t4 criminaliteit

advertisement
Criminaliteit en rechtsstaat
• Examenkatern
• Maatschappijleer 2 VMBO KGT
1
CRIMINALITEIT
Casus van Pieter
bron: rechtvoorjou.nl
2
CRIMINALITEIT
3
CRIMINALITEIT
4
CRIMINALITEIT
5
CRIMINALITEIT
Pieter wordt opgepakt door de politie. Hij moet mee naar het bureau.
Daar wordt besloten dat hij voor de rechter moet komen. Enkele
weken voor de rechtszitting krijgt Pieter een dagvaarding. Dat is de
oproep om voor de rechter te verschijnen.Pieter moet niet voor de
politierechter komen (die is alleen bij lichte misdrijven) maar bij de
meervoudige kamer. Deze bestaat uit 3 rechters en is bedoeld voor
zware misdrijven zoals moord en mishandeling.
6
§1: Regels en rechten
Wat voor wetboeken zijn er?
• Grondwet
• Wetboek van strafrecht:
• Wetboek van strafvordering
• Wegenverkeerswet
• Wet economische delicten
• Opiumwet
• etc
7
§1: Regels en rechten
Grondwet: Wet waarin de belangrijkste rechten en plichten van alle
inwoners in een land zijn vastgelegd.
alle andere wetten zijn hierop gebaseerd.
Wat staat er o.a. in de grondwet:
1. Algemeen kiesrecht
2. Regelmatige verkiezingen
3. Vrijheid van meningsuiting
4. Vrijheid van vereniging en vergadering
5. Machtenscheiding (triaspolitica)
6. Persvrijheid
7. Recht om politieke partij op te richten
8. Recht op gelijke behandeling
9. Recht om niet zomaar door de politie te worden opgepakt.
§1: regels en rechten
Rechten:
1. Algemeen kiesrecht
2. Recht om politieke partij op te richten
3. Recht op gelijke behandeling
4. Recht om niet zomaar door de politie te worden opgepakt.
Plichten:
1. Plicht om belasting te betalen
2. Plicht om naar school te gaan. Leerplicht
3. Plicht om je id bij te hebben
§1: Regels en rechten
Wetboek van strafrecht:(materieel strafrecht).
• De belangrijkste wetten in Nederland staan hier in (buiten de
grondwet dan)
• Wat de strafbare feiten zijn en welke straffen ervoor kunnen
uitgesproken worden
• Strafbare feiten omschreven:
• Zoals: moord, diefstal, oplichting, etc
Wetboek van strafvordering:(formeel strafrecht).
• bepaalt hoe strafbare feiten vervolgd worden
• behandelt de hele procedure van aanhouding t/m de
strafoplegging door de rechter.
10
Deze twee wetboeken vormen de basis van het Nederlandse strafrecht.
§1: Regels en rechten
• Europees verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens (EVRM)
-rechtsregels binnen de EU.
11
§1: Regels en rechten
Criminaliteit is
- tijdgebonden:
- Vroeger was vreemdgaan strafbaar: sinds 1970 niet
meer
- Godslastering strafbaar: nu niet mere
- Hacken is nu WEL strafbaar, bestond vroeger niet.
- plaatsgebonden:
- Regels verschillen per land en cultuur
- Nl: Euthanasie en abortus mag  in veel landen
verboden
- In VS bijna iedereen een wapen  hier verboden 12
§1: Regels en rechten
Kenmerken van een rechtsstaat:
- Burgerrechten: overheid moet zich aan de wet
houden; burgers hebben rechten
- Grondrechten: staan in de grondwet. De overheid
mag geen wetten maken tégen de grondwet in.
- Overheid zorgt voor rechtshandhaving én
rechtsbescherming
- Parlementaire democratie: heeft altijd
democratisch gekozen parlement
- Scheiding van machten: triaspolitica
- Onafhankelijke rechtspraak: rechter opereert
onafhankelijk van de overheid.
13
§1: Regels en rechten
Rechtsstaat: een land waarin bewoners en overheid
rechten hebben en waar deze rechten zijn vastgelegd in
wetten. Burgers worden beschermd tegen
machtsmisbruik en willkeur van de overheid
Triaspolitica (machtenscheiding)
Door deze taakverdeling voorkomen we machtsmisbruik.
Hierdoor heeft dus nooit één groep alle macht.
Wetgevendmacht:
1e en 2e kamer
beslissen over
de
wetsvoorstellen
Uitvoerendemacht:
ministers (en
ambtenaren zoals
de politie) voeren
de wet uit
Rechterlijkemacht:
de rechters
oordelen in
specifieke situaties
of er volgens de wet
is gehandeld.
§1: Regels en rechten
• Burgerrechten:
– Beschermt worden tegen de overheid:
• Rechtszekerheid: weten wat je te wachten staat
na het plegen van een delict
• Rechtsgelijkheid: niet anders behandelt worden
dan anderen
15
§1: Regels en rechten
• Rechtshandhaving
– Handhaven van de rechtsorde
– Bvb: staand houden als je zonder licht rijdt.
– Aanspreken bij wildplassen
– Inbrekers arresteren
• Rechtsbescherming
– Elke verdachte heeft rechten
– Redelijk vermoeden van schuld
– Niet antwoorden op vragen
16
H2: Criminaliteit, een probleem?
– Strafbaar gedrag: dat je wetregels overtreedt
– Criminaliteit: alle misdrijven die in de wet staan
–
misdrijf:
overtreding:
- Vernieling, diefstal
inbraak, verkrachting
- rijden zonder licht
door rood rijden
- Strafblad
- geen strafblad
- Gevangenis
-hechtenis
- Medeplichtig
-niet medeplichtig
- Zwaardere straf
-minder zware straf
- Crimineel
-overtreder/ of niets
17
H2: Criminaliteit, een probleem?
Materiele schade:
- Criminaliteit kost miljarden euro’s per jaar
- De tv die uit je huis gehaald is
- De fiets die gejat is
- Bestrijding fraude ed kost veel geld
- Bedrijven rekenen schade die ze lijden vaak door in
de prijzen van hun producten
- Overheid en bedrijven lijden financiele schade
18
H2: Criminaliteit, een probleem?
Immateriele schade:
- Slapeloze nachten omdat er ooit is ingebroken
- Bang zijn op straat, wegens een overval
- Rechtsgevoel van mensen wordt aangetast
- Morele verontwaardiging
- Mensen vinden het oneerlijk/onrechtvaardig als men
zich niet aan de wet houdt
- Verlies van vertrouwen (in bvb de overheid)
- Normvervaging, normen en waarden veranderen
19
H3: Ons beeld van criminaliteit
20
H3: Ons beeld van criminaliteit
21
H4: Oorzaken van criminaliteit
Persoonlijke kenmerken van een crimineel;
NIET: uiterlijk,
NIET: Lagere maatschappelijke positie
WEL: - vaker door mannen dan door vrouwen
- slechte opvoeding leidt vaker tot
crimineel gedrag
- Groepsgedrag: als je vrienden het doen...
- Spijbelaars/zonder diploma
22
H4: Oorzaken van criminaliteit
23
H4: Oorzaken van criminaliteit
24
H4: Oorzaken van criminaliteit
25
H4: Oorzaken van criminaliteit
Maatschappelijke oorzaken
 Normen en waarden zijn minder streng
Sociale controle is minder geworden
(pakkans is daardoor kleiner)
 In een grote stad gebeurd het vaker
 Alcohol en drugs gebruik toegenomen!
Bindingstheorie van Hirschi:
Criminaliteit een combinatie van individuele en
maatschappelijke oorzaken. Niemand is alleen meer goed,
iedereen kan misdadiger zijn. Ligt aan de bindingen die je 26
hebt: vrienden, band met familie, werk etc
H5: Het strafrecht
27
H5: Het strafrecht
• De verjaringstermijn is de periode waarna de
verdachte in een strafzaak niet meer kunt worden
vervolgd.
• De termijn van verjaring hangt af van het soort
strafbaar feit dat u heeft gepleegd.
– overtredingen: na 3 jaar;
– misdrijven waarvoor een geldboete, hechtenis, of
gevangenisstraf van 3 jaar of minder kan worden opgelegd:
na 6 jaar;
– misdrijven waarvoor een tijdelijke gevangenisstraf van meer
dan 3 jaar kan worden opgelegd: na 12 jaar;
– misdrijven waarvoor een gevangenisstraf van meer dan 10
jaar kan worden opgelegd: na 20 jaar.
– Geen verjaring bij levenslange gevangenisstraf
28
H5: Het strafrecht
29
H6: Van politie naar Rechter
Pieter is nu de verdachte: de politie denkt dat je iets
strafbaars hebt gedaan. Een redelijk vermoeden van
schuld.
De politie kan een aantal dingen doen om een zaak op te
lossen:
 Fouilleren: je kleding en lichaam wordt onderzocht
 Arresteren: je moet mee naar het politiebureau voor
verhoor. (je kan een paar dagen worden vastgehouden)
 Huis doorzoeken: zoeken naar bewijsmateriaal.
Huiszoekingsbevel nodig.
30
H6: Van politie naar Rechter
Wat gebeurt er met verdachten
seponeren
12%
3 keuzes:
Vrijspraak
3%
schikking/
boete
33%
schuldig
verklaard
52%
Seponeren: OvJ onderneemt geen stappen.
Je hoeft niet naar de rechter. Vaak door onvoldoende
bewijs, of als je al ‘genoeg gestraft’ bent.
 Schikking: je hoeft niet naar de rechter. Je kan een
boete betalen of iets dergelijks.
 Vervolgen: Je moet WEL naar de rechter. De
rechter zal beslissen of je schuldig of onschuldig bent.
Vrijspraak: als de rechter bij vervolging beslist dat je onschuldig
bent.
Schuldig: als de rechter bij vervolging beslist dat er genoeg bewijs
tegen je is, ben je schuldig.
31
H6: Van politie naar Rechter
Wat gebeurt er met verdachten
seponeren
12%
schikking/
boete
33%
Vrijspraak
3%
schuldig
verklaard
52%
32
33
H6: Van politie naar Rechter
34
H6: Van politie naar Rechter
35
H7: voor de rechter
Rechter:
Beslist of de verdachte schuldig is en
bepaalt de straf
Griffier:
Officier van
justitie:
wil bewijzen dat
de verdachte
schuldig is
Noteert alles
wat er gezegd
wordt
Verdachte:
de persoon die
verdacht wordt van
een misdrijf
Advocaat:
verdedigt de
verdachte.
36
H7: voor de rechter
37
H7: voor de rechter
38
H7: voor de rechter
Pieter weet precies wat er gaat gebeuren:
1. De rechter controleert alle persoonlijke gegevens.
(naam, geboortedatum, adres)
2. OvJ leest de aanklacht voor. Daarin staat waarvan
Pieter verdacht wordt en wanneer het is gebeurd.
3. De rechter, de OvJ en de advocaat gaan Pieter nu
vragen stellen. Bvb of hij wel eens eerder met de politie
te maken heeft gehad
4. Een vriend is opgeroepen als getuige. Hij moet eerlijk
vertellen wat er is gebeurd. Getuiges mogen niet liegen!
39
H7: voor de rechter
5. De OvJ legt uit waarom hij vindt dat Pieter
schuldig is en eist een straf
6. De advocaat neemt het dan op voor Pieter en vraagt om
strafvermindering
7. Pieter mag als verdachte zelf het laatste woord hebben
en spijt betuigen.
8. De rechter spreekt het vonnis uit: Hij veroordeelt Pieter
tot 2 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 120
uur taakstraf. Voorwaardelijk betekent dat Pieter
voorlopig niet de gevangenis in hoeft, tenzij hij weer
zoiets stoms doet.
40
H7: voor de rechter
41
H7: voor de rechter
Taken van de officier van justitie:
- Doen uitvoeren van opgelegde vonnissen
- Zorgen dat veroordeelden hun straf uitzitten
- Leiding geven aan opsporingsonderzoek/ opsporingstaak
- Vervolgen van strafbare feiten
- Voor de rechter brengen van verdachten
- Aanklagen van verdachte
42
H7: voor de rechter
43
H7: voor de rechter
Soorten straffen:
-Hoofdstraffen: zoals gevangenisstraf, geldboete, taakstraf
- Bijkomendestraf: zoals rijbewijs inleveren
- Maatregelen: TBS (ter Beschikking stelling aan de staat),
agressietraining, etc
Pieter krijgt van de rechter 2 maanden
voorwaardelijk en een taakstraf als hoofdstraf en de
maatregel dat hij agressietraining moet volgen.
44
H8: Waarom straffen we?
Waarom straffen we?
afschikking: mensen moeten niet crimineel willen
worden
Resocialisatie: gedrag verbeteren, zodat criminelen
terug kunnen in de samenleving
Veiliger: criminelen zitten in de gevangenis, dus is het
daarbuiten veiliger.
Wraak: slachtoffers en familiedaarvoor wilden
vergelding.
45
H8: Waarom straffen we?
Straffen helpt niet voldoende: 4 oplossingen
Strenger straffen: straffen hoger maken, hogere
boetes, langere gevangenisstraf.
Lik-op-stukbeleid: dader sneller pakken én berechten.
Taak- en leerstraffen: alternatieve straffen: helpen in de
winkel waar je hebt gestolen, dronken iemand
aangereden: gehandicapte slachtoffers helpen.
Preventie: voorkomen dat er criminaliteit plaats heeft.
Meer politie op straat, meer camera’s bij winkels, etc
46
H8: Waarom straffen we?
47
H8: Waarom straffen we?
48
H9: Het beleid van de overheid
– Repressie/ repressieve maatregelen:
nadat misdrijven zijn gepleegd, actie onder nemen
(straffen, opsporen). Achteraf.
– Preventie/ preventieve maatregelen:
om te voorkomen dat criminaliteit gebeurd.
- moord
- roofoverval
49
H9: Het beleid van de overheid
Het beleid van de overheid bestaat uit 6 onderdelen:
1. Opsporingsbeleid
2. Vervolgingsbeleid
3. Gevangenisbeleid
4. Nieuwe wetgeving
5. Preventiebeleid
6. jeugdbeleid
50
H9: Het beleid van de overheid
Het beleid van de overheid bestaat uit 6 onderdelen:
1. Opsporingsbeleid:
- het opsporen van criminaliteit
- Welke vormen verdienen aandacht
- Beleid om pakkans te verhogen
2. Vervolgingsbeleid
- manier waarop overheid misdrijven wil bestraffen
- Bvb snelrecht/ lik-op-stuk beleid (zelfde dag opgepakt 
voor de rechter)
51
H9: Het beleid van de overheid
2. Vervolgingsbeleid. De vervolging van:
– Veelvoorkomendecriminaliteit:
– misdrijven die relatief vaak voorkomen:
- winkeldiefstal
- zakkenrollen
- voetbal vandalisme
-vernielingen
– Worden bestraft met taakstraf en geldboetes
– Meer met preventieve maatregelen aanpakken
– Zware criminaliteit:
- verkrachting
- moord
- roofoverval
52
H9: Het beleid van de overheid
2. Vervolgingsbeleid. De vervolging van:
– Verborgen criminaliteit:
- belastingfraude
- onterechte uitkering
- internetcriminaliteit
–
Wordt extra onder de loep genomen
– Georganiseerde misdaad:
•
Vrouwenhandel - Ontvoeringen
•
Pornografie
- Heling
•
Fraude
- gokken
-
Vaak internationale bendes
-
Bestreden door streng optreden
-
Meer politieagenten, gevangeniscellen
-
Politie en justitie mogen telefoons en computers afluisteren
-
Rechters geven hogere straffen
53
H9: Het beleid van de overheid
2. Vervolgingsbeleid. De vervolging van:
– terreurbestrijding:
• aanslagen (denk aan New-York, London, Madrid)
• Strengere controles op vliegvelden
• Niet alleen daders strafbaar 
• Ook als jee van plan bent of lid terroristische groep
• Zelfs als je het toejuicht kan je voor de rechter komen
• Politie arresteert al, als je, je verdacht gedraagt
• Dit is: verruiming van de bevoegdheden
54
H9: Het beleid van de overheid
Het beleid van de overheid bestaat uit 6 onderdelen:
3. Gevangenisbeleid
- Extra cellen bouwen bij cellen tekort
- Meer dan 1 gevange per cel
- Bij overschot: gevangenis ‘verhuren’
4. Nieuwe wetgeving
- Wetboeken aanpassen
- Wet moet effectief zijn (moet werken, effect opleveren)
- Wet moet wenselijk zijn (samenleving moet accepteren)
- Past het bij de normen en waarden van de samenleving
55
1. Preventiebeleid
H9: Het beleid van de overheid
Het beleid van de overheid bestaat uit 6 onderdelen:
5. Preventiebeleid
- Criminaliteit voorkomen (h10)
6. Jeugdbeleid
-
Jeugdcriminaliteit terugdringen
-
Meer toezicht, meer controle
-
Sneller straffen
-
Meer werkprojecten/ taakstraffen
-
Meer aandacht voor onderwijs: niet spijbelen,
schooluitval
56
H9: Het beleid van de overheid
Links/socialisten:
-
Nadruk op maatschappelijke aspecten
-
Preventieve maatregelen
-
Vb banenplannen voor jongeren/ wijkagenten inzetten
Christen democraten:
-
Nadruk op belang gezin, school & maatschappij
-
Ouders en leraren moeten kinderen respect/eerbied bijbrengen
Rechts/Liberalen:
-
Nadruk op repressieve aanpak: zwaarder straffen
-
Meer bevoegdheden voor politie en justitie 
-
Soms in strijd met burgerrechten
57
H9: Het beleid van de overheid
58
H10: Preventie
Landelijke
overheid
Bedrijven
Preventie
door:
Lokale
overheid
Burgers
59
H10: Preventie
Landelijke
overheid
– Zorgen voor goede huisvesting
– Meer banen
– Voorlichting geven
– Onderwijs verbeteren: antispijbelbeleid
– Ouders erbij betrekken
60
H10: Preventie
Lokale
overheid
– Aan burgemeester toestemming vragen om
preventief te fouilleren
– Burgemeester kan voetbalwedstrijd verbieden
– Gemeente raad kan iets strafbar stellen
(blowverbod)
61
H10: Preventie
Bedrijven
– Verlaten industriebedrijf: riskant terrein:
• Goede alarminstallatie
• Mensen boven bedrijf wonen
• Bewakingsdienst inhuren
– Tegen winkeldiefstal
• Technische maatregelen (camera’s, spiegels, diefstal
poortjes)
• Meer personeel in de winkel
• Kleine bedrijven: geen geld voor diefstal preventie
– Scholen
• Antispijbelbeleid (samenwerken met politie/gemeente)62
H10: Preventie
Burgers
– In wijken op elkaar letten: sociale controle
– Inspectieronden burgerwachten
– Eigen verantwoordelijkheid:
• Niet stelen van je eigen werk
• (Als baas:) zorgen voor goede sfeer om stelen te
voorkomen
63
H10: Preventie
Welke preventieve maatregelen zijn er?
– Meer sociale controle:
•
•
•
•
•
Meer conducteurs
Stadswachten
Bewakingsdiensten winkelcentra
Camera’s op straat
Meer politie op straat
64
H10: Preventie
Welke preventieve maatregelen zijn er?
– Verbeteren woonomgeving:
• Geen huizen leeg laten staan. Ziet het er netjes uit
wordt er minder vernield
• Technische maatregelen: afsluiten trappenhuis en
galerij, verbeteren van sloten
• Meer voorzieningen voor jongeren
65
H10: Preventie
Welke preventieve maatregelen zijn er?
– Halt-bureas
• HALT: Het ALTernatief
• Keuze: direct herstellen OF rechtzaak  herstellen
• Jongeren tot 18 jaar (bijna de helft van de
delictplegers)
• Taakstraf 
• Om daders af te schrikken
• Géén OvJ of rechter  dus geen strafblad
• Wél rechter  strafblad/ uitreksel justitiële
documentatie
66
CRIMINALITEIT
Succes met leren!
67
Download