LV PO H.9 “TOEKOMST”: 1: Utopieën: A. Kies twee van de denkers Plato, Thomas Moore en Marx en ga op zoek naar méér informatie over deze twee denkers en hun utopie Karl Marx was een Duitse denker en had veel invloed op gebieden zoals politiek, economie en filosofie. Hij had een bewogen leven en was een centraal figuur van de geschiedenis van het communisme en het socialisme. Ook was hij een van de grondleggers van de arbeidersbeweging. Marx had een bewogen leven die hij deelde met zijn vriendin en een goede vriend van hem, die Marx in veel moeilijke situaties steunde. Utopie: Marx had ideeën over een arbeiders-heilstaat, een maatschappij waarin iedereen gelukkig is. Hij vond het ook belangrijk dat de maatschappij plannen maakte op de grond van wetenschappelijk en technologisch gebied. Plato was een van de meest invloedrijkste denkers in de westerse filosofie. Hij was een leerling van Socrates en Aristoteles. Plato stichtte de Atheense academie en schreef dialogen over diverse onderwerpen. Hij werd gezien als de aartsvader van het filosofisch idealisme. Het is niet 100% duidelijk of we Plato’s eigen opvattingen kennen, want hij sprak nergens uit eigen naam. Utopie: Plato beschreef in zijn boek “de Staat” zijn ideaalbeeld van de samenleving. Hij vond het belangrijk dat een filosoof het land zou besturen, omdat ze meer algemeen belang boven individueel belang zouden stellen. B. Hoe komt het dat deze denker is begonnen met het bedenken van een utopie? Plato: Plato werd overtuigd door bepaalde utopieën van zijn leraren Socrates en Aristoteles, want dit waren 2 invloedrijke, westerse, filosofische denkers. Hun ideeën hebben Plato aan het denken gezet en zo heeft hij een eigen utopie ontwikkeld. Karl Marx: Ik denk dat Marx (een soort van) de macht heeft gegrepen en invloed kreeg op deze mensen. Hij maakte gebruik van zijn invloed en ging bv filosofisch en op andere gebieden op zijn manier denken en probeerde de volkeren daarvan te overtuigen. C: Wat zijn volgens jou de voordelen en de nadelen van deze utopie, vertel ook waarom je dat vindt. Plato: Het voordeel is dat je bijna zeker weet dat er een wijze man aan de macht is die weet wat hij doet, alleen het nadeel is dat veel mensen die niets hoeven te weten van filosofie en al helemaal niet een filosofische leider, gaan protesteren en het er niet mee eens zijn. Karl Marx: Het voordeel is dat mogelijk de wetenschap en de technologie erop vooruitgaan, en het nadeel is dat gelovige mensen vinden dat alles op basis van het geloof beslist moet blijven worden. D: Stel, deze utopie zou werkelijkheid zijn geworden, hoe zou onze wereld er nu dan uit zien? Plato: Ik denk dat de wereld dan om EEN groot ding draait, filosofische ideeën en denken over levensstijlen. Veel mensen zullen proberen hun eigen idealen te bedenken en die aan de rest van de wereld te vertellen. Karl Marx: Ik denk dat de wereld grote wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen zal doormaken (dus veel eerder het resultaat van nu krijgen). De jonge mensen worden op scholen technisch aangelegd. E: Beschrijf jullie eigen utopie: Hoe zou de ideale maatschappij van nu en de toekomst moeten zijn? Mijn idealen zijn: Dat alle landen ter wereld VERPLICHT 2x per jaar moeten vergaderen over problemen zoals de opwarming van de aarde, het kappen van oerwouden en het stopen van dieren. Dan leggen de leiders van de landen de problemen op tafel en gaat iedereen een paar dagen overleggen om proberen oplossingen te vinden. Dat kinderen op scholen les moeten krijgen in het onderwerp “armoede”, bijvoorbeeld hoe goed het is om een bijdrage te leveren voor een goed doel dat naar arme kinderen in Afrika gaat. Dit zijn de idealen voor mijn utopie. F: Ben je onder ‘wereldverbeteraars’ te scharen, of passen jullie meer bij de vrouw in het schilderij “hope”: Ik vind dat ik onder de wereldverbeteraars te scharen ben, omdat ik al enkele idealen kan bedenken het me beter lijkt dat je aangeeft dat je bij een groep wilt horen die de wereld wil verbeteren, omdat men dan een grote groep kan creëren die de wereld wilt verbeteren, dan dat je durft te hopen. g. Is jouw utopie een droom of een illusie? Leg dit uit. Een droom, omdat ik denk dat het haalbaar is om met een grote groep landen die de wereld groener wilt maken en wilt verbeteren, de wereld inderdaad een stuk groener te maken en proberen om stroperijen en de opwarming van de aarde tegen te gaan.