Powerpoint Stemmingsstoornissen

advertisement
Voor mij hoeft het niet meer
Stemmingsstoornissen
Hans Bremmers
Inhoud
•
•
•
•
•
•
De 10 stemmingstoornissen
Algemene kenmerken
Prevalentie
Ethiologie
Behandeling
10 omgangstips
Stemmingsstoornissen
• Stemmingsstoornissen zijn stoornissen
waarbij als belangrijkste kenmerk de
stemming min of meer langdurig
veranderd is: in de vorm van somberheid
(depressie) of abnormaal verhoogde of
geïrriteerde stemming (manie).
Volgens het boek
Stemmingsstoornissen in DSM-IV
Belangrijke DSM begrippen:
Depresieve episode
•
Minimaal twee weken: depressieve stemming; verlies interesse en plezier; moeite
taken te beginnen of af te maken; afname/toename gewicht; slaapklachten;
remmingen of agitatie; moeheid/gebrek aan energie; waardeloos of schuldig
voelen; doodsgedachten.
Manische episode
•
Minimaal een week: overdreven uitgelaten of prikkelbare stemming; opgeblazen
gevoel van eigenwaarde; minder behoefte aan slaap; spraakzamer dan normaal
(spreekdrang); gedachtevlucht; verhoogde afleidbaarheid; toename doelgerichte
activiteit.
Gemengde episode
•
Minimaal een week (bijna) elke dag: manische en depressieve episodes.
Hypomane episode
•
Minimaal vier dagen: constante uitgelatenheid of prikkelbare stemming; afwijkend
van gewone stemming; niet beantwoorden aan criteria voor manische episode
(milder).
Drie clusters
• Depressieve stoornissen
• Bipolaire stoornissen
• Organische stemmingsstoornissen.
Tien stoornissen
Stemming
stoornissen
Depressie
Unipolaire
stoornissen
Eenmalig
RecidiDysthym
verend
Bipolaire
stoornissen
NAO
Bipolair 1Bipolair 2 Cyclothym
Organische
stemmingstoornis
NAO
lichamelijk
middel
Depressieve stoornissen
Depressieve stoornis in engere zin
•
Een of meer depressieve episodes
•
Geen manische of hypomane episodes
•
Slechts één depressieve episode: “Depressieve
stoornis, eenmalige episode”
Depressieve stoornis recidiverend
•
Twee of meer DS in engere zin
Dysthymie
•
Minimaal twee jaar:
•
Depressieve stemming
•
Goede periode niet langer dan twee maanden
•
Minder ernstig dan 1, maar duurt langer
Bipolaire Stoornissen
Bipolaire-I stoornis
•
Depressieve episode(n) + 1 manische episode
•
6 typen, afhankelijk van laatse episode (eenmalig manisch,
hypomaan, manisch, gemengd, depressief of niet
gespecificeerd)
•
Ook dus (vreemd, want technisch gezien uniepolair)
eenmalige manische episode
Bipolaire-II stoornis
•
In heden of verleden:
•
Recidiverende depressieve en manische episoden
Cyclothyme stoornis
•
Minimaal twee jaar:
•
Talrijke episoden met hypomane kenmerken
•
Talrijke episoden met depressieve kenmerken
•
Niet beantwoordend aan criteria van manische of
depressieve episode
•
Nooit langer dan twee maanden symptoomvrij
Organische stemmingsstoornissen
Stemmingstoornissen door een som. aandoening
• Hersenziekten (Parkinson, MS, Huntington)
• Ziekten van hormoonvormende organen
(schildklier, bijschildklier, bijnierschors, hypofyse)
• Gebrek aan vitaminen (B12) of mineralen
• Kanker (alvleeskanker)
Stemmingstoornissen door een middel
• Sommige hormoonpreparaten
• Medicijnen tegen hoge bloeddruk en hartziekten
• Drank en drugs (of het acuut stoppen hiermee)
En om het nog te verfijnen…
Specificaties
DSM-IV biedt twee specificatiecategorieën:
Specificaties van de laatste stemmingsepisode
• licht, matig, ernstig zonder psychotische kenmerken en ernstig met
(stemmingscongruente of incongruente) psychotische -kenmerken;
• is er sprake van melancholische (vitale) kenmerken?
Specificaties van het verloop
• met of zonder herstel tussendoor
• rapid cycling pattern
• met of zonder seizoenspatroon.
Op die manier ontstaat een duidelijker beeld van de ernst en aard van
individuele stemmingsstoornissen.
En dan los van het boek…
Wat zie je in de praktijk?
Algemene kenmerken depressie
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Geen interesse en of plezier (anhedonie)
Gebrek aan eetlust (vermageren) of net andersom
Slapeloosheid
Angstig geagiteerd, gejaagd of net geremd
Alle energie en activiteit ontbreekt
Schuldgevoel en zelfverwijt
Niet meer op een taak kunnen concentreren, besluiteloos
Gedachten over de dood, suïcide overweging
Wanhopig, lijden (sociaal functioneren)
Melancholische (vitale) kenmerken
Psychotische kenmerken (Hypochondrische waan,
nihilistenwaan)
• Katatone kenmerken
Algemene kenmerken manie
•
•
•
•
•
•
•
•
Abnormaal druk en opgewonden, uitbundig
Zelfoverschatting
Verminderde behoefte aan slaap
Denken snel, praten snel en veel
Snel afgeleid
Té opgewekte stemming
Waanbelevingen en hallucinaties
Katatone stuportoestand
Prevalentie
http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o1275n17537.html
Ethiologie
Ethiologie 1
Psychoanalytische opvattingen
• Depressie is het gevolg van een onverwerkt verlies in de eerste levensjaren. Verlies leidt
tot agressie. Agressie wordt geïnternaliseerd: depressie. Als op latere leeftijd situaties
ontstaan waarin echo’s van dit verlies te vinden zijn wordt de depressie geactualiseerd.
Leertheoretische opvattingen
• Depressies ontstaan als mensen niet hebben geleerd voldoende bekrachtigers aan de
omgeving te ontlokken of als de omgeving te weinig bekrachtigers aanbiedt. Hierdoor
ontstaat somberheid etc. De somberheid wordt (aanvankelijk) wél positief bekrachtigd en
kan zich zo stabiliseren.
Cognitieve visie
• Beck: De (denk)schema’s die depressieve mensen gebruiken om de wereld betekenis te
geven zijn negatief geladen (Ik deug niet, de ander houdt niet van mij).
• Seligman (aangeleerde hulpeloosheidstheorie): personen die ooit hebben ervaren dat hun
acties en inspanningen niet leiden tot verbeteringen ontwikkelen negatieve causale
attributies (denkbeelden over oorzaak en gevolg) die tot (verschillende vormen van)
depressie kunnen leiden.
Ethiologie 2
Systeemtheoretische benadering
• Depressie wordt veroorzaakt en in stand gehouden door interacties
tussen cliënt en sociale omgeving (cultuur, vrienden, familie etc.
maar vooral gezin).
Biologische benadering
• Genetische factoren; verstoring neurotransmitters en hormonen;
ontregeling van de biologische klok.
Life-eventbenadering
• Stressvolle momenten uit het leven in een vroege fase (verlies van
een ouder, trauma op jeugdige leeftijd) maakt mensen vatbaar voor
depressies op latere leeftijd. Onderzoek: niet op zichzelf, altijd in
combinatie met iets anders (sociale en fysieke omgeving, biologie,
etc.). Dus: wel samenhang, geen oorzaak.
Ethiologie 3
• Voor geen van de theorieën bestaat
(voldoende) empirische onderbouwing.
Oorzaak multicausaal: aanleg,
psychologische factoren, situationele
factoren en de somatische toestand van
een persoon spelen allemaal een rol.
Behandeling
Behandeling depressie
•
Medicatie
– Tricyclisch (klassiek) of modern
– Werken allemaal op neurotransmissie (serotonine)
•
Psychotherapie
– Inzicht in achterliggende factoren
– Verwerking ingehouden emoties
•
Gedragstherapie
– Meestal positieve bekrachtiging
– Opdrachten om plezierige dingen te doen
– Ontdekken dat het “toch wel lukt” (Lewinsohn)
•
Cognitieve therapie
– Afleren van negatieve, onlogische denkpatronen
– Vervangen van negatieve door positieve denkpatronen
•
Biologische therapie
– Lichttherapie
– Slaapdeprivatie
– ECT
Behandeling manie
Medicatie
– Lithium (stabiliseren)
– Jarenlang gebruik is vaak nodig
– Soms (bij manische fase in begin) in combinatie met anti-psychoticum
(hierdoor sneller effect)
– Carbamazepine (anti-epilepticum)
Opname in een kliniek
– Bieden van structuur
– Beschermen tegen negatieve aspecten van de manie
– Ontlasting van systeem
Psychosociale begeleiding
– Training (van cliënt en systeem)
– Psychotherapie
– Gezins- en/of relatietherapie
Tien tips voor de
omgang
1.
2.
3.
4.
Laat je niet meeslepen in de depressie;
Blijf aandacht geven ook al treedt geen verbetering op;
Geef geen actieve adviezen (“Kop op “, ”Blijf vechten”);
Laat je eigen onmacht zien, geef aan het ook niet te
weten;
5. Neem geen zaken over; laat de cliënt zelf bepalen;
6. Onderzoek je gevoelens ten opzichte van de cliënt en
onderzoek hoe ze ontstaan;
7. Bespreek negatieve gevoelens in het team en maak
een plan hoe je hiermee om wil gaan;
8. Bij manie: stel grenzen, kap af, dam in, voorkom
uitputting en overprikkeling;
9. Praat langzaam, blijf rustig, beweeg afgemeten;
10. Houd afstand.
Download