Veranderingen in het brein bij cognitieve therapie? Cognitief gedragstherapeuten gezocht In januari 2016 start in het Universitair Medisch Centrum Groningen een nieuwe studie, onder leiding van dr. Marie-José van Tol in samenwerking met prof. dr. Claudi Bockting van de Universiteit Utrecht: “Werkingsmechanismen van terugvalpreventie bij depressie: een fMRI-studie”. In deze studie wordt onderzocht wat de neurocognitieve werkingsmechanismen zijn van preventieve cognitieve therapie bij depressie. Mensen die hersteld zijn van een depressie, hebben 40 tot 60% kans om terug te vallen in een nieuwe depressieve episode. In eerder onderzoek is aangetoond dat mensen die preventieve cognitieve therapie hebben ondergaan, minder kans hebben om binnen vijf tot tien jaar een nieuwe depressieve episode door te maken. Om te onderzoeken hoe dit komt, kijken we in deze studie naar wat er in de hersenen gebeurt wanneer je hersteld bent van een depressie. We onderzoeken hoe preventieve cognitieve behandeling het functioneren van de hersenen beïnvloedt en hoe dit kan bijdragen aan het voorkomen van een nieuwe depressie. Dit kan helpen om in de toekomst effectievere behandelingen te ontwikkelen. We vergelijken een groep herstelde depressieve mensen die preventieve cognitieve therapie krijgt met een groep herstelde depressieve mensen die deze therapie niet krijgt. Voor dit onderzoek zijn we op zoek naar cognitief gedragstherapeuten die graag preventieve cognitieve therapie zouden willen geven aan de onderzoeksdeelnemers in het kader van dit onderzoek. Wij zoeken met name therapeuten in de provincie Groningen, maar ook in de provincies Friesland, Drenthe, Overijssel en Flevoland. Om de kwaliteit van de behandeling te garanderen bieden we deelnemende therapeuten voorafgaand aan het onderzoek een (bijscholings-)cursus Preventieve Cognitieve Therapie aan, gericht op het onderzoek. Kijk op de website voor meer informatie over het onderzoek (www.depressiestudie.com) of neem contact op met de onderzoekers ([email protected]).