Klimaatverandering en instabiliteit. Gevolgen voor Nederlandse handel en investeringen (GI1) Elke spreker kreeg een stelling voorgelegd. Het publiek werd eerst gevraagd op deze stelling te reageren d.m.v. het omhoog houden van een groene (eens) of rode (oneens) kaart. Vervolgens kreeg één van de panelleden het woord om de stelling te verdedigen dan wel te ontkrachten. Na de toelichting van het panellid was er ruimte voor discussie met het publiek. De vijf stellingen: [1] In Nederland hoeven we ons niet druk te maken over instabiliteit door klimaatverandering elders Het publiek stemde unaniem tegen de stelling. Louise van Schaik besprak de relatie tussen klimaatverandering en instabiliteit, en hoe dit ook gevolgen heeft voor Nederland. Ze benoemde daarbij specifiek het Planetary Security-initiatief, dat is opgezet door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In december zal de tweede editie van de Planetary Security conferentie plaatsvinden. Hierbij zullen denktanks, wetenschappers, beleidsmakers en de private sector in gesprek gaan over de nexus tussen klimaatverandering en internationale veiligheid. Van Schaik benadrukte niet alleen risico’s maar ook kansen te zien: klimaatbeleid is in feite een vorm van conflictpreventie. Dit kwam ook terug in de discussie waar onder andere de vraag werd gesteld of Instituut Clingendael ook kansinschattingen maakt. Clingendael kijkt inderdaad naar de Economics of Planetary Security (welke landen en hotspots zijn er) maar het blijft lastig om dit ook monetair uit te drukken. [2] Een snelle energietransitie ten behoeve van de implementatie van het Akkoord van Parijs leidt tot financiële instabiliteit De meningen over deze stelling waren sterk verdeeld. Maarten Vleeschhouwer (zelf oneens met de stelling) kreeg het woord om het perspectief van de Nederlandsche Bank (DNB) hierop nader toe te lichten. Vleeschhouwer gaf aan dat hoe abrupter de transitie is, hoe onvoorspelbaarder deze zal verlopen. Maar dat de transitie er komt is wel zeker en deze zal radicale aanpassingen vragen. Het is zaak zo snel mogelijk met de transitie te beginnen om een geleidelijk en voorspelbaar transitiepad mogelijk te maken. Dit is ook de belangrijkste conclusie van het rapport ‘Tijd voor Transitie’ dat DNB dit jaar heeft uitgebracht. Tijdens de discussie onderstreepte een van de auteurs van Tijd voor Transitie vanuit het publiek het belang van het beprijzen van uitstoot. [3] Klimaatverandering bedreigt de Nederlandse pensioenen De zaal kleurde bij de stemming op deze stelling overwegend groen. Willemijn Verdegaal was het zelf oneens met de stelling en legde uit hoe hard institutionele investeerders, zoals MN, werken om de stelling te ontkrachten en pensioengelden veilig te houden. Transparantie en het in kaart brengen van de CO2-afdruk van de beleggingsportefeuille zijn daarvoor van groot belang. Net als engagement, het als aandeelhouder beïnvloeden van het beleid van bedrijven. Wat institutionele investeerders hierbij zou helpen is een duidelijke stip op de horizon. [4] Bedrijven die niet letten op klimaatrisico’s en kansen worden onaantrekkelijk voor institutionele beleggers Een stelling waarmee alle aanwezigen het eens waren. In een speerpuntenbrief die Eumedion naar alle Nederlandse beursgenoteerde bedrijven heeft gestuurd staat de impact van klimaatverandering op 1. In de discussie met Rients Abma was vervolgens onder andere aandacht voor de vraag in hoeverre bedrijven gevraagd wordt terug te kijken in de keten en werd ook gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven, die niet alleen moeten wijzen naar de overheid. [5] De kansen van investeren in klimaatgevoelige gebieden wegen niet op tegen de risico’s De laatste stelling liet weer een gemengd beeld zien. Jaap Kwadijk was het zelf oneens met de stelling. Voor Nederland zijn er zeker veel kansen: de rest van de wereld ziet het Deltaprogramma als een groot experiment dat we met ons eigen land aan het doen zijn. De opgedane kennis en expertise kan elders worden ingezet. In de discussie kwam naar voren dat het belang van publieke klimaatfinanciering door financiële spelers als beperkt wordt beschouwd, ook met het leveragen van private financiering ben je er nog niet. Wat nodig is is een hervorming van de financiële sector.