GS SV H8 H9 - WordPress.com

advertisement
GS SV H8&9
Hoofdstuk 8
6. Nazificatie van de samenleving
Nazificatie van de samenleving = organiseren van de samenleving volgens de leer van de nazi’s.
Partijprogramma NSDAP: nationalisatie grote bedrijven. Hilter had echter voor andere dingen steun
nodig van bedrijven. Staat = opdrachtgever industrie -> oorlogsindustrie. Boeren stonden hoog
aangeschreven -> zuiverst Germaanse ras (weinig inmenging zoals in stad) en zouden de nieuwe
‘Lebensraum’ bewonen (koloniseren). Ook zorgen voor voedselvoorziening -> uitbreiden Duitse volk.
Ze werden verheerlijkt. Praktijk: net zo onderworpen aan leiding nazi’s en landbouw in dienst oorlog.
Vrouwen verheerlijkt als moeder, kinderen baren aangemoedigd. Vrouwen geheel of grotendeels
ontslagen op werk of universiteit. In oorlog: mannen aan front dus vrouwen toch werken.
Opvoeding jeugd: strijdbaar, nationalistisch en rassenbewust. Onderwijzend personeel ‘gezuiverd’.
Jeugdverenigingen: Hitlerjugend (HJ) met aparte meisjesafdeling: Bund deutscher Mädel (BdM).
Meerderheid vrijwillig lid, vanaf 1936 verplicht. Later: Rijksarbeidsdienst: 18-jarigen half jaar
arbeidsdienstplicht in werkkampen.
Maart 1933 ministerie voor volksvoorlichting en propaganda onder Goebbels. (pers, radio, film) Met
name radio: boeide veel mensen en makkelijker te beheersen. Goebbels: goedkope radiotoestellen
ontwikkelen. 1939: driekwart bevolking een radio. (ook in bedrijven(verplichte uitzendingen),
openbare ruimten etc.) Rijkscultuurkamer: alle publiceerders en kunstenaars lid.(geen joden en
tegenstanders, die vluchtten daardoor naar buitenland)
7. De terreur van de nazi’s
Terreur: gevaarlijke tegenstanders uitschakelen en weifelaars afschrikken. Waarschijnlijk veel succes.
SS (Schutz-Staffel; beschermingsafdeling) werd 1925 opgericht ten bescherming van Hitler (en
NSDAP). Eerst onderdeel SA, na ‘Nacht van de lange messen’ direct onder Hitler. Uitbreiding taak:
bescherming nationaal-socialistische staat d.m.v. uitschakeling tegenstanders. Leider SS, Himmler,
werd leider politie (dus nu heel machtig). SS alleen Arische ras, beste nazi’s. Eigen troepenmacht:
Waffen-SS (elite). Belangrijke plaatsen in front. Veel niet-Duitse vrijwilligers.
Concentratiekampen niet gepland. Maart 1933: arrestatie velen communisten: gevangenissen te
klein -> eerste concentratiekamp. Na machtberoving SA kwamen ze onder beheer SS. Mishandeling
gevangen -> veel overlijden. Veel nieuwe kampen en ook vernietigingskampen zijn opgericht in
oorlogstijd, ook in bezette gebieden.
8. De rassenpolitiek
Voor oorlog:
Rassenpolitiek joden in Duitsland. Doel: isolatie -> emigratie. Probleem: niemand wilde joden
opnemen. Joden moesten bezit achterlaten; landen dachten dat ze werkeloosheid zouden
verergeren. Toch emigreren 170.000 van de 500.000 joden. (met name Palestina)
Vanaf april 1933 stap voor stap antisemitische ideeën in de praktijk:
- April 1933: boycot Joodse winkels, ontslag Joden in overheid, onderwijs en media.
- 1935: Neurenberger wetten -> Joden en ‘Duits bloed’ mochten niet trouwen en Joden
werden de rechten van staatsburger ontnomen.
- 1938: openbare voorzieningen voor Joden verboden.
Verzet Joden? -> concentratiekamp. Veel Joden werden slachtoffer van straatterreur vd SA.
Toppunt -> Reichskristallnacht, november 1938. Duitse diplomaat door gevluchte Joodse jongen
vermoord. Joden opgepakt, vermoord en synagogen en winkels van Joden verbrand (ongestraft).
Na oorlog:
Ook Joden in bezette gebieden. Miljoenen erbij -> emigratie onmogelijk. Oplossing voor dit
probleem: Endlösung = ‘definitieve oplossing’. Einsatzgruppen van de SS schoten in veroverde
Russische gebieden communistische functionarissen, zigeuners en Joden dood. Toch te omslachtig ->
vergassen. Opkomst vernietigingskampen, verschillende soorten:
- Kampen om zoveel mogelijk Joden en zigeuners te vergassen. (Majdanek, Sobibor, Treblinka)
- Kampen als vernietigingskamp en werkkamp. (Auschwitz-Birkenau)
- Kampen die gevangenen zich dood lieten werken, uitputten. (Mauthausen, Natzweiler)
- Kampen voor krijgsgevangenen. Vooral kampen van Russen leken op vernietigingskampen.
Aantal vermoorde Joden uit West-Europese landen: vrij nauwkeurige gegrevens. Zigeuners uit OostEuropa zijn gebrekkig geregistreerd; onbekend dodenaantal.
9. Verzet in Duitsland
Verdeeldheid Duitse volk (voor of tegen). Sommigen twijfels aan Hitler. (vervolging, onderwijs)
Verzet in DL was echter moeilijker:
- Leden NSDAP, SA, SS, hielden bevolking in de gaten.
- Zeer groot deel bevolking stond achter Hitler (grote kans verraad)
- Ook niet/niet meer nationaal-socialisten zagen verzet tegen Hitler als landverraad.
Desondanks verzet d.m.v. pamfletten (bijv. Die Weisse Rose) of inlichtingen, maar geen schijn v kans.
Kerken vreesden verboden te worden en waren het eens met het anticommunisme en centrale
plaats gezin en rolverdeling. Evangelisch-lutherse Kerk viel uiteen: Duitse christenen (aanhangers
nationaal-socialisme) en Belijdende Kerk (aanhang nationaal-socialisme weigeren). Concordaat =
verdrag met paus -> vrije uitoefening van katholieke godsdienst. Kath. Kerk erkende Hitler. Hitler
hield zich er niet aan -> 1937 Paus veroordeelt nationaal-socialistische leer. Sommige dominees etc.
gingen ver in verzet, maar meesten bleven bidden voor de Führer.
Daadwerkelijke bedreiging = leger. Meeste hoge officieren waren conservatieven. Ondanks trouw
van eed plotten sommige officieren een moord op Hitler. 20 juli 1944: aanslag Hitler, mislukt. Hitler
nam bloederig wraak. Veel soldaten pleegden verzet: desertie van leger. (doodsstraf; landverraad)
10. Na de oorlog Duitsland tijdelijk in twee staten gesplitst
Mei 1945 verloor Duitsland de oorlog -> opsplitsing Derde Rijk. Vier bezettingszones (Engeland,
Frankrijk, VS, Rusland) en groot gebied naar Polen. Nazi’s werden aangepakt.
Geallieerden oneens over toekomst Duitsland -> verdeling twee staten: BRD (westerse geallieerden)
en DDR (Russische bezettingszone).
BRD: tot stand in 1949. Federaal en democratisch:
- BRD federatie uit aantal deelstaten.
- Deelstaten eigen regering en parlement, over bepaalde terreinen zelf beslissen.
- Hoogste orgaan BRD = Bondsdag (parlement)
- Bondsregering (zaken als buitenlandse politiek en defensie) = bondskanselier (grote macht,
kan worden afgezet door de Bondsdag) en bondsministers.
- Staatshoofd: bondspresident. Beperkte bevoegdheden.
DDR: (ook 1949) éénpartijstaat; SED (communistisch, naar Russisch voorbeeld). Om vluchten te
voorkomen: de Muur die Berlijn opsplitst. Walter Ulbricht, Duitse communist -> eerste leider DDR.
Opvolger: Erich Honecker in 1971. DDR moest ideale socialistische verzorgingsstaat worden, maar
‘luxegoederen’ slechte kwaliteit en zeer duur of onverkrijgbaar. Men zag op tv het welvarende West-
Duitsland. Hoewel ontevredenheid: oppositie onmogelijk. (werd voorkomen, onderdrukt door
ministerie staatsveiligheid, met ambtenaren en vele verklikkers)
Konrad Adenauer (CDU) werd de eerste bondskanselier BRD. Nauwe samenwerking met Ludwig
Erhard, minister van economische zaken die later hem opvolgde. Onder hun -> Wirtschaftswunder.
BRD profiteerde hierbij van de Marshallhulp. Binnen 10 jaar: verwoest land -> een vd sterkste
industrie- en handelsnaties vd wereld. Democratie en economische bloei bleken goed samen te gaan
-> burgers tevreden met het nieuwe systeem -> politieke stabiliteit en opbouw democratie. Wel jaren
’60 kritische beweging studenten, waar RAF uit voortkwam. ( tegen kapitalisme en imperialisme)
BRD erkende de deling en gebiedsafstand niet -> betrekkingen met Oost-Europa zeer koel.
Verandering in 1969 toen SPD (socialistisch) aan de macht kwam -> Willy Brandt nieuwe
bondskanselier. Onder hem toenadering West-DL en Oost-EU. Verdragen met Rusland en Polen en
erkende de gebiedsafstand, maar niet de DDR. Toch betere betrekkingen. Opgevolgd door Helmut
Schmidt, 1982 CDU aan de mach met als bondskanselier Helmut Kohl.
198 Gorbatsjov hervormingen Rusland -> macht staat en communistische partij minder. DDR deed
dat niet. Gorbatsjov werd door Oost-Duitse volk toegejuicht omdat zij dezelfde vrijheden wilden,
waarop demonstraties volgden. (ook voor samengaan DDR en BRD) Honecker trad af. (geen
Russische steun meer)
9 november -> ‘Muur’ open. 3 december -> aftreden hele communistische partijleiding. 18 maart
1990 eerste vrije verkiezingen in DDR. Taak: opheffen DDR, aansluiting BRD. Helmut Kohl populair in
DDR, werd ‘architect’ van de Duitse eenheid. Hij bereikte akkoord met Gorbatsjov:
- Nieuwe Duitse staat bleef lid van NAVO (westers militair bondgenootschap). Amerikaanse
troepen bleven waar ze waren.
- Russische troepen teruggetrokken uit DDR.
- In ruil hiervoor zou SU vijf miljard mark ontvangen.
3 oktober 1990 officiële opheffing DDR. Oost en west staatkundig verenigd, maar wel nog veel
verschillen tussen Oost en West. In korte tijd moest de planeconomie van de DDR naar een
markteconomie -> veel werkeloosheid op korte termijn. Ook in Oost veel meer vervuiling.
Hoofdstuk 9
1. Oorzaken van de Tweede Wereldoorlog
Vastliggende directe oorzaak (aanleiding): September 1939, Duitsland valt Polen binnen, waarop
Frankrijk en Engeland de oorlog aan Duitsland verklaren.
Dieper liggende oorzaken; discutabel.
Eerste groep onderzoekers:
Hitler hoofdschuldigen, maar Frankrijk, Engeland en Rusland medeverantwoordelijk. Hitler streefde
naar Lebensraum, Oost-Europa zou natuurlijk nooit meewerken -> oorlog. Maar geen wereldoorlog.
Dat zou gedeeltelijk liggen aan de politiek van Engeland, Frankrijk en Rusland.
- Franse en Engelse leiders probeerden eerst Hitler tevreden te stellen, hadden eerder hard
moeten optreden.
- Stalin maakte me het Hitler-Stalinpact de weg naar Polen voor Hitler vrij.
Tweede groep onderzoekers:
Hitler zou niet doelbewust op oorlog hebben aangestuurd, schuld is aan Frankrijk en Engeland.
- Verdrag van Versailles = belangrijkste oorzaak, samengesteld door vooral Frankrijk en
Engeland. Duitsland veel afgenomen: Hitler probeerde alleen dit terug te winnen.
- Ze lieten Hitler lang zijn gang gaan, dus Hitler verwachtte geen oorlogsverklaring.
- Ze hadden Rusland niet zo moeten wantrouwen, dan konden ze bondgenoten worden.
Derde groep onderzoekers:
De derde groep neemt het op voor Franrijk en Engeland.
- Ze hadden terecht schuldgevoel over het Verdrag van Versailles dus lieten herstellingen toe.
- Op conferentie van München gaven ze toe om Duitsl. zelfbeschikkingsrecht terug te geven.
- Hard optreden zou sowieso tot oorlog leiden. WO I was pas net voorbij en een volgende
oorlog zou nog verschrikkelijker worden. Daarom waren ze bereid tot concessies.
- Het wantrouwen was gerechtvaardigd, communisme = ondergang westerse kapitalisme.
2. De Tweede Wereldoorlog vergeleken met de Eerste
Bij de inval van Polen in september 1939 was er overal veel angst. (ook DL) Het woord oorlog werd
vermeden. Niemand was enthousiast.
In WO I werd alleen in Europa en het Midden-Oosten gevochten, WO II ook in Noord-Afrika en Azië.
Ook in EU meer landen erbij betrokken. (Eig. dubbele oorlog)
In WO II kwam het grootste deel van Europa onder Duits bestuur: toppunt van macht in zomer 1942.
Arische volken in W-Europa werden als bondgenoten gezien, DL probeerde de bevolking d.m.v.
propaganda en uitschakeling tegenstanders voor zich te winnen. (net als DL zelf in 1933)
Economie bezette gebieden -> voor oorlog inzetten. Eerste jaren weinig verzet toen DL
onoverwinnelijk was, maar toen het slechter ging, ging DL over tot dwangmaatregelen (bijv.
Arbeitseinsatz) en nam het verzet toe. (vooral onderduikers) Regels oorlogsrecht t.o.v. burgers veel
geschonden.
In O-Europa was de bezettingspolitiek veel harder -> was Lebensraum. Bevolking was een lager ras,
Duitse leger en SS hoefden v/d leiders geen rekening te houden met mensenrechten of volkenrecht.
Zoveel schrik moest verspreid worden dat elke lust tot verzet afgenomen werd.
WO II was bewegingsoorlog met artillerie en vliegtuigen tegen verdedigingslinies, panterdivisies
(tanks etc.) deden de rest. Meer troepverplaatsing.
Meer soldaatslachtoffers. WO I ruim 8 miljoen, WO II ong. 20 miljoen. Vooral uit Oost-front, want
West-front had minder slachtoffers dan in WO I. (WO I: groot aantal soldaten op 1 plek met massale
stormaanvallen. WO II: ruimte en snelheid; minder trefkans. + heel lang bezet -> weinig gevochten)
Oostfront -> 12 mil. soldaten dood terwijl het ook een bewegingsoorlog was:
 Aan Oost-front vochten meer soldaten dan aan het West-front.
 Oost-front hadden beide partijen 'standhouden tot het uiterste'-bevel (zelfs bij omsingeling)
 Russen combineerden bewegingsoorlog met massale stormaanval.
Oorzaken grotere verlies aan soldaten in WO II:
 Meer landen en veel meer soldaten bij de strijd betrokken.
 Duitse, Russische en Japanse soldaten: vechten tot het uiterste. Mochten niet overgeven.
Tijdens WO I voor het eerste op grote schaal krijgsgevangene. Na oorlog werden regels voor goede
behandeling krijgsgevangene opgesteld. Duitsland respecteerde deze alleen t.o.v. West-EU of
Amerikaanse krijgsgevangene. Rusland respecteerde ze ook niet. Veel doden.
Uitvindingen -> luchtmacht sterker na WO I. Ook veel burgerslachtoffers daardoor. Op land
versterking gemotoriseerd vervoer -> bewegingsoorlog mogelijk. Eind oorlog had Hitler hoop op
langeafstandswapens: V1 (onbemand vliegtuigje geladen met springstof) en V2 (raket) bijv. vanuit NL
op Londen. Echter niet gewenst effect. (VS en Rusland ontwikkelden ze na oorlog verder)
Atoombommen op laatst ontworpen (Hiroshima en Nagasaki) Door afstand werd oorlog
onpersoonlijker. (was ook al in WO I) Bijv. V1 en V2 kon moeilijk onderscheid worden gemaakt tussen
militaire en burgerlijke doelen -> veel burgerslachtoffers. In WO II geen traangassen, wel in WO I.
Veel meer burgers waren betrokken bij WO II dan in eerdere oorlogen, omdat:
 Miljoenen mannen waren in dienst, dus vrouwen vervingen hen. (werk, verpleging, verzet)
 Door bewegingsoorlog en beter vervoer werden meer en grotere gebieden getroffen.
 Uit veel O-Europese gebieden werd bevolking geheel of gedeeltelijk verdreven. (DL&Rusl.)
Ook vielen meer burgerslachtoffers dan in WO I (ongeveer 20 miljoen), door:
 Massale bombardementen op steden. (China, Engeland, Polen begin. Japan, Duitsland eind)
 Nazi-DL: ideologische oorlog met massamoorden. (Joden, Polen, Russen)
 Wreed optreden DL in bezette gebieden. (executies, uitmoorden dorpen (vooral op Balkan))
 In Azië veel Chinese burgerslachtoffers en in Nederlands-Indië Nederlanders in kampen.
Verwoestingen waren omvangrijker:
 Grote verwoestingen door bewegingsoorlog, vernietigender wapens, bombardementen.
 Oost-front: tactiek van 'de verschroeide aarde' van Russen en later Duitsers. Grote vernieling
Na WO I en zijn propaganda maakte de filmindustrie een snelle ontwikkeling door, vooral geluidsfilm.
Nieuw propagandamiddel: radio (belangrijkste voor beide partijen) en strooibiljetten. Radio:
redevoeringen, nieuwsuitzendingen en politiek gekleurde ontspanningsprogramma's.
Strooibiljetten: uitgeworpen boven vijandig gebied door vliegtuigen. Pers werd net als bij WO I
ingeschakeld voor propaganda. Vooral DL onder strenge censuur -> illegale pers in bezettingsgebied.
3. Nederland onder Duitse bezetting
WO II begon voor Nederland op vrijdag 10 mei 1940. Duitsland was in de minderheid, maar
gemoderniseerd en na de bombardementen op Rotterdam op 14 mei capituleerde Nederland.
De Nederlandse regering was gevlucht naar Engeland waar ze de kolonies bestuurde.
De aanval veroorzaakte verontwaardiging, omdat Nederland al van na de opstand van België vanaf
1839 neutraal was geweest. Neutraliteit leek destijds het beste voor de veiligheid en de handel. Later
ook moreel beter: Nederland goede voorbeeld om geen oorlog te voeren. WO I bevestigde dat
neutraliteit de beste aanpak was. Nederland zette de neutraliteit daardoor in de jaren ’30 voort.
Hoogste gedragszager: Seyss-Inquart, rijkscommissaris. NL moest nauw met het Duitse rijk
verbonden worden. (Germaans ras) Seyss-Inquart stond boven 1500 Duits bestuursambtenaren, die
Nederlandse ambtenaren bevelen gaven. Ook werd Sicherheitspolizei ingesteld tegen verzet. NLse
kust werd verdedigd tegen Engeland, NLse vliegvelden gebruikt voor Duitse jachtvliegtuigen.
Duitsers hadden twee doeleinden bij de bezetting:
- Nederland inschakelen bij Duitse oorlogvoering door mankracht (vrijwillige soldaten) en
producten (landbouw en industrie) te laten leveren.
- Nederland winnen voor nationaal-socialisme -> nazificatie (en dus verwijdering Joden)
Seyss-Inquart hoopte op vrijwillige nazificatie. Veel propaganda. Eerst voor Nederlanders weinig
verschil. (dezelfde kranten, nog altijd de bestaande omroepen; wel werd dus eigenlijk gecensureerd.)
Juni 1940: Nederlandse Unie: samenwerking Duitsers, maar benadrukking Nederlandse karakter.
Voor de oorlog bestond al politieke ontevredenheid, NU wilden een nieuwe start maken. (Veel leden)
Aanhang NSB (vanaf 1932) steeg aan het begin van de oorlog. Meeste Nederlanders voelden niets
voor de pro-Duitse NSB, maar waren wel bereid zich aan te passen en min of meer mee te werken.
Dit omdat bedrijven stand wilden houden en geld wilden verdienen, ambtenaren niet ontslagen
wilden worden, mensen carrière wilden maken. Sommige uit overtuiging bijv. door afkeer parl.
democratie of om het communisme te bestrijden. (daardoor veel vrijwilligers naar oostfront)
Vanaf begin 1941 harder optreden om nationaal-socialisme door te voeren, omdat:
- Nationaal-socialistische propaganda sloeg niet aan.
- Grotere bijdrage aan de oorlog moest geleverd worden, omdat DL op meerdere fronten
oorlog voerde.
Verplichte nazi-organisaties, zoals Kultuurkamer voor kunstenaars. Omroeporganisaties -> De
Nederlandse omroep (maar 1 rijksradio). Vakverenigingen -> Nederlands Arbeidsfront. NSB enige
toegestane politieke partij. (ook geen NU) NSB kende net als NSDAP een leider: Anton Mussert. NSB
kreeg weinig macht, leden verwerven via propaganda werkte niet. Wel NSB’ers op bestuursposten.
Aantal vrijwilligers in Duitsland was gering, dus dwang in Nederland eind feb. 1941. Werkte niet, dus
in 1943 werden in 1940 vrijgelaten NLse krijgsgevangenen weer opgeroepen. Protest -> April-meistakingen. (onderdrukt door executies, maar veroorzaakte moed onder soldaten) Door de levering
van producten aan Duitsland ontstond schaarste onder sommige producten.
Belangrijkste Duitse maatregelen waren vooral tegen Joden -> isolatie. (registratie -> ontslag, aparte
scholen, verbod bepaalde openbare plaatsen) 1942 Jodenster. Enige verzet hiertegen was de
Februaristaking (25 feb. 1941). Juni 1942: ‘werkverruiming in Duitsland’, meestal kamp Westerbork
in Drenthe, vanuit hier deportatie Auschwitz en Sobibor (vernietigingskampen).
Bijna overal dagelijkse confrontatie met de oorlog en bezetting door propaganda, schaarste aan
levensmiddelen en goederen (veel naar Duitsland en niks kon ingevoerd worden uit andere
werelddelen) Echte hongersnood werd voorkomen door het distributiesysteem (de bon). (Behalve
Hongerwinter) Ook was er ruilhandel en zwarte handel.
Op sommige beroepsgroepen had de bezetting grotere gevolgen (fabrikanten, ambtenaren,
politieagenten). Probleem: meewerken? Of anders? Wat moest je doen?
Door harder optreden nam de anti-Duitse stemming toe, meer tegenwerking en onderduikers.
Actief verzet: Verzet gericht tegen de bezetter, met of zonder geweld.Met name jongeren drukten
ondergrondse bladen af, kleine minderheid. (georganiseerd verzet: drukker, bankiers etc.)
Verzetsmensen hielden zich bezig met onderduikers, opvang neergeschoten bemanning Engelse of
Amerikaanse vliegtuigen, illegale kranten, valse persoonsbewijzen en bonkaarten, sabotage,
liquidatie gevaarlijke verraders. Meisjes waren koeriersters, vielen minder op. LO/LKP grootste
verzetsorganisatie: zocht vooral onderduikgezinnen.
Passief verzet: Verzet niet gericht direct tegen bezetter. Onderduikers of onderdak verleners.
Onderduikers: voormalige Nederlandse soldaten, studenten en arbeiders (moesten naar
Arbeitseinsatz)
Actief verzet: doodstraf. Passief verzet: concentratiekamp. Veel anti-Duitsers gaven bijv. beroep op.
Na invasie Normandië en opmars Rusland -> vastlegging Geallieerden. September 1944 bereikten ze
Zuid-NL. 5 september 1944: Dolle dinsdag. (feest door fout bericht bevrijding) Regering Nederland
riep op tot spoorwegstakingen, maar de opmars kwam niet over de Rijn. Najaar 1944 werd Zuid-NL
bevrijd door GB en Canada. (veel verwoesting) Het bezette deel van Nederland ondervond steeds
meer terreur (razzia's), waardoor verzet toenam en daarop ook de maatregelen.
Ontbreken mankracht, goederen, verbindingen -> (gedeeltelijk) verdwijnen voorzieningen. Door
spoorwegstaking en strenge winter ontstond vooral in westerse steden de Hongerwinter. (ook kou)
April 1945: bevrijding noord en oost Nederland, 5 mei 1945 gaven Duitsers in west zich strijdloos
over. Paar dagen later: capitulatie Duitse leger.
4. Gevolgen van de Tweede Wereldoorlog
Ongeveer 40 miljoen slachtovers (evenveel burger als soldaat). Gevolgen overlevende familieleden
waren groot door vele verliezen en voor andere overlevenden door klachten (ook psychisch).
Voor het eerst werden leiders verliezende staten berecht wegens oorlogsmisdaden. Mensen vonden
dat collaborateurs ook berecht moesten worden, maar dit bleek lastig door complexie&diversiteit
samenwerking en grote aantallen.
Ondanks vele verwoestingen en weggevoerd apparatuur naar Duitsland duurde het ongeveer tot
1950 tot Nederland weer terug was op het welvaartspeil van voor 1940. (was niet heel hoog)
Na WO II werden nieuwe grenzen getrokken in Europa. (Duitse grond naar Polen, daar wonende
Duitsers verdreven) Duitsland 4 zones -> Amerikaans, Engels en Frans = Bondsrepubliek, Russisch =
Duitse Democratische Republiek. Tijdens WO II groeiden Amerika en Rusland uit tot
supermogendheden. Nederlandse neutraliteit weg, sloot zich aan bij het westerse blok.
Tegenstelling VS en Rusland -> verdeling 2 machtsblokken (communistisch en westers) waartussen
de Koude Oorlog ontstond. (wapenwedloop) Afsluiting van elkaar veranderde pas in 1989-1990.
Sinds WO I waren nationalistische bewegingen in koloniën gegroeid en mogendheden begrepen het
einde van het koloniale tijdperk, maar er waren wel meningsverschillen. WO II -> nieuwe
mogelijkheden voor koloniën. Mogendheden bezig met oorlog; intussen versterkten zij. Veel
nationalistische bewegingen kregen het voor elkaar onafhankelijkheid te verkrijgen.
WO II -> versnelde ontwikkeling wapens. Eind oorlog -> begin atoomtijdperk. Veel meer landen
beschikten over technologie kernenergie > dreiging atoomramp/atoomoorlog. (gevolg WO II)
Na WO I was de Volkenbond onsuccesvol opgericht, dus nu andere aanpak: 50 staten tekenden in
1945 het Handvest van de Verenigde Naties. Taak VN: nieuwe oorlogen voorkomen, helpen bij
bestrijding armoede, ziekte, honger en onrecht. Na oorlog het gevoel van nooit meer. Veel staten
wilden bijdragen aan voorkomen van oorlog, dus westerse wereld: Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie (NAVO).
Download