Leerpsychologie H1: Basisconcepten en definities Fundamentele kenmerken van leren o Mechanismen die gedragsverandering veroorzaken maar géén leren zijn: Maturatie, evolutie, vermoeidheid, stimulusverandering, motivatie-effecten o Definitie leren Relatief duurzame verandering in het potentieel om een bepaald gedrag te stellen die toe te schrijven is aan ervaring met gebeurtenissen in de opgeving die specifiek gerelateerd zijn aan dat gedrag o 3 types van leren [S] = habituatie/sensitisatie [S-S] = klassieke/Pavloviaanse conditionering [R-S] = operante conditionering Algemeen-proces benadering o 2 assumpties: Dezelfde fundamentele leerprocessen zijn aan de orde in een veelheid van leertaken/situatie, en dit in principe bij alle diersoorten Er bestaan een aantal “universele” leerwetmatigheden o Ontkent niet dat bij verschillende leertaken/diersoorten: Verschillende soorten prikkels betrokken kunnen zijn Verschillende soorten responsen gesteld kunnen worden Bepaalde leertaken relatief moeilijker/makkelijker verlopen Voordeel van proefdieren in leerpsychologie: slides p.15 Inadequate alternatieven: HB p.13 H2: De structuur van ongeconditioneerd gedrag Homogeen versus heterogeen substraat van gedrag o Homogeen = boetseren klei tot gewenst object o Heterogeen = bewerken blok hout tot gewenst object “Nerven en knoesten” = genetisch geprogrammeerde predisposities en gedragstendensen Het concept “reflex” o Descartes: reflex als verklaring/model voor onvrijwillig, automatisch gedrag o Reflexboog: slides p.18 Complexe vormen van ontlokt gedrag o Modale Actie Patronen (MAP) Aangeboren, soortspecifieke patronen van ontlokt gedrag (elicited behavior) Modaal: merendeel v/d leden v/e soort vertonen het actiepatroon op erg gelijkaardige wijze Soort-specifiek o Signaalprikkels Beperkte set van cruciale prikkelkenmerken v/d complexe ontlokkende prikkelconfiguratie, die noodzakelijk en voldoende zijn om een MAP te ontlokken Organisatie van ontlokt gedrag o Reflexen en MAP’s worden gecoördineerd en georganiseerd door aangeleerde en niet-aangeleerde factoren o Motivationele factoren = cruciaal! Hydraulisch model van Lorenz (slides p.23) Opbouw en ontlading motivationele toestanden Signaalsprikkel = releasing stimulus o Appetitief en consummatorisch gedrag Betreft sequentiële organisatie Appetitief gedrag bestaat uit activiteiten die organisme toelaten in contact te komen met signaalstimuli die MAP’s ontlokken die responssequentie voltooien of “consummeren” o Gedragssystemen Meestal sequentie 3 of meer gedragsmodi Lineaire sequentie Bi-directioneel Iedere modus gekenmerkt door specifieke responsen en verhoogde aandacht/sensitiviteit voor specifieke prikkels H3: Habituatie en sensitisatie Algemene principes van regulatie o Hoe ongeconditioneerd elicited gedrag wijzigt louter in functie van herhaalde aanbieding van de ontlokkende prikkel of signaalprikkel o Descartes: Sterkte reflex = functie van intensiteit ontlokkende prikkel Automatisch, invariant, onvermijdelijk o Descartes = FOUT! Modificeerbaar (habituatie/sensitisatie) ifv. herhaalde ervaring met prikkels Effecten van herhaalde aanbieding v/e ontlokkende prikkel o Habituatie Oriënteerrespons (OR) Nieuwe prikkel in omgeving oriënteren aandacht naar prikkel Vertrouwde, herhaald aangeboden, onschadelijke prikkels OR daalt (habituatie) DUS: habituatie = functioneel! Determinanten van habituatie-effecten Prikkel-specificiteit en generalisatie (figuur slides p.32) Spontaan herstel (figuur slides p.33) o Sensitisatie Tweevoudig-proces theorie o S-R systeem en Toestand-systeem o Implicaties van de theorie Solomons opponente proces theorie H4: Pavloviaanse conditionering: basisconcepten H5: Prikkelrelaties bij Pavloviaanse conditionering H7: Instrumentele of operante conditionering