Begrippen maatschappijleer

advertisement
Begrippen maatschappijleer
Hoofdstuk 1: Gedonder over Schiphol.
Beleid
Maatschappij (samenleving)
Maatschappelijk probleem
(vraagstuk)
Macht
Norm
Overheid
Politiek
Sociale cohesie
Sociale ongelijkheid
Soevereiniteit
Staat
Waarde
Wet
Plan om een bepaald doel te
bereiken door het gebruik van
middelen.
Het samenleven van mensen en de
betrekkingen die zij onderling
hebben.
Een kwestie die door veel mensen in
de samenleving als een probleem
wordt ervaren en waarvoor zij een
oplossing zoeken, vaak via de
overheid.
Het vermogen iemand te dwingen
iets te doen door middel van
sancties, ook tegen zijn wil.
Regel over hoe je je in een bepaalde
situatie wel of niet behoort te
gedragen.
De organisatie die binnen een staat
de beslissingen neemt en uitvoert,
bestaande uit regering, parlement en
ambtenaren.
Situaties waarbij de overheid
betrokken is of zou moeten zijn.
Onderlinge verbondenheid van
mensen, binnen groepen en tussen
groepen.
Ongelijke verdeling van inkomen,
bezit, hulpmiddelen en/of
maatschappelijke kansen tussen
verschillende groepen.
Het hoogste gezag.
Organisatie die beschikt over het
hoogste gezag (waaronder het recht
om fysiek geweld te gebruiken tegen
wetsovertreders) over de bewoners
van een bepaald grondgebied.
Opvatting over wat in het leven
belangrijk is.
Door de staat opgestelde regel die
voor alle inwoners van een staat
dwingend geldt.
Hoofdstuk 2: Geen willekeur, maar recht.
Beeldvorming
Criminaliteit
Daderstrafrecht
Delict
Dwangmiddelen
Gedogen
Gezag
Globalisering
Grondrechten
Grondwet
Klassenjustitie
Legaliteitsbeginsel
Legitimiteit
Het proces van beïnvloeding waarin
het beeld wordt gevormd dat
iemand van (een bepaald
onderdeel van) de maatschappelijke
werkelijkheid.
Door de overheid in een bepaald
land in een bepaalde tijd strafbaar
gesteld gedrag.
Strafrecht waarbij de rechter bij zijn
vonnis rekening houdt met de
omstandigheden en de persoon van
verdachte. Er zijn per delict wel
maximumstraffen, maar geen
minimumstraffen.
Wettelijk strafbaar gestelde
handeling, onderverdeeld in
overtredingen en misdrijven.
Wettelijke bevoegdheden van de
politie om delicten te onderzoeken.
Bewust afzien van strafvervolging van
handelingen die wettelijk strafbaar
zijn.
Macht die als redelijk en juist wordt
aanvaard.
Het proces waarbij delen van de
wereld op economisch, sociaal,
politiek en cultureel terrein steeds
meer op elkaar betrokken raken.
Zie mensenrechten.
De belangrijkste wet van een land,
met de grondrechten en de
hoofdlijnen van de staatsinstellingen.
Benadeling van mensen uit de lagere
sociale klassen of bevoordeling van
mensen uit hogere sociale klassen in
het rechtssysteem.
Het beginsel dat iemand alleen
gestraft kan worden voor een delict
dat wettelijk strafbaar was op het
moment van het delict.
Het geloof of de overtuiging dat de
(overheids)macht rechtmatig en juist
is.
Machtenscheiding (trias politica)
Mensenrechten – klassieke
Mensenrechten – sociale
Misdrijf
Overtreding
Rechtsstaat
Rechtsstaat – liberale
Rechtsstaat – democratische
Rechtsstaat – sociale
Seponeren
Terrorisme
Transactie
Witteboordencriminaliteit
Verdeling van de overheidsmacht
over drie machten: de wetgevende,
de uitvoerende en de rechterlijke
macht.
Grondrechten die de (individuele)
burgers beschermen tegen
willekeurig ingrijpen van de staat,
zoals vrijheid van meningsuiting en
vrijheid godsdienst.
Grondrechten die recht op eten,
werk, huisvesting, onderwijs en
gezondheidszorg, waarvoor de staat
zich moet inspannen om die rechten
zoveel mogelijk voor iedereen te
verwezenlijken.
Zwaar delict. Een veroordeelde krijgt
een strafblad.
Licht delict. Een veroordeelde krijgt
geen strafblad.
Een staat waar burgers en overheid
zich aan de wet houden, waar
gelijke rechten, machtenscheiding
en legaliteitsbeginsel bestaan en
waar de grondrechten zijn
gewaarborgd.
Een rechtsstaat waarin persoonlijke
vrijheid en bescherming tegen
willekeurig overheidsoptreden
centraal staan.
Een rechtsstaat waarin alle volwassen
burgers kiesrecht hebben.
Een rechtsstaat waar de overheid
veel teken op sociaal gebied op zich
heeft genomen.
Afzien van iedere vorm van
strafvervolging door de officier van
justitie.
Gebruik van geweld tegen
willekeurige groepen mensen om
hen angst aan te jagen en de
samenleving te ontwrichten.
Schikking bij niet-ernstige delicten
tussen de officier van justitie en een
verdachte, waarbij de verdachte
een geldbedrag betaalt, maar niet
wordt veroordeeld.
Fraude enz.
Download