1 Molenstichting Goeree-Overflakkee naar een nieuwe bestuursvorm. Middelharnis, juni 2013. Het bestuur van de Molenstichting werd de afgelopen 25 jaar gevormd door bestuurlijke vertegenwoordigers van de 4 gemeenten op Goeree-Overflakkee. Goedereede, Dirksland en Oostflakkee leverden steeds een wethouder, Middelharnis liet het bestuur vrij dit zelf in te vullen. Ook werd een onpartijdig voorzitter door de 4 colleges voorgedragen. Het bestuur werd verder bijgestaan door een administrateur en een vertegenwoordigende molenaar uit de groep van 16 molenaars. Door de samenvoeging tot 1 gemeente, is bovenstaande constructie niet meer relevant en de Gedragscode Integriteit maakt vertegenwoordiging door bestuurders niet meer mogelijk. Het vormen van een nieuw bestuur en het bepalen van (nieuwe) taken en functies vraagt dan ook bijzondere aandacht. Ook het beheer en omgaan met cultureel erfgoed is aan verandering onderhevig, minder financiële middelen, het versterken en verbreden van het eilandelijk draagvlak maar ook educatie, toerisme en recreatie vragen extra initiatieven. Dit vraagt om specifieke deskundigheid en vaardigheden binnen het bestuur, evenals liefde voor de molens. De 11 molens op Goeree-Overflakkee vragen doorlopend aandacht. Het permanente onderhoud, mogelijk door gemeentelijke, provinciale en rijkssubsidie is een belangrijk item. Zaken die de komende tijd spelen en beleid en uitvoering vragen zijn: de molenbiotopen, cursus molengidsen, informatiepanelen en verlichting van de molens,samenwerking Hoeksche Waard, aangaan en intensiveren contacten met nieuwe partners en bestaande overlegstructuren. Een belangrijk element is de “ontvlechting” van de Molenstichting van de nieuwe gemeente Goeree-Overflakkee. Tot nu vanzelfsprekende faciliteiten en contacten zullen aangepast moeten worden ( zie o.a. briefwisselingen en overleggen). De interne organisatie Inleiding Om een goed beeld te hebben van de feitelijke omstandigheden waarmee het bestuur te maken heeft, is hierna in samengevatte vorm een overzicht gegeven van de werkgebieden waar bestuursleden, gelet op de doelstelling verantwoordelijkheid voor dragen. Het bestuur is van mening om de interne organisatie zodanig aan te passen, waardoor veranderingen die gestructureerd plaats vinden, beheersbaar blijven, en voorkomen kan worden dat het bestuur voor onaangename verrassingen komt te staan. Voor bestuursleden is het dan ook belangrijk te weten wat van haar of hem gevraagd wordt wanneer men zitting heeft/neemt in het bestuur van de Molenstichting Goeree-Overflakkee. Dit bevordert de bewaking van de continuïteit van de uitvoering van de noodzakelijke werkzaamheden. 1 2 Omschrijving van gewenste bestuursactiviteiten Om een helder beeld van de werkzaamheden te krijgen, is de volgende rubricering van werkzaamheden aangebracht. Het betreft: Voorzittersschap/directie Secretariële zaken Financieel beleid Activiteiten, evenementen en educatie Fondsvorming, sponsoring en donateurs Bouwkundige zaken (periodiek onderhoud en restauratie) en veiligheid Biotoopzaken De Molen en de molenaars Communicatie en PR Bestuurlijk juridische zaken Voor deze bestuurlijke maar ook uitvoerende taken en werkzaamheden kan het bestuur werkgroepen instellen die zich met deze (deel)taken bezig houden. Bestuursleden zijn verantwoordelijk voor 1 of meer werkgroepen, en zijn aanspreekpunt en de trekker van de werkgroep(en) en rapporteert de voortgang binnen het bestuur. 2 3 Werkgroepen Voor deelname aan werkgroepen zijn slechts enkele regels of uitgangspunten: wb. 3 Iedere werkgroep heeft een doelstelling die tot concrete resultaten leidt. Dit kan een presentatie op een thema avond, een notitie of een ander concreet product zijn. Bij de start van een (nieuwe) werkgroep, maakt de trekker/bestuurslid een kort plan van aanpak. Hierin staat de doelstelling, de werkwijze, de op te leveren producten/activiteiten en een globale planning. Dit plan wordt afgestemd met het bestuur. Een werkgroep heeft de vrijheid om zelf te bepalen welke voorwaarden ze stelt aan deelname aan de werkgroep. Ze kan de deelnemers bijvoorbeeld vragen om commitment voor minimale aanwezigheid. Deze toegangscriteria worden opgenomen in het plan van aanpak zodat voor iedereen duidelijk is, wat de voorwaarden zijn om deel te nemen aan een werkgroep. Een werkgroep heeft de vrijheid om zelf te bepalen welke frequentie men hanteert om bij elkaar te komen. Alle data van de bijeenkomsten worden aan de leden van de werkgroep en het bestuur (lees: portefeuillehouder “werkgroepen”) gecommuniceerd. Een werkgroep kan een pauze inlassen waarin de werkgroep tijdelijk niet actief meer is. Dit dient aan het bestuur gecommuniceerd te worden. Per kalenderjaar is er één thema avond die gebruikt kan worden door de werkgroepen. De datum en inhoud zullen, in overleg met het bestuur, per jaar afgestemd worden met de werkgroepen. Iedere werkgroep levert minimaal 2 maal per jaar een kort voortgangsrapport of vaker indien wenselijk. Hierin staan: Is de werkgroep nog actief? Wie zijn er in de werkgroep actief? Wat is de status van de werkgroep? Wat is het doel of onderwerp en wat wil je met de met de werkgroep bereiken? Welke resultaten je tot nu toe hebt behaald? Welke activiteiten zijn er gepland (of wil je nog plannen) voor de komende periode Welke resultaten zijn gepland voor het komende kalenderjaar (en evt. later)? Een werkgroep kan een pauze inlassen waarin de werkgroep tijdelijk niet actief meer Dit dient aan het bestuur gecommuniceerd te worden. Per kalenderjaar is er één thema avond die gebruikt kan worden door de werkgroepen.