NOTA voor burgemeester en wethouders Onderwerp: Minimabeleid en de Lang-Laag-regeling Notanr: 2003.14509 SV/ST 25-07-2003 Portefeuillehouder: Fleskes Agenda B&W 19-08-2003 Besluit: 1. Kennis te nemen van de ‘Lang Laag Regeling 2003’; 2. Vast te stellen dat door de gemeente Deventer middels haar staande armoedebestrijdingsbeleid reeds voldaan wordt aan de intenties en doelstellingen van die regeling; 3. De voor die regeling beschikbaar gekomen financiële middelen vooralsnog te reserveren voor eventuele tegenvallers in het rekeningresultaat 2003 en indien een overschot ontstaat nader te bezien waarvoor dit overschot wordt ingezet; 4. De brieven van de ANBO Deventer en Kliëntenraad Deventer dienovereenkomstig te beantwoorden; 5. de stukken aan te bieden aan het raadspresidium met het verzoek de commissie SCE te informeren 6. Dit besluit openbaar te maken nadat de brieven aan de betrokkenen zijn verzonden. OPENBAARMAKING: dit besluit openbaar te maken COMMUNICATIE: Intern FINANCIELE ASPECTEN: Financiële gevolgen voor de gemeente: Ja Gevolgen worden opgevangen door: binnen het desbetreffende productbudget TOELICHTING/OVERWEGINGEN: In het Najaarsakkoord 2002 is door de sociale partners met het kabinet afgesproken dat de voorbereiding van de nieuwe bijstandswet met de grootst mogelijke voortvarendheid ter hand wordt genomen. In deze nieuwe wet, waarvan de invoering is voorzien per 1 januari 2004, wordt de bepaling opgenomen dat mensen die gedurende een periode van 5 jaar ononderbroken een inkomen hebben gehad dat niet hoger is dan de bijstandsnorm, in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag. De toeslag is bedoeld voor die huishoudens die meer dan 5 jaar aaneengesloten op het bijstandsniveau hebben gezeten. Het resultaat van het najaarsakkoord is een logisch uitvloeisel van de eerder door het kabinet gedane toezeggingen om een invulling te gaan geven aan de in de, reeds in 2000 aanvaarde motie van mevrouw Noorman-den Uyl, onderkende behoefte tot een aanvullende inkomensvoorziening voor langdurige minima. Concreet heeft het kabinet op basis van de afspraken in het Najaarsakkoord 2002 een extra bedrag van € 20 miljoen toegezegd, hetgeen aan gemeenten betaalbaar wordt gesteld via toevoeging aan het gemeentefonds. Het kabinet gaat ervan uit dat met deze toevoeging de helft van de te maken kosten aan gemeenten vergoed wordt en dat de andere helft door gemeenten gevonden kan worden in eerdere toevoegingen aan de voor armoedebestrijding bedoelde ongeoormerkte middelen. Voor de gemeente Deventer komt deze extra toevoeging uit op ongeveer € 120.000, hetgeen, in afwachting van nadere besluitvorming, vooralsnog gereserveerd staat voor mogelijke tegenvallers in het lokale armoedebestrijdingsbeleid. Vervolg Notanr: Error! Reference source not found. Onderwerp: Error! Reference source not found. Naar aanleiding van een door Groen Links geïnstigeerd onderzoek, is recentelijk publiciteit gewijd aan de voorlopige constatering dat nog niet veel gemeenten in letterlijke zin uitvoering lijken te geven aan de ‘Lang-Laag’-regeling. Gelijktijdig zijn er zowel door de ANBO Deventer als door de Kliëntenraad Deventer schriftelijk vragen gesteld aan het college over de wijze waarop de gemeente Deventer hier invulling aan geeft. In bijgevoegde beantwoording van deze twee brieven, wordt aangegeven dat door de gemeente Deventer middels haar lokale armoedebestrijdingsbeleid reeds invulling geeft aan de Lang-Laagregeling. De intentie van die regeling is immers om inkomensondersteuning te bieden aan langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief. Hoewel in het armoedebestrijdingsbeleid van de gemeente Deventer de categoriale vergoedingsregelingen niet als generieke inkomensondersteuning gepositioneerd worden, kan gesteld worden dat zij vanwege de forfaitaire toepassingswijze en uniforme toetsingswijze wel voor dat doel gebruikt (kunnen) worden. Materieel zijn de Deventer vergoedingsmogelijkheden derhalve gelijk te stellen aan hetgeen het kabinet beoogd met de langdurigheidstoeslag. Het kabinet acht het van belang de inkomensondersteuning te beperken tot langdurige minima en dan nog enkel de langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief. In de besprekingen met de VNG is met name aan het cirterium van arbeidsmarktperspectief veel aandacht besteed, aangezien dit zonder nadere inkadering voor veel gemeenten een lastig te hanteren criterium leek te zijn. In de gemeente Deventer is het staande armoedebestrijdingsbeleid echter reeds sinds 2000 geënt op beide criteria: toegankelijkheid van het Deventer armoedebestrijdingsbeleid is afhankelijk van dezelfde criteria, waardoor onze lokale criteria inhoudelijk grotendeels overeenkomen met de doelstelling van het kabinet om een voorziening te treffen voor langdurige, arbeidsperspectiefloze minima die vanwege de duur van hun lage inkomen niet langer meer in staat zijn om in alle noodzakelijke kosten te voorzien. Het kabinet gaat ervan uit dat zij met de toevoeging van € 20 miljoen aan het gemeentefonds de helft financieren van de ondersteuning die zij voor deze doelgroepen noodzakelijk acht. De andere helft, ook € 20 miljoen derhalve, worden gemeenten geacht te financieren uit middelen die zij reeds eerder ten behoeve van armoedebestrijding ontvingen. Voor de gemeente Deventer betekent de toevoeging van € 20 miljoen landelijk een lokale toevoeging van ongeveer € 120.000. Uitgaande van de juistheid van de berekening van het rijk, zou de gemeente Deventer derhalve in staat moeten zijn om met € 240.000 de volledige doelgroep van de onderstaande (door het kabinet aangegeven) vergoedingen te kunnen voorzien: - gezin: € 450,- alleenstaande ouder: € 400 - alleenstaande: € 320,Met andere woorden, zelfs wanneer de gemeente Deventer ervoor zou kiezen en erin zou slagen om € 120.000 aan extra middelen in te zetten, zouden (bij benadering) slechts ongeveer 600 huishoudens hiermee bediend kunnen worden. Ter referentie, op basis van ervaringsgegevens bestaat de doelgroep van het huidige lokale armoedebestrijdingsbeleid uit ongeveer 4000 huishoudens. Ons beperkend tot de minima met een inkomen van maximaal 100% van de bijstandsnorm, zou naar schatting de doelgroep tussen de 1000 en 1400 huishoudens omvatten. Los van dit financiële aspect echter, is het ook anderszins niet wenselijk om in letterlijke zin uitvoering te gaan geven aan deze kabinetsintentie. Zonder in juridische zin een verbindend voorschrift (in de vorm van een AMvB, Koninklijk Besluit o.i.d.) aan deze regeling verbonden te hebben, stelt het 2 Vervolg Notanr: Error! Reference source not found. Onderwerp: Error! Reference source not found. kabinet wel dat in materiële zin gemeenten gehouden zijn de beschikbaar gestelde gelden in de door het kabinet gewenste vorm beschikbaar te stellen aan de doelgroep. Materieel kan worden gesteld dat de gemeente Deventer middels haar lokale armoedebestrijdingsbeleid daar reeds aan voldoet: wij verstrekken financiële vergoedingen aan huishoudens met een minimuminkomen, en maken voor wat betreft de toegankelijkheid van die regeling een onderscheid op basis van arbeidsmarktperspectief. Uitgerekend voor een huishouden zonder kinderen, bestaat op grond van het Deventer beleid recht op een jaarlijkse vergoeding van € 336,- (combinatie van gebruik van de bijdrageregeling en duurzame gebruiksgoederenregeling, gemiddeld over een periode van 3 jaar). In tegenstelling tot de kabinetsvariant, is de Deventer variant echter niet incidenteel maar de afgelopen drie jaar al structureel geweest. Bovendien kan in de Deventer variant het genoemde bedrag per schoolgaand kind per jaar verhoogd worden met € 95,- danwel € 140,- per jaar (afhankelijk van het schooltype). Met andere woorden; aan de door de sociale partners en het kabinet gevoelde noodzaak om inkomensondersteuning te bieden aan langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief, wordt met het staande beleid van de gemeente Deventer al voldaan op een wijze die naar aard en inhoud overeenkomt met de kabinetswensen. Het staande armoedebestrijdingsbeleid zal in de gemeente Deventer opnieuw worden geëvalueerd per medio september / oktober 2003. Hierbij zal ook worden overwogen welke mogelijkheden, wensen en behoeften er met betrekking tot de periode vanaf 2004 nog zijn voor armoedebestrijdingsbeleid. Immers, met de Wet Werk en Bijstand ontvalt aan gemeenten de mogelijkheid om via categoriale bijstandsverlening zelf nog aan inkomensondersteunend beleid te doen. Mede met het oog daarop, wordt u dan ook voorgesteld om de toevoeging aan het gemeentefonds ten behoeve van de ‘Lang-Laag-regeling 2003’ niet te bestemmen voor een extra incidentele uitkering, maar vooralsnog te reserveren ter dekking van mogelijke tegenvallers in het huidige armoedebestrijdingsbeleid. 3