Filosoferen maakt de hersenen lenig!

advertisement
Filosoferen maakt de
hersenen lenig!
Door Drs Trees Schopman
Aanleiding
De aanleiding voor dit artikel is dat iemand
van de NVPA tegen mij zei: “het is
interessant wat jij doet, schrijf daar eens
een artikel over in Keerpunt”. Ik was
verrast en een beetje verbouwereerd. Maar
het idee sprak me erg aan en ik beloofde te
proberen om voor de volgende deadline
een artikel aan te leveren. Dus hier zit ik
nu, met de nodige tijdsdruk omdat het toch
weer later is geworden dan ik gepland had.
En ik bezin me hoe ik u kan vertellen
welke mogelijkheden filosofie in zich
draagt voor hulpverlening.
Inleiding
Laat ik beginnen te vertellen wat mijn
eigen achtergrond is. Ik ben
maatschappelijk werker van oorsprong en
heb daarnaast de nodige nevenopleidingen
gedaan, omdat ik al werkende als o.a.
(bedrijfs)maatschappelijk werker steeds
opnieuw het gevoel had dat er nog veel
meer te weten en te leren viel. Vanuit deze
behoefte heb ik VO management en P&O
gedaan, supervisiekunde, mediation….en
nog was het niet genoeg. Op mijn 49e
startte ik een studie filosofie, later
gecombineerd met religiewetenschappen.
Sinds enkele jaren ben ik, naast
zelfstandige met een eigen praktijk,
eveneens docent binnen de opleiding
maatschappelijk werk, hetgeen mij er
opnieuw met de neus bovenop drukt welke
kennis en vaardigheden belangrijk zijn
voor een hulpverlener. Zijn dat de
diagnostische modellen zoals bijvoorbeeld
de DSM IV, de Transactionele Analyse, het
enneagram of het kernkwadrant? Zijn het
werkmodellen zoals kortdurende
hulpverlening, integraal casemanagement
ondersteund door technieken uit de
gereedschapskist van H. de Mönnink? Zijn
het de gespreksvaardigheden zoals we die
in de opleiding meegeven? Zeker, die zijn
allemaal belangrijk, maar er is meer!
Categoriserende houding
Wat mij vaak treft is dat we de
werkelijkheid en onze cliënten benaderen
vanuit een categoriserende houding. Dit is
een houding waarin we voortdurend bezig
zijn met het beoordelen van wat we
waarnemen en op grond daarvan besluiten
hoe we moeten handelen. We hebben
tenslotte niet voor niets voor vrijwel alles
een diagnostisch- en een werkmodel. In het
kader van gelegitimeerd en transparant
handelen is dit ook wel handig. Bovendien
versterkt en versnelt het categoriseren onze
besluitvaardigheid met betrekking tot wat
ons te doen staat. Kortom, handig dat we
dit kunnen.
Er kleeft echter ook een gevaar aan. We
delen de wereld in volgens
voorgeprogrammeerde hokjes, en we
nemen simpelweg niet meer waar wat
buiten die hokjes valt. Totdat hetgeen dat
buiten die hokjes valt ons onontkoombaar
confronteert met hun bestaan via het
veroorzaken van een crisis. Denk
bijvoorbeeld aan de economische crisis,
maar ook aan een crisis in het persoonlijk
functioneren of aan het falen van
hulpverlening omdat de diagnostische- of
de werkmodellen tekort schieten. Dit
fenomeen, het via een crisis
geconfronteerd worden met een nieuw
stukje werkelijkheid dat voorheen nog niet
zichtbaar was, noodzaakt ons tot het
herordenen van onze werkelijkheid. Het
confronteert ons met ons voortdurende
gebrek aan kennis over de waarheid en de
werkelijkheid. Het veroorzaakt telkens
opnieuw een paradigmawisseling1.
Wetenschap en filosofie
Binnen onze empirische wetenschap is dit
telkens opnieuw ervaarbaar. Voortdurend
valt het kaartenhuis van op elkaar
gebouwde theorieën ineen. Frustrerend,
maar eveneens gelukkig maar. Want
precies dit fenomeen confronteert ons met
onze eigen feilbaarheid, en leidt als reactie
1
http://nl.wikipedia.org/wiki/Paradigma_(wetenscha
psfilosofie) (28-09-2012)
hierop tot een niet aflatende drang om onze
werkelijkheid te onderzoeken tot we
(opnieuw) de waarheid gevonden menen te
hebben.
Daar waar wetenschap voortbouwt op
eerder gevonden fundamenten, onderzoekt
filosofie juist deze fundamenten. Telkens
opnieuw bevraagt de filosofie de
wetenschap, en ook zichzelf, op waarheid.
Lastig, want daardoor zijn filosofen het
zelden met elkaar eens. Maar de filosofie
vormt daardoor eveneens een enorme
kracht om het eigen denken te trainen. Om
stukjes werkelijkheid te vinden die we
eerder nog niet zagen voordat deze zichzelf
via een crisis waarneembaar maken.
Daarnaast is filosoferen het middel bij
uitstek, om daar waar gekende modellen
tekort schieten, opnieuw houvast te vinden
met betrekking tot wat zich voordoet.
Kortom, filosoferen maakt de hersenen
lenig.
Filosofie en hulpverlening
Hoe is filosofie concreet in te zetten in
hulpverlening? Zoals filosofie wetenschap
bevraagt op haar fundamenten, bevraagt zij
de mens op zijn vooronderstellingen die
ten grondslag liggen aan interpretatie en
handelen. Zij biedt daarbij geen nieuw
waarheidsmodel aan, maar stelt slechts de
vraag zodat het eigen denken in gang gezet
wordt. Daarnaast biedt de filosofie
methodieken2 om onze werkelijkheid te
onderzoeken, kenbaar en bespreekbaar te
maken. Voorbeelden hiervan zijn de
fenomenologie, de logica, de taalfilosofie
en het gedachte-experiment. Als
denkvoorbeelden kunnen andere filosofen
en hun ideeën dienst doen, maar deze
voorbeelden ontslaan de betrokkene niet
van het verrichten van het eigen denkwerk,
het zelf filosoferen. Het resultaat van deze
benadering is dat hulpverlener en cliënt
hun bestaande mens- en wereldbeeld los
2 Binnen de filosofie is het niet gebruikelijk om
over ‘methodieken’ te spreken. Men noemt dit
‘stromingen’. Deze vertaalslag kenmerkt mij als
beroepsmatig hulpverlener en docent die
stromingen vertaalt tot overdraagbare en aan te
leren methodieken.
durven laten en te herzien, waardoor er
nieuwe perspectieven voor beleving en
handelen ontstaan. Perspectieven die
nieuwe mogelijkheden bieden om gelukkig
te worden en zich in harmonie met de
omgeving en het leven als zodanig te
ervaren.
Besluit
Als voorbereiding op dit artikel kreeg ik
een nummer van Keerpunt toegestuurd.
Hierin las ik het artikel Aut of the box
oftewel de hamster van Bart met enkele
opmerkelijke uitspraken: ‘Eigenlijk zou
ons vak niet zozeer moeten gaan over wat
we weten, maar juist over wat we niet
weten, en wat we denken te weten wat
vaker onder de loep te houden…..Een meer
open, nieuwsgierige, ontdekkende
zoekende houding dus waarin je je zelf als
therapeut iets minder serieus neemt in het
algemeen….’. Een dergelijke uitspraak is
mij uit het hart gegrepen met dien
verstande dat ik meen dat zowel therapeut
als cliënt zichzelf heel serieus zouden
moeten nemen, maar dan wel als feilbaar
mensen die onderhevig zijn aan een telkens
veranderende werkelijkheid die nooit in
zijn geheel te doorzien valt. Out of the box
denken is dan de kunst en filosofie is
daarbij onontbeerlijk.
Trees Schopman heeft een eigen praktijk
De Spiegel, praktijk voor filosofie en
ethiek te Deventer. Naast begeleiding bij
levens- en loopbaanvragen begeleidt ze
eveneens bij ethische vragen binnen
bestuur en organisatie.
Ze geeft daarnaast een aantal training
waaronder ‘leren filosoferen’ en ‘leren
argumenteren’.Voor meer informatie, zie
www.despiegel.nl.
Download