Bloemen en planten groothandel (01-07-2009 – 01-11-2010): HOOFDSTUK VII: Ziekte Artikel 28. Uitkering bij ziekte en arbeidsongeschiktheid 1. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte of ongeval niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, gelden voor hem de bepalingen in artikel 7:629 BW evenals de bepalingen in de Wet Verbetering Poortwachter. 2 Gedurende 104 weken zal in afwijking van artikel 629 lid 1 BW, 90% van het maandinkomen/periode-inkomen worden doorbetaald, maar de eerste 52 weken ten minste het voor de werknemer geldende minimum loon. 3. In afwijking van lid 1 en lid 2 gelden evenwel twee wachtdagen als bedoeld in art. 7: 629 lid 9 van het Burgerlijk Wetboek, dat wil zeggen dat de werkgever gerechtigd is per ziekmelding gedurende de eerste twee dagen geen inkomen door te betalen. Voor de eerste ziekmelding per kalenderjaar geldt echter maximaal één wachtdag. Voor chronisch zieken, in het bezit van een doktersverklaring, gelden geen wachtdagen. 4. In bijlage IV zijn aanbevelingen opgenomen ten aanzien van de re-integratie van de werknemer. 5. De gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer die volledig aan zijn wettelijke reintegratieplicht voldoet maar niet intern kan worden herplaatst, kan na de in lid 2 bedoelde 104 weken aanspraak maken op een persoonlijk budget van € 1.000 euro ten behoeve van externe re-integratieverplichtingen. Gemengde en speelgoedbranche (01-01-2009 – 01-01-2011): (2) De werkgever houdt bij de eerste ziekmelding van een werknemer in een kalenderjaar geen wachtdag in. Dit betekent dat de werkgever over die dag het loon moet doorbetalen. Voor de tweede tot en met de vijfde ziekmelding van een werknemer in een kalenderjaar mag de werkgever per ziekmelding één wachtdag inhouden. Over die dag hoeft de werkgever dus geen loon te betalen. Vanaf de zesde ziekmelding van een werknemer in een kalenderjaar mag de werkgever geen wachtdag meer inhouden. Als de werknemer zich ziek meldt tengevolge van een chronische ziekte mag de werkgever geen wachtdag inhouden. Bij verschil van mening over de vraag of een ziekte al dan niet chronisch is, is het oordeel van de Arbo-arts beslissend. De Arbo-arts kan de behandelende arts van de desbetreffende werknemer raadplegen. Timmerindustrie (01-01-2010 – 01-01-2011): ARTIKEL 36 - Doorbetaling loon bij arbeidsongeschiktheid 1. Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer zijn van toepassing: - de bepalingen van de Ziektewet; - de Wet Verlenging loondoorbetaling bij Ziekte per 1 januari 2004 - de controlevoorschriften die het Uitvoeringsorgaan Sociale Zekerheid (UVI) heeft opgesteld in het kader van de vangnet ziekengeldverzekering (ex art. 39 ZW) met dien verstande dat: a. voor nieuwe ziekmeldingen geldt dat de werkgever ter zake van arbeidsongeschiktheid een loondoorbetalingsverplichting heeft van het individueel overeengekomen loon volgens onderstaande staffel: - Gedurende het eerste halfjaar 100% - Gedurende het tweede halfjaar 85% - Gedurende het derde halfjaar 80% - Gedurende het vierde halfjaar 75% Chronisch zieken, zulks naar het oordeel van de bedrijfsarts, en slachtoffers van een bedrijfsongeval ontvangen in ieder geval 100%. De werkgever voldoet aan de premie- en bijdrageverplichtingen jegens de in artikel 32, tweede lid en in het premieoverzicht bijlage V genoemde stichtingen als zou de werknemer de arbeid hebben verricht. De werkgever mag op de loondoorbetaling alle uitkeringen uit hoofde van wettelijke verzekeringen en eventuele aanvullingen daarop uit hoofde van invaliditeits/arbeidsongeschiktheid-pensioenregelingen, op het door te betalen loon in mindering brengen. b.De werkgever is vanaf de derde ziekmelding -gedurende een kalenderjaar- niet tot loondoorbetaling van de eerste ziektedag gehouden. Dit geldt niet voor chronisch zieken, zulks naar het oordeel van de bedrijfsarts, en slachtoffers van een bedrijfsongeval 2. Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer zijn de sanctie- en controlevoorschriften van toepassing als omschreven in bijlage IV. 3. In geval van een re-integratietraject binnen twee jaar, in dezelfde of een andere functie ontvangt de werknemer 100% loon over ieder gewerkt uur. Re-integreert de werknemer in een lager gehonoreerde functie dan ontvangt hij 100% loondoorbetaling gebaseerd op zijn oude salaris van de functie, waarin hij uitviel. De werknemer die wegens volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid vervroegd instroomt in de IVA heeft 2 jaar na de ziekmelding recht op een aanvulling op de IVA uitkering tot het in de CAO volgens de staffel van art 36 lid 1a behorend niveau van loondoorbetaling aan zieken. UWV (01-05-10 – 01-08-11): Artikel 7:6 Verlofregeling algemeen 1. Voor de volgende soorten verlof gelden de wettelijke regelingen van de Wet Arbeid en Zorg en artikel 7:643 BW: • zwangerschaps-, bevallings-, adoptie- en pleegzorgverlof; • calamiteiten- en ander kort verzuimverlof; • kraamverlof; • kortdurend zorgverlof; • verlof in verband met overlijden; • ouderschapsverlof; • langdurend zorgverlof; • verlof in verband met het, als lid, bijwonen van vergaderingen van publiekrechtelijke colleges. 2. Voor adoptieverlof geldt dat de medewerker de eerste twee dagen van het verlof recht heeft op volledige loondoorbetaling door de werkgever. Voor de overige dagen geldt de regeling van de Wet Arbeid en Zorg. 3. Voor langdurend zorgverlof geldt dat de doelgroep is uitgebreid met mantelzorgers. Een mantelzorger is een medewerker die zorgt voor een persoon waar hij een persoonlijke en duurzame sociale relatie mee heeft. De medewerker zorgt langdurig en intensief voor deze hulpbehoevende, chronisch zieke of gehandicapte naaste. 4. Voor zover de wet niet voorziet in doorbetaling van loon, kan de medewerker ter compensatie zijn eventuele tegoed uit de levensloopregeling benutten. Bouwnijverheid (01-01-11 – 01-01-12): Artikel 21: Kort verzuim 1. In de hierna te noemen gevallen heeft de werknemer, in afwijking van het wettelijk bepaalde, recht op vrijaf, zonder doorbetaling van het vast overeengekomen loon: a. bij feestelijke gebeurtenissen in de familiale sfeer, zoals ondertrouw, huwelijk(sfeest), bevalling van de partner, doop, (dienst)jubilea; b. bij omstandigheden in de familiale sfeer, zoals ziekte of het overlijden van echtgeno(o)t(e), huisgenoten, (pleeg)kind en andere bloed- of aanverwanten; c. bij verhuizing; d. bij (militaire) keuring of herkeuring; e. bij noodzakelijk bezoek aan tandarts, dokter, specialist of periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek; f. bij poliklinische dagbehandelingen; g. bij opname en ontslag van huisgenoten in of uit het ziekenhuis; h. voor het volgen van de voorbereidingscursus voor pensionering; i. bij het uitoefenen van het kiesrecht of een krachtens de wet persoonlijk opgelegde verplichting; j. voor het doen van examens voor bijvoorbeeld het verkrijgen van een vakdiploma; k. voor het inschrijven bij het UWV WERKbedrijf alsmede voor de sollicitatie indien ontslag is aangezegd; l. voor het bijwonen van een vergadering of studiebijeenkomst van zijn werknemersorganisatie, waarvoor de werknemer persoonlijk is uitgenodigd; m. voor viering van religieuze niet-christelijke feestdagen. 2. Ter compensatie van het onbetaald verlof als bedoeld in lid 1 stort de werkgever de geldswaarde van drie werkdagen in het Tijdspaarfonds, als bedoeld in artikel 57a. 3. Uta-werknemers die niet deelnemen aan het Tijdspaarfonds krijgen de eerste drie dagen kort verzuim als bedoeld in lid 1 doorbetaald. Indien zij aan het eind van het kalenderjaar geen beroep hebben gedaan op de kort-verzuimregeling of daarvoor minder dan drie dagen hebben opgenomen, krijgen zij drie dagen of zo veel minder als zij voor kort verzuim hebben gebruikt, uitbetaald. 4. Voor andere niet in lid 1 genoemde calamiteiten (bijvoorbeeld gesprongen waterleiding of brand) geldt dat de werknemer een wettelijk recht heeft op een korte naar billijkheid te berekenen tijd. Over deze tijd zal de werkgever het vast overeengekomen loon/salaris doorbetalen. 5. Voor al het verzuim genoemd in dit artikel geldt dat het verlof in overleg met de werkgever wordt vastgesteld. De werknemer stelt de werkgever zo mogelijk ten minste één dag van te voren van het verzuim in kennis. De werkgever kan de werknemer daarbij om bewijsstukken verzoeken. 6. Bouwplaatswerknemers als bedoeld in artikel 40 lid 1 ontvangen in de gevallen van verzuim als hiervoor vermeld de reiskosten die daarmede samengaan vergoed, doch ten hoogste tot het beloop van de reiskosten naar hun woonplaats en terug, te berekenen op de wijze als in artikel 41a is vermeld. 7. In gevallen waarin te voorzien is dat het jaarlijks verzuim 24 uren (drie dagen) zal overschrijden als gevolg van een chronische ziekte of een ernstig ongeval, zullen in het kader van goed werkgeverschap werkgever en werknemer met elkaar in overleg treden om tot een passende oplossing te komen. Artikel 87b: Studies 6. Partijen komen overeen een onderzoek te verrichten naar de vraag in hoeverre de werkgever en werknemer gezamenlijk komen tot passende oplossingen in die situaties waarin te voorzien is dat het jaarlijks verzuim de drie kort verzuim dagen zal overschrijden als gevolg van een chronische ziekte of een ernstig ongeval Drogisterijbranche (01-04-2009 – 01-10-2010): D. De looninhouding van de eerste ziektedag geldt niet: - bij zwangerschapsverlof of bij aan zwangerschap en bevalling gerelateerde arbeidsongeschiktheid; - bij arbeidsongeschiktheid vanwege een chronische aandoening (doktersverklaring vereist); - bij arbeidsongeschiktheid als gevolg van een overval. GVB (01-01-2010 - 01-01-2011): discriminatie: 1 het maken van direct dan wel indirect onderscheid; - onder direct onderscheid wordt verstaan: onderscheid tussen personen op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid, burgerlijke staat, leeftijd, chronische ziekte of handicap; - onder indirect onderscheid wordt verstaan: onderscheid op grond van andere hoedanigheden of gedragingen dan hiervoorbedoeld, dat direct onderscheid tot gevolg heeft. Bij deze vorm van discriminatie heeft het hanteren van ogenschijnlijk neutrale criteria en procedures tot gevolg dat personen op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid, burgerlijke staat, leeftijd, chronische ziekte of handicap, zonder objectieve rechtvaardiging, worden benadeeld of niet in dezelfde mate kunnen meedoen als anderen. Het verbod geldt niet ten aanzien van indirect onderscheid dat objectief gerechtvaardigd is. Er is sprake van objectieve rechtvaardiging, indien onderscheid gemaakt wordt omdat er sprake is van achterstand van een bepaalde groep. 2 het zich mondeling of bij geschrift of afbeelding opzettelijk beledigenduitlaten over een groep mensen wegens hun godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid, burgerlijke staat, leeftijd, chronische ziekte of handicap; 3 gewelddadig optreden tegen personen of groep van personen wegens hun godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid,burgerlijke staat, leeftijd, chronische ziekte of handicap; Informatie- communicatie- en kantoortechnologiebranche: 5.2 Chronische aandoeningen (A4) CAO-partijen bevelen aan om bij het maken van arbeidsvoorwaardelijke afspraken aandacht te hebben voor de positie van werknemers met chronische aandoeningen. Levensmiddelengroothandel (01-07-2009– 01-10-2010): Wachtdag 7. De werkgever is verplicht een actief flankerend, aantoonbaar en registrerend ziekteverzuimbeleid te voeren. De werkgever is verplicht voor de ziekteverzuimbegeleiding een gecertificeerde Arbo-dienst in te schakelen. De werknemer, die ten gevolge van ziekte of ongeval ongeschikt is arbeid te verrichten, heeft, te beginnen met de tweede ziektemelding per ziektemeldingsperiode, zoals hieronder gedefinieerd, gedurende de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid geen recht op doorbetaling van het voor betrokkene geldende salaris. Deze bepaling kan slechts éénmaal worden toegepast in die gevallen waarin ziekmeldingen elkaar met een onderbreking van minder dan een maand opvolgen. De ziektemeldingsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar. Per kalenderjaar/ziektemeldingsperiode kunnen maximaal 4 wachtdagen per werknemer worden ingehouden. Geen wachtdagen zullen worden ingehouden indien werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval of nadat is vastgesteld dat er sprake is van een chronische ziekte. Of er al of niet sprake is van een chronische ziekte zal worden vastgesteld in overleg met de betreffende Arbo-dienst. Levensmiddelen, grootwinkelbedrijf 01-04-2008 – 01-04-2010): Wachtdag 4. a. Bij de eerste ziekmelding per kalenderjaar zal geen wachtdag worden ingehouden. Ziekmeldingen die op grond van de bepalingen in lid 4b geen wachtdag mogelijk maken, laten voor de werknemer een nog bestaand recht op ‘geen wachtdag’ voor de eerste ziekmelding per kalenderjaar voortbestaan. b. Geen wachtdag wordt ingehouden indien de werknemer arbeidsongeschikt is als gevolg van zwangerschap of bevalling, een overval, een bedrijfsongeval of een chronische ziekte. Of de werknemer aan een chronische ziekte lijdt moet blijken uit een doktersverklaring om recht te verkrijgen op het bepaalde in dit lid. Of de arbeidsongeschiktheid haar oorzaak vindt in zwangerschap of bevalling dient vastgesteld te worden door de verzekeringsarts van het UWV. Levensmiddelenbedrijf (01-04-2010 – 01-04-2011): 4. a. Bij de eerste ziekmelding per kalenderjaar zal geen wachtdag worden ingehouden. Ziekmeldingen die op grond van de bepalingen in lid 4b geen wachtdag mogelijk maken, laten voor de werknemer een nog bestaand recht op 'geen wachtdag' voor de eerste ziekmelding per kalenderjaar voortbestaan. b. Geen wachtdag wordt ingehouden indien de werknemer arbeidsongeschikt is als gevolg van zwangerschap of bevalling, een overval, een bedrijfsongeval of een chronische ziekte. Of de werknemer aan een chronische ziekte lijdt moet blijken uit een doktersverklaring om recht te verkrijgen op het bepaalde in dit lid. Of de arbeidsongeschiktheid haar oorzaak vindt in zwangerschap of bevalling dient vastgesteld te worden door de verzekeringsarts van het UWV. c. Indien van de mogelijkheid gebruik wordt gemaakt een wachtdag in te houden, wordt als wachtdag beschouwd de eerste dag of deel van de eerste dag die wordt verzuimd wegens arbeidsongeschiktheid. Meubelindustrie en meubileringbedrijven (01-07-2008 – 01-06-2010): 1. Uitkering bij arbeidsongeschiktheid a. 1. Uitkering bij ziekte - De uitkering bij ziekte door of vanwege de werkgever geschiedt gedurende een periode van maximaal 104 weken, te rekenen vanaf de dag waarop de ziekmelding heeft plaatsgevonden. Met inachtneming van hetgeen hierna onder het derde gedachtestreepje is bepaald, geldt dat de werknemer gedurende de eerste 52 weken recht behoudt op 100% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Vanaf week 53 bedraagt de uitkering 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. - Over daadwerkelijk gewerkte uren, gedurende welke de bedongen arbeid danwel passende arbeid wordt verricht, geldt, in afwijking van hetgeen is bepaald in de vorige volzin, dat de werknemer vanaf week 53 recht heeft op 100% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Over de overige uren heeft de werknemer recht op 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. - Bij elke derde en volgende ziekmelding per kalenderjaar geldt dat de uitkering gedurende maximaal vier weken gelijk is aan 90% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Het voorgaande lijdt uitzondering indien de arbeidsongeschiktheid naar het oordeel van de bedrijfsarts het gevolg is van een bedrijfsongeval of een chronische ziekte. - De loondoorbetaling in geval van ziekte door eigen schuld of toedoen mag gedurende de eerste 52 weken worden beperkt tot 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Van arbeidsongeschiktheid door eigen schuld of toedoen is sprake indien door een bedrijfsarts is vastgesteld dat de arbeidsongeschiktheid een gevolg is van activiteiten waarvan de werkgever op verschillende data schriftelijk heeft aangegeven dat de werknemer deze dient te staken omdat zij in het verleden zodanige schade toebrachten aan de werknemer dat als gevolg daarvan arbeidsongeschiktheid ontstond. - De uitkering bij ziekte door of vanwege de werkgever zal niet meer bedragen dan het maximum dagloon, bedoeld in de Wet Financiering Sociale Verzekeringen. - Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op werknemers van 65 jaar en ouder Mode- interieur- tapijt- en textielindustrie 01-07-2010 – 01-07-2014): In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever, onverminderd het bepaalde onder c, verplicht: a. 100 % van het bruto periode-inkomen door te betalen, over de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen; b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto periode-inkomen door te betalen in geval de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto periode-inkomen verstaan, het periode-inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben indien hij volgens het in de periode van zijn arbeidsongeschiktheid normaal geldende dienstrooster gewerkt zou hebben in zijn functie. c. In afwijking van het bepaalde onder a, is de werkgever niet verplicht het bruto periode-inkomen door te betalen: - over de eerste dag van ziekte bij de tweede en derde ziekmelding per kalenderjaar; - over de eerste twee dagen van ziekte bij de vierde en vijfde ziekmelding per kalenderjaar; - indien de werknemer recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, in welk geval het bruto periode-inkomen onder aftrek van deze uitkering wordt doorbetaald; Voor de toepassing van de vorige volzin wordt voor de bepaling van het bruto periodeinkomen over een dag uitgegaan van de gemiddelde verdienste per dag op basis van een vijfdaagse werkweek overeenkomstig de systematiek zoals bepaald in bijlage IX. d. Op verzoek van een werknemer die ten gevolge van een chronische ziekte een substantieel hogere verzuimfrequentie heeft dan het gemiddelde in de onderneming, kan de werkgever na advies van de bedrijfsarts afwijken van de wachtdagenregeling als bedoeld in onderdeel c. Schilders- afwerk- en glaszetbedrijf (01-03-2009 – 01-03-2011): Werknemers met een chronische ziekte hebben, indien zij in een kalenderjaar voor hun aandoening meer dan dan drie keer behandeld moeten worden, met ingang van de vierde behandeling recht op doorbetaald verlof gedurende de tijd dat zij een specialistische behandeling dienen te ondergaan, die alleen onder werktijd kan plaatsvinden. Onder een chronische ziekte wordt verstaan een ziekte die niet vanzelf weggaat en langere tijd duurt. De werkgever kan de werknemer verzoeken om een dokterverklaring. Uitzendkrachten ABU (01-04-2009 -01-04-2014): Gelijke behandeling Uitzendondernemingen wijzen, uitgaande van het grondwettelijk beginsel dat allen die zich in Nederland bevinden in gelijke gevallen gelijk behandeld worden, discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid, burgerlijke staat, handicap, chronische ziekte of leeftijd af. Uitzendondernemingen vaste medewerkers: Artikel 4 Gelijkberechtiging 1. Met inachtneming van objectief aan de functie verbonden eisen, zal de werkgever alle werknemers gelijke kansen op arbeid en gelijke kansen in de arbeidsorganisatie bieden en geen onderscheid maken op grond van factoren als godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, burgerlijke staat, handicap, chronische ziekte en leeftijd. 2. Werkgevers in de uitzendbranche besteden in het aanstellings-, opleidings- en promotiebeleid extra aandacht aan de positie van de vrouwelijke werknemer. 3. Dit beleid is er mede op gericht de vrouwelijke werknemer in haar loopbaan voldoende ontplooiingsmogelijkheden te bieden. 4. De rapportage omtrent de werkgelegenheidsontwikkeling in de branche (Bijlage III) zal hierbij inzicht geven Verzekeringsbedrijf binnendienst (01-12-2009 – 01-06-2011): Indien een werknemer zich in een kalenderjaar tweemaal ziek heeft gemeld, wordt de aanspraak op het aantal vakantie-uren bij elke nieuwe ziekmelding met 4 uren verminderd met een maximum van 40 uren. Voor werknemers met een deeltijddienstverband wordt de aanspraak naar rato verminderd. De werknemer behoudt evenwel het recht ten minste het bij de wet bepaalde minimum vakantierecht op te nemen. Er geldt een hardheidsclausule voor werknemers die aan een chronische ziekte lijden en om die reden veelvuldig verzuimen. Twee ziekteperioden die elkaar binnen vier kalenderdagen opvolgen, gelden in het kader van deze bepaling als één ziektegeval. Wonen (01-01-2010 – 01-01-2011): De werkgever mag alleen het feitelijk aantal uren, dat de werknemer op de eerste ziektedag ziek is, als wachtdag beschouwen. Doorbetaling van die uren is niet nodig. De wachtdag bij ziekte geldt niet bij een bedrijfsongeval, bedrijfsoverval en chronische ziekte van de werknemer. Als een werknemer in een betalingsperiode daardoor beneden het wettelijk minimumloon zakt, vult de werkgever tenminste tot het minimumloon aan. Per vier weken mag de werkgever maar 1 wachtdag berekenen, ook als de werknemer vaker ziek is. Per jaar mag een werkgever maximaal 6 wachtdagen berekenen. Ziekenhuizen (01-03-2009 – 01-03-2011): Artikel 4.2. Loondoorbetaling 1. De werknemer die wegens arbeidsongeschiktheid verhinderd is werkzaamheden te verrichten en de werkgever hiervan direct op de hoogte heeft gesteld, heeft op grond van het BW gedurende een termijn van maximaal 104 weken recht op 70% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon. Onder het naar tijdsruimte vastgestelde loon wordt verstaan het salaris van de werknemer vermeerderd met structurele looncomponenten zoals onregelmatigheidstoeslag en bereikbaarheidsdiensten toeslag. De structurele looncomponenten worden gemeten op maandbasis over een periode van zes maanden voorafgaand aan de maand waarin de arbeidsongeschiktheid is ontstaan. 2. Het loon van de werknemer op grond van lid 1 wordt vanaf 1 januari 2005 gedurende de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid aangevuld tot 100%. De daaropvolgende 52 weken ontvangt de werknemer 70% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon, maar ten minste het voor hem geldende wettelijk minimumloon. 3. Over de uren waarin de werknemer volgens zijn re-integratieplan, passende arbeid of werkzaamheden zonder loonwaarde verricht, ontvangt hij 100% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon. Onder werkzaamheden zonder loonwaarde worden verstaan het verrichten van werkzaamheden op arbeidstherapeutische basis, het volgen van scholing en het lopen van stage. 4. Het op grond van lid 1 vastgestelde loon wordt aangepast aan: • de generieke loonsverhogingen die gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid worden afgesproken • de contractwijzigingen die vóór de aanvang van de arbeidsongeschiktheid zijn overeengekomen indien de periode tussen de eerste dag van arbeidsongeschiktheid en de ingangsdatum van de contractwijziging korter is dan drie maanden. Aanpassing vindt plaats met ingang van de dag waarop die contractwijziging in werking treedt; • de jaarlijkse periodieke salarisverhoging zolang de werknemer nog geen 52 weken arbeidsongeschikt is. Na 52 weken wordt de periodieke verhoging wel toegekend over de uren waarop de werknemer arbeidsgeschikt is. 5. Het loon wordt verminderd met het bedrag van de uitkering dat de werknemer ontvangt op grond van enige bij of krachtens de wet geldende regeling of een daarmee gelijk te stellen regeling. 6. In geval de werkgever van mening is dat er ten aanzien van de arbeidsongeschikte werknemer sprake is van een beroeps- of chronische ziekte en/of een levensbedreigende aandoening, kan hij een naar hoogte en duur te bepalen loonaanvulling aan deze werknemer verstrekken.