11-02-03, HC, rechtsfilosofie, Kristel van Dijk Kritiek op Austin vanuit de rechtstheorie: Fuller en Hart Kritiek op Austin vanuit de geschiedenis van de rechtsfilosofie: Vanuit de huidige Nederlandse rechtsorde (democratie en rechtsstaat) =H4, vanuit hogere waarden = H3 Democratie: het volk is soeverein, vastgelegd in de Amerikaanse onafhankelijkheids verklaring (1776), afscheiding van Engeland: de Amerikaanse kolonisten moesten belasting betalen maar werden niet vertegenwoordigd in het Engelse parlement ‘no prestation without representation’ dit werd niet verwezenlijkt dus verkozen ze de onafhankelijkheid. gebaseerd op de theorie van John Locke De soevereiniteit ligt bij het volk; Franse revolutie; de koning wordt terzijde geschoven gebaseerd op de theorie van Rousseau 1848: Thorbecke, ministeriele verantwoordelijkheid. H3: het positieve recht moet de gerechtigheid van God / natuur van de mens dienen hogere waarden: het recht is geen willekeurige zet van bevelen ,aar moet voldoen aan hoger recht H4: het belang van het individu, ondersteunen democratische procedures Overgang van hoger recht naar democratische procedures Moderne tijd 16e en 17e eeuw Zonder de leer van het maatschappelijk verdrag speelt de individu geen vooraanstaande rol. Historisch overzicht: 1. Grieks – Romeinse tijd: Plato en Aristoteles, 5e – 4e eeuw v. Chr. Stoa 2. Christendom: NT 3. Vroege middeleeuwen: Augustinus, 4e – 5e eeuw n. Chr. De wil van God 4. Christelijke middeleeuwen: Thomas van Aquino, 13e eeuw n. Chr. De menselijke natuur 5. Moderne tijd, 16e – 17e eeuw, de leer van het maatschappelijk verdrag Locke: 17e eeuw, natuurlijke rechten Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring Rousseau: 18e eeuw, volonte generale, Franse revolutie, verklaring 1789 6. 19e eeuw, utilisme, Marxisme 7. 20e eeuw, Rawl’s hernieuwde leer van het maatschappelijk verdrag 1. De Griekse oudheid 1.1 Plato en de kritiek op de democratie Alleen voor de autochtone Atheense mannen Allochtonen mannen hadden geen democratische rechten Slaven Plato tegen de (elitaire) democratie - de democratie / democratische procedure heeft de dood van Socrates tot gevolg gehad - het dwaze idee dat elke opvatting in de samenleving evenveel waard is; wil een staat goed kunne functioneren dan moet erkend worden dat er verschillende niveaus van denken zijn, men mag niet afgaan op de meerderheid de belangrijkste wetenschap is de wiskunde, de grootste groep heft geen kennis van de wetenschap en zij moeten dan ook werken, de wachters zijn er om de staat te verdedigen. 1.2 Aristoteles en (algemene) rechtvaardigheid als gelijkheid Distributieve rechtvaardigheid: hoe verdeel je de rechten en plichten in de samenleving? Retributieve rechtvaardigheid: in het strafrecht ons proportionaliteitsbeginsel; gelijken moeten gelijk worden terugbetaald. Hij definieert rechtvaardigheid als eerste en zegt; ‘gelijke gevallen gelijk behandelen en ongelijke gevallen naar de mate van ongelijkheid’ Hij is echter geen democraat (verschil met art 1 GW is dat deze rechtsregel wel aangeeft wanneer gevallen gelijk en ongelijk zijn) 1.3 Stoa in de Romeinse tijd Cosmopolitisme; uitdrukken van het wereldomvattende 2. Christendom en de universele pretentie Komt voort uit het Jodendom 3. De vroege Middeleeuwen: Augustinus (354 – 430) De val van Rome in 410 en de reacties daarop (West-Romeinse rijk) Kritiek op de Christenen vanuit de Heidenen De basisfout van zowel christenen en Heidenen is dat ze denken dat de val van Rome slecht is voor hun geloof en relateren dit ook aan de politiek. Een volmaakte politiek ordening is in de aardse stad niet mogelijk De leer van de twee steden: de aardse stad en de stad van God. (de civiate dei) Criterium van het gemeenschappelijke goede: hierop moet de koning zich richten. Doet hij dit niet dan zou er geen verschil ontstaan tussen de staat en de roversbende. 4. De late Middeleeuwen Thomas van Aquino (1215 – 1274) Opkomst van de universiteit en herontdekking van Aristoteles De natuur van de mens: het streven naar zelfbehoud; het streven naar voortplanting; streven naar kennis en een geordende samenleving. Thomas van Aquino over de rechtvaardige oorlog: Als de staat het zelfbehoud van de mens moet realiseren is een oorlog dan toegestaan? Tussen pacifisme (oorlog is altijd verkeerd, tegen de drang naar zelfbehoud) en realisme (oorlog hoort er nu eenmaal bij): de leer van de rechtvaardige oorlog. ‘Ius ad bellum’: hoogste gezag; rechtsschending; proportionaliteit; juiste intentie; ultimum remedium wordt aan alle eisen voldaan dan is een oorlog rechtvaardigt. ‘Ius in bello’: non-combattanten beginsel; verboden middelen