Module 1 Hematopoëtische stamceltransplantatie Leerdoelen • Het verschil begrijpen tussen allogene en autologe HSCT • De types en redenen voor de verschillende conditionering regimes voor HSCT begrijpen • Potentiële complicaties geassocieerd met HSCT herkennen • De meest courante vormen van ondersteunende zorg begrijpen en in staat zijn om deze in de klinische praktijk toe te passen HSCT, hematopoëtische stamceltransplantatie Hematopoëtische stamceltransplantatie • Hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) – Werd vroeger beenmergtransplantatie (BMT) genoemd – Transplantatie van multipotente hematopoëtische stamcellen die meestal uit beenmerg, perifeer bloed of navelstrengbloed worden gewonnen – Getransplanteerd om de hematopoëtische functie te herstellen bij patiënten met een beschadigd of defect hematopoëtisch systeem – Bij patiënten met maligne kankers is HSCT nodig om hun beenmerg te redden van de toxische effecten van chemotherapie – Het doel van HSCT bij patiënten met niet-kwaadaardige ziekten is het nietfunctionele of defecte beenmerg te vervangen • HSCT is ingedeeld volgens donorbron – Autoloog: van de patiënt zijn/haar eigen beenmerg – Allogeen: van iemand anders, verwant of niet, die werd geselecteerd als een geschikte HLA-match HLA, humaan leukocytenantigeen; IV, intraveneus; SCID, ernstige gecombineerde immunodeficiëntie Saria MG et al. Clin J Oncol Nurs 2007;11:53–63 Autologe vs allogene HSCT Autologe transplantatie Allogene transplantatie Definitie Stamcellen gewonnen uit eigen bloed of beenmerg van de patiënt Stamcellen afgestaan door een HLAcompatibele, verwante of niet-verwante donor Indicaties Leukemies, lymfomen, multipel myeloom Bepaalde types leukemie, lymfomen en andere beenmergaandoeningen Voordelen Geen risico op afstoting Donorcellen vallen mogelijk de resterende kankercellen aan ('graft versus disease'-effect) Nadelen Kankercellen worden mogelijk samen met stamcellen geoogst Risico op afstoting Kankercellen kunnen mogelijk het immuunsysteem omzeilen Donorcellen vallen mogelijk het lichaam van de patiënt aan ('graft versus host'reactie) Verhoogd risico op infectie Saria MG et al. Clin J Oncol Nurs 2007;11:53–63; Passweg JR et al. Swiss Med Wkly 2012;142:w13696; American Cancer Society - Stem Cell Transplants. Available at http://www.cancer.org/treatment/treatmentsandsideeffects/treatmenttypes/bonemarrowandperipheralbloodstemcelltransplant/stemcell-transplant-types-of-transplant, accessed February 2014 Autologe vs allogene HSCT Gebruik Autologe transplantatie Allogene transplantatie Overbruggen van hematopoëtisch falen tijdens hoog-gedoseerde chemotherapie als behandeling van tumoren van het hematopoëtische systeem Vervangen van het hematopoëtische systeem bij patiënten met verworven of congenitaal falen, en meer algemeen om het 'graft versus tumour'-effect te benutten Saria MG et al. Clin J Oncol Nurs 2007;11:53–63; Passweg JR et al. Swiss Med Wkly 2012;142:w13696; American Cancer Society - Stem Cell Transplants. Available at http://www.cancer.org/treatment/treatmentsandsideeffects/treatmenttypes/bonemarrowandperipheralbloodstemcelltransplant/stemcell-transplant-types-of-transplant, accessed February 2014 Conditionering is vereist bij HSCT Patiënten krijgen voorafgaand aan HSCT conditonering door middel van chemotherapie met of zonder radiotherapie • Voorbereidingsbehandelingen bij autologe HSCT hebben als doel de ziekte uit te roeien • Bij allogene HSCT is conditionering vereist om: – de ziekte uit te roeien – Door middel van immunosuppressie afstoting als gevolg van 'graft versus host'-reactie te voorkomen – een stamcelniche te creëren in het beenmerg om innestelen van de donorcellen mogelijk te maken Histologische coupe van het beenmerg Saria MG et al. Clin J Oncol Nurs 2007;11:53–63; Passweg JR et al. Swiss Med Wkly 2012;142:13696; Gratwohl A & Carreras E. Principles of conditioning. In: Apperley J, Carreras E, Gluckman E Masszi T eds. ESH-EBMT Handbook on Haematopoietic Stem Cell Transplantation. Genova: Forum Service Editore, 2012 pp 122–37 Soorten conditionering regimes • Conditionering regimes spelen een hoofdrol bij HSCT en zijn vereist voor ziektebestrijding op lange termijn • Traditioneel werden myeloablatieve voorbereidingsbehandelingen toegepast bij HSCT • Myeloablatieve behandelingen vernietigen het beenmerg en omvatten: – hooggedoseerde (8–10 Gy) totale lichaamsbestraling – Busulfan en chemotherapie met cyclofosfamide • Deze behandelingen zijn echter gerelateerd met significante morbiditeit en mortaliteit – Dit heeft geleid tot het ontwikkelen van een nonmyeloablatieve behandeling welke minder toxisch is Gy, Gray (unit of radiation) Shi M et al. Blood Lymphat Cancer 2013;3:1–9 Patiënt die radiotherapie krijgt Verminderde intensiteit en nonmyeloablatieve behandelingen Deze vormen van conditionering zijn ontwikkeld om de morbiditeit en mortaliteit te doen dalen • Laaggedoseerde (2–3 Gy) totale lichaamsbestraling met of zonder fludarabine • Andere chemotherapeutische geneesmiddelen, zoals busulfan of cytarabine en idarubicine, gecombineerd met fludarabine • Treosulfan als een substituut voor busulfan Nieuwe behandelingen: • Totale bestraling lymfoïde weefsel • Monoklonale antilichamen • Radio-immunotherapie Shi M et al. Blood Lymphat Cancer 2013;3:1–9 HSCT is geassocieerd met meerdere complicaties Pre-transplantatie fase Vroege post-transplantatie Late post-transplantatie Grampositieve bacteriën Gramnegatieve bacteriën Cytomegalovirusinfecties Aspergillus, Candida Conditionering behandeling toxiciteiten Varicella-zostervirus Engraftment syndrome Chronische GVHD Acute graft-versus-host disease (GVHD) Hepaticoveno-occlusieve ziekte Bronchiolitis obliterans Diffuse alveolaire hemorragie Idiopatisch pneumoniesyndroom Hemorragische cystitis Hemorragische cystitis Hemorragische cardiomyopathie -1 1 Acuut nierfalen 2 3 (Day 0 = transplantatie) 4 5 8 12 (Dag 30) Weken na transplantatie Chronologie van complicaties bij hematopoëtische stamceltransplantatie Aangepast van Saria MG et al. Clin J Oncol Nurs 2007;11:53–63 16 (Dag 100) 20 Neutropenie, GVHD en infectie zijn belangrijke complicaties die interventie vereisen • Complicaties geassocieerd met HSCT vereisen profylaxe of behandeling: Neutropenie Groeifactoren (b.v. G-CSF) GVHD Immunosuppressiva (b.v. corticosteroïden, cyclosporine) Antibacteriële middelen Infectie (b.v. antibiotica, antimycotica) G-CSF, granulocyte-colony stimulating factor; GVHD, graft-versus-host disease Saria MG et al. Clin J Oncol Nurs 2007;11:53–63; Masszi T & Mank A. Supportive Care. In: Apperley J, Carreras E, Gluckman E Masszi T eds. ESHEBMT Handbook on Haematopoietic Stem Cell Transplantation. Genova: Forum Service Editore, 2012 pp 156–74 HSCT na chemotherapie vereist ondersteunende zorg Verschillende klinische problemen die optreden na HSCT vereisen vaak ondersteunende zorg Verzwakte voedingstoestand Mucositis Ondersteu nende zorg Misselijkheid Masszi T & Mank A. Supportive Care. In: Apperley J, Carreras E, Gluckman E Masszi T eds. ESH-EBMT Handbook on Haematopoietic Stem Cell Transplantation. Genova: Forum Service Editore, 2012 pp 156–74; Chemotherapy Induced Nausea & Vomiting; A Nurse’s Perspective. Available at http://www.ebmt.org/Contents/Resources/Library/Slidebank/EBMT2013SlideBank/Documents/Nurses/N1239.pdf, accessed February 2014 Samenvatting van HSCT • Bij autologe HSCT worden cellen afkomstig van het eigen beenmerg van de patiënt gebruikt; bij allogene HSCT worden cellen van een verwante of niet-verwante donor gebruikt • Bij autologe HSCT bestaat geen risico op afstoting, kankercellen kunnen echter samen met stamcellen worden getransplanteerd • Bij allogene HSCT kan een gunstig 'graft versus cancer'-effect optreden, hoewel er ook een risico op afstoting en GVHD mee gepaard gaat • Conditionering voorafgaand aan HSCT is vereist om de ziekte uit te roeien, afstoting te voorkomen en innestelen te bevorderen • Conditionering regimes met een verminderde intensiteit hebben als doel lagere morbiditeit en mortaliteit • HSCT en conditionering zijn geassocieerd met vele complicaties zoals neutropenie, mucositis en misselijkheid die behandeling en ondersteunende zorg vereisen Vragen voor zelfbeoordeling 1. Wat is van de volgende mogelijkheden geen risico bij autologe HSCT? a) Oogsten van kankercellen b) Graft-versus-host -ziekte c) Kanker omzeilt getransplanteerde cellen Vragen voor zelfbeoordeling 2. Omwille van welke drie redenen zijn conditionering regimes noodzakelijk vóór HSCT? Vragen voor zelfbeoordeling 3. Wat is het onderscheid tussen myeloablatieve en nonmyeloablatieve conditionering? Vragen voor zelfbeoordeling 4. Immuunsuppressiva zoals corticosteroïden worden gegeven om welke HSCT-gerelateerde aandoening op te volgen? a) Neutropenie b) Graft-versus-host -ziekte c) Infectie Vragen voor zelfbeoordeling 5. Welke van deze drie klinische problemen die optreden na HSCT vrezen patiënten het meest? a) Verzwakte voedingstoestand b) Misselijkheid c) Mucositis