Titel - Nu91

advertisement
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 1 van 16
DOORLOPEND SOCIAAL PLAN
ORGANISATIEONTWIKKELING
De Grote Rivieren
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 2 van 16
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
5.
6.
PREAMBULE ................................................................................................................... 4
DOEL............................................................................................................................... 5
UITGANGSPUNTEN ....................................................................................................... 5
HARDHEIDSCLAUSULE .................................................................................................. 5
BEGRIPSBEPALINGEN ................................................................................................... 5
REGELS BIJ REORGANISATIE/ORGANISATIE WIJZIGING ......................................... 8
6.1
(Nieuwe) Organisatiestructuur en formatieplaatsenplan ................................. 8
6.2
Besluitvorming ......................................................................................................... 8
6.3
Plaatsing .................................................................................................................... 8
6.4
Vaststellen boventalligheid ................................................................................... 9
6.5
Herplaatsingprincipes ............................................................................................. 9
6.6
Overplaatsing wanneer de functie op een andere afdeling, locatie en/of
standplaats wordt uitgeoefend. ..................................................................................... 10
6.7
Overige maatregelen en rechten in het kader van het herplaatsings- en
overplaatsingsbeleid ......................................................................................................... 10
7.
ALGEMENE RECHTEN IN HET KADER VAN HET SOCIAAL PLAN
ORGANISATIEONTWIKKELING ............................................................................................... 11
7.A
Algemene rechten bij overplaatsing of herplaatsing ...................................... 11
7.A.1
Salaris bij gelijke en hogere functie .......................................................... 11
7.A.2
Salaris bij lagere functie .............................................................................. 11
7.A.3
Onregelmatige dienst en crisisdienst ......................................................... 11
7.A.4
Reiskosten woon-werkverkeer .................................................................... 11
7.A.5. Verhuiskosten bij standplaatswijziging ......................................................... 12
7.B
Algemene rechten bij boventalligheid .............................................................. 12
7.B.1
Opzegtermijn ................................................................................................. 12
7.B.2
Sollicitatie....................................................................................................... 12
7.B.3
Onbetaald verlof ............................................................................................ 12
7.B.4
Studiekosten ................................................................................................... 12
7.B.5
Jubilea ............................................................................................................. 13
7.B.6
Kinderopvang .................................................................................................. 13
7.B.7
Loonsuppletie ................................................................................................. 13
7.B.8
Verhuiskosten ................................................................................................. 13
7.B.9
Werken in deeltijd ........................................................................................ 13
7.B.10 Outplacement ................................................................................................ 13
7.B.11
Tijdelijke detachering .............................................................................. 14
7.B.12
Voorstellen door de werknemer ............................................................. 14
7.B.13
Voorstellen door de werkgever ............................................................... 14
8. OVERGANGSPROTOCOL ................................................................................................. 14
9. ADVIESCOMMISSIE SOCIALE BEGELEIDING (BEGELEIDINGSCOMMISSIE). ................ 14
9.1
Samenstelling ......................................................................................................... 15
9.2
Bevoegdheden ........................................................................................................ 15
9.3
Reglement ............................................................................................................... 15
9.4
Verplichte adviesaanvragen ................................................................................ 15
9.5
Uitbrengen advies.................................................................................................. 15
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 3 van 16
9.6
9.7
9.8
Afwijken advies...................................................................................................... 15
Geheimhouding ...................................................................................................... 16
Belangenbehartiging werknemer ........................................................................ 16
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 4 van 16
1.
PREAMBULE
Dit Sociaal Plan Organisatieontwikkeling bevat maatregelen en voorzieningen die de nadelige
rechtspositionele gevolgen van organisatiewijzigingen voor werknemers bij De Grote Rivieren zoveel
mogelijk opvangen.
Dit doorlopend Sociaal Plan Organisatieontwikkeling treedt in werking op 1 januari 2008 .
Aldus overeengekomen te Dordrecht, d.d.
De werkgever
De werknemersorganisaties
dr J.L. Klompenhouwer
mevrouw M. Bleijerveld
lid Raad van Bestuur
ABVAKABO FNV
de heer H. Schuitema
CNV Publieke Zaak
de heer B. Steehouder
FBZ
mevrouw E. Tibbe
NU ‘91
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 5 van 16
2.
DOEL
Vanaf 1 januari 2003 zal voor de werknemers van De Grote Rivieren dit Sociaal Plan
Organisatieontwikkeling van toepassing zijn bij organisatiewijzigingen.
Doel van dit Sociaal Plan Organisatieontwikkeling is de reeds bestaande rechtspositie van
werknemers zoveel mogelijk te handhaven dan wel de mogelijke nadelige gevolgen te beperken.
Dit Sociaal Plan Organisatieontwikkeling voorziet daartoe in een aantal maatregelen.
3.
UITGANGSPUNTEN
-
Als gevolg van organisatieontwikkeling zullen geen gedwongen ontslagen plaatsvinden, tenzij
zich de situatie voordoet zoals vermeld in hoofdstuk 6,
artikel 6.3.5.
-
Voor zowel werknemers als werkgever geldt een inspanningsverplichting om in redelijkheid,
billijkheid en goede trouw mee te werken aan de uitvoering van dit Sociaal Plan
Organisatieontwikkeling.
-
De werkgever zal de voorgenomen organisatieveranderingen met de daarbij behorende
formatieplaatsenplannen ter advisering voorleggen aan de Ondernemingsraad.
-
Veranderingen die zullen worden doorgevoerd dienen voor de direct betrokkenen duidelijk en
bespreekbaar te zijn. Gedurende het veranderingstraject zullen de werknemers en
Ondernemingsraad zo volledig mogelijk worden geïnformeerd over de ontwikkelingen en de
stand van zaken.
-
Indien zich, naar het oordeel van partijen onvoorziene omstandigheden voordoen waardoor van
de werkgever niet verlangd kan worden zich aan dit Sociaal Plan Organisatieontwikkeling te
houden, zullen partijen bij dit Sociaal Plan Organisatieontwikkeling in overleg treden teneinde
te komen tot een wijziging van het bestaande Sociaal Plan Organisatieontwikkeling.
-
Voorts zal ten minste eenmaal per 4 jaar tussen werkgevers en werknemersorganisaties overleg
plaatsvinden over de wijze van continuering en/of eventuele bijstelling van dit plan. Elk der
patijen is verantwoordelijk voor invulling van deze evaluatie. Dit overleg wordt bijgewoond door
toehoorders van de Ondernemingsraad.
-
De interpretatie van dit Sociaal Plan Organisatieontwikkeling is voorbehouden aan partijen bij
dit plan.
4.
HARDHEIDSCLAUSULE
In gevallen waarin de toepassing van dit Sociaal Plan Organisatieontwikkeling leidt tot een onbillijke
situatie voor de individuele werknemer zal de werkgever in een voor de werknemer gunstige zin van
dit Sociaal Plan Organisatieontwikkeling afwijken (na de begeleidingscommissie gehoord te hebben).
5.
BEGRIPSBEPALINGEN
Begrippen die in dit Sociaal Plan Organisatieontwikkeling worden gehanteerd, zijn gebaseerd op de
begripsbepalingen in de CAO-GGZ.
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 6 van 16
Anciënniteit of Diensttijd: het aantal dienstjaren aaneengesloten doorgebracht bij de huidige
werkgever en diens rechtsvoorganger(s).
Belangstellingsgesprek: gesprek waarin onder meer aan de orde komt voor welke functie(s) een
werknemer een voorkeur heeft binnen het nieuwe formatieplaatsenplan.
Begeleidingscommissie: de commissie zoals bedoeld in hoofdstuk 9.
Boventallig: boventallig is de werknemer wiens functie in de oude
organisatiestructuur/personeelsformatie is komen te vervallen c.q. komt te vervallen en die nog
niet herplaatst is in de (nieuwe) organisatiestructuur. Boventalligheid kan ook worden veroorzaakt
doordat de beschikbare formatie voor een bepaalde functie afneemt.
Bovenformatief: een werknemer is bovenformatief als hij niet inpasbaar is in het nieuwe
formatieplaatsenplan.
Directeur-bestuurder: degene die als zodanig voltijd belast is met de beleidsvoorbereiding en het
totale beheer van de instelling en daarvoor rechtstreeks verantwoording schuldig is aan de Raad van
Toezicht.
Eenzelfde functie: functie waarbij het samenstel van taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden in principe hetzelfde blijft.
Formatieplaats: wordt als eenheid gehanteerd om een functie in het aantal arbeidsuren uit te
drukken. De grootte van één formatieplaats is gerelateerd aan een voltijds dienstverband.
Formatieplaatsenplan: een gekwalificeerd en gekwantificeerd overzicht van functies en
formatieplaatsen in de oude en nieuwe situatie.
Functieniveau: het gewicht dat of de zwaarte die aan een functie is toegekend conform de indeling
van de functiewaardering (het vigerende functiewaarderingssysteem).
Functiewijziging: indien in het takenpakket zodanige wijzigingen worden aangebracht dat de
functie overwegend een andere inhoud krijgt.
Gelijkwaardige functie: een functie die in dezelfde FWG-schaal is ingedeeld als de huidige functie,
maar die qua inhoud en taken (geheel of gedeeltelijk) verschilt van de huidige functie.
Geschikte functie: een functie die qua inhoud en verantwoordelijkheden naar de mening van zowel
werknemer als werkgever in alle redelijkheid door de werknemer kan worden uitgeoefend.
Herplaatsing: is aan de orde als op grond van het formatieplaatsenplan de oude functie is vervallen.
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 7 van 16
Herplaatsingkandidaat: werknemer die als gevolg van boventalligheid in aanmerking komt voor
herplaatsing.
Hogere functie: een functie die in een hogere FWG-schaal dan de huidige functie is ingedeeld.
Inwisselbare functies: functies die op grond van functie-inhoud en functie-eisen en FWG indeling
als inwisselbaar worden beschouwd.
Lagere functie: een functie die in een lagere FWG-schaal dan de huidige functie is ingedeeld.
Organisatiewijziging/reorganisatie: een verandering in de organisatie met personele gevolgen.
Outplacement: externe of interne begeleiding van één of meer werknemers hij sollicitatie of bij
het zoekproces naar een nieuwe functie of baan buiten de organisatie, in opdracht van de
werkgever, met het doel de zoekactiviteiten te stimuleren en de effectiviteit van de sollicitatie te
vergroten.
Overplaatsing: is aan de orde als de oude functie blijft bestaan maar moet worden uitgeoefend op
een andere werkplek en/of locatie.
Passende functie: een functie die aan een werknemer qua niveau en opleiding redelijkerwijs in
relatie tot zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan
worden opgedragen.
Standplaats: een standplaats is de plek waar een werknemer het merendeel van zijn
werkzaamheden verricht en welke als standplaats in de arbeidsovereenkomst dan wel in
correspondentie aan de werknemer is vastgelegd.
Voor werknemers, waarbij het criterium van het merendeel van zijn werkzaamheden niet tot
vaststelling van een standplaats leidt, zal de werkgever na overleg met de werknemer, een
standplaats bepalen.
Transferlijst: de lijst waarop de namen van de werknemers staan vermeld, die tengevolge van de
organisatiewijziging bovenformatief/boventallig zijn geworden.
Tijdelijk detacheren: het gedurende een bepaalde tijd met instemming van de werknemer bij een
andere werkgever werkzaam zijn, waarbij het dienstverband met de werkgever gehandhaafd blijft.
Vigerende rechtspositie: CAO-GGZ.
Verandering van werkplek: een werknemer verandert van werkplek als hij zijn functie op een
andere afdeling of locatie gaat uitoefenen.
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 8 van 16
Werkgever: De Grote Rivieren, ten deze vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder.
Werknemer: De persoon die een arbeidsovereenkomst is aangegaan met de werkgever, tenzij
betrokkene
- De leeftijd van 65 jaar heeft bereikt;
- De werknemer de functie van directeur-bestuurder bekleedt;
- Incidenteel gedurende de schoolvakanties werkzaam is voor een periode van
maximaal 6 weken achtereen;
- Incidenteel op afroep werkzaamheden verricht;
- uurdocent is;
- In de instelling werkzaam is uitsluitend ter vervulling van een stage;
- Is aangesteld voor het op projectbasis verrichten van tijdelijke, niet reguliere
activiteiten.
6.
REGELS BIJ REORGANISATIE/ORGANISATIE WIJZIGING
6.1
(Nieuwe) Organisatiestructuur en formatieplaatsenplan
De (nieuwe) organisatiestructuur wordt door de werkgever opgesteld. De
organisatiestructuur omvat het aantal en de soorten functies, die vervuld moeten worden.
Op basis van de (nieuwe) organisatiestructuur zal de werkgever een formatieplaatsenplan
opstellen. In het formatieplaatsenplan zal worden aangegeven of er sprake is van
boventalligheid dan wel of er sprake is van overplaatsing en of er inwisselbare functies zijn.
6.2
Besluitvorming
De werkgever zal de nieuwe organisatiestructuur en het formatieplaatsenplan voor advies
voorleggen aan de Ondernemingsraad conform de Wet op de Ondernemingsraden, waarna
vaststelling door de werkgever plaatsvindt.
6.3
Plaatsing
6.3.1
Bij plaatsing geldt als eerste uitgangspunt dat de werknemer zijn functie volgt.
6.3.2
Wanneer het aantal in aanmerking komende kandidaten het aantal beschikbare formatie
plaatsen overtreft, wordt de kandidaat die allereerst voldoet aan de functie-eisen en
vervolgens met de hoogste anciënniteit geplaatst. Degenen die niet geplaatst worden,
worden boventallig verklaard en komen voor herplaatsing in aanmerking.
6.3.3
Ten aanzien van de functies welke niet in de bestaande situatie maar wel in het nieuwe
formatieplaatsenplan voorkomen, zal de werkgever deze functies aanbieden aan de
herplaatsingkandidaten, alvorens intern en extern te gaan werven.
6.3.4
Indien aan de werknemer een functie wordt aangeboden, wordt de volgende volgorde in
acht genomen:
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 9 van 16
a. dezelfde functie;
b. een gelijkwaardige functie qua opleiding en niveau (dezelfde functiegroep-indeling);
c. een functie op een hoger functieniveau,
d. een functie op een lager functieniveau van maximaal 1 functiegroep.
6.3.5
Aan de werknemer wordt een functieaanbod gedaan conform het gestelde in 6.3.4. Een
aanbod van dezelfde functie kan door de werknemer niet worden geweigerd. De werknemer
heeft twee weken bedenktijd om op het aanbod in te gaan. Weigering van het aanbod wordt
schriftelijk aan de werkgever kenbaar gemaakt. Weigert de werknemer dan zal de
Begeleidingscommissie worden ingeschakeld die het aanbod zal toetsen. Wanneer deze
Commissie oordeelt dat het functieaanbod niet passend is, wordt het aanbod als niet gedaan
beschouwd en wordt door de werkgever een nieuw aanbod aan de werknemer gedaan. De
werkgever is gerechtigd ontslag aan te vragen overeenkomstig de wettelijke bepalingen,
indien de werknemer niet op het passende aanbod ingaat. Wanneer deze commissie
oordeelt dat het functieaanbod wel passend is, wordt de werknemer in de gelegenheid
gesteld om de functie alsnog te aanvaarden. Weigert de werknemer de functie nog steeds,
dan is de werkgever gerechtigd om het ontslag van betrokken werknemer aan te vragen.
6.3.6
Herhaalde plaatsing
Indien na herplaatsing in een andere functie binnen zes maanden blijkt dat de betrokken
werknemer buiten zijn schuld niet geschikt wordt geacht voor de functie, zal de werkgever
zo mogelijk een andere functie aanbieden. In dat geval wordt de hiervoor beschreven
situatie niet beschouwd als weigering van een functie en is de procedure zoals beschreven
bij 6.3.5. wederom geheel van toepassing.
6.4
Vaststellen boventalligheid
Het boventallig stellen van werknemers geschiedt op basis van het anciënniteitprincipe per
categorie inwisselbare functie(s) zoals aangegeven in het formatieplaatsenplan.
6.5
Herplaatsingprincipes
De herplaatsingprincipes gelden voor degenen wier functie op basis van het
formatieplaatsenplan is komen te vervallen en die boventallig zijn geworden.
Deze werknemers hebben bij vacatures voorrang:
a.
Er wordt naar gestreefd om elke te herplaatsen werknemer te plaatsen in een functie die hij
of zij ambieert. Wanneer er meer kandidaten dan functies zijn, is het nodig om op grond
van een aantal principes te selecteren:
* Allereerst: voldoen aan de functie-eisen op grond van kennis, ervaring en/of
opleiding dan wel binnen een jaar daaraan te kunnen voldoen.
* Vervolgens: criterium diensttijd, degenen met de langste diensttijd worden het
eerst geplaatst.
b.
Herplaatsing mag slechts tijdelijk tot meer boventalligheid dan op grond van het
formatieplaatsenplan al was vastgesteld in de betreffende functiegroep.
c.
Met elke herplaatsingkandidaat wordt een belangstellingsgesprek gevoerd om te verkennen
welke herplaatsingmogelijkheden en wensen er zijn. Aan een dergelijk gesprek kunnen geen
rechten worden ontleend. De belangstelling wordt op een uniforme wijze geregistreerd.
d.
Indien aan de werknemer een functie wordt aangeboden, wordt de volgende volgorde in
acht genomen:
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 10 van 16
-
dezelfde functie;
-
een gelijkwaardige functie qua opleiding en niveau (dezelfde functiegroep- indeling);
-
een functie op een hoger functieniveau; in dit geval is er geen sprake van een
voorrangspositie als er ook andere interne kandidaten zijn.
-
een functie op een lager functieniveau van maximaal 1 functiegroep.
6.6
Overplaatsing wanneer de functie op een andere afdeling, locatie en/of standplaats
wordt uitgeoefend.
Overplaatsing geschiedt op basis van het formatieplaatsenplan, met inachtneming van het
principe mens volgt functie en het anciënniteitprincipe.
a.
Met de werknemer die moet worden overgeplaatst zal een belangstellingsgesprek worden
gevoerd.
b.
Indien meerdere werknemers die voldoen aan de functie-eisen voorkeur hebben voor
eenzelfde functie binnen een specifieke afdeling/locatie wordt de voorkeur van de
werknemer met de hoogste anciënniteit gehonoreerd.
c.
De werknemer is gehouden om in alle redelijkheid mee te werken aan een voorgestelde
overplaatsing. Dit geldt ook bij, naar het oordeel van de werkgever, noodzakelijke om-, heren bijscholing, die de werknemer in tijd en geld wordt vergoed.
6.7
Overige maatregelen en rechten in het kader van het herplaatsings- en
overplaatsingsbeleid
Indien er (nog) geen sprake is van plaatsing binnen de vastgestelde formatie kunnen de
navolgende maatregelen genomen worden:
a.
Tijdelijke plaatsing
De werkgever kan alleen na instemming van de werknemer, de werknemer voor wie nog
geen functie middels procedures van het her- en overplaatsingsbeleid is gevonden, ten
behoeve van de vervulling van een tijdelijke vacature of in het kader van vervanging,
tijdelijk plaatsen n een andere sector of op een andere afdeling of locatie in dezelfde
functie, een gelijkwaardige functie òf een lagere functie. Duur van de plaatsing wordt in
onderling overleg afgesproken, doch maximaal voor een periode van 1 jaar.
b.
Tijdelijk detacheren
Indien er geen functie beschikbaar is, kan de werkgever de werknemer met diens
instemming tijdelijk detacheren bij een andere werkgever. De arbeidsovereenkomst blijft
volledig van kracht en de kosten die direct verband houden met de detachering komen voor
rekening van de werkgever. Duur van de detachering wordt in onderling overleg afgesproken
doch maximaal voor een periode van 1 jaar.
c.
Vacatures
Indien tijdens de geldigheidsduur van dit Sociaal Plan Organisatieontwikkeling een vacature
ontstaat, neemt de werkgever de volgende volgorde in acht:
a.
de vacature wordt aangeboden aan herplaatsingkandidaten;
b.
de vacature wordt aangeboden aan overplaatsingskandidaten;
c.
indien binnen een termijn van zes weken de onder a en b genoemde vacature- stelling geen
geschikte kandidaten heeft opgeleverd, is de werkgever gerechtigd over te gaan tot interne
en daarna externe werving.
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 11 van 16
7.
ALGEMENE RECHTEN IN HET KADER VAN HET SOCIAAL PLAN
ORGANISATIEONTWIKKELING
In het eerste deel - deel A - van dit hoofdstuk worden de rechten aangegeven van
werknemers die overgeplaatst of herplaatst gaan worden.
In het tweede deel - deel B - van dit hoofdstuk worden de rechten aangegeven van
werknemers die door de werkgever als boventallig zijn aangewezen.
7.A
Algemene rechten bij overplaatsing of herplaatsing
Lopende rechten op basis van schriftelijk vastgelegde afspraken voor 1 januari 2003 worden
gehandhaafd.
7.A.1
Salaris bij gelijke en hogere functie
Indien de werknemer een functie aanvaardt en deze functie op gelijkwaardig niveau is
ingedeeld, vergeleken met de huidige functie, ontvangt de werknemer vanaf het moment
van daadwerkelijke uitoefening van de andere functie het salaris behorende bij de nieuwe
functie.
Aanvaardt de werknemer een functie die hoger is ingedeeld dan de huidige functie dan
ontvangt de werknemer vanaf datum uitoefening nieuwe functie tevens twee
bevorderingsperiodieken (artikel 9, hoofdstuk 7 CAO GGZ).
7.A.2
Salaris bij lagere functie
Indien de werknemer een andere functie aanvaardt en deze functie is op een lager niveau
ingedeeld dan behoudt de werknemer de oude salarisschaal inclusief de uitloop.
7.A.3
Onregelmatige dienst en crisisdienst
De werknemer die ten gevolge van een reorganisatie/organisatiewijziging niet meer in
aanmerking komt voor onregelmatige dienst en/of crisisdienst heeft recht op compensatie
conform het bepaalde in Hoofdstuk 10 B Onregelmatige dienst - art. 5 en Hoofdstuk 10 D
Crisisdienst - art. 5 lid 2, 3 en 4 van de CAO-GGZ.
Werknemers van 55 jaar en ouder behouden, onverminderd het bepaalde in art. 5 lid 2 van
Hoofdstuk 10 B Onregelmatige dienst, 50% van hun gemiddelde onregelmatigheidstoeslag.
7.A.4
Reiskosten woon-werkverkeer
Indien een werknemer naar een andere locatie wordt overgeplaatst of herplaatst zullen
aantoonbare meerkosten voor het woon/werkverkeer worden vergoed op basis van de
kosten openbaar vervoer 2 klas voor de periode van twee jaar.
In geval van eigen vervoer worden de nieuw te maken kosten vergoed tot ten hoogste het
maximum van de fiscaal vrijgestelde vergoedingen krachtens de handleiding loonbelasting.
Indien gekozen wordt voor vergoeding in tijd in plaats van geld, wordt de meer reistijd” als
werktijd beschouwd voor een periode van een halfjaar.
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 12 van 16
7.A.5. Verhuiskosten bij standplaatswijziging
Aan een werknemer wordt niet tegen zijn/haar wil een verhuisplicht opgelegd wanneer
hij/zij naar een andere locatie wordt overgeplaatst dan wel herplaatst.
Als op de werknemer een verhuisplicht van toepassing is, dan behoudt de werknemer de
daaruit voortvloeiende rechten.
Als de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd verhuist of binnen
een jaar te kennen geeft te willen verhuizen naar het door De Grote Rivieren vastgesteld
woongebied heeft hij/zij recht op een verhuiskostenvergoeding conform de CAO-GGZ. Vanaf
de datum verhuizing ontvangt de werknemer de vergoeding woon-werkverkeer conform de
CAO-GGZ.
Als de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en die binnen het
woongebied van De Grote Rivieren woont, wordt overgeplaatst of herplaatst, ontvangt
hij/zij het verschil in reiskosten berekend over een periode van maximaal twee jaar.
7.B
Algemene rechten bij boventalligheid
7.B.1
Opzegtermijn
Indien de werknemer daarom verzoekt, zal bij vrijwillige uitdiensttreding de werkgever
afzien van de geldende opzegtermijn voor de werknemer. Werkgever en werknemer bepalen
in goed overleg de datum van uitdiensttreding.
7.B.2
Sollicitatie
7.b.2. 1. Aan de werknemer wordt desgevraagd betaald verlof verleend ten
behoeve van sollicitatie.
7.b.2.2. Indien de potentiële nieuwe werkgever de reiskosten ten behoeve van sollicitatie
niet op zich neemt, worden deze door de werkgever vergoed.
7.B.3
Onbetaald verlof
Indien een werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst bij een andere werkgever heeft
afgesloten, zal op verzoek van de werknemer onbetaald verlof worden verleend. Dit om de
wettelijke proeftijd volgens het Burgerlijk Wetboek bij de nieuwe werkgever te kunnen
overbruggen. Wanneer de arbeidsovereenkomst bij de nieuwe werkgever een overeenkomst
voor bepaalde tijd is, kan de werknemer onbetaald verlof worden verleend voor de periode
van maximaal 1 jaar.
7.B.4
Studiekosten
Indien op de werknemer, op het moment van indiensttreding hij een nieuwe werkgever een
studiekostenregeling van toepassing is, wordt hem een eventuele terugbetalingsverplichting
kwijtgescholden. Indien de nieuwe werkgever de verplichtingen inzake studiekosten niet
overneemt is de werkgever gehouden de regeling te blijven toepassen als ware de
werknemer in zijn dienst gebleven. Het bepaalde in de vorige volzin is alleen van toepassing
in die gevallen, waarin er een aanwijsbaar verband bestaat tussen de beëindiging van het
dienstverband en het formatieplaatsenplan.
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 13 van 16
7.B.5
Jubilea
De boventallige werknemer die zelf ontslag neemt en binnen 12 maanden na beëindiging
van het dienstverband op grond van een jubileum recht zou hebben gehad op een
jubileumuitkering krijgt deze uitkering hij zijn vertrek uitbetaald. Deze uitkering wordt niet
uitbetaald als de nieuwe werkgever een vergelijkbare regeling kent en daarbij de jaren bij
de vorige werkgevers meerekent bij de bepaling van het aantal dienstjaren.
7.B.6
Kinderopvang
Indien de werknemer ontslag neemt en erbij de nieuwe werkgever geen
kinderopvangfaciliteiten beschikbaar zijn, dan kan hij nog gedurende maximaal drie
maanden gebruik maken van de kinderopvangregeling die bij de huidige werkgever voor hem
geldt. De vergoeding die hij daarvoor betaalt blijft gelijk. Na deze periode wordt de
werknemer geacht een alternatief gevonden te hebben. Indien de nieuwe werkgever bereid
is de kinderopvangfaciliteit over te nemen, is bovenstaande regeling niet aan de orde.
7.B.7
Loonsuppletie
Indien de boventallige werknemer zelf ontslag neemt en bij een andere werkgever een lager
betaalde functie aanvaardt met een zelfde arbeidsomvang maar met een salaris dat lager is
dan zijn huidige salaris, wordt het nieuwe salaris gedurende maximaal een jaar tijdelijk
aangevuld tot het oude salaris, naar rato van het oorspronkelijk dienstverband.
Deze bruto aanvulling wordt als volgt gegeven:

het eerste halfjaar 100% aanvulling

het tweede halfjaar 50% aanvulling van het verschil tussen het oude en het nieuwe
salaris.
7.B.8
Verhuiskosten
De werknemer die vrijwillig ontslag neemt in het kader van boventalligheid worden de
eventueel terug te betalen verhuiskosten kwijtgescholden.
7.B.9
Werken in deeltijd
Werknemers die boventallig zijn en vrijwillig in deeltijd gaan werken, kunnen gedurende
een periode van maximaal 1 jaar een aanvulling op het salaris ontvangen Deze aanvulling is
gelijk aan de helft van de vermindering die het salaris als gevolg van het werken in deeltijd
heeft ondergaan.
Bijvoorbeeld: bij een dienstverband van 100% en een deeltijdvermindering van 20%, wordt
gedurende 1 jaar 90% van het brutosalaris doorbetaald.
7.B.10 Outplacement
Een werknemer die boventallig is en geen of onvoldoende perspectief heeft bij de
werkgever, wordt geholpen door de werkgever bij het vinden van ander werk. Eén van de
manieren waarop de werkgever de werknemer kan helpen bij het vinden van ander werk, is
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 14 van 16
betrokkene outplacement aan te bieden. De kosten van het overeengekomen
outplacementtraject zijn voor rekening van de werkgever.
7.B.11 Tijdelijke detachering
a. De werkgever kan, op verzoek van de werknemer de werknemer tijdelijk detacheren bij
een andere werkgever.
b. In geval van tijdelijke detachering wordt in de arbeidsvoorwaarden geen wijziging
aangebracht.
7.B.12 Voorstellen door de werknemer
Individuele werknemers die als gevolg van een reorganisatie/organisatiewijziging boventallig
worden kunnen met voorstellen komen die leiden tot verbetering van hun
toekomstperspectief of het realiseren van een nieuw toekomstperspectief; daaronder
begrepen een mogelijk overeen te komen premie bij vrijwillig ontslag of een vergoeding
voor het volgen van bij/omscholing. Deze voorstellen kunnen aan de werkgever worden
voorgelegd en zullen in de geest van de vigerende rechtspositie worden besproken en
beoordeeld.
De acceptatie door werkgever en werknemer van een dergelijk voorstel kan leiden tot
ontbinding van de arbeidsovereenkomst en tot finale kwijting.
Indien een voorstel leidt tot een dergelijk besluit kan een werknemer geen beroep meer
doen op andere maatregelen uit het Sociaal Plan Organisatieontwikkeling.
7.B.13 Voorstellen door de werkgever
Daarnaast kan de werkgever aan een boventallige werknemer voorstellen doen inzake een
afkoop van de in dit hoofdstuk genoemde regelingen, daaronder met name begrepen de
afkoop van de bovenwettelijke regeling en van de regeling inzake loonsuppletie. De hoogte
van de afkoop zal tussen werkgever en werknemer in onderling overleg worden
overeengekomen. De acceptatie door werkgever en werknemer van een regeling leidt tot
ontbinding van de arbeidsovereenkomst en finale kwijting. De werknemer die van dit artikel
gebruik maakt kan verder geen beroep doen op andere maatregelen uit het Sociaal Plan
Organisatieontwikkeling.
8.
OVERGANGSPROTOCOL
In geval van verzelfstandiging, fusie e.d. vindt apart overleg plaats met de partijen zoals
genoemd bij ondertekening van dit sociaal plan.
9.
ADVIESCOMMISSIE SOCIALE BEGELEIDING (BEGELEIDINGSCOMMISSIE).
De werkgever stelt een begeleidingscommissie in. De taak van deze commissie is uitsluitend
op verzoek van werkgever dan wel werknemer adviseren over de toepassing van dit Sociaal
Plan Organisatieontwikkeling.
De commissie brengt over de verrichte werkzaamheden periodiek verslag uit aan de
werkgever en geanonimiseerd aan de Ondernemingsraad.
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 15 van 16
9.1
Samenstelling
De commissie bestaat uit ten hoogste drie leden, niet zijnde bestuurslid, directeur of lid van
de Ondernemingsraad.
Een lid wordt benoemd door de werkgever.
Een lid wordt benoemd door de ondernemingsraad.
Een voorzitter, gekozen door de twee hiervoor genoemde leden.
9.2
Bevoegdheden
De commissie heeft het recht
a. tot het horen van de betrokken werknemer(s) en de directe leidinggevende(n)
b. tot het horen van deskundigen.
De eventuele kosten van deze deskundigen worden gedragen door de werkgever voorzover
deze daarmee heeft ingestemd.
9.3
Reglement
De commissie stelt zo spoedig mogelijk na haar aantreden een reglement op dat haar
werkwijze adequaat regelt.
9.4
Verplichte adviesaanvragen
De werkgever is verplicht de commissie om advies te vragen wanneer hij in het kader van de
fusie/reorganisatie/organisatiewijziging voornemens is:
-
een werknemer op non-actief te stellen;
-
een werknemer te ontslaan;
-
een werknemer te herplaatsen c.q. een andere functie aan te bieden, terwijl hij niet
met werknemer tot overeenstemming kan komen;
-
een werknemer te verplichten tot om- of bijscholing in verband met een
functiewijziging.
9.5
Uitbrengen advies
De commissie geeft zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk drie weken na inschakeling, advies
over de voorgelegde kwestie. Deze termijn kan met drie weken worden verlengd. De
commissie geeft een schriftelijk advies aan de werkgever en de werknemer.
9.6
Afwijken advies
De uitspraak van de commissie is voor beide partijen zwaarwegend. Indien werkgever dan
wel werknemer afwijkt van het advies, moet hiervan schriftelijk gemotiveerd mededeling
aan de commissie worden gedaan en aan de werkgever dan wel de werknemer.
Bestandsnaam: Sociaalplan 3.3
Versie: 3.3
Datum: 20-6-2008
Evaluatiedatum: vóór 20-6-2012
Herzien op: juni 2007
Pagina 16 van 16
9.7
Geheimhouding
Voor de aan de commissie verstrekte persoonlijke gegevens geldt een geheimhoudingsplicht.
9.8
Belangenbehartiging werknemer
De werknemer mag zich, indien hij dat wenst, door een derde laten bijstaan. Eventuele
kosten hiervan komen voor rekening van de werknemer.
Download