Vraag 12 - WordPress.com

advertisement
Vraag 1
Het personeelswetenschappelijke concept 'competenties' kan gedefinieerd als:
de basis voor een 'balanced score card', met het beoogde duurzame competitieve
voordeel (zoals vandaag in vele ondernemingen van toepassing).
de dynamische oorzaken voor het ontstaan, de intensiteit en de persistentie van
doelgericht gedrag in concrete arbeidssituaties.
een synergetische set kennis, attitudes en vaardigheden, die zich uiten in
observeerbaar gedrag en die een voorspellende waarde heeft voor al dan niet
succesvol leveren van een prestatie/ resultaat.
inspraak en invloed van de werknemer, de regelruimte (binnen een stress balans),
de delegatie besluitvorming (decentralisatie) en de beoogde
verantwoordelijkheid binnen een motiverende job.
Vraag 2
Welke van volgende stellingen is correct/ fout?
Stelling 1
'Talenten zijn verbonden met de werknemer, terwijl competenties verbonden zijn aan
het werk.'
Stelling 2
'Het competentiewoordenboek is verbonden met (kern)competenties binnen
organisaties, terwijl het competentieprofiel verbonden is met competenties binnen
functies of een 'workdesign.'
Alleen 1 is juist.
Beide stellingen zijn juist.
Geen van de stellingen is juist.
Alleen 2 is juist.
Vraag 3
Vandaag zijn "de" competitiecriteria voor ondernemingen (binnen globalisering) en
organisaties in het algemeen …
kostprijs, klantgerichtheid en 'cash flow' (ook binnen 'social profit').
kostprijs, kwaliteit, innovatie, flexibiliteit en duurzaamheid.
kostprijs, kwaliteit en duurzaamheid, 'fairness' (bedrijfsethiek, bv. banksector)).
kostprijs, rendement, 'cash flow' en duurzaamheid ('groene' economie).
Vraag 4
Een uitdagende functie - in termen van Karasek - scoort …
Regelbehoeften: laag; regelmogelijkheden: laag
Regelbehoeften: hoog; regelmogelijkheden: hoog
Regelbehoeften: laag; regelmogelijkheden: hoog
Regelbehoeften: hoog; regelmogelijkheden: laag
Vraag 5
Het arbeidssociologische "productie- of dienstverleningsconcept" wordt operationeel
geïndiceerd door de volgende variabelen ….
lidmaatschapsverbanden en arbeidsorganisatie
arbeidssituatie, -voorwaarden, -verhoudingen en -omstandigheden
mate flexibele productie- of dienstverlening en arbeidssituatie
productietechnologie, productie-organisatie en arbeidsorganisatie
Vraag 6
Het sleutelbericht 'Wij geven U een prachtig curriculum vitae' is typerend voor
de 'Leased talent' benadering.
de 'Member' benadering.
de 'Employee owner' benadering.
de 'Organisational citizenship' benadering.
Vraag 7
De basispijlers van een (strategisch) beloningsbeleid zijn …
sociale vrede met de vakbond, het beheersen van de loonmassa, gemotiveerde
medewerkers.
een functieloon in combinatie met een resultaat afhankelijk gedeelte, zo gebeurt
het al jaren.
een relatie tussen beloning en gepresteerde resultaten, naast groei van
competenties, zodat de medewerkers zich kunnen ontwikkelen en dus later nog
meer renderen.
een link met de strategie, interne billijkheid, marktconformiteit en een brede
beloningsmix.
Vraag 8
Het uitstralingseffect ('positieve waas' of tegenovergestelde) dat één beoordeling over
een bepaald arbeidsgedragsaspect geeft op andere gedragsaspecten. Zoals bijvoorbeeld
iemand die ongeduldig is, zal ook slecht plannen, niet kunnen organiseren … noemen
we …
halo-Horn effect
toegeeflijkheidsfout
generaliseringsfout
primacy-effect
Vraag 9
De formule P = f(CxMxE) staat voor …
Performantie is functie van competenties, motivatie en energie
Performantie is functie van competenties, motivatie en 'empowerment'
Performantie is functie van creativiteit, motivatie en 'empowerment'
Performantie is functie van competenties, medewerkerstevredenheid en
'empowerment'
Vraag 10
Ulrich onderscheidt vier rollen voor HRM. Welke?
Administratief expert, verdediging van medewerkers, begeleiden / sturen van
veranderingstrajecten en 'business partner'.
Administratief expert, verdediging van medewerkers, begeleiden van
veranderingstrajecten en woordvoerder met de vakbonden.
Psychologische 'coaching' bij de 'mid career crisis', verdediging van
medewerkers, begeleiden van veranderingstrajecten en 'business partner.
Administratief expert, verdediging van medewerkers, 'business partner' en
zorgen voor 'branding' als aantrekkelijke werkgever.
Vraag 11
Beoordeel de 'juistheid' van de volgende twee stellingen:
Stelling 1:
In het HRM-denken zijn minstens twee varianten te onderkennen, te weten: een 'harde'
en een 'zachte' variant.
Stelling 2:
De harde variant leidt tot gedifferentieerde arbeidsrelaties als gevolg van verschil van
'toegevoegde waarde' tussen werknemers voor de onderneming.
Alleen Stelling 1 is juist.
Beide stellingen zijn juist.
Alleen Stelling 2 is juist.
Geen van de stellingen zijn juist.
Vraag 12
De stelling 'Medewerkers hebben primair een loyaliteit aan de eigen loopbaan' is
typerend voor:
het 'oude' psychologisch contract.
'managementdevelopment' (ICM).
het 'nieuwe' psychologisch contract.
het duaal loopbaanbeleid.
Vraag 13
Welke assessment center-oefening levert de meeste informatie over de bekwaamheid
van de sollicitant om met anderen samen te werken?
'Problem-solving simulation'.
'Leaderless group exercise'.
'In-basket exercise'.
'Role-play exercise'.
Vraag 14
De omschrijving van de competentie … 'maakt vertaalslag van (abstracte) doelen naar
(concrete en meetbare) resultaten en weet vervolgens het gewenste resultaat op
efficiënte en effectieve wijze te realiseren' … wijst op de competentie:
assertiviteit.
visie.
resultaatgerichtheid.
plannen en organiseren.
Vraag 15
Op een advertentie reageren ruim driehonderd kandidaten, waarvan tweederde niet aan
de competentie-eisen voldoet. Aan welke van de functies waaraan een
wervingsboodschap moet voldoen, is in deze advertentie blijkbaar te weinig aandacht
besteed?
De signaalfunctie.
De selectiefunctie.
De aandachtsfunctie (AIDA).
De motiverende functie.
Vraag 16
Welke van volgende stellingen is correct/fout?
Stelling 1
Onderzoek leert dat hoe kleiner de organisatiegrootte, hoe jonger het
personeelsbestand, hoe arbeidsintensiever het productie- of dienstverleningsproces,
hoe beter het HR systeem geïntegreerd, … hoe meer kans dat er een
ontwikkelingsbeleid met leermogelijkheden zal zijn in die organisatie.
Stelling 2
Het ter discussie stellen van doelen en maatregelen binnen de organisatie,
vernieuwend leren, leren op conceptueel niveau en dus het vernieuwen van
'frameworks' in het mentale model … zijn typerend voor het 'Single-loop-leren'.
Beide stellingen zijn juist.
Geen van beide stellingen zijn juist
Enkel 2 is juist.
Enkel 1 is juist.
Vraag 17
Welke van de onderstaande instrumenten kunnen een rol vervullen bij het controleren
of de 'transfer' van het 'geleerde' naar de werkplek geslaagd is?
Presentatie van het geleerde aan collega's.
Functioneringsgesprekken.
Vervolgopleidingen.
Development centers.
Vraag 18
Opleiding organiseren in een situatie waarin sprake is van sluipende
kennisveroudering, vervult de functie van…
de loopbaanondersteuning.
activering van werklozen.
de innovatieondersteuning.
de onderhoudsfunctie.
Vraag 19
Welke van volgende stellingen is correct/fout?
Stelling 1
Leidinggevenden (vaak lijnmanager) als loopbaanbegeleiders kunnen vier rollen
spelen: 'coach, sponsor, mentor, counseler.'
Stelling 2
'Outplacementbegeleiding helpt om een ontslagsituatie om te zetten in een positieve
ontwikkeling. De persoon neemt - met behoud van salaris tijdens de opzegperiode voor een bepaalde periode deel aan een programma waarin hem alle steun en
faciliteiten worden verstrekt om een nieuwe functie te vinden en dit op kosten van het
bedrijf.'
Geen van beide stellingen zijn juist.
Enkel 1 is juist.
Enkel 2 is juist.
Beide stellingen zijn juist.
Vraag 20
'Employability' als concept duidt op ...
de mate van flexibiliteit als werknemer in het kader van de "work/life" balans.
de hoeveelheid werkgelegenheid die een bedrijf biedt.
de inzetbaarheid van werknemers, zowel binnen als buiten een onderneming.
de mate van flexibiliteit voor de organisatie als werknemer.
Download