LWL · Joods Leven in Europa buiten de grote steden · Oostjoodse immigratie in Duitsland Joods Leven in Europa buiten de grote steden Oostjoodse immigratie in Duitsland Reeds voor 1914 was er sprake van joodse emigratie uit Oosteuropa naar Duitsland... Fietstochtje van de "Hamborner Gruppe" van de Poale Zion. Foto: privéarchief L. Heid ... onder andere op gang gebracht door pogroms in het Russische tsarenrijk, hongersnood en armoede. Sinds 1915 probeerde de overheid van het Duitse Rijk systematisch om Oost-Europese arbeiders voor de wapenindustrie aan te trekken; voor een deel met medewerking van joodse vertrouwenslieden en de Duitse vakbonden. Onder deze arbeiders waren ook veel joden. Deze immigratie was vooral een beweging van jonge en ongetrouwde mannen. Ze kwamen hoofdzakelijk uit de Oostenrijks-Hongaarse provincie Galicië en uit Rusland; na 1918 ook uit de westelijke burgeroorlogsgebieden van de zich ontwikkelende Sovjet-Unie. Sinds de Poolse Delingen (1772-1795) leefde het merendeel van de Europese joden onder russische heerschappij - de meeste van hen in onvoorstelbare ellende. Naast Berlijn en de industriegebieden in Midden-Duitsland waren het Roergebied, Keulen en Düsseldorf vestigingscentra. Het verzamelbegrip "oostjoden" stond voor de sociale en culturele verschillen, maar gelijktijdig gaf het ook de geringschatting aan van de goed gesitueerde Duitse joden voor de verarmde nieuwe immigranten. In 1915 leefden ongeveer 50.000 oostjoodse arbeiders in Duitsland, in 1922 waren het ongeveer 150.000 mensen. In de grote steden in Pruisen vormden ze ca. 23 procent van de joodse bevolking, in de industriegebieden van het Roergebied vaak 30 tot 40 procent. Ongeveer 500 leefden bijvoorbeeld in Dortmund, 225 in Herne, 700 in Duisburg, 1.400 in Essen. -1- LWL · Joods Leven in Europa buiten de grote steden · Oostjoodse immigratie in Duitsland Legitimatiekaart van een Dortmunder kolenmijn voor de Poolse arbeider Eduard Vogel uit Lodz uit 1916. Afbeelding.: privéarchief L. Heid Van waar naar waar? Veel van de oostjoden, die de Poolse nationaliteit hadden, hadden dit aan de wisselvalligheden van de Europese geschiedenis te danken - bijvoorbeeld de joden uit Galicië, die, geëmigreerd uit een provincie van Oostenrijk-Hongarije, zichzelf plotseling na 1918 als Polen in Duitsland terugvonden. Statenloosheid werd na de Eerste Wereldoorlog door de nieuw geordende politieke landkaart tot een massaal noodlot. Sommige emigranten zagen Duitsland slechts als tussenstation op hun migratie - bijv. op de weg naar West-Europa (België, Frankrijk) of naar de USA. Meer dan twee miljoen joden verlieten tussen 1881 en de jaren 20 (19de eeuw) Europa - de meesten naar Noord- en Zuid-Amerika. Voor andere joden uit Oost-Europa was de weg naar Duitsland niet toevallig - ze zagen hier een cultureel en sociaal voorbeeld. Maar ook de democratische "Weimarer Republik" weigerde de meeste van hen (zoals reeds eerder het Keizerrijk) naturalisatie en burgerrechten. Uitwijzing en onderdrukking Uitwijzingen en willekeurige repressie hoorden tot het alledaagse leven van de oostjoden; van 1920 tot 1923 werden in verschillende plaatsen in Pruisen zogenaamde "interneringskampen" gesticht, waarvan de bewoners van "zwarte handel" (dus illegale zaken) en "bolsjewisme" werden beschuldigd. -2-