NOTA voor burgemeester en wethouders Onderwerp: Overdracht bevoegdheden Wet bodembescherming Notanr.: 2002.20926 RMW/MIL 05-11-2002 Portef.h.: wethouder Adema Agenda BenW 12-11-2002 BESLUIT: 1. de taken en bevoegdheden van de Wet bodembescherming waarvoor de gemeente Deventer per 1 januari 2003 bevoegd gezag wordt neer te leggen bij het team bodem van de afdeling Milieu en de benodigde functiescheiding aan te brengen op medewerkersniveau; 2. de jaarlijkse apparaatskostenvergoeding van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer á € 204.201,10 structureel te verwerken in de begroting (product 36); 3. de ‘reserve egalisatie bodemsanering’ te handhaven en het doel van deze reserve uit te breiden met ‘de financiering van vangnetgevallen’; 4. het raadsvoorstel en ontwerp-raadsbesluit vast te stellen; 5. de stukken aan te bieden aan het presidium met het voorstel deze te doen behandelen in de raadscommissie Ruimtelijk-Fysieke Ontwikkeling. OPENBAARMAKING: Dit besluit openbaar te maken. COMMUNICATIE: intern FINANCIELE ASPECTEN: financiële gevolgen voor de gemeente? ja gevolgen worden opgevangen door: binnen het desbetreffende productbudget TOELICHTING/OVERWEGINGEN: Inleiding Op 25 september 2000 heeft de raad van de gemeente Deventer besloten de taken en bevoegdheden op grond van de Wet bodembescherming per 1 januari 2003 over te nemen van de provincie Overijssel voor het grondgebied van de gemeente Deventer. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) heeft deze mogelijkheid geboden aan alle rechtstreekse gemeenten in het kader van het Grotestedenbeleid. De status van bevoegd gezag is aan de gemeente Deventer verleend in het Besluit aanwijzing bevoegd gezaggemeenten Wet bodembescherming van 12 december 2000. Deze bevoegdhedenoverdracht heeft uiteraard organisatorische en personele gevolgen. De financiële gevolgen hiervan worden opgevangen door een apparaatskostenvergoeding vanuit het ministerie van VROM van 3 fte structureel. De startdatum van deze vergoeding vangt aan vanaf een half jaar voor de bevoegd gezagoverdracht. De gemeente Deventer ontvangt deze gelden dus vanaf 1 juli 2002. De bijdrage en besteding van het implementatiebudget voor 2002 is reeds in de eerste bestuursrapportage verwerkt. Het geld is tot nu toe besteed aan een door adviesbureau Witteveen+Bos opgesteld implementatieplan, de aanschaf van benodigde software, de inhuur van personeel om de bevoegdhedenoverdracht voor te bereiden en de in dienst treding van personeel. Voor een opsomming van de taken en bevoegdheden die de gemeente Deventer krijgt, wordt verwezen naar bijlage 1. Functiescheiding De gemeente Deventer treedt vaak op als initiatiefnemer (projectontwikkelaar) en uitvoerder van ruimtelijke projecten. Aangezien alle ruimtelijke projecten in en op de bodem plaatsvinden, maakt het uitvoeren van bodemonderzoek en een eventuele sanering van bodemverontreiniging onderdeel uit van de ontwikkeling van een locatie. Het huidige team bodem van de afdeling Milieu begeleidt in dit verband bodemonderzoeken en bodemsaneringen in opdracht van (voornamelijk) de sector Economie en Vastgoed. De nieuwe taken hebben zowel betrekking op het afgeven van beschikkingen, als op handhaving, als op het inzetten van financiële middelen. Aangezien er als gevolg van de combinatie initiatiefnemer – uitvoerder – beschikker – subsidieverlener – handhaver een ‘pettenprobleem’ binnen de gemeente Deventer dreigt te ontstaan, is het nodig aandacht te schenken aan het aspect ‘functiescheiding’. Er zijn verschillende mogelijkheden om dit pettenprobleem binnen de gemeente Deventer beheersbaar te maken. Daarbij kunnen verschillende taken bij verschillende organisatieonderdelen worden gelegd (verschillende teams, afdelingen of sectoren) of kunnen verschillende taken bij verschillende medewerkers worden gelegd. De voorkeur gaat uit naar het onderbrengen van de nieuwe taken in het team bodem van de afdeling Milieu en het aanbrengen van functiescheiding op medewerkersniveau. Deze voorkeur is gebaseerd op de behoefte om de kennis en ervaring te bundelen, ook gezien de relatief beperkte omvang van het team bodem. Dit heeft geleid tot de volgende functiescheiding in personen: - De projectleider Wet bodembescherming (beschikker) houdt zich niet bezig met de begeleiding van onderzoeken en saneringen in opdracht van de sector Economie en Vastgoed of anderen binnen de gemeente Deventer. - De projectleiders bodemsanering (rol initiatiefnemer/ uitvoerder) houden zich niet bezig met de afgifte van beschikkingen, de toekenning van subsidies of de handhaving. - De bodemadviseur/ handhaver zal bodemonderzoeken aan de bodemadviseur overdragen zodra een locatie matig of ernstig verontreinigd blijkt te zijn. Een matige of ernstige verontreiniging kan later namelijk tot een handhavingsactie leiden. Als aanvulling op de beschreven mogelijkheden wordt de collegiale toets gezien. Hierbij wordt een andere overheid om een oordeel gevraagd, als belangenverstrengeling dreigt. Gelet op de ontwikkelingen binnen de gemeente op het gebied van handhaving en ook gelet op de landelijke ontwikkeling van kwaliteitssystemen voor overheden met Wbb-bevoegd gezagtaken, is het nodig om na 1 jaar te evalueren of de gekozen oplossing (nog steeds) verantwoord is of dat functiescheiding moet worden gerealiseerd door de verschillende taken bij verschillende organisatieonderdelen van de gemeente Deventer neer te leggen. Benodigde instrumenten en uitvoeringsdocumenten Om de bevoegd gezagtaken per 1 januari 2003 te kunnen uitvoeren, is een groot aantal instrumenten en uitvoeringsdocumenten nodig. Op dit moment wordt gewerkt aan het zo snel mogelijk beschikbaar hebben hiervan. De volgende uitvoeringsdocumenten vergen bestuurlijke besluitvorming en zullen dan ook de komende maanden aan het college worden voorgelegd: 1. Bodemkwaliteitskaarten 2. Bodemsaneringsverordening 3. Inspraakverordening 4. Subsidieverordening 5. Mandateringsregeling 6. Bestuursovereenkomst 7. Stimuleringsregeling (eventueel) Bovendien wordt in 2003 een gemeentelijk bodembeleidsplan opgesteld. Naar verwachting wordt dit plan in het najaar van 2003 aan het bestuur voorgelegd. Financiële gevolgen Zoals in de inleiding aangegeven is, ontvangt de gemeente Deventer vooralsnog voldoende financiële middelen voor de noodzakelijke uitbreiding van personeel om de bevoegd gezagtaken uit te voeren. Het gaat om een apparaatskostenvergoeding van 3 fte structureel. In geld betekent dit op jaarbasis een bedrag van 3 x € 68.067,03 is € 204.201,10. Voorgesteld wordt om deze jaarlijkse vergoeding structureel te verwerken in de begroting (product 36). Zie het raadsvoorstel voor de ingeschatte besteding van deze middelen. De startdatum van deze vergoeding is aangevangen een half jaar voor de bevoegd gezagoverdracht. De gemeente Deventer heeft voor de periode 1 juli - 31 december 2002 dus circa € 102.100,ontvangen voor de implementatie van de bevoegd gezagtaken. Naar verwachting wordt niet al dit geld dit jaar besteed. Een deel van de implementatiekosten loopt door naar 2003. Bij de jaarrekening zal worden voorgesteld ook het daarvoor bedoelde budget door te schuiven. Tot op heden beschikt het team bodem over de ‘reserve egalisatie bodemsanering’. Deze reserve is bedoeld voor het opvangen van verschillen tussen het jaarlijks budget en de werkelijke gemeentelijke bijdrage die in rekening wordt gebracht voor bodemonderzoeken en bodemsaneringen die de provincie Overijssel uitvoert op Deventer grondgebied. Met de overdracht van de bevoegd gezagtaken vervallen deze kosten op termijn. De gemeentelijke bijdragen zullen voor de reeds aangegane verplichtingen tot 2005 betaald moeten blijven worden. In de begroting 2003 is voor deze bijdrage een bedrag van € 32.353,- opgenomen. Dit budget zal voor dat doel dus geleidelijk vrijvallen, waarmee ook de reserve niet meer nodig zou zijn. Daar staat echter tegenover dat als gevolg van de overheveling van bevoegd gezagtaken een jaarlijks wisselend budget nodig zal zijn om patstellingen te doorbreken. Het gaat in dat geval om budget voor het uitvoeren van oriënterende onderzoeken om uit te vinden wie de veroorzaker van een vervuiling is, of wie schuldig eigenaar is. Als dat bekend is, moet de veroorzaker/ schuldig eigenaar zelf het vervolgonderzoek betalen. Ook zal er budget nodig zijn voor vervolgonderzoeken van bodemvervuilingen waar geen veroorzaker meer aan te wijzen is of waar geen schuldig eigenaar is. Dergelijke gevallen worden ook wel aangeduid met de term ‘vangnetgevallen’. Voor deze taken is geen budget overgeheveld door de provincie. Voorgesteld wordt om het budget voor dit doel te handhaven en de reserve in stand te houden voor het egaliseren van de jaarlijks verschillende werkelijke kosten. Na een periode van twee jaar kan op basis van de dan opgedane ervaring de omvang en de bestemming van het budget en de reserve voor deze nieuwe taken worden geëvalueerd. BIJLAGE 1: DE NIEUWE TAKEN EN BEVOEGDHEDEN Taken en bevoegdheden die naar de gemeente Deventer gaan In algemene zin wordt de gemeente Deventer verantwoordelijk voor de programmering en uitvoering van bodemsaneringen op het grondgebied van de gemeente Deventer. Daartoe krijgt het de volgende taken en bevoegdheden: 1. Het in beeld brengen van alle van bodemverontreiniging verdachte plekken. Op dit moment worden alle van bodemverontreiniging verdachte plekken in beeld gebracht door middel van een grootschalig historisch bodemonderzoek door het onderzoeksbureau Register. Zij voeren dit onderzoek uit door alle van belang zijnde archieven te doorlopen op voor de bodem verdachte activiteiten. Tevens vindt er in het kader van dit onderzoek een luchtfoto-inventarisatie plaats van verschillende periodes en zullen personen die veel van de geschiedenis van Deventer afweten, geïnterviewd worden. Naar verwachting zal dit onderzoek een lijst van circa 1500 verdachte locaties opleveren. Deze locaties worden vervolgens gecheckt met al bekend bodemonderzoek. Een aantal locaties zal dan afvallen, omdat er geen bodemverontreiniging aanwezig blijkt te zijn. Op de overblijvende locaties zal in de loop der jaren bodemonderzoek worden uitgevoerd, te betalen uit ISV en Wbb-budget. De potentieel meest vervuilde locaties zullen het eerst worden onderzocht. Dit onderzoek sluit aan bij het doel van het Rijk om voor 2005 een landsdekkend beeld van de bodemkwaliteit te hebben. 2. De programmering van bodemonderzoeken en bodemsaneringen. Iedere vijf jaar dient een Wbb-bodemsaneringsprogramma te worden ingediend bij het ministerie van Vrom. Dit programma wordt gelijk met het ISV-bodemsaneringsprogramma ingediend. In 2004 zal de gemeente Deventer het eerste Wbb-bodemsaneringsprogramma op moeten stellen voor de periode 2005-2010. De programmering zal gericht moeten zijn op de landelijke doelstelling om voor 2023 alle bodemverontreiniging gesaneerd of beheerst te hebben. Tevens moet in het jaarlijkse milieuprogramma (MUP) een overzicht worden opgenomen van alle onderzoeksgevallen en gevallen van ernstige verontreiniging, alsmede m.b.t. deze gevallen een overzicht van de in de eerstvolgende vier jaren te verrichten activiteiten en een overzicht van de financiële gevolgen hiervan, met inbegrip van de subsidies die met het oog daarop aan het Rijk worden gevraagd. Dit programma dient gelijk met de ontwerp-begroting overgelegd te worden aan de Raad en te worden gezonden aan de Minister. 3. Het zorgdragen voor de uitvoering van bodemonderzoeken en bodemsaneringen. Hiertoe staan de gemeente Deventer verschillende juridische instrumenten ter beschikking, zoals kostenverhaal en het geven van onderzoeks- en saneringsbevelen. Tevens staan de gemeente Deventer verschillende financiële instrumenten ter beschikking, zoals de bedrijvenregeling voor in gebruik zijnde bedrijfsterreinen, ISV-budget voor het stedelijk gebied en Wbb-budget voor het landelijk gebied (tot 2005 via de provincie). 4. Het afgeven van beschikkingen op ernst en urgentie en saneringsbeschikkingen Zodra duidelijk is dat op een locatie sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging dient het bevoegd gezag een beschikking te nemen op ernst en urgentie. In deze beschikking wordt aangegeven welke risico’s de bodemverontreiniging met zich meebrengt en voor welke datum de sanering moet zijn aangevangen. Voordat een bodemsanering wordt uitgevoerd, dient het saneringsplan te zijn goedgekeurd door het bevoegd gezag door middel van een af te geven saneringsbeschikking. 5. Het toezicht op de juiste uitvoering van bodemsaneringen en het zonodig handhaven van de regelgeving. Bodemsaneringen dienen te worden uitgevoerd conform een door het bevoegd gezag goedgekeurd saneringsplan. Het bevoegd zal dan ook toezicht moeten houden of dit werkelijk gebeurt. Indien dit niet het geval is, zal handhavend moeten worden opgetreden. 6. Het jaarlijks uitvoeren van de bodemsaneringsmonitoring en het overleggen van deze resultaten aan het ministerie van VROM. De bevoegde gezagen zijn verplicht om aan het begin van ieder jaar een groot aantal monitoringsgegevens over te leggen van het afgelopen jaar. Deze monitoringsgegevens geven het Rijk inzicht in de voortgang en knelpunten van de bodemsaneringsoperatie. De gemeente Deventer zal deze monitoring voor het eerst begin 2004 moeten uitvoeren over het jaar 2003. 1 7. Het afleggen van financiële verantwoording aan het Rijk. Het afleggen van financiële verantwoording is gekoppeld aan de vijfjaarlijkse programmering. Dit betekent dat voor juli 2005 financiële verantwoording dient te worden afgelegd voor de periode 2000-2005. Deze financiële verantwoording heeft zowel betrekking op de bedrijvenregeling, het ISV-budget, als op het Wbbbudget. Taken en bevoegdheden die de provincie Overijssel blijft uitoefenen De volgende taken blijven uitgevoerd worden door de provincie Overijssel: a. Coördinatie van beleid tussen bevoegde gezagen. b. Bevoegdheden m.b.t. waterbodems. c. Aansturing stichting BodemSanering in gebruik zijnde Bedrijfsterreinen (BSB). d. Toetsen gemeentelijke programma’s op bovengemeentelijke afstemming en provinciaal beleid. e. Advisering aan VROM over segmentgerichte programma’s en budgetallocatie. f. Branchegerichte aanpak, zoals nazorg stortplaatsen (NAVOS) en het programma gasfabrieksterreinen. Taken die de provincie tot 2005 blijft uitvoeren Een aantal projecten in Deventer heeft de provincie in 1999 opgenomen in het Meerjarenprogramma Wbb 2000-2005. Voor deze projecten zijn in de afgelopen jaren al financiële verplichtingen aangegaan. Met de provincie is afgesproken dat de provincie trekker blijft van deze projecten tot de in het Meerjarenprogramma opgenomen fase financieel afgerond is. Het betreft de bodemsaneringsprojecten Raambuurt, Handelskade, Boxbergerweg, Walstraat en Bergsingel 5-11. Bij de mediation inzake het project Lange Bisschopstraat/ Broederenstraat zal de provincie nog juridische en technische ondersteuning blijven geven. 2