Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 7: De Romeinen, Romanisering en Verval H2:§ 2.3 & 2.4:p46-52 De Republiek gaat ten onder! • De landbouw werd verwaarloosd, door … – de dienstplicht • Vele armen in Rome • Rijke Romeinen bezaten bijna alle landbouwgrond, waardoor er geen ruimte meer was voor (kleine) vrije boeren • Het leger kwam soldaten tekort; er waren geen boeren genoeg meer om de job te doen – Dit loste de senaat op door een beroepsleger in te stellen. Maar dit veroorzaakte een nieuw probleem • De soldaten waren voor land (als beloning) en hun soldij afhankelijk van de generaals geworden en dus zeer loyaal aan hen Caesar grijpt de macht (49 VC) • Hij wilde Rome weer groot en slagvaardig maken – Hij was ook volgens de senatoren te machtig geworden; dus hij moest weg of dood. De aanval was de beste verdediging voor hem dus! – Hij trekt met zijn loyale leger de Rubicon over (zie sheet) – De meeste senatoren vluchten naar het zuiden • Caesar grijpt de macht en wordt dictator (49 vc) – vijf jaar later wordt hij op de senaatsvloer vermoord • Echter, met behulp van een aantal generaals en senatoren wordt Caesars neef – Octavianus – op de troon geholpen. – Hij wordt de eerste keizer, Augustus De Romeinse Vrede (Pax Romana) • Onder Augustus wordt Rome weer welvarend – Enkele eeuwen rust door • Goede voorzieningen voor militairen • Minder macht bij de legeraanvoerders > trouw aan de keizer • Economie bloeit door de rust als nooit tevoren – Meer handel dan ooit – Nieuwe steden schoten uit de grond • De oude vijanden zijn verslagen Romanisering van de “wereld” • • Met de komst van de Romeinen veranderde gebieden in Romeinse provincies alwaar de inwoners steeds meer Romein werden Hoe – Cultuur • het schrift • het bouwen (tempels, villa’s en wegen) • het eten (kruiden, kip, gans, erwt, wijn, olijfolie) • de kat als huisdier • mooi aardewerk en glas (stukjes inheems Romeins aardewerk) • Sieraden • allerlei technieken – Bestuur • Deelname aan het bestuur • Als men wilde kon men het Romeins burgerschap krijgen en daarmee viel onder het Romeinse Recht (burgerrecht) • waarom/waardoor – Men (de lokale bevolking) wilde erbij horen – Handel met de Romeinen – Men moest verplicht in het leger – Hierbij werd men geheel of gedeeltelijk ingeburgerd Romanisering De Romeinse Vrede (geen Pax Romana) • Hoe machtig Rome ook was, Uiteindelijk werd deze macht altijd aangevochten. En wel op drie manieren: – Burgeroorlogen (generaals vechten elkaar de tent uit) – Opstand van stammen (zie handboek p 50, Bataafse opstand moet je kennen!) – Én het binnenvallen van stammen uit het noorden (Germanen & Hunnen) 3000 1500 1000 • Invallen van de Germanen 400 200 400 – hetgeen duurde tot aan de laatste keizer (476 nc) – Hierna valt het Imperium uiteen (zie sheet) 1 • Pact tussen Romeinen en Germanen (Germaanse keizers) 200 – dreven ook volken op uit het Oosten 700 – Gothen en Vandalen (omstreeks 350 NC) – Hierdoor grote groepen mensen op de vlucht • Hunnen 2000 Volksverhuizingen 3000 2000 1500 1000 700 400 200 1 200 400 3000 2000 De Germanen & Byzantium 1500 1000 700 400 200 1 200 400 Maakwerk in de klas Nakijken klassikaal: •opdracht 1, p. 49 Van vorige les: •Opdracht 2 (p.49) in je tijdvakkendossier (plaats: toetsvraag zonder bron) Deze les: •Afbeelding Romeinen gebruiken om een toetsvraag gaat maken •Kenmerken & belangrijkste begrippen Tijdvak II Huiswerk • Lezen – blz. 50 t/m 52 • Maken – opdracht 4, p. 53