Verslag Studiedag Burger en Politiek

advertisement
Verslag Studiedag Burger en Politiek
17 maart 2007
Den Haag
Aantal aanwezige leden ca 40.
1 Welkom
De voorzitter, Peter Blokhuis, heet iedereen welkom. Hij nodigt de aanwezigen uit om op informele
wijze te discussiëren over het rapport “Burger en Politiek: een kwestie van vertrouwen” van de
commissie Burger en Politiek o.l.v. de heer Schutte, en het rapport van de Nationale conventie,
waarvan de heer Kuiper deel uitmaakte. De bedoeling is dat de partij en vooral de fracties in de
Kamers met de uitkomsten van de discussie verder kunnen gaan.
De voorzitter leest ter opening I Koningen 3, waarin koning Salomo wijsheid vraagt aan God voor het
uitoefenen van zijn taak. Daarna gaat de heer Blokhuis voor in gebed.
2 Toelichting rapport en programma
De voorzitter legt uit dat er vier rondes zijn en per ronde een aantal thema’s met stellingen waarover
en gediscussieerd en gestemd gaat worden. Het is voor de ChristenUnie belangrijk te weten wat de
leden ervan vinden.
Hij heet de heren Gert Schutte en Roel Kuiper welkom en stelt ze voor. Bij elk van de deelthema’s
zullen de heren hun visie op het thema en de stellingen geven, waarna de aanwezigen hierover van
gedachten kunnen wisselen om vervolgens te stemmen over de stellingen.
3. Deelthema 1: Een kwestie van vertrouwen; het functioneren van de representatieve
democratie/analyse over de kloof tussen burger en politiek
Inleiding door Roel Kuiper
Hij geeft een compliment aan de partij daar deze ook meedacht over het onderwerp van de Nationale
Conventie. Ter inleiding op het eerste deelthema stelt hij dat de kloof tussen burger en politiek geen
specifiek Nederlands verschijnsel is. De kloof gaat vooral over het optreden van politici en de
gemaakte beleidskeuzes. Hij wil in dit verband spreken over ‘kiezer’ en ’gekozene’ om
definitieproblemen te vermijden.
Hij geeft een korte cultureel-politieke analyse van de afgelopen decennia. In de tijd van de ontzuiling
ontstond desintegratie, mensen maken keuzes op basis van individueel belang, zodat de onderlinge
verhoudingen veel vloeibaarder zijn geworden. Dit heeft gevolgen voor politieke partijen, vroeger
waren deze beginselpartijen of juist massapartijen, maar de onderlinge verschillen zijn vervaagd.
Machts- en kaderpartijen zijn daarentegen ontstaan, waarbij de afstand tussen partij en burger groter
is geworden. Binnen partijen kennen de mensen elkaar niet meer.
De wijze van functioneren bij politieke partijen is veranderd, het mediabeeld en de onderlinge
afstemming is belangrijker geworden dan de houding naar de kiezer. Het is noodzakelijk dat er nieuwe
bruggen geslagen worden ter versterking van de band kiezer – gekozene, zowel in de structuur als
cultuur. Structurele veranderingen kunnen een cultuur niet wezenlijk veranderen, maar wel bijsturen.
Stelling 1 Nederland heeft een wet op politieke partijen nodig
Kuiper stelt dat er maar weinig mensen lid zijn van een partij, slechts 3 %, kennelijk zijn er andere
wegen naar politieke beïnvloeding. Hij merkt op dat Duitsland een wettelijk verbod kent op
antidemocratische partijen.
Stelling 2 De Tweede Kamer moet worden uitgebreid om beter toe te komen aan haar taak als
volksvertegenwoordiging
Nu blijkt, aldus Kuiper, dat de Tweede Kamer met de rug naar het volk staat, en vooral gericht is op de
regering (controle) terwijl ze ook een vertegenwoordigende taak heeft. Uitbreiding van het aantal
leden kan voor verbetering van deze rol zorgen. De commissie Schutte pleit ervoor het aantal leden
van de Tweede Kamer niet te verkleinen.
Stelling 3 de verkiezingen voor de gemeenteraden en provinciale staten worden voortaan op
een dag gehouden (burger heeft twee stemmen) en worden de verkiezingen voor de locale
besturen.
Bij verkiezingen op dezelfde dag van beide organen is een stimulans voor de gemeentelijke en
provinciale politiek, en gaat het niet om een nationaal debat over de rug van de locale politiek.
Studiedag Burger en Politiek 17 maart 2007 te Den Haag
1
Inleiding van Gert Schutte
Volgens de heer Schutte is de belangrijkste functie van het parlement die van volksgeweten. De
gewetensfunctie is belangrijker dan loyaliteit. De Tweede Kamerfractie heeft dan ook haar eigen
marge t.o.v. het kabinet.
Hij is tegen stelling 1, omdat de overheid geen oordeel past over bestaanseisen van politieke partijen.
Hij is tegen stelling 2: hij vindt 150 leden genoeg om bij zowel grote als kleine kamerfracties kwaliteit
te leveren. Minder leden kan kwaliteitsverlies opleveren, hoewel dit dwars tegen de huidige tendens
van roep om minder Kamerleden ingaat. Meer leden daarentegen brengt het gevaar mee dat er meer
aandacht wordt geclaimd voor eigen partij.
Hij is voor stelling 3, dat kan een positieve prikkel voor de kiezer zijn om te gaan stemmen.
Opmerkingen vanuit de zaal
Stelling 1
-De 3 stellingen betreffen teveel de structuur in plaats van de cultuur. Het burgergericht denken moet
meer voorop staan.
-Gevraagd wordt om wat voor soort wet op de politieke partijen het gaat in stelling 1.
-Opgemerkt wordt dat maar 3% lid is van een politieke partij, maar dat wel veel meer erbij zijn
betrokken. De vraag is op welke manier partijen bezig zijn om burgers erbij te betrekken. Welke
vormen van burgerparticipatie en directe democratie zijn er mogelijk.
-Gevraagd wordt om aanbeveling 2 en 3 uit het rapport Schutte in dit verband mee te nemen.
Tegen de stelling:
 In Nederland is er geen speciale wet nodig om goedkeuring aan partijen te geven, er zijn al
wettelijke bepalingen om incidenten als een pedofielenpartij op te lossen. Een dergelijk verbod
is zelfs een belemmering van de democratie.
Commentaar Kuiper
Politieke partijen hebben het moeilijk en de binding aan de kiezer is zwak. Het is noodzakelijk het
vertrouwen te herwinnen, niet alleen door te kijken naar de structuur, de politieke partijen en organen
moeten gericht zijn op de burgers. De stelling is bedoeld als “stroomstoot”, om partijen meer op stoom
te krijgen. Politieke partijen kunnen dit eventueel ook zelf regelen via een soort “commissariaat”. Het
heeft wel nadelen. Door middel van een ruimgeformuleerde term is dit in de grondwet op te nemen.
-Commentaar Schutte
Ons politieke stelsel is open, ieder mag een partij vormen. Het kent een groot zelfreinigend vermogen.
Een partij als de PVV in het parlement gekomen, kennelijk is er al een ondergrondse stroming
geweest. Ondergronds is niet te verkiezen. In de grondwet is het recht op vereniging verankerd, en dat
is voldoende. Een extra wet is niet nodig en levert alleen maar extra discussies en problemen op.
Stelling 2 en 3
-Er zouden in het parlement meer themacommissies moeten komen.
-Er is in de stellingen geen aandacht voor de zogenaamde regio +. In een dergelijk verband is er geen
directe vertegenwoordiging van het volk.
-Er wordt een probleem gezien bij dubbele verkiezingen, omdat de verkiezingen van de Eerste Kamer
aan die van de Provinciale Staten zijn gekoppeld. Deze verkiezingen zouden dan ontkoppeld moeten
worden.
Vóór de stellingen:
 Het versterkt de ambtelijke ondersteuning van de parlementariërs hetgeen de machtspositie
van de volksvertegenwoordiging ten opzicht van de regering versterkt.
 Stelling 3 is een goed idee, maar beseft moet worden dat de verkiezingen voor de Provinciale
Staten (P.S.) nooit populair zullen worden bij het grote publiek. Wel gaat het aantal stemmers
omhoog, hetgeen van belang is; de legitimatie vanuit de bevolking wordt door leden van de
P.S. erg belangrijk gevonden
 Wel in combinatie met parttime werken. Locale en provinciale vertegenwoordigers werken
parttime, in tegenstelling tot de Tweede Kamerleden. Het parttime werken geeft meerwaarde,
die volksvertegenwoordigers staan meer in de samenleving. Het Tweede Kamerwerk is wel
zwaar, met het huidige stelsel van fulltime werken is het aantal zetels wel voldoende,
Tegen de stellingen:
 Dat gezamenlijke verkiezingen de desinteresse maskeren voor de verkiezingen van de
Provinciale Staten. Het is dan wel efficiënt en kostenbesparend, maar werkt forcerend.
Studiedag Burger en Politiek 17 maart 2007 te Den Haag
2


Gezamenlijke verkiezingen miskennen de afzonderlijke structuren van gemeenteraad en
provincie. Aan de burger moet het duidelijk zijn dat de volksvertegenwoordigers weten wat er
in de samenleving leeft. Er moet niet steeds aan de bevolking gevraagd hoeven worden of de
regering het wel goed doet, het mandaat naar de regering moet uitgevoerd worden.
Vermeerdering van het aantal zetels verlaagt de kiesdrempel en zorgt voor meer ambtenaren.
Tweede Kamerleden zijn ook zelf burgers en dienen meer het land in te gaan.
Commentaar Kuiper
Stelling 2 zal de band met de politiek vergroten.
Bij stelling 3 neem je de twee bestuurslagen juist serieus. Er moet geen loskoppeling plaatsvinden
tussen de Provinciale Statenverkiezingen en de verkiezingen voor de Eerste Kamer.
Commentaar Schutte
Bij stelling 3 moet je de kiezer niet onderschatten. In het buitenland zijn stemmingen juist vaak
gecombineerd.
De zogenaamde regio’s + kenmerken zich door ‘bestuurlijke drukte’ en misschien moeten we daar
van af.
Meer leden vereist meer ambtelijke ondersteuning hetgeen zal zorgen voor sterkere verkokering en
bureaucratie. Tweede Kamerwerk kan gezien zijn eigen ervaring niet in deeltijd.
Stemming stellingen 1-3 van deelthema 1
Stelling 1: verworpen met grote meerderheid.
Stelling 2: verworpen met grote meerderheid.
Stelling 3; verworpen met een kleine meerderheid.
4. Deelthema 2: Bindend correctie referendum
Inleiding door Gert Schutte
Hij is een warm voorstander van een representatief stelsel. Hij is niet voor directe democratie als
uitvloeisel van het idee van volkssoevereiniteit uit de Franse Verlichting. Wel kan aanvulling of
correctie op het representatieve stelsel nuttig zijn, niet als ‘schuiling’, maar voor extra draagkracht.
Stelling 1 Een beslissend referendum op verzoek van kiezers over door het parlement
goedgekeurde wetsvoorstellen kan een nuttige aanvulling betekenen op de representatieve
democratie en zo het vertrouwen tussen kiezers en gekozenen versterken.
Stelling 2: De huidige procedure van grondwetsherziening is niet ideaal, maar aan voorstellen
om de tweede lezing af te schaffen of te vervangen door een referendum zijn grotere
bezwaren verbonden.
Inleiding door Roel Kuiper
De Nationale Conventie is pro correctief referendum, maar zelf is hij niet enthousiast. Er moet dan wel
een hoge drempel opgeworpen worden bij aanvraag van burgers van een bindend correctief
referendum. Een dergelijk referendum bij elke grondwetswijziging is niet uitvoerbaar.
Opmerkingen vanuit de zaal
Opgemerkt wordt dat bij politieke besluitvorming de burger erbij betrokken moet worden, maar deze
moet zelf ook in actie komen. De democratie is niet voor bange mensen.
Vóór de stellingen:
 Kiezer kan zien wat politici met zijn stem hebben gedaan. Nu wordt politiek algemeen
afgekeurd omdat er weinig invloedmomenten zijn, bij referenda zijn er meer
invloedmomenten, hetgeen de betrokkenheid vergroot. Bij incidenteel gebruik ervan kan dit
leiden tot ongewenste gevolgen, zoals een kabinetscrisis. Dus moeten er vaker referenda
gehouden worden om dit effect te vermijden.
 Bij Tweede Kamerverkiezingen gaat het om diverse zaken, waar een grondswetswijziging
deel van kan uitmaken en krijgt daarom onvoldoende gewicht. Een afzonderlijk referendum
zou dan beter zijn.
Tegen de stellingen:
 Het Europees referendum was een probleem. Zoiets niet weer.
Studiedag Burger en Politiek 17 maart 2007 te Den Haag
3








Bij een referendum wordt een eenvoudige vraagstelling gehanteerd, toch blijkt in de praktijk
dat geen enkel vraagstuk te vereenvoudigen tot een simpel ja of nee.
Politici duiken vaak weg voor eigen verantwoordelijkheid, een referendum is daarvan geen
vervanger. Het vertrouwen bij de kiezer wordt er niet door vergroot. Bij een referendum blijkt
eigenlijk dat de politiek haar werk niet goed heeft gedaan. Politici hoeven bij gebruik van
referenda geen tentakels meer in de samenleving te hebben
Liever burgerfora dan referenda. Naarmate een burgerforum meer voortgang boekt, des te
meer discussie en meer argumenten.
Volksvertegenwoordigers hebben hun eigen verantwoordelijkheid, ook al zijn ze in de
minderheid. Bij de uitslag van een referendum gaat het om een meerderheid. Hetgeen een
probleem kan betekenen.
De vraag is wat het gewicht van een referendum is wanneer deze op gezette tijden wordt
ingezet. Een stadsbestuur heeft een breed belang van de hele stad, terwijl de burger zijn
eigen individuele belang heeft. De mensen zitten niet meer te wachten op partijen die vanuit
het algemeen belang werken
Bij verkiezingen stem je op een program, bij een referendum gaat het dan eigenlijk over een
motie van wantrouwen, hetgeen inconsistent is. Hier zit de burger niet op te wachten. Op een
referendumaanvraag vanuit de bevolking zit een nog grotere meerderheid er niet te wachten.
Het rapport Schutte signaleert dat de maatschappij steeds individualistischer is geworden.
Toch wordt politiek bedreven vanuit een algemeen belang.
Een referendum kan voelen als een zwaard van Damocles. Het dwingt de politiek om rekening
te houden met wat er in de samenleving leeft.
Commentaar Schutte
Een bindend correctief referendum is een heel ander referendum dan die bij de Europese grondwet.
Die heeft het vertrouwen ondermijnd. Niet elk onderwerp zal onderworpen worden aan een
referendum. Het gaat er in een dergelijk referendum om dat eerst de politiek een beslissing neemt en
dat zonodig achteraf de bevolking gevraagd wordt naar haar mening, mits er aan voorwaarden als
voldoende handtekeningen is voldaan. Hij verwacht niet dat het storm zal lopen. Een referendum bij
een grondwetsherziening is een nadeel. Een referendum komt in die situatie in plaats van de tweede
lezing. De meeste wijzigingen betreffen kleinere zaken.
Commentaar Kuiper
Het is zinvol uit te zoeken welke instrumenten er nog meer zijn voor een betere interactie tussen de
politiek en de kiezer. Een burgerforum is een interessant proces. Het is treffend dat het daar gebeurt
en niet in de politiek
Stemming stellingen 1 en 2 van deelthema 2
Stelling 1: 14 stemmen voor en 11 tegen, de stemming is vrijwel onbeslist gebleven.
Stelling 2: verworpen met grote meerderheid.
5. Deelthema 3: De grondwet
Inleiding door Roel Kuiper
De passage in het regeerakkoord “Ten aanzien van de Grondwet, waarvan …..en het recht op leven”
is er door inbreng van de ChristenUnie in gekomen. De Nederlandse grondwet kent geen preambule,
in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten. In de bewuste opmerking staan twee belangrijke
punten, de eerste betreft de functie van de grondwet en de tweede dat er advies nodig is over de
verhouding van grondrechten en rechten die voortvloeien uit internationale verdragen.
Daarom de volgende stellingen:
Stelling 1: de Grondwet is niet alleen een staatkundig basisreglement, maar heeft ook een
oriënterende functie voor de samenleving.
Volgens Kuiper is de eerste functie, die van een staatkundig basiselement, het belangrijkste. Nu
worden echter alleen de rechten en plichten van het bestel genoemd. Hij vindt het noodzakelijk dat de
grondwet ook meer oriëntering geeft op de samenleving.
Het gaat om meer dan alleen de naam van God, het gaat om de oriënterende functie voor de burger,
om een stukje historie. De functie van de preambule is eigenlijk die van een handvat voor de
interpretatie van de grondwet, ook voor de rechter.
Studiedag Burger en Politiek 17 maart 2007 te Den Haag
4
Stelling 2 Omdat de soevereiniteit van God over het staatsleven niet voor iedere Nederlander
vaststaat, zou de naam van God in de preambule ongemoeid moeten blijven.
Kuiper is zelf tegen deze stelling, maar voert deze toch op om de mening van de aanwezigen te
peilen. In veel landen wordt in de preambule van de grondwet verwezen naar God.
Stelling 3 de staatscommissie moet zich niet uitspreken over een eventuele rangorde van de
grondrechten.
Dit staat ook in het rapport van Schutte.
Stelling 4 De rechter moet wetten kunnen toetsen aan de grondwet. De wijzigingsprocedure
van de grondwet moet dan wel worden versoepeld.
Nu is er geen rechterlijke toetsing van wetten aan de Nederlandse grondwet, wel aan Europese recht
en verdragen. Het bezwaar is dat de rechter dan op de stoel gaat zitten van de wetgevende macht.
Ter compensatie van deze groter wordende macht van de rechters, zou ook de wetgevende macht
versterkt moeten worden. Dit kan door bijvoorbeeld de grondwetswijzigingsprocedure te versnellen;
deze is daarvoor nu te traag. De ChristenUnie is voor toetsingsrecht, minderheden in de samenleving
moeten kunnen reclameren bij de rechter.
Inleiding door Gert Schutte
Roel Kuiper heeft zich geweldig ingespannen om de preambule op te nemen in het regeerakkoord.
Wat de inhoud van de preambule betreft, heeft Schutte liever geen preambule dan een slechte. Zoals
in het geval dat als bron voor het staatsleven de volksoevereiniteit genoemd gaat worden in plaats van
de God van de Bijbel. Schutte benadrukt dat steeds afgesproken is dat er geen rangorde binnen de
vrijheden geldt. Wanneer dat wel zou gelden, dan wordt alles getoetst aan de vrijheid, met alle
gevolgen van dien.
Opmerkingen vanuit de zaal 1 en 2 deelthema 3
-De eerste spreker is op zich voor een preambule, maar signaleert het gevaar van verminderde
alertheid, hij heeft liever aandacht voor de ontwikkeling van de grondwet en de christelijke politiek.
-De vraag wordt gesteld waarom er niet ook burgerforum wordt voorgesteld om na te denken over de
preambule.
Vóór de stellingen
 de wetgeving in Nederland is gebaseerd op waarden, hierbij sluit stelling 1 goed aan. De
soevereiniteit van God is onafhankelijk van wat de Nederlanders ervan vinden en zij komt God
hoe dan ook toe. Daarom moet de ChristenUnie zich beijveren om dit in de grondwet te
krijgen.
 De preambule van Kuiper is ”zeer sterk”. De naam van God, die niet ijdel gebruikt mag
worden, dient niet als piketpaaltje.
 Een discussie over rangorde is gewenst om er meer begrip daarover te krijgen
Tegen de stellingen
 Een preambule moet de saamhorigheid versterken, maar wanneer de aanduiding van de
soevereiniteit van God teveel weerstand oproept, dan de naam van God niet vermelden, in dat
geval alleen de ontwikkeling van het christelijke gedachtegoed zonder de naam van God aan
te geven.
 er moet een onderscheid worden gemaakt tussen constitutie -als geheel van geschreven en
ongeschreven regels- en grondwet. Bij een preambule breng je eigenlijk de constitutie binnen
de grondwet. Beter is de grondwet hooguit een symbolische functie te geven ter versterking
van de waarde ervan. Liever de formulering van bijvoorbeeld de Duitse of Poolse grondwet
die ongeveer als volgt luidt: “zij die gelovig zijn, zijn dankbaar aan God, anderen om andere
redenen…”
 Een discussie over een preambule en de inhoud ervan kan een slechte uitkomst geven,
daarom moet je er niet aan beginnen. Hoewel er wel moet meer kennis komen moet over de
grondwet, het ontstaan van Nederland als natie en over het ontbreken van rangorde van
vrijheden
 Om een goede, niet bij voorbaat verzwaarde discussie te krijgen zou je in de preambule niet
de naam van God moeten noemen. De spreker zegt dit wel met veel schroom
Commentaar Schutte
Studiedag Burger en Politiek 17 maart 2007 te Den Haag
5
Als de ChristenUnie niet voor de naam van God in de preambule is, wie dan wel.
Stemming stellingen 1 en 2 van deelthema 3
Stelling 1: aangenomen, met 1 stem tegen
Stelling 2: unaniem verworpen
Opmerkingen vanuit de zaal 3 en 4
-De versoepeling van de grondwetswijzingsprocedure moet los staan van toetsing.
Vóór de stellingen:
 Toetsing aan de grondwet zou een rol kunnen zijn van de Eerste Kamer als “chambre de
reflexion”, echter bij toetsing hiervoor beter een apart hof daarvoor instellen.
 In de Europese Unie kan wel toetsing plaatsvinden, in Nederland zou dat ook moeten kunnen.
 Toetsing houdt niet in dat de rechterlijke macht op de stoel van de wetgevende macht gaat
zitten.
Tegen de stellingen:
 Toetsing door de Raad van State is niet zinvol, adviezen van deze raad worden vaak
genegeerd. De Eerste Kamer is daarvoor ook niet geschikt.
 Rangorde van grondrechten moet je niet eens willen
Commentaar Kuiper
De toetsing zou door een gewone rechter kunnen worden gedaan, maar ook door een speciaal
constitutioneel hof.
Koppeling aan een wijzigingsprocedure bij een grondwet met een oriënterende functie is volgens hem
wel gewenst omdat dit de maatschappelijke betrokkenheid vergroot.
Commentaar Schutte
Nu zijn er al botsingen tussen grondrechten. Deels worden die problemen opgelost via wetgeving. De
rechter spreekt echter alleen in concrete situaties. Gezien de huidige problemen over rangorde moet
er niet een staatscommissie komen om hierover uitsluitsel te geven. In de huidige situatie toetst de
Tweede Kamer zelf de wetten aan de grondwet.
Stemming stellingen 3 en 4 van deelthema 3
Stelling 3: aangenomen met 1 stem tegen
Stelling 4: zonder de tweede zin over de versoepeling van de wijzigingsprocedure van de grondwet:
aangenomen met grote meerderheid.
6. Deelthema 4: De Eerste Kamer
Inleiding door Gert Schutte
Een tweekamer stelsel is heel normaal. Toch staat de Eerste Kamer niet in het centrum van de
belangstelling. Een terugzendrecht, mits het eindoordeel bij de Eerste Kamer blijft, zou de positie van
deze Kamer kunnen versterken.
Stelling: Geef de Eerste Kamer een eenmalig terugzendrecht, waarbij het eindoordeel over de
wetgeving bij de EK blijft.
Inleiding door Roel Kuiper
De Eerste Kamer heeft nu de rol van second opinion, de Tweede Kamer heeft het politieke primaat. Bij
landen zonder duaal stelsel gaat een wetsvoorstel twee keer door het parlement.
Hij is het eens met Schutte dat een terugzendrecht de rol van de Eerste Kamer zal versterken, mits
het eindoordeel bij de Eerste Kamer blijft. De Nationale Conventie is voor een herinvoering van het
kiesstelsel dat tot 1983 gold, waarbij elke drie jaar de helft van de Eerste Kamer werd verkozen (en de
zittingsduur dus zes jaar was). Kuiper is daartegen, de huidige procedure geeft meer gewicht aan de
Eerste Kamer.
Plenaire discussie stellingVoor de stelling:
 Nu kan de Eerste Kamer een novelle doen uitgaan, hetgeen een verkapt amendement is.
Deze gaat dan terug naar de regering. Een vreemde gang van zaken. Een terugzendrecht is
Studiedag Burger en Politiek 17 maart 2007 te Den Haag
6
beter, ook voor de Tweede Kamer, omdat het wetsvoorstel dan weer naar de Tweede Kamer
gaat. Een recht van amendement voor de Eerste Kamer is niet zinvol, dan werkt de Eerste als
de Tweede Kamer.
-Bij een terugzendrecht zal de Tweede Kamer waarschijnlijk moeilijk accepteren dat het eindoordeel
bij de Eerste Kamer blijft.
Stemming stelling van deelthema 4
Stelling: unaniem aangenomen
7 Afsluiting
Peter Blokhuis erkent dat niet iedereen zijn zegje heeft kunnen doen over het rapport, maar dat wel
wat er bij de ChristenUnie leeft, naar voren is gekomen.
Hij bedankt Kuiper en Schutte voor hun rol in respectievelijk de Nationale Conventie en de commissie
Schutte en ook voor hun inbreng op deze dag.
Tevens wordt Ed Anker bij voorbaat bedankt om de resultaten van vandaag door te spelen naar de
fractie en worden Swannet Westland, Bernadette van den Berg en Joop Alssema bedankt voor
medewerking aan het rapport.
Over de rol van de media zal veel aandacht worden besteed op de komende bestuurdersconferentie.
Swannet merkt op dat politici zich niet zouden moeten lenen voor entertainment.
Na deze nabrander sluit de voorzitter de bijeenkomst af met een gebed en wenst een ieder een
smakelijke lunch en een goede thuisreis.
Studiedag Burger en Politiek 17 maart 2007 te Den Haag
7
Download