NOTA voor burgemeester en wethouders Onderwerp: beantwoording vragen ex artikel 37 RvO van de GroenLinks-fractie over het transport van gevaarlijke stoffen per rail door Deventer Notanr: 2004.06598 RMW/MIL 08-03-2004 Portefeuillehouder: Adema Agenda B&W 23-3-2004 Besluit: 1. de antwoorden op de vragen ex artikel 37 RvO van de GroenLinks-fractie inzake het transport van gevaarlijke stoffen per rail door Deventer vast te stellen; 2. de antwoorden aan te bieden aan het raadspresidium met het voorstel ze te plaatsen op de lijst van ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering van de commissie RFO; 3. dit besluit openbaar te maken nadat de GroenLinks-fractie bericht heeft ontvangen. OPENBAARMAKING: dit besluit openbaar te maken nadat de GroenLinks-fractie bericht heeft ontvangen COMMUNICATIE: … FINANCIELE ASPECTEN: Financiële gevolgen voor de gemeente … TOELICHTING/OVERWEGINGEN: Bij brief van 28 februari 2004 hebben K. Obdeijn, C. Verhaar en R. Jansen van de GroenLinks-fractie u een viertal vragen gesteld ex artikel 37 van het Reglement van Orde. Deze vragen werden gesteld naar aanleiding van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 11 februari 2003, nr. 200302412/1. De antwoorden op de gestelde vragen treft u bijgaand aan. Kortheidshalve wordt u daarnaar verwezen. Vervolg Notanr: Error! Reference source not found. Onderwerp: beantwoording vragen ex artikel 37 RvO van de GroenLinks-fractie over het transport van gevaarlijke stoffen per rail door Deventer De GroenLinks-fractie van de gemeenteraad t.a.v. Karin Obdeijn, Carlo Verhaar en Robert Jansen Kenmerk : RMW/MIL/04.5980 Deventer, Contactpersoon : Dhr. Brussee Telefoon Onderwerp : beantwoording van uw vragen ex Faxnummer artikel 37 RvO over transport van gevaarlijke stoffen per rail door Deventer : 0570-693286 : 0570-693004 Geachte heren, mevrouw, Bij brief van 28 februari 2004 heeft u ons vier vragen ex artikel 37 Reglement van Orde gesteld over het transport van gevaarlijke stoffen per rail door Deventer. Dit naar aanleiding van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 11 februari 2004 over het transport van gevaarlijke stoffen door de gemeente Venlo. In antwoord op uw brief berichten wij u als volgt. Vraag 1: Is B&W bekend met de uitspraak van de Raad van State inzake het rangeren met gevaarlijke stoffen op het spooremplacement Venlo? Antwoord: Wij waren op de hoogte van het feit dat in Venlo de milieuvergunning (deels) is geweigerd. Naar aanleiding van uw brief hebben wij de uitspraak bestudeerd. Vraag 2: Deelt u de analyse dat deze uitspraak betekent dat vanaf 1 juni 2006 transport van gevaarlijke stoffen door Deventer niet meer kan plaatsvinden, wanneer er niet wordt voldaan aan de streefwaarde voor externe veiligheid? Antwoord: Nee. In Deventer wordt de streefwaarde voor externe veiligheid door het doorgaande transport van gevaarlijke stoffen niet overschreden. Indien deze waarde wel zou worden overschreden betekent dat niet automatisch dat het transport van gevaarlijke stoffen niet meer mag plaatsvinden. Het betreft immers een streefwaarde. De zaak Venlo betreft inrichtinggebonden activiteiten, te weten het emplacement. Ook daar gelden streefwaarden voor externe veiligheid. De gemeente Venlo stelt dat overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico slechts kan worden toegestaan indien er concreet zicht bestaat op beëindiging van de overtreding. Nu daarvan geen sprake is, noch door verplaatsing van de inrichting noch door concrete alternatieven, is weigering van de milieuvergunning, voor zover betrekking hebbende op het kopmaken van 2 Vervolg Notanr: Error! Reference source not found. Onderwerp: beantwoording vragen ex artikel 37 RvO van de GroenLinks-fractie over het transport van gevaarlijke stoffen per rail door Deventer locomotieven, rangeerbewegingen en het stallen van wagons, de enige optie. De Raad van State kan zich met deze redenering verenigen. Op het emplacement Deventer speelt deze problematiek in veel mindere mate. Hier worden geen treinen met gevaarlijke stoffen gestald. Wel worden incidenteel treinen met gevaarlijke stoffen, komend uit de richting Arnhem, kopgemaakt. Vervolgens vertrekken deze treinen in de richting Almelo. De streefwaarden voor het groepsrisico, die in voorschrift 2.1.1.2 van de milieuvergunning zijn vastgelegd, worden door deze handelingen op dit moment niet overschreden. Vraag 3: Deelt u de analyse dat door de uitspraak van de Raad van State transport van gevaarlijke stoffen door Deventer alleen kan plaatsvinden wanneer het emplacement van Deventer wordt uitgeplaatst naar een locatie buiten het stadscentrum? a. Zo nee, waarom niet? b. Zo ja, bent u dan voornemens om de milieuvergunning en andere noodzakelijke vergunningen voor het spoorwegemplacement te herzien? c. Zo ja, bent u bereid om op korte termijn uw medewerking te verlenen aan de reeds bestaande plannen voor uitplaatsing? Antwoord: Nee. Zie het antwoord op vraag 2. Ten aanzien van de inrichting gebonden activiteiten wordt opgemerkt dat op dit moment overleg wordt gevoerd met Prorail om lagere prognoses voor het kopmaken van gevaarlijke stoffen aan de milieuvergunning te verbinden. Op die manier wordt er naar gestreefd dat structureel aan de streefwaarde voor het groepsrisico wordt voldaan. De huidige milieuvergunning is nog gebaseerd op hogere prognoses die, indien deze daadwerkelijk gerealiseerd zouden worden, de streefwaarde voor het groepsrisico zullen overschrijden. Gelet op het voorafgaande heeft het verplaatsen van de inrichting bij ons een lage prioriteit. Het is niet realistisch te veronderstellen dat een dergelijke omvangrijke en ingewikkelde operatie, zowel planologisch als feitelijk, binnen afzienbare termijn gerealiseerd kan worden. Bovendien biedt het uitplaatsen van het emplacement geen oplossing voor het kopmaken van de treinen. Een spoorboog die een directe verbinding oplevert tussen Arnhem en Almelo is daarvoor wel een oplossing. De enkele maanden geleden voorgelegde variant, gecombineerd met De Knoop, past echter niet binnen het ruimtelijk beleid van Deventer. Vraag 4: Hoe staat het met de nieuwbouwchloorfabriek in Delfzijl waardoor Hengelo als chloorproducent overbodig wordt? En wordt de streefdatum voor beëindiging van de chloortransporten nog gehaald? Antwoord: Voor zover wij hebben kunnen nagaan bij de directie Externe Veiligheid van het ministerie van VROM wordt tot op heden niet aan de streefdatum voor de beëindiging van het chloortransport getornd. In tegenstelling tot hetgeen u aangeeft in uw brief, wordt uitgegaan van het beëindigen van de chloortransporten per 1 januari 2006. 3 Vervolg Notanr: Error! Reference source not found. Onderwerp: beantwoording vragen ex artikel 37 RvO van de GroenLinks-fractie over het transport van gevaarlijke stoffen per rail door Deventer Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Deventer, de secretaris, , de burgemeester mr. Th. Bakhuizen I.a.a.: drs. J. van Lidth de Jeude. - de secretaris van de raadscommissie RFO, mw. T. van den Burg (BB/JZ) i.v.m. plaatsing op de lijst van ingekomen stukken - RMW/MIL (Bisseling) - BB/BO (F. Stein). 4