire dictatuur. In de wet staat wat voor straf je ergens voor kan
krijgen. Daarbij wordt verschil gemaakt tussen misdrijven (meer ernstige strafbare feiten) en
overtredingen (Minder ernstige). Dit alles staat in het Wetboek van strafrecht. Misdrijven kunnen
nadelig werken bij sollicitaties. Criminaliteit zijn alle misdrijven die in het wetboek staan omschreven.
Een procedure verloopt volgens een vast patroon:
1) Politie verzamelt informatie, ze verhoren de verdachte en getuige, dit wordt opgeschreven in een
proces-verbaal.
2) Dit geeft de politie aan de officier van justitie. En verhoort de verdachten/getuigen.
3) Als er genoeg bewijs is, gaat het naar een rechter. Deze moet tijden de rechtszaak vaststellen wat
er gebeurd is. Plus een straf opleggen.
Aanhouding
Inverzekeringstelling
Inbewaringstelling
Gevangenhouding
Door:
Politie
6 uur
Rechtercommissaris
14 dagen
rechtmaker
Maximum duur:
Beroepsmogelijk
heid?
nee
Hulpofficier van
justitie
3 dagen+ 3 dagen
verlenging
nee
Ja, bij de rechtbank
Ja, bij gerechtshof
3x 30 dagen
Infiltratie: aansluiten bij een terroristische organisatie voor politie werk.
Seponeren: als er niet voldoende bewijs is, dan kan de officier van de zaak afzien van verdere
rechtsvervolging.
Transactie: bij een overtreding of licht misdrijf kan je een geldboete. Daardoor hoeft de zaak niet
voor te komen.
5; Deel vraag: Wat gebeurt er als een strafzaak bij de rechter komt?
Kleine misdrijven komen voor de politie rechter die in zijn eentje rechtspreekt. Grotere misdrijven
komen voor de meervoudige kamer die bestaat uit 3 rechters.
Voor het begin van de rechtspreking krijgt de verdachte en dagvaarding. Hierin staat dat je ervan
verdacht wordt, waar en wanneer het delict plaatvond. Er staat ook in waar en op welk tijdstip de
zitting is. Als je geen advocaat betalen kan, dan krijg je een pro-Deoadvocaat.
Een rechtszaak bestaat uit 7 stappen:
* Opening: de rechter controleert of hij de juiste persoon voor zich heeft.
* Tenlastelegging of aanklacht: dit wordt voorgelezen.
* Onderzoek: de rechter begint met het ondervragen, hij hoeft niet de waarheid te vertellen.
Getuigen komen ook aan het woord deze moeten wel de waarheidspreken.
* Requisitoir: de officier houdt zij requisitoir en probeert aan te tonen dat de verdachte schuldig is
en vraagt om een bepaalde straf.
* Pleidooi: de advocaat verdedigt de verdachte.
* Laatst woord: de verdachte heeft altijd het laatste woord.
* Vonnis: de rechter doet de uitspraak.
Straffen:
* Vrijheidsstraf: gevangenisstraf
* Taakstraf
* Geldboete
* Bijkomende straffen: bijv. Inleveren rijbewijs.
6; Deelvraag: Hoe ontstaat crimineel gedrag en hoe kunnen we criminaliteit het beste bestrijden?
Biologische theorieën: van Lombroso(1835-1909) hij concludeerde dat je criminelen kon herkennen
aan kenmerken: laag voorhoofd, doorlopende wenkbrauwen. Tegenwoordig probeert de
sociobiologie het sociale gedrag van mensen uit biologische factoren te verklaren. Mensen met een
lagere hartslag kennen minder angst en zijn dus minder bang voor straffen.
De aangeleerd-gedragtheorie: Van Sutherland. Wanneer jonge kinderen in contact zijn met
criminelen worden zei zelf ook criminelen. De directe omgeving is hierbij bepalend.
De persoonlijkheidstheorie: Van Sigmund Freud. Hij gaat ervan uit dat elke persoonlijkheid is
opgebouwd uit drie delen: het id, ego en superego.
* Het id is het onderbewuste en bevat instinctieve driften als seks en agressiviteit.
* Het ego is het bewuste deel dat de overhand krijgt als we volwassen worden.
* Het superego is het geweten, de innerlijke beoordelaar, waardoor we gevoelens van schuld en
schaamte hebben.
Wanneer de balans tussen deze drie delen verstoord raakt, kan dit tot crimineel gedrag leiden.
De bindingstheorie: van Hirschi. In iedereen schuilt een misdadiger. Maar de meeste mensen
gedragen zich netjes omdat zij bindingen hebben die ze niet op het spel willen zetten.
De anomiettheorie: van Merton. Zegt dat criminaliteit optreedt als mensen er niet in slagen hun
levensdoelen te bereiken.
Aanpak criminaliteit:
Preventie maatregelen zijn bedoeld om crimineel gedrag te voorkomen.
Repressieve maatregelen zijn straffen die het criminele gedrag bestraffen.
7; Deelvraag: Wanneer valt een kwestie onder het burgerlijk recht en hoe verloopt zo`n zaak?
De meeste rechtszaken gaat over burgerlijk recht. Vanaf 18 kan je een geschil(conflict) met een
andere partij voorleggen aan een onafhankelijke rechter. De eiser is degene die de zaak aan de
rechter voorlegt. De gedaagde is de persoon van wie iets geëist wordt.
Kort geding: dit is een versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken die wordt
behandeld door de voorzieningenrechter.
8; Deelvraag: Wat is het verschil tussen de Nederlandse rechtstaat en die van de Verenigde Staten?
Verschillen tussen Nederland en de V.S.
* De macht van het staatshoofd: In de VS hebben presidenten presidentiële vetorecht. In Nederland
is dit niet zo.
* De onafhankelijkheid van de rechters: In de VS zijn er 9 rechters voor het leven benoemd. In
Nederland is dit tot hun 70ste dit is de hoge raad.
* De wijze van rechtspraak: In de VS kan je boven de 18 gevraagd worden voor een jury van een
rechtspraak. Zei moeten dan bepalen of iemand schuldig is of niet. In Nederland is dit niet zo.
* De rechten van verdachten: In de VS hebben verdachte minder rechten dan in Nederland. Je mag
in de VS ook uitlokken. Patriot act is voor de CIA makkelijker om mensen in de gaten te houden in
verband met terroristische aanslagen.
* De Straffen: In de VS bestaat de doodstraf. 90% van de zaken wordt afgehandeld door de
zogenaamde plea bargaining, waarbij de advocaat en de aanklager een deal sluiten op voorwaarde
dat de verdachte bekend. Hij kan dan een lichtere straf krijgen. Ook is er de Three Strikes and You`re
Out law. Dit betekend dat je heel zwaar gestraft word als je voor de derde keer in de fout gaat. In
Nederland is dit niet zo.
* Het verschijnsel klassen justitie: In de VS is er soms spraken van rassenscheiding. Dit is in
Nederland niet het geval.
9; Deelvraag: hoe ver mag de overheid van jou gaan om de rechtsorde te handhaven en de veiligheid
te garanderen?
De bevoegdheden van de overheid bij het bestrijden van georganiseerde misdaad en het verkomen
van terroristische aanslagen zijn behoorlijk uitgebreid. De vrouwenbesnijdenis is een onderdeel in
sommige culturen. In Nederland we er de discussie of dit in Nederland macht of niet. De overheid
probeert de burgers mee te betrekken bij de preventie van misdaden in de vorm van actief
burgerschap. In sommige wijken hebben ze een eigen burgerwacht. Vanwege het geweldsmonopolie
van de overheid mogen zei geen wapen dragen. Maar ze mogen wel iemand staande houden als er
een misdaad wordt gepleegd. Dit heet burgerarrest. Je mag je ook beschermen als je aangevallen
wordt. Waarom zijn er straffen:
* Wraak en vergelding.
* Afschrikking.
* Voorkomen van eigenrichting: mensen gaan zelf voor rechter spelen.
* Resocialisatie: het gedrag van een crimineel verbeteren.
* Beveiliging van de samenleving.
Download