Geschiedeniswerkplaats – 1KGT – Hoofdstuk 2 Paragraaf 2 – Werken en leven in het Romeinse rijk Begrippen: Ambacht: beroep waarbij je iets met je handen maakt. Geldeconomie: als mensen betalen met geld (en niet ruilen) Grieks – Romeinse cultuur: manier waarop de Romeinen leefden, met de Grieken als voorbeeld. Handel: kopen en verkopen Landbouwstedelijke samenleving: samenleving van boeren en stadsbewoners. Multiculturele samenleving: samenleving met mensen van verschillende culturen. Tijd van Grieken en Romeinen: 3000 v.C. – 500 n.C. Verdraagzaamheid: het toestaan van andere meningen. Samenvatting: De meeste Romeinen leefden van de landbouw. In de steden woonden handelaren en ambachtslieden. De Romeinen bewonderden de cultuur van de Grieken en namen hun goden en bouwkunst over. Het Romeinse rijk was een landbouwstedelijke samenleving. Het was een samenleving van boeren en stadsbewoners. Het Romeinse rijk had behalve een ruileconomie ook een geldeconomie, er werd betaald met munten. Dit was gunstig voor de handel. De Romeinen vereerden honderden goden die zij hadden overgenomen van de Grieken. Griekse goden kregen Romeinse namen. Grieken en Romeinen waren niet de enige volken in het Romeinse rijk. Er woonden ook Germanen, Egyptenaren en Joden. Multiculturele samenleving. Waarom waren steden gunstig voor de handel? De bewoners van de steden hadden veel goederen nodig. Kooplieden voerden die goederen ook aan. Waarom waren kooplieden belangrijk voor de romanisering van het rijk? De kooplieden zorgden ervoor dat overal in het rijk dezelfde producten te koop waren. Iedereen kon leven als de inwoners van Rome. www.maaikezijm.com Hoe beschermden de Romeinen hun rijk? Langs de wegen hadden zij forten (castella) aangelegd. 4 punten die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de handel: - Orde en rust veilig reizen Munteenheid overal betalen met dezelfde munt Dezelfde wetten Veel mensen spraken dezelfde taal Latijn www.maaikezijm.com