Depressie

advertisement
Inleiding
Omschrijving van depressie
Prevalentie
Theoretische visies op depressie
Diagnostiek en indicatiestelling
Behandelingen van depressie
Aanbevelingen voor de praktijk
Meest voorkomende psychologische ziekte
Overal in de wereld
Lusteloze mensen
Mortaliteit is groot
Veel somatische symptomen
“Besmettelijk”: erfelijk en partners lijden
onder emotionele belasting
Anhedonia = afwezigheid van lust, plezier of interesse vaak
vanuit een sombere gemoedstoestand, wanhoop, leegheid en
verdriet
Geheel van affectieve, somatische, gedragsaspecten en
cognitieve aspecten
“oplossingen” : drankgebruik, suïcide en somatisch lijden
Zeer moeilijk te definiëren
Stoornis : als de toestand het leven van de patiënt
aanmerkelijk hindert en hij er dus sterk onder lijdt
Depressieve stoornissen
Depressieve stoornis
Dysthyme stoornis
Depressieve stoornis niet anders omschreven (NAO)
Bipolaire stoornis
Bipolaire stoornis I
Bipolaire stoornis II
Cyclothyme stoornis
Bipolaire stoornis niet anders omschreven (NAO)
Overige stemmingsstoornis
Stemmingsstoornis door somatische aandoening
Stemmingsstoornis door middelengebruik
Onderdiagnose en onderbehandeling  patiënten raadplegen huisarts
niet. Indien toch dan gaat deze depressie vaak toeschrijven aan somatische
klachten
Vaker voor bij vrouwen
Levensomstandigheden
Gebrek aan sociale rol en steun
Verwaarlozing in jeugd en seksueel geweld
 zeer hardnekkige ziekte , vaak hervallen
Chronische worden
Laag inkomen
Getrouwd
Intramuraal behandeld
Te lang gewacht op behandeling
Psychodynamische/psychoanalytische visie
Verlies van dierbare in de vroege kinderjaren
Ontstaan van naar zichzelf gerichte agressie
Omgevingsfactoren
Ontbreken van empirische basis
Leertheoretische visie
Tekort aan sociale bekrachtiging door de omgeving en zichzelf
Enkele empirische aspecten niet voor de theorie als geheel
Cognitieve visie
Centraal staan Becks visie en aangeleerde hulpeloosheid van Seligman
Cognitie (waarneming en betekenisverlening aan de wereld) bepaalt depressie
Beck: logische denkfouten nl. overgeneralizatie, dichotoom denken en selectieve
attentie
Seligman: Helplessness: het passief moeten ondergaan van negatieve schokken
of prikkels leidt ertoe dat bij de volgende gelegenheid (ook al kan men er dan wel
iets aan doen) men de schokken lijdzaam ondergaat
Humanistische/experiëntiële benadering
Rogers, Heideggers  Gendlin
Blokkering van de beleving zou de basis zijn voor neurose-ontwikkeling
Niet empirisch ondersteund
Systeemtheoretische benadering
Gezins-systeem: verband depressie en problemen partner
Deel empirisch ondersteund
‘life-event’-benadering
Ingrijpende gebeurtenissen direct voorafgaand aan depressie of kinderjaren
Empirisch ondersteund
Biologische visies
Invloed van familie: genetisch bepaald
Oorzaak in neurotransmittersysteem
Classificatiesysteem als zoekschema: welke symptomen
moeten hoelang aanwezig zijn en welke mogen niet aanwezig
zijn
Totale toestand van de persoon
Somatische ziekte en depressie naast elkaar staan en
medicatie kan leiden tot depressie
Ernst van depressie
Interviewschalen en zelfrapportagevragenlijsten
Chronische stressfactoren hangen samen met depressie
Klassieke psychodynamische georiënteerde psychotherapie, psychoanalyse
Oplossen van onopgeloste conflicten
Behandeling van agressie van vroeg-kinderlijk verlies
Interpersoonlijke therapie: rolveranderingen aanvaarden en sociale conflicten
oplossen en tekorten in sociaal functioneren oplossen
Gedragstherapie (Lewinsohn en Rehm)
Tekort aan sociale bekrachtiging
Zelfregulatie-therapie: tekort aan zelfbekrachtiging via zelfobservatie en
realistische levensdoelen
Goede resultaten
Cognitieve gedragstherapie
Depressieve denkstoornissen door cognitieve schemata
Socratische dialoog en reality testing : zelfobservatie en uitvoeren van vermeden
gedrag
Systeemtherapie
Doorbreken van foute, vaste communicatiepatronen binnen “het systeem”
(=het gezin)
Humanistische/experiëntiële oriëntatie
Exploreren, herkennen en erkennen van gevoelens
Goede effecten zijn niet bekend
Somatische behandeling
Toediening van antidepressiva
Bevorderen van neurale transmissie
Bedoelde effecten pas na 2 tot 4 weken duidelijk
Veel bijverschijnselen
Behandeling 6 tot 9 maanden
Zorgvuldige diagnostiek is een vereiste
Rekening houden met chronische stress-opleverende gebeurtenissen
Bekijk ook somatische ziekten
Suïcide gevaar: expliciet besproken
Oudere patiënten: rekening houden met specifieke kenmerken aan de
leeftijd gebonden
Diagnose en therapie is niet eenvoudig voor psycholoog
Belang van doorbehandelen
Jaarlijkse “booster-sessions”
Aandacht voor naasten
Gerichte preventie
Download