Verslag digitale democratie Mildo van Staden, Koos Steenbergen 16 januari 2017 Dit verslag is gebaseerd op uitkomsten (presentaties, discussies, observaties) van een lunchlezing over digitale democratie (17 maart 2016), een dialoogsessie digitale democratie (12 januari 2017), enkele literatuur en ook eigen observaties. Aanleiding Digitalisering raakt steeds meer vervlecht met de maatschappij. De digitale ontwikkelingen kennen soms hun eigen dynamiek met eigen ordeningsprincipes (denk aan de Amerikaanse data platforms) die aanzienlijk sturend kunnen zijn in hoe we ons organiseren en gedragen. Soms zijn digitale ontwikkelingen minder sturend en meer instrumenteel van aard en passen ze goed binnen bestaande kaders, of ontwikkelingen. Hoe dan ook, er gebeurt van alles en er is dus sprake van een sterke verwevenheid van technologie met ons dagelijkse leven. Achter digitale ontwikkelingen schuilen allerlei waarden die vaak impliciet zijn. Gebiedonline.nl en Nextdoor willen beiden op digitale wijze buurten ondersteunen, maar hoewel ze op elkaar lijken, is hun business model wezenlijk anders, maar het bepaalt wel hoe we ons gedragen, wie we ontmoeten, wat we mogen zeggen en alle voorwaarden van dien. Of de toename van digitale tools om direct te kunnen stemmen, lijken te passen in een trend dat burgers zeggen meer directe zeggenschap te willen, maar heeft ook, zoals iemand op de bijeenkomst zei, allerlei implicaties voor onze representatieve democratische traditie. De vraag is dus wat voor betekenis digitalisering heeft voor de democratie en voor de verwezenlijking van democratische en publieke waarden. Is er sprake van een probleem en waar wringt het? Begrip democratie Democratie is geen eenduidig begrip, er zijn minimale en maximale definities. Als we burgers vragen wat ze onder democratie verstaan dan krijgen we uiteenlopende antwoorden (SCP). Gaat dan alleen niet om vrije verkiezingen, maar ook over onafhankelijke rechters, vrije nieuwsvoorziening maar ook om preventie tegen armoede. Dat laatste zou je kunnen zien als een sociaal grondrecht, maar burgers associëren dat ook met democratie. In de bijeenkomsten lag de focus enerzijds op ‘macht’ en ‘machtsverhoudingen’ (cratos), in relatie tussen bestuur/politiek en burgers (demos) , maar ook tussen burgers en bedrijfsleven. Gaat om de voorkant zoals invloed, participatie, zeggenschap, openheid, toegankelijkheid m.a.w. dat iets met ideeën wordt gedaan, of dat machteloosheid wordt geadresseerd (responsiviteit), maar ook aan de achterkant; transparantie, inzage hebben, controle en verantwoording. Openheid, transparantie, zeggenschap etc. zijn hier vooral democratische waarden. Anderzijds ging het ook om meer algemenere publieke waarden. Gaat niet alleen specifiek om privacy, of veiligheid van persoonlijke data, belangen die we direct associëren met internetverkeer, maar ook om publieke belangen, zoals bijvoorbeeld toegankelijkheid van (publieke) voorzieningen, economische solidariteit, empowerment van burgers, preventie tegen armoede, het voorkomen van uitbuiting of discriminatie, directe toegang tot informatie en nieuws (denk recent aan de commotie rond ‘nepnieuws’ en filterbubbels tijdens de USA verkiezingen). Dan enerzijds focus op democratie en ‘macht’ in de meer ruime, maatschappelijke zin, van het woord. De positie van burgers in de big data samenleving Impact van digitalisering op de big society: 1 De invloed van het bedrijfsleven (Sillicon Valley-bedrijven) op het maatschappelijke leven. De architectuur en economische modellen van platformen kunnen sturend zijn in het gebruik ervan. De toenemende inzet van overheid op monitoring en surveillance van burgers (ikv veiligheid, preventief beleid, smart cities). De toenemende mobilisatiekracht en innovatief vermogen van burgers (sociale innovatie) om invloed uit te oefenen in het publieke domein (Geenpeil). Is er een probleem met de democratische positie van burgers in de big data society, of staan democratische/publieke waarden op het spel? Lastig om eenduidig vast te stellen, afhankelijk van invalshoeken en interpretaties van mensen/deskundigen: Ja, probleem volgens aanwezigen: Het zou schimmig zijn wat bedrijven met data van burgers doen. Sillicon Valley bedrijven keren zich bovendien fel tegen democratie (“technologie moet het overnemen van staat en politiek”), maar krijgen wel steeds meer invloed in het publieke domein. Vooral over data algoritmen maken we ons steeds meer zorgen (kwam ook duidelijk naar voren tijdens de dialoogsessie). Het gebruik van data algoritmen door bedrijven en overheden is lang niet altijd democratisch en werkt ongelijkheid in de hand (O’Neil). Wat kunnen we hier concreet tegen doen? Is de ‘Facebook democratie’ een feestje of niet? We worden afhankelijker van infrastructuur van bedrijven, maar wat als zij de voorwaarden bepalen? Is dat acceptabel of niet? De AIVD krijgt meer bevoegdheden voor online opsporing en volgens critici staat daar weinig transparante verantwoording tegenover. In de deeleconomie zijn er aanwijzingen van toenemende ongelijkheid. Wie wat bezit heeft wat te delen en wordt rijker. ICT-bedrijven storten zich op ‘smart cities’ om overheden te helpen meer grip te krijgen op hun stad en inwoners. Stedelijke problemen worden vanuit een mix van bedrijfseconomische efficiency-denken en surveillance benaderd. Afgemeten aan de hand van allerlei voorbeelden en best practices lijken nieuwe technologie vooral een verleiding voor de overheid om meer aan control, opsporing en handhaving te doen (zoals besparen op uitvoeringskosten, fraude onderzoek) en niet om de dienstverlening te versterken (burger zien als kans ipv risico). Zie WRR-rapport Big Data. Ook hier onduidelijkheid over data algoritmen. Nee, geen probleem volgens anderen: De ‘checks and balances’ werken goed: toezichthouders, journalisten volgen ontwikkelingen kritisch en belichten incidenten breed uit Bedrijven uit Sillicon Valley gebruiken data vooral voor relatief onschuldige commerciële doeleinden. Er is en er komt meer toezicht op de opsporingsdoeleinden (denk aan de WiV en ook recente WRR-rapport Big Data). Rondom dataverzameling zijn er strikte regels en rond dataprotectie verordeningen loopt er al van alles (EU). De nieuwe AVG wordt strenger. De deeleconomie is vooralsnog betrekkelijk klein van omvang en is er niet zonder slag of stoot. Dus geen reden om ons zorgen te maken. Efficiëntie en control in de stad dragen bij aan meer gemak en veiligheid. De belastingmoraal is hoog. Om dat hoog te houden is het wel van belang dat mensen die misbruik maken van overheidsgeld worden aangepakt. Conclusie: Geen consensus over het probleem. We zouden het ook kunnen aanvliegen als innovatiekans. Of beter in beeld brengen d.m.v. verkenning en onderzoek waar het misgaat en democratische waarden onder druk komen te staan. Ook of de checks and balances voldoende 2 functioneren. Verder concretiseren wat is er nodig om burgers meer invloed en zeggenschap te geven, of controle in de big data society. Verder het idee van data algoritme accountability, of meer pro-actief: gebruik als overheid de data algoritmen voor ‘the better good’ (publieke belangen, b.v. versterken empowerment van burgers in digitale dienstverlening door ze b.v. te wijzen op rechten en voorzieningen die ze mis lopen). Of creëer zoals SIDN fonds een eigen fonds ter versterking van de digitale democratie (en waarden) in de big data samenleving. Dan anderzijds, de focus op de tweede invalshoek van digitale democratie, in enge zin, waar het vooral gaat om betrokkenheid bij bestuur en beleid. Impact van digitalisering op democratie: Snellere organisatie en mobilisatiekracht (Oekraïne referendum wordt veel genoemd) Individueel engagement (mensen bezoeken geen raadsvergadering meer, maar klikken via internet naar politieke activiteiten) Medialogica die past bij het theater van het populisme Technologie is enabler voor directe democratie of andere vormen, experts noemen o.a. Blockchain. Mogelijkheden om via digitale toepassingen responsiever te opereren en bewoners meer zeggenschap te geven in bepaalde beleidsvraagstukken Wakende, controlerende oog van burgers worden dankzij media versterkt. Tegelijkertijd ook sprake van filter bubbles en verspreiden van ‘nepnieuws’. Uit de discussies bleek dat deze ontwikkelingen problematisch kunnen zijn: Of er een kloof is tussen eigentijdse manier van politiek organiseren (via Whatsapp, internet) en het bestaande democratische bestel van 1 x per jaar kiezen (horizontaal versus verticaal). De traditie van de representatieve democratie kan onder druk komen te staan mede door technologie (directe invloed van kiezers, 24/7 transparant zijn) en medialogica (emoties, onbetrouwbare informatie). Kosten van raadgevende referenda (als er meer komen) Monitoring van het politieke nieuws kan lastiger worden door filter bubbles en ‘nepnieuws’ en afbrokkelen van het gezag van media en kennis. Maar ook hier zijn argumenten die pleiten voor het tegendeel: In Nederland is al veel goed geregeld. Wat is dan precies het democratische tekort? (kwam sterk terug in de dialoog sessie). Hieraan gerelateerd: Los van de technologie steunen burgers het idee van de democratie en is het vertrouwen groot (zie weer SCP onderzoek). Met twee kanttekeningen: o burgers zeggen behoefte te hebben aan meer mogelijkheden om te stemmen, meer zeggenschap of andere vormen van invloed uitoefenen en o er zijn in algemene zin wel tekenen zijn van onbehagen en onzekerheid over de werking van ons democratisch bestel, denk aan dalende opkomst bij verkiezingen (uitgezonderd de Tweede Kamerverkiezingen), grotere volatiliteit in het kiesgedrag, dalend ledental van politieke partijen, functieverlies van politieke partijen, vergruizing van het politieke landschap, groeiende twijfel over het gezag van de politieke instituties en van politieke ambtsdragers. Of er sprake is van een probleem is ook hier afhankelijk van invalshoeken en interpretaties. Als we naar de literatuur kijken, dan lijken de meeste experts geen aanleiding te zien om heel veel te veranderen omdat het democratisch tekort op basis van empirisch bewijs wel meevalt (van der Meer) of in de opkomst van ‘boze burgers’ het bewijs zien dat de democratie juist goed werkt (Koenis). 3 Probleem wordt nog wel gezien bij gevestigde politieke partijen en bestuurderscultuur die niet meer past bij deze tijd (o.a. Van der Meer) Experts die representatie steunen, maar met aanvullingen komen zoals meer kunnen stemmen (burgermeester, regeringsleider, polls, referenda, participatie in beleid). Experts die vooral de nadruk leggen op communicatie en minder op institutionele veranderingen. Op het uitleggen van beleid, inzage geven, verantwoording, de morele afwegingen bloot leggen. Beloof geen ‘gouden bergen‘ , maar leg uit wat het democratische tekort is. ‘Burgerschap’ werd op bijeenkomsten niet veel genoemd. Want een manier om burgers zeggenschap en invloed te geven is om hen zelf het initiatief te geven om actief te werken aan de publieke zaak. Daarbij zou je de nadruk kunnen leggen op innovatie: burgers, organisatie, bedrijven en netwerken (in de sociale infrastructuur) die nieuwe oplossingen zien voor maatschappelijke vraagstukken, of voor dienstverlening en handhaving. Dat kan gaan om het gebruik van nieuwe modellen en concepten, en/of met nieuwe technologie. De AWTi heeft het over de innovatieve vorm van de ‘doe-democratie’ die verder gaat dan de moestuin. Conclusie: ook rond deze tweede invalshoek van digitale democratie, het betrekken van burgers bij politiek en beleid, is het probleem niet evident. En ook hier zou je de innovatiekans kunnen benadrukken. Maar dat is geen sinecure. Denk b.v. aan het betrekken van burgers met digitale middelen. Participatieaantallen op met name rijksniveau vallen vaak tegen en vaak schort het aan een goede uitvoering (Rathenau onderzoek). Je zou kunnen denken aan internetconsultatie voorafgaand aan de start van nieuw beleid. Verken de innovatieve ‘doe-democratie’: is er animo e.d. Dan: adopteer, agendeer en geef ruimte aan sociale innovatie. 4