- Scholieren.com

advertisement
Geschiedenis: hoofdstuk 2
Kenmerkende aspecten: Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.C.-500 n.C.)
- de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek
in de Griekse stadstaat
- de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
- de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
verspreidde
- de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van
Noordwest-Europa
- de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten
Grieken waren de eerste die wetenschappelijk onderzoek deden
=> 3 belangrijkste filosofen:
Socrates => socratische manier van ondervragen: doorgaan tot de kern
- leefde in Athene van 469 v.C. tot 399 v.C.
- stichter van westerse filosofie, liet zelf echter geen werken achter
=> bekend van werken van zijn leerlingen
- had veel invloed op rijke jonge mannen => werd ter dood veroordeeld wegens bederven
van jeugd en het tegen de goden in gaan, was tijdens Peloponesische oorlogen
Plato => leerling van Socrates, voorstander van aristocratie
- leefde in Athene van 427 v.C. tot 347 v.C.
- is de belangrijkste bron van Socrates’ leven
- schreef alles in dialoogvorm, overal zit een idee achter => oerideeën
- ‘platonische liefde’ => liefde met iemand van zelfde geslacht en stand
Aristoteles => tegenovergestelde van Plato, vond empirisch onderzoek belangrijk
- leefde in Athene van 384 v.C. tot 322 v.C.
- 1 van de meest invloedrijke westerse filosofen
- eerste ‘homo universalis’, want: bekend met alle wetenschappen die toen bekend waren
=> grondlegger medische zorg:
Hippocrates
- leefde op Kos van 460 v.C. tot 370 v.C.
- eerste die natuurlijke oorzaken vond voor ziekten
- iedere afgestudeerde arts moet ‘zijn’ eed afleggen
=> grondlegger geschiedschrijving:
Herodotus
- schreef eerste geschiedenisboek: ‘De historiën’ => over oorzaken van oorlogen en volken
Ook waren er andere stromingen: sofisten (5e eeuw) => bedrijvers van filosofie en logica
- benadrukten o.a. dat het ook ging om de ‘kunt van overtuiging’ in bv. rechtszalen
=> sofisten hadden geen standaard (moreel ‘goed’ of ‘slecht), ze waren relativistisch
=> Socrates was het absoluut niet met de sofisten eens, volgens hem mocht waarheid niet
afhankelijk zijn van hoe overtuigend het vertelt wordt
Klassieke beschaving => beschaving van Grieken en Romeinen, diende als voorbeeld
=> na Peloponesische oorlogen => Griekenland overgenomen door Alexander de Grote
=> zo werd Griekse cultuur verspreid, wordt hellenisme genoemd
Koloniën werden gesticht, ook daar werd handel gedreven en scholen gesticht etc.
In Italië ontstaan volken die Griekse cultuur overnemen, bv. Etrusken
=> Rome gesticht in 800 v.C. door Romulus & Remus (zonen van oorlogsgod Mars) => mythe
753 v.C. => Romeinen leefden van landbouw, Romeinen namen veel over van Grieken:
- godsdienst, behalve namen:
Grieks
Zeus
Hera
Aphrodite
Demeter
Romeins
Jupiter
Juno
Venus
Ares
Grieks
Hermus
Artemis
Athene
Romeins
Mercurius
Diana
Minerva
- bouwkunst (bv. tempels) => gebruikten beton
=> Romeinen bouwden met bogen voor sterkere gebouwen
- beeldhouwkunst => gezichten werden gestileerd, ofwel ze kregen een ‘echt’ gezicht
=> Romeinse beelden hebben vaker kleren aan, ook realistischer afgebeeld
- elite van Rome sprak Griekse taal
=> Romeinen waren heel gedisciplineerd, vonden soberheid en burgerschap belangrijk
=> Romeinen waren heel pragmatisch met wegen, aquaducten en infrastructuur etc.
Politiek: Romeinse Rijk
Rome tot ±500 v.C. een monarchie => erfelijk staatshoofd
=> vanaf ±500 v.C. werd Rome een republiek => ‘res’ ‘publica’, algemene zaak
Republiek geleid door Patriciërs => vooraanstaande families Rome => aristocratie
=> senaat gevormd door Patriciërs, senaat moest besluiten van dagelijks bestuur keuren
=> senaat werd ook wel ‘raad van Ouden’ genoemd => veel oudere mannen
Dagelijks bestuur Rome => ieder jaar 2 nieuwe consuls
=> 2, want: bang voor dictatuur
Plebejers (armere bevolking) ontevreden => dreigden in opstand te komen
=> daarom mochten ze vanaf toen jaarlijks volkstribunen kiezen
=> konden wetten tegenhouden als ze in strijd waren met het volk => hadden dus vetorecht
Tijdens Romeinse Republiek (500 v.C.-27 v.C.) waren boeren meest actief in leger => moeten
eigen wapens meenemen
=> tijdens oogsttijd konden boeren niet vechten, want er moest geoogst worden
Steeds meer rijke Romeinen gingen op platteland wonen => daardoor niet genoeg soldaten
100 v.C. - Marius Sulla => proletariërs moesten 25 jaar in het leger
=> kregen geld en wapens van de Staat, door deze maatregel werd het leger beter geregeld
1ste eeuw v.C. => Julius Caesar, zeer succesvol legeraanvoerder => had Gallië veroverd
=> had veel macht over soldaten, want: invloed op economische positie:
- hij bepaalde hun inkomsten
- hij bepaalde de grootte van het stuk land dat ze kregen met pensioen
Caesar onderscheidde zich door vele en grote veroveringen, had charismatische uitstraling
=> soldaten vertrouwden hem volledig => daardoor kreeg hij grotere ambities en dacht dat
hij keizer kon worden => ging steeds meer z’n eigen ding doen
44 v.C. - Caesar trekt naar Rome om macht over te nemen, wordt benoemd als ‘dictator voor
het leven’ => senaat is het daar niet mee eens => complot: Caesar wordt vermoord in senaat
Na dood Caesar ontstond er soort burgeroorlog tussen legeraanvoerders, gewonnen door:
27 v.C. Octavianus (achterneef Caesar) => keizer, beter bekend als ‘Augustus’ (‘verhevene’)
=> Octavianus deed het goed als keizer, zorgde voor 2 rustige eeuwen in Pax Romana
=> was keizer tijdens geboorte Christus, geboorteplaats Christus hoorde tot Romeinse Rijk
Romeinen en Germanen => Romeinen zagen Germanen als barbaren
58 v.C. - eerste treffen van Romeinen met Germanen, door veroveringen van Caesar
Germanen => oorspronkelijk uit gebieden rond Oostzee => vanuit daar verspreid (±600 v.C.)
=> verbouwden graan en hielden vee, schrift kenden ze niet
Voor Romeinen weinig in Germaanse gebieden, drong toch door tot Elbe tijdens Augustus
=> stuitten op fel verzet, ondanks dat Germanen slecht georganiseerd waren
9 - 3 Romeinse legioenen in Teutoburgerwoud, verschillende stammen wachtten hen op
=> door slechte weer konden Romeinen niet weg komen => werden doorzeefd met pijlen
Romeinen trokken zich terug achter de Rijn => werd de limes (grens)
Romeinen hadden soms ook ontzag voor Germanen => maakten sommigen tot bondgenoten
=> Germanen werden Romeinse staatsburgers, in ruil voor het bewaken van de grens
=> Germanen namen zo niet alleen Romeinse namen en producten, maar ook gebruiken,
goden en geld over
Godsdienst: Romeinse Rijk
Oudste monotheïstische geloof: Jodendom => volk en religie vallen samen
- god: Jahweh, bereikt het volk via aartsvader Abraham
- vrije dag: zaterdag (sabbat)
=> Joden moeten kosher eten: pannen scheiden
- alle verhalen staan in het Oude Testament, ofwel Tenach/Thora:
=> geschiedenis: Abraham was 1ste die zag dat er 1 God was, Jahweh zou hem naar Kanaän
geleid hebben => echter joden eerst slaven in Egypte, o.l.v. Mozes trokken naar beloofde
land, waar David (rond 1000 v.C.) koning was van land waar alle joden verenigd waren
587 v.C. - joodse hoofdstad Jeruzalem verwoest => joden afgevoerd naar Babylonië (Irak)
=> joden leefden vanaf toen lang in diaspora (= verspreiding van joden)
539 v.C. - Babylon veroverd door Perzen, joden mochten terugkeren naar Israël
=> later onder Griekse & Romeinse overheersing ontstonden joodse gemeenschappen in
Alexandrië, Rome etc.
Joodse stamboom:
Abraham + Sara => Isaac + Rebecca => - Ezau + Lea => 10 zonen - Jacob + Rachel => 2 zonen
- Jacob + Rachel => 2 zonen
Joden zien Jezus Christus (Jozef + Maria) niet als verlosser (Messias)
1 n.C. - christendom (Bijbel, Nieuw Testament), volgt uit jodendom (Thora, Oude Testament)
Verschillen
Jodendom
geloofden niet dat Christus de Messias was
hoefden hun geloof niet te verspreiden
=> daarom minder omstreden in Romeinse Rijk
moesten zich houden aan voedselwetten en
besnijdenis
Joden hadden Thora, Oude Testament
Christendom
geloofden wel dat Christus de Messias was
wilden geloofden wel verspreiden
=> daarom meer omstreden in Romeinse Rijk
hoefden zich niet aan joodse wetten te houden
Christenen hadden Bijbel, Nieuwe Testament
0 - Jezus van Nazareth => predikte de komst van ‘Gods koninkrijk’
=> weinig zeker over leven, rond 30 opgepakt, gekruisigd, 3 dagen later uit dood opgestaan
=> Jezus’ volgelingen noemden hem Messias => rond 50 christendom los van jodendom,
o.l.v. prediker Paulus => volgens hem: Jezus’ boodschap voor hele wereld bestemd
Paulus en volgelingen trokken door oosten van Romeinse Rijk => in veel steden al christenen
=> ook in Rome al snel christelijke gemeente, o.l.v. Petrus (belangrijkste volgeling Christus)
Paulus en Petrus tijdens christenvervolging 64 vermoord => stierven als martelaren
Tijdens Romeinse Rijk namen keizers negatieve houding aan tegenover christendom
=> want: in tegenstelling tot Joden wilden christenen hun geloof verspreiden, daardoor was
Jodendom minder omstreden
=> christenen weigerden keizer als god te vereren, polytheïstische Romeinen deden dat wel
Aanvankelijk waren er weinig Christenen, later groeide dat aantal erg snel
=> Christendom ging uit van gelijkheid, daarom bekeerden veel arme Romeinen zich
Nero bestreed christenen het ergst => beschouwde ze als bedreiging voor eenheid en macht
313 n.C. - heel veel christenen
=> Constantijn de Grote werd zelf christen en legaliseerde christendom => Edict van Milaan
=> hoopte zo eenheid te herstellen, want: 1 geloof in 1 land zorgt voor eenheid en macht
Constantijn en opvolgers organiseerden bijeenkomsten => geloofsleer vastleggen:
=> Christus was zowel zoon van God, als God zelf & zowel menselijk als goddelijk
=> aanhangers van onorthodox-christelijke opvattingen werden vervolgd
400 n.C. - Theodosius de Grote maakte Christendom staatsgodsdienst van Romeinse Rijk
=> ook werden alle andere godsdiensten verboden, hun tempels en andere heiligdommen
verwoest en omgebouwd tot kerken
Ondergang: Romeinse Rijk
RR werd zo groot dat grenzen moeilijker te verdedigen werden => grenzen werden
verdedigd door legionairs uit provinciën zelf
=> grenzen werden niet goed bewaakt, daardoor veel aanvallen
300 - RR raakte in verval => epidemieën, zo daalde het inwonersaantal, + invallen Germanen
=> ontstond grote machtsstrijd, 50 keizers binnen 25 jaar (bijna allemaal vermoord)
=> macht over een klein deel van legioenen, konden zo grenzen niet goed beschermen
Vanaf 284 konden keizers rust herstellen, duurde niet lang:
Eind 4e eeuw - nieuwe volksverhuizingen (= migratie van een volk)
=> oosten van het Rijk hield stand, westen echter niet
395 - Rijk werd gesplitst in West-Romeinse Rijk en Oost-Romeinse Rijk (Byzantijnse Rijk)
=> Constantijn de Grote stichtte in het Oosten de stad Constantinopel
=> West-Romeinse Rijk werd overspoeld door Germaanse stammen, opgejaagd door
Hunnen (nomadenvolk uit Azië) => toen Hunnen RR binnenkwamen werden ze vernietigd
door Germanen
476 - laatste Romeinse keizer werd afgezet door Germanen, Germaanse koning Odoaker
werd koning van Italië
=> omdat Odoaker geen keizer kon worden (want hij was geen Romein), besloot hij om
koning te worden en het keizerschap ‘formeel’ aan keizer van Oost-RR te geven
=> zo was hij afhankelijk van keizer Zeno, maar Odoaker deed wat hij wilde
Byzantijnse Rijk bleef nog ±1000 jaar => tot: 1453 - Constantinopel veroverd door Turken
=> goed doorlezen: - §2.2: ‘Van stadstaat naar wereldrijk’ & ‘Vechtlust en organisatietalent’
- §2.3: ‘Romeinse bouwwerken’
Download