 
                                De Kracht van professioneel financieel management FINANCIEEL BELEID IN DE KMO fin POWER PLATO - Strategisch Plan Kempen INLEIDING STRUCTUUR VAN DE PRESENTATIE INLEIDING I DE CIJFERRAPPORTERING II HET BUSINESS PLAN III HET BUDGET IV DE KEY-INDICATOREN V DE KASPLANNING VI FINANCIERINGSPROBLEMATIEK PLATO INLEIDING WAAROM IS FINANCIEEL BEHEER NODIG ?  Wettelijke verplichting om jaarlijks cijfers neer te leggen  Financieel beheer omhelst echter veel meer :  Duidelijke cijferrapportering  Opstellen budget en vergelijking met realisatie  Opvolging key-indicatoren  Opvolging thesaurie via een kasplanning  Financieel beheer dient antwoord te geven op de vraag naar financiële duidelijkheid  Intern : duidelijkheid voor ondernemer/management over de financiële toestand  Extern : vraag door derde partijen zoals banken & leveranciers Financieel beheer geeft de ondernemer snel een duidelijk overzicht van de financiële toestand. PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING TRADITIONELE METHODES  Balansanalyse  Horizontale analyse : analyse in tijd  Verticale analyse : analyse in evenwichten  Correcties uitvoeren  Vermogensstroomanalyse  Bedrijfscash-flow  Impact van de andere cash-flows  Ratio-analyse  Rentabiliteit en toegevoegde waarde  Solvabiliteit en liquiditeit  Falingspredictie PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING TRADITIONELE METHODES  Voordelen :  Volledig en geïntegreerd (zowel balans als RR)  Zeer goed voor specialisten  Nadelen :  Interpretatieproblemen (concrete inhoud van de ratio’s)  Tijdsconsumerend PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING BASISKENNIS BOEKHOUDKUNDIGE TERMEN ACTIVA PASSIVA Terreinen Gebouwen Machines Eigen vermogen Investeringskredieten Leasings Voorraden Leveranciers Klanten Straight loans / vaste voorsch. Kaskrediet Liquide middelen Sociale lasten, lonen Belastingen en BTW Terug te trekken BTW Overlopende rekeningen PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING BALANSANALYSE : FOCUS OP BEGRIJPBARE BEGRIPPEN  Focus op de 8 belangrijkste posten  Eigen Vermogen / Materieel Vaste Activa / Lange Termijn-Kredieten  Voorraden / Klanten / Leveranciers  Liquiditeiten / Korte termijn-kredieten  Aandacht voor het eigen vermogen  Eigen Vermogen (EV)  Eigen Vermogen na Correcties (EVNC)  Evenwicht in de Balans : BK, BBK, NT  BedrijfsKapitaal (BK)  Behoefte BedrijfsKapitaal (BBK)  Netto-Thesaurie (NT) PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING BALANSANALYSE : CONCEPT EIGEN VERMOGEN NA CORRECTIES EIGEN VERMOGEN (EV) = Kapitaal + Reserves + Overgedragen resultaat + “Provisies” + “Herwaarderingsmeerwaarden” EV NA CORRECTIES (EVNC) = Eigen Vermogen - Goodwill - Immateriële vaste activa - Rekening Courant Actief + Rekening Courant Passief + Achtergestelde leningen PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING BALANSANALYSE : CONCEPTEN BK / BBK / NT  BedrijfsKapitaal (BK) = Eigen Vermogen + Lange Termijn-Krediet - Materiële Vaste Activa - Financiële Vaste activa  Terreinen Gebouwen Machines Behoefte BedrijfsKapitaal (BBK) = Voorraden + Klanten - Leveranciers  Netto Thesaurie = Geschat = Reëel = Investeringskredieten Leasings Voorraden Klanten Leveranciers Liquide middelen Straight loan Kaskrediet BK - BBK Geldbeleggingen - Korte Termijn-krediet PLATO Eigen vermogen I. DE CIJFERRAPPORTERING BALANSANALYSE : POSITIEF BEDRIJFSKAPITAAL Maximum te financieren op korte termijn Piek Behoefte Bedrijfskapitaal Behoefte bedrijfskapitaal LT bestedingen (MVA+FVA) < LT financiering (EVNC+LT Schuld) Bedrijfskapitaal >0 Een deel van de behoefte bedrijfskapitaal wordt door het bedrijfskapitaal gefinancierd PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING BALANSANALYSE : BEDRIJFSKAPITAAL GELIJK AAN NUL Te financieren op korte termijn Piek Behoefte Bedrijfskapitaal Behoefte Bedrijfskapitaal Bedrijfskapitaal =0 LT bestedingen (MVA+FVA) = LT Financiering EVNC + LT Schuld Er is geen bedrijfskapitaal : de behoefte moet volledig op korte termijn gefinancierd worden PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING BALANSANALYSE : NEGATIEF BEDRIJFSKAPITAAL NEGATIEF BEDRIJFSKAPITAAL Te financieren op korte termijn Piek Behoefte Bedrijfskapitaal Behoefte Bedrijfskapitaal Bedrijfskapitaal <0 LT bestedingen = MVA+FVA > LT Financiering EVNC + LT Schuld Het bedrijfskapitaal is negatief : • de behoefte moet volledig op korte termijn gefinancierd worden • én zelfs een deel van de vaste activa PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING BEHOEFTE BEDRIJFSKAPITAAL EN SPREIDING AFLOSSINGEN 50  Analyse in de tijd van behoefte bedrijfskapitaal en liquiditeitssituatie kan kritieke periodes opsporen  Piekmomenten in kredietbehoefte zijn bijvoorbeeld betaling vakantiegeld, dertiende maand, ...  Aflossingen van investeringskredieten concentreren in periodes waarop BBK laag is en voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn 40 30 20 10 0 -10 J F M A M J J A S O N D -20 Behoefte bedrijfskapitaal Liquiditeiten PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING OMZET VERSUS MARGE Cijfers in mio BEF 31/12/00 31/12/01 Omzet + Andere bedrijfsopbrengsten Totale opbrengsten - Aankopen Bruto-marge 332 20 352 -307 44 388 15 404 -362 41 % marge t.o.v. totale opbrengsten 13,0 % 10,0 % Zowel produktiebedrijven maar zeker distributiebedrijven moeten gezien hun kleine procentuele marge omschakelen van omzetdenken naar margedenken ! PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING KOSTENSTRUCTUUR Bruto-marge (incl andere bedrijfsopbrengsten) - Diverse goederen en diensten - Personeelskost - Afschrijvingen - Andere bedrijfskosten Bedrijfsresultaat - Financiële kosten + Financiële opbrengsten Operationeel resultaat - Uitzonderlijke kosten + Uitzonderlijke opbrengsten Resultaat voor belastingen - Belastingen Resultaat na belastingen  Dit is het boekhoudkundig stramien van de resultatenrekening  Voor groeiende ondernemingen is er vaak nood aan een analytische rapportering : PLATO  directe kosten, indirecte kosten, overheadkosten, ...  kostenplaatsen, kostensoorten, ... I. DE CIJFERRAPPORTERING CASH FLOW EN FREE CASH FLOW Resultaat na belastingen Operationeel resultaat + afschrijvingen + afschrijvingen Cash Flow Operationele Cash Flow - aflossingen investeringskredieten - aflossingen investeringskredieten Free Cash Flow Operationele Free Cash Flow De onderneming moet meer dan voldoende cash flow genereren om zijn kredieten af te lossen zodat er een stuk free cash flow aanwezig is om - een gedeelte van de groei zelf te financieren PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING SYNTHESE  Klassieke balansanalyse  Te tijdsconsumerend  Moeilijkheid om afkapgrenzen ratio’s te bepalen  Zeer moeilijk bruikbaar voor bedrijfsleider  Besproken methodologie      Evenwicht is onmiddellijk duidelijk (BK, BBK en NT) Zelfs voor complexere balansen, aandacht wordt gekanaliseerd Aandacht voor EVNC (Eigen Vermogen Na Correcties) Lichte aanpassingen noodzakelijk voor holding-structuur, ... Eenvoudig model (8 posten), praktisch bruikbaar voor bedrijfsleider) PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING EENVOUDIG VOORBEELD: START UP  Distributiebedrijf  Investeringen : 30 mio materiële vaste activa =  Gebouw, heftruck, stockinrichting, ...  Computer (hard- en software), wagen, ...  Omzet  Schatting voor 1ste jaar : 120 mio  Marge van 20 % dus bruto marge = 24 mio dus aankopen = 96 mio  Rotaties / betalingsuitstellen  Klanten : 3 maanden  Leveranciers : 3 maanden  Voorraad : 1 maand = 1/4 jaaromzet maar opgepast +21% BTW = 1/4 jaaraankopen maar opgepast +21% BTW PLATO I. DE CIJFERRAPPORTERING GEVAL A: BERT BIBBER  Banknegotiatie  Ratio EV / investering van 33 % is voldoende  Dus eigen vermogen 33% van 30 mio = 10 mio  Lening Bank : 20 mio (termijn-krediet)  Voorstel leveranciers  Bert Bibber kiest voor contante betaling à 2% korting  Balansstructuur  Eigen vermogen op balanstotaal =  Vreemd vermogen t.o.v. balanstotaal = PLATO 13.5 % 86.5 % I. DE CIJFERRAPPORTERING GEVAL B: PIET PIENTER  Banknegotiatie  Ratio EV / VV van 33 % is voldoende, maar financiering van de business  Eigen vermogen op 20 mio brengen  Lening Bank : 20 mio (termijn-krediet)  Voorstel leveranciers  Piet Pienter kiest voor een betalingsuitstel van 3 maanden  Balansstructuur  Eigen vermogen op balanstotaal =  Vreemd vermogen t.o.v. balanstotaal = PLATO 27 % 34 % I. DE CIJFERRAPPORTERING VERGELIJKING BERT BIBBER EN PIET PIENTER  BERT BIBBER BK BBK NT  Bedrijfskapitaal Behoefte bedrijfskapitaal Netto thesaurie = = = 10 + 20 - 30 = 8 + 36 - 0 = 0 - 44 = 0 44 -44 = = = 20 + 20 - 30 = 8 + 36 - 29 = 10 - 15 = 10 15 -5 PIET PIENTER BK BBK NT Bedrijfskapitaal Behoefte bedrijfskapitaal Netto thesaurie Bert Bibber heeft wel 2% korting van zijn leveranciers, maar moet een veel hogere behoefte financieren dus veel hogere intrest PLATO II. HET BUSINESSPLAN WANNEER EEN BUSINESSPLAN ?  Opstart onderneming  Opstart nieuw departement of activiteit  Overname  Waardering van de onderneming  Businessplan is basis voor DCF-waardering PLATO II. HET BUSINESSPLAN WAAROM EEN BUSINESSPLAN ?  Voor de ondernemer Doordenken over de opportuniteit en de onderneming   bankiers en risicokapitaal  haalbaarheid, implicaties van doestellingen, een selectieproces  Voor derde partijen Financiering Ontwikkeling van het strategisch bewustzijn  Leveranciers & Klanten  strategische allianties, doelstellingen  Medewerkers  aanwerving, motivatie en gezamelijke focus  het business plan is leidraad voor het besturen van de onderneming  maturiteit, inzicht en zelfvertrouwen PLATO II. HET BUSINESSPLAN FASES IN UITWERKING Het proces van strategie naar businessplan is een fundamentele oefening waar we 4 fasen herkennen : A. B. C. D. “Levensfases” van elke onderneming Strategiebepaling : topics Financiële situatie Businessplan Het businessplan is de resultante van de strategische denkoefening van de onderneming PLATO II. HET BUSINESSPLAN DE “LEVENSFASES” VAN EEN ONDERNEMING  Fase 1 : De “produkt” - fase  Doelstelling : capaciteitsbezetting  Fase 2 : De “omzet” - fase  Doelstelling : omzet-maximalisatie  Fase 3 : De “winst” - fase  Doelstelling : rendabiliteitsmaximalisatie  Niet-rendabele-produkten elimineren  Fase 4 : De “marketing-strategische” - fase” “Met jeugdzondes wordt men volwassen” PLATO II. HET BUSINESSPLAN STRATEGIEBEPALING - TOPICS STRENGHTS WEAKNESSES  xx  xx  xx  xx  xx  xx OPPORTUNITIES THREATS  EE  EE  EE  xx  xx  xx PLATO II. HET BUSINESSPLAN STRATEGIEBEPALING - TOPICS  Concentreer U op Uw ‘kernaktiviteiten”  Combineer “sterke punten” met “opportunities”  Defineer goed “zwakke punten” en “threats”  Speel in op ‘future trends’ !!  Zoek samenwerkingsverbanden voor aanvullende aktiviteiten  Onderaannemers  Partners (strategische allianties, joint-ventures, …)  Commerciële samenwerkingsverbanden  Diversificaties zo snel mogelijk ‘verzelfstandigen’ PLATO II. HET BUSINESSPLAN FINANCIELE SITUATIE  Synthetiseer het verleden  Globale analyse balanssituatie  splits uit : bedrijfskapitaal / behoefte aan bedrijfskapitaal A  4 aktiva ; 4 passiva-rubrieken Terreinen, gebouwen, machines  Globale analyse resultatenrekening  Omzet-analyse  Marge-analyse per produkt  Rendabiliteitsanalyse  Voorraden Klanten Liquide middelen Overlopende rekeningen, BTW P EV, investeringskredieten, leasings Leveranciers Straightloans, kaskredieten Sociale lasten, lonen, belastingen, BTW Analyseer deze gegevens voor de laatste 3 jaar Zoek naar tendensen/trends in de verschillende gegevens. PLATO II. HET BUSINESSPLAN FINANCIEEL PLAN Huidige financiële gegevens Combinatie van Strategische doelstellingen  Omzet  Omzet  Marges  Marges  Indirecte kosten  Indirecte kosten  Investeringen  Investeringen Het businessplan combineert de huidige financiële structuur met de strategische doelstellingen PLATO II. HET BUSINESSPLAN UITWERKING  Prognose resultatenrekening  Prognose evolutie thesaurie-positie  Bedrijfskapitaal-evolutie  Behoefte aan bedrijfskapitaal-prognose  Thesaurie-positie  Vergelijking ‘thesaurie-positie’  Huidige financieringslimieten  Financierbare aktiva (debiteuren, voorraden, …) PLATO II. HET BUSINESSPLAN HYPOTHESEN  Het businessplan wordt steeds opgesteld in samenwerking met de ondernemer  Als leidraad kan volgende wijsheid worden toegepast : “BE HUMBLE IN THE FACE OF UNCERTAINTY” Het is uitermate belangrijk dat men in het businessplan gelooft. PLATO II. HET BUSINESSPLAN VOORBEELD A. De resultaten-rekening  Concentreer U op de ‘grote lijnen’ B. Evolutie bedrijfskapitaal  Financierings-strategie vs. ad-hoc leningsaanvraag C. Evolutie behoefte aan bedrijfskapitaal  Bouw hier ‘veiligheidsmarges’ in D. Evolutie thesaurie-positie  Vergelijk deze met de financierbare aktiva PLATO II. HET BUSINESSPLAN VOORBEELD - HYPOTHESEN   Omzet  jaar 1 groei van 15%  jaar 2 groei van 20 %  jaar 3 & 4 groei van 15% Variabele loonkosten  groeiritme van de omzet. We bepalen ook dat in het aanvangsjaar 2/3 van de totale loonkost variabel is.  DG&D (administratie, huisvesting, rollend materieel):  jaar 1 5%  jaar 2 7%  jaar 3 & 4 5% PLATO II. HET BUSINESSPLAN VOORBEELD - HYPOTHESEN    Vaste loonkost  jaar 1 groei van 10%  jaar 2 groei van 14 %  jaar 3 & 4 groei van 10% Investeringen  jaar 1 224 mio  jaar 2 24 mio  jaar 3 & 4 24 mio In jaar 2 wordt er een lening opgenomen van 150 mio.  Deze wordt terugbetaald over 5 jaar. De BBK wordt vastgesteld op 9% van de omzet PLATO II. HET BUSINESSPLAN SYNTHESE  Het businessplan is noodzakelijk bij het aantrekken van extern kapitaal. Het is de basis voor de discounted cash flow waardering.  Bij belangrijke fases in het leven van de onderneming kan het eveneens zeer nuttig zijn om een businessplan op te stellen.  Betrek steeds de sleutelfiguren van de onderneming bij het opstellen van een businessplan. Hun ervaring kan een belangrijke toegevoegde waarde geven. PLATO III. HET BUDGET VERLENGSTUK VAN HET BUSINESS PLAN ?  Businessplan  Definieert de ‘krijtlijnen’  Werkt op basis van hypotheses  Vormt een ‘Top-down’-strategisch instrument  Budget  Baseert zich op lopende jaargegevens en een concrete prognose van de aktuele situatie  Wordt “Bottom-Up” opgesteld, binnen ‘master-plan’ kader  Budgetteert in detail kosten/opbrengstenposten PLATO III. HET BUDGET JAARBUDGET : UITWERKING EN DEFINITIEVE KEY-INDICATOREN  Uitwerking is groepswerk  ‘Proces-beheersing’ kan kostenverlagend werken  “Een analyse en optimalisatie van processen bespaart 20 % van de kosten”  Business - process - reëngineering  Dit kan voorbereidend op de budget-samenstelling geschieden  Definieer key-indicatoren  Op algemeen niveau, eventueel verder te trekken op ‘afdelings-niveau’  Beperk deze tot max. 6-12  Stel ze grafisch voor PLATO III. HET BUDGET MAANDBUDGET : EEN FINANCIELE OEFENING  ‘Seizoensschommelingen’ ontdekken in historische gegevens  Zijn er afwijkende verwachtingen volgend jaar ?  Definieer de ‘liquiditeitshypotheses’ :      omzetverdeling op maandbasis kostenverdeling op maandbasis betalingsgedrag klanten betalingsgedrag leveranciers voorraadbehoeftes PLATO III. HET BUDGET OPVOLGING  Budget enkel nuttig als het regelmatig getoetst wordt.  Frequentie van de toetsing minimaal 4 maal per jaar. Voor grote ondernemingen kan dit maandelijks gebeuren.  Budget kan gereviseerd worden op half jaarlijkse basis. Het opvolgen van de budgetperformance moet er toe bijdragen om bij een probleem de onderneming snel bij te kunnen sturen. PLATO IV. DE KEY-INDICATOREN ALGEMEEN Welke variabelen bepalen de winst ? Welke variabelen zijn ‘beïnvloedbaar’ ? Key-indicatoren voor de bedrijfsleiding PLATO IV. DE KEY-INDICATOREN VOORBEELDEN  Inkomstenvariabelen :  Omzet, aantal klanten, prijsniveau  Bruto marge, geproduceerde uren,  Capaciteitsbezetting  Kostenvariabelen  Aankopen, prijsschommelingen  Personeelsproduktiviteit  Liquiditeitsindicatoren  Behoefte aan bedrijfskapitaal, klantensaldi, leverancierssaldi  Stand van de rekening Max. 5 tot 10 indicatoren beïnvloeden voor 95 % de winst van elke onderneming PLATO IV. DE KEY-INDICATOREN DASH-BOARD  Selectie van max. 5 ‘key-indicatoren’  ‘Onderliggende’ detail-gegevens  Grafische voorstelling  Vergelijking realiteit, budget en vorig jaar  Oog voor ‘kwalitatieve’ indicatoren : nieuwe klanten, verdwenen klanten, concurrenten, personeel, ... PLATO IV. DE KEY-INDICATOREN DASH-BOARD Behoefte management Beschikbaarheid gegevens Technische mogelijkheden Drie-dimensionaal ontwerpproces : constant afwegen 3 cruciale variabelen PLATO IV. DE KEY-INDICATOREN DASH-BOARD Synthetiseren & Visualiseren Kracht OMZET & UREN Omzet & uren/maand : reëel vs budget 4 3 2 1 0 W1 W2 W3 W4 W5 W6 W7 W8 Omzet-R W9 W10 W11 W12 W13 W14 W15 W16 W17 W18 Omzet-B # uren-R # uren-B 60 Onproduktieve uren 50 andere 40 klein verlet 30 ziektedagen 20 f eestdagen 10 0 W-4 W-3 W-2 W-1 WEEK 20 15 Openstaande klanten 10 5 0 A B C V ERV A LLEN .. . E F NIET V ERV A LLEN .. . PLATO Kracht = regelmatige opvolging van gestructureerde voorstelling cijfergegevens & grafieken IV. DE KEY-INDICATOREN VOORBEELD DASH-BOARD PLATO V. DE KASPLANNING ALGEMEEN Businessplan / Budget Opbrengsten - Kosten Resultaat  Kasplanning Inkomsten - Uitgaven Kasoverschot / - tekort Berekening werkelijke kasstromen  Werkelijke stand van de rekening  Indien hoge behoefte aan bedrijfskapitaal  groot verschil mogelijk tussen boeking en werkelijke realisatie  rekening houden met vertraging op betalingen door klanten / aan leveranciers  Projectie toekomstige kasstromen  Wekelijks/maandelijks/trimestrieel naargelang behoefte PLATO V. DE KASPLANNING OPBOUW Stand van de rekening begin periode + Inkomsten (cash in) - Uitgaven (cash out) Kasoverschot / -tekort periode +/- Netto te financieren BTW Netto financieringsbehoefte periode = Stand van de rekening einde periode  Berekening netto-financieringsbehoefte (“diepste put”)  Moment waarop de rekening de laagste stand vertoont  Voorbeelden  Berekening noodzakelijke kredietlijn bij KT-overbruggingskrediet  Kapitaalsbehoefte bij start-up onderneming De kasplanning geeft inzicht in de in- en uitgaande kasstromen en de reële financieringsbehoefte. PLATO VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK STIJGENDE FINANCIERINGSBEHOEFTE  Waar blijft de dynamische ondernemer ?  Stijgende kwaliteitseisen van het cliënteel  Groeiende mobiliteit van klanten en leveranciers  Verhoging van de ‘concurrentie’ op elke markt  Investeringsbehoeften stijgen  Snellere ‘time to market’ vereist een hogere inzet van middelen  Verhoogde rendabiliteitsdrempel verhoogt de minimale schaalgrootte bedrijven Ondernemingen worden meer en meer geconfronteerd met verhoogde financieringsbehoeften PLATO VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK VORMEN VAN FINANCIERING  Vreemd vermogen 100%  leverancierskrediet : professionele tussenpersonen  bankkrediet : verhoogde risicoinschatting door banken 80% 60% 40% 20%  Eigen vermogen 29% 38% 30% Europa U.S.A. België 0%  van de ondernemer  van derden Eigen vermogen Vreemd vermogen De behoefte aan eigen middelen van de ondernemer zal waarschijnlijk nog verder toenemen PLATO VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK EIGEN MIDDELEN: DE MOGELIJKHEDEN  Bestaande cash-flow van de onderneming  (meestal) zeer beperkt bij start ups  onder druk bij sterke groeiers  Kapitaalverhogingen door eigen middelen aandeelhouder(s)  in het verleden een ‘normale’ oplossing  beperkte middelen van de huidige starters  gezien snelheid cruciaal is : vaak té grote financieringsbehoeften  Externe eigen middelen : investeringsmaatschappijen en business angels Het financieren van uw onderneming wordt meer en meer een ‘strategische’ keuze PLATO VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK FORMEEL VS. INFORMEEL RISICO-KAPITAAL  Eigen middelen van de ondernemer  Informeel risico-kapitaal Formal venture capital Informal venture capital : F.F.F.  Three F’s  Business angels  Informal investors  Informal venture capital : Business angels Formeel risico-kapitaal  Investeringsvennootschappen  Venture capital Venture capital market in the U.S.A. Formal venture capital Informal venture capital : F.F.F. Informal venture capital : Business angels Informeel venture capital wordt vele malen belangrijker dan formeel ‘venture capital’ PLATO 40 50 10 VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK VENTURE CAPITAL VS. BUSINESS ANGELS  Venture capital :  Investeringsmaatschappijen  Gestandaardiseerde behandeling van dossiers  Minimale investeringsbehoefte ca 1 Mio Euro  ‘Professionele’ partner van de ondernemer  Beursnotering Venture capital Business Angels Business angels  Privé personen  Financiële objectieven omgeven met persoonlijke ambities  Investeringsniveau tussen 5 en 50 Mio Bef  ‘Persoonlijke’ partner van de ondernemer Banken Eigen middelen Ontwikkelingsfase onderneming Business angels zijn complementair t.o.v. investeringsfondsen : zij investeren kleinere bedragen en hebben een meer gepersonaliseerde benadering. PLATO VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK VREEMD VERMOGEN : BANKEN & DE ‘COOKE-RATIO’  Comité van Bazel :      Bazel I : ‘COOKE-ratio      Internationaal toezicht op banken Globalisering, informatisering verhogen financieel ‘wereld’-risico Banken moeten solvabele spelers blijven Richtlijnen aan nationale controleinstanties voor minimale solvabiliteitsregels Verhouding eigen middelen vs risicovolle leningen Geldt niet voor ‘staatswaarborgen’ Gewogen ponderatie (bvb. Hypotheken à 50 %) Minimaal 8 % eigen vermogen, wenselijk 10-12 % Bazel II tegen 2004 :    norm van 8 - 10 -12 % ongewijzigd MAAR basis waarop 8 % berekend wijzigt grondig A-rating slechts 50% maar lagere rating = onmiddellijk à 150 % PLATO VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK VREEMD VERMOGEN : LANGE TERMIJN BANKLENINGEN Leningen financieren meestal investeringen in vaste activa Ratio : leningen vs. boekwaarde vaste aktiva is jaarlijks gedaald met 1 % 34% Externe financiering ondernemingen Eurozone 27% 33% 32% 31% 30% 29% 28% 19 9 5 19 9 6 19 9 7 19 9 8 19 9 9 LT Bank/MV A 100% Overige 80% Handelskrediet 60% Andere leningen 40% Aandelen 20% Bankkredieten 0% 1997 1998 1999 Dalend belang van bankkredieten (van 21% tot 16%) Bankkredieten voor Belgische bedrijven nog belangrijker dan in globale Eurozone Bron : ECB (Trends 29/03/01) Er is een duidelijke trend naar minder bankfinanciering op lange termijn dus moeten investeringen meer met eigen middelen gefinancierd worden PLATO VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK DE ONDERNEMER = SHOPPING CUSTOMER  Voorheen      Cross-subsidiëring tussen producten van de bank Doelstelling : lange termijn relatie met clienteel opbouwen Winsten vnl. op betalingsverkeer (buitenl.), slapende passiva (R/C,boekjes …) ‘Verdoken’ winsten verdwijnen (valuta-dagen, winsten overheidsobligaties, …) Leningen creëren een lange-termijn relatie  Men was bereid deze te subsidiëren voor deze lange-termijn-relatie  De overige producten zouden de klantenrendabiliteit herstellen  Actueel  Klanten shoppen, er bestaat geen lange-termijn-relatie meer  De ‘overige’ en ‘verdoken’ opbrengsten verdwijnen Door ‘shopping-attitude’ van de ondernemers, twijfelen de bankiers aan de LT-relatie met hun klant : niet meer bereid te ‘investeren’ in leningen PLATO VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK KEUZE VAN FINANCIERING  Bankmiddelen :      Kostprijs rente + marge 1,5 - 2,5 % : vandaag duidelijk onder druk Zekerheid verplicht Dalend aanbod aan middelen Fiskaal aftrekbare intresten Venture capital, investeringsmaatschappijen  Risico-dragend, zelfs risico-zoekend  Rendementseis 20 - 35 %  Minimaal opgetrokken tot 1 Mio Euro  Business angels  Lagere instapdrempel  Sneller beslissingsname  Zoektocht naar ‘laag risico’ - ‘hoog rendement’ ! PLATO VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK KEUZE VAN FINANCIERING  Bankmiddelen :  Meest ‘rendabele’ financieringsvorm  Echter : beperkt in volume en in beschikbaarheid  Timing zéér belangrijk  Venture capital, investeringsmaatschappijen  Pas bij voldoende grote projecten  Let op rendementseis en goedkeuringsproces  Business angels  Opportuniteit voor sterke groeiers  Let op : men zoekt ‘potentieel’ rendement De optimale financieringsstructuur is afhankelijk van ‘financieel management’ van de onderneming PLATO VI. FINANCIERINGSPROBLEMATIEK KEUZE VAN FINANCIERING  Bankmiddelen :  Maximaal aanwenden door middel van aktiva-financiering  Lenen zelfs indien de middelen beschikbaar zijn  Business angels  In funktie van groeiambitie aan te trekken bij opstart of doorgroei  Op basis van ambitieus business plan  Venture Capital of investeringsmaatschappijen  Bij verdere groei en hoge behoefte  Getrapte inbreng vermindert risico voor investeerder en dus ook verwatering  Eigen middelen  Aanwenden als ‘reserve’  Aanwendbaar bij inbreng derden PLATO CONCLUSIES  Financieel beheer wordt voor de ondernemer meer en meer een uitdaging  Opstellen businessplan  Cijferrapportering  Realisatie t.o.v. budget  Opvolging key-figures  Berekening thesauriebehoefte  Zowel de aandeelhouders als de bankier verwachten dat het financieel beheer op hoog niveau gebeurt. PLATO CONCLUSIES  Ook andere partijen (kredietverzekeraars, leveranciers, …) beoordelen de onderneming meer en meer op basis van de financieringsfoto op het einde van het boekjaar. De ondernemer is vandaag verplicht om zijn financieel beheer te professionaliseren door ofwel zichzelf bij te scholen op hoog niveau, ofwel zich te laten omringen door professionele externe specialisten. PLATO