Het klinische beeld  De prevalentie  Assement  Etiologie  Depressie kan niet beschouwd worden als een transitiemoment binnen de ontwikkeling van kinderen.  Een belangrijke impuls binnen dit opzicht kwam door de publicatie van de derde editie van de diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders (DSM-III)  Standpunt: depressie kan ook bij kinderen voorkomen. Depressie manifesteert zich op alle leeftijden ongeveer gelijk.  Depressies worden beschreven onder de rubriek ‘stemmingstoornissen’ Er kwam veel kritiek op de DSM-omschrijvingen  De gelijkstelling van depressiemanifestaties voor alle leeftijden gaat voorbij aan ontwikkelingspsychologische aspecten.   Comorbiditeit Depressie blijkt vaak samen te gaan met andere psychiatrische stoornissen = angsstoornissen, eetstoornissen, obsessief-compulsieve stoornissen, alsook met externaliserende problemen: ADHD en gedragstoornissen   Uit prevalentie-en prognosecijfers blijkt dat depressie bij kinderen een ernstige stoornis is  Algemeen: de prevalentie neemt geleidelijk toe met de leeftijd om dan vanaf de vroege adolescentie een vrije snelle groei te kennen tot in de volwassenheid  De ernst van de depressieve stoornis blijkt nog meer uit longitudinale studies betreffende het verloop van een depressieve stoornis. Uit verschillende studies blijkt:   Depressieve individuen vertonen een grotere kans om steeds opnieuw in nieuwe depressieve momenten te hervallen  Binnen vijf jaar zou 70% een nieuwe depressie vertonen  Prevalentiegegevens zijn afhankelijk van de omschrijving van de term depressie en de afgrenzing hiervan ten aanzien van normale stemmingsschommelingen   In onderzoek en in de klinische praktijk wordt in de eerste fase vaak gebruik gemaakt van screeningsinstrumenten Ze zijn tijdsefficiënt, goedkoop en makkelijk te scoren  Zelfbeoordelingsvragenlijsten vs. Vragenlijsten ingevuld door anderen  Zelfrapportage instrumenten: zicht op de subjectieve beleving van het kind  Momenteel: geen SPECIFIEKE Nederlandstalige screeningsinstrumenten om depressie-symptomen te bevragen via derden   Bedoeling screeningsinstrumenten: maat voor de ernst van symptomen en derhalve het probleem kennen. Via een gestructureerd klinisch interview bijvoorbeeld  klinische interviews: gebaseerd om DSM-criteria en laten dan ook toe om een diagnose te stellen op basis van een uniform gehanteerd classificatiesysteem  Nadeel: DSM is ontworpen voor volwassenen en hierdoor dreigt het voorbij te gaan aan ontwikkelingsaspecten  Algemeen: kinderen vanaf 8 jaar beschikken over voldoende abstractievermogen om (negatieve) evaluaties over zichzelf als persoon te geven  Determinanten Drie categorieën: 1) Factoren in het kind zelf - Een bepaalde genetische dispositie, stoornissen in het affectdifferentiatie, stoornissen op het vlak van hechting, lichamelijke ziekten,.. 2) Factoren in de omgeving van het kind - Vroege ouder-kind-relatiepatronen - opvoedingsstijlen - Belangrijke invloeden van andere sociale relaties: bv. School - Psychopathologie bij één van de ouders, incest en andere traumatisering en culturele conflicten 3) Factoren in de levensloop - Negatieve ervaringen   Etiologische modellen  Beschrijven onder welke condities eerder vermelde determinanten tot depressie kunnen leiden  De theoretische modellen zijn voornamelijk opgebouwd rond individuele risicofactoren  Globaal onderscheiden we hierin biologische modellen en modellen vanuit het cognitief gedragstherapeutisch referentiekader  Deze modellen sluiten echter de rol van omgevingsdeterminanten niet uit  Biologische modellen  ze stellen dat psychische stoornissen veroorzaakt worden door biologische factoren. Ze onderzoeken de genetische basis van gedrag en gaan na hoe neurotransmitters gedrag beïnvloeden  Genetisch onderzoek naar stemmingsstoornissen kan onderverdeeld worden in: familiestudies: kinderen met ouders met een depressieve stoornis hebben een verhoogde kans op depressie Tweeling- en adoptiestudies: tweelingstudies: bieden het methodologische voordeel dat zowel de rol van genetica als de rol van gedeelde en niet-gedeelde omgevingsfactoren bestudeerd kan worden Adoptiestudies: er wordt geen genetisch effect gevonden. Hier blijken omgevingsfactoren een belangrijke rol te spelen 1) 2) - -  Operante modellen  De operante visie handelt over de rol van het beperkt voorkomen van sociale bekrachtiging bij depressieve mensen  Depressie is in de ruime betekenis van het woord, geen aantrekkelijk gedrag Anderen gaan daarom een depressief iemand vermijden: de nog aanwezige actieve responsen gaan verdwijnen bij gebrek aan positieve bekrachtiging Of men geeft aandacht, en toont zijn/haar bezorgdheid: het depressief gedrag wordt daardoor bekrachtigd    Depressie is dus een opzichzelf onderhoudend effect Wanneer depressieve mensen dus té veel negatieve feedback krijgen, zullen ze negatieve zelfschema’s ontwikkelen : die maken hen kwetsbaar voor depressies Bv. ‘ ik ben niet de moeite waard’   Depressie kan hier ook gezien worden als een tekort aan sociale vaardigheden  Sociale vaardigheden: een noodzakelijke voorwaarde om positieve interacties te hebben en om aldus beloningen, meer bepaald positieve feedback, te krijgen vanuit de omgeving  Het model van aangeleerde hulpeloosheid:  Stelling: een depressief individu heeft aangeleerde verwachtingen dat de externe gebeurtenissen grotendeels buiten zijn controle liggen en dat er waarschijnlijk onplezierige uitkomsten zijn  Wanneer een persoon faalt, attribueert hij dit aan een oorzaak  Deze oorzaak: Stabiel of onstabiel Intern of extern Globaal of specifiek     De verwachting dat oncontroleerbare negatieve gebeurtenissen zullen voorkomen, kunnen leiden tot een depressie De hopeloosheidstheorie van depressie stelt dat een gevoel van hopeloosheid de relatie tussen attributiestijl en depressie medieert. Een gevoel van hopeloosheid wordt hier beschouwd als een voldoende proximale oorzaak van depressie. Onderzoek toont echter gemengde resultaten voor de mediërende rol van hopeloosheid  Het informatieverwerkingsmodel  De cognitieve theorie gaat ervan uit dat cognitieve processen een centrale rol spelen bij het ontstaan en in stand houden van emotionele problemen  Depressie: gevolg van een verstoorde informatieverwerking waarbij aandachts-,geheugen-, en interpretatieprocessen een rol spelen Centraal: ‘Schema’ = cognitieve structuren die de basis vormen voor de wijze waarop iemand zijn ervaringen interpreteert   Deze schema’s ontwikkelen zich vroeg in de levensloop en zijn vaak latent en onbewust aanwezig tot ze geactiveerd worden     Wanneer worden die schema’s opgeroepen? Onder stress Wanneer door een situatie herinneringen aan het schema worden opgeroepen Depressie: de inhoud van de schema’s zijn gecentreerd rond eigen waardeloosheid en schuld, de onrechtvaardigheid en liefdeloosheid van de wereld en hopeloosheid over de toekomst