Activiteitenverslag Netwerk GGZ regio Noord-West-Vlaanderen werkjaar 2014 1. Administratieve gegevens 1.1. Naam van het netwerk: Netwerk GGZ regio Noord-West-Vlaanderen 1.2. Naam + voornaam van de netwerkcoördinator: Pattyn Elise Werkadres: Koning Albert I laan 8, 8200 Brugge GSM-nummer: 0471.47.01.01 Mailadres: [email protected] 1.3. Aantal uren per week besteed aan de uitoefening van de functie van netwerkcoördinator: voltijds 1.4. Datum van indiensttreding van de netwerkcoördinator: 30 september 2013 2. Samenstelling en ontwikkeling van het netwerk In dit onderdeel dient de rol van de coördinator in de samenstelling en de ontwikkeling van het operationele netwerk te worden beschreven. 2.1. Samenstelling van het netwerk per functie 2.1.1. Functie 1 Functie 1A Activiteiten binnen functie 1A in kader van taboedoorbreking Het netwerk heeft meegewerkt aan de “Oe is’t”-campagne in de Provincie West-Vlaanderen. Deze campagne had als doel om mensen meer over hun gevoelens te laten praten. Verder is er in de gemeente Koksije een werkgroep GGZ actief, waarbij het lokale bestuur en enkele lokale GGZ-partners de krachten bundelen op vlak van suïcidepreventie. Daarnaast zal het netwerk in samenwerking met LOGO Brugge-Oostende een inspiratiegids lanceren m.b.t. de ‘Week van de Geestelijke Gezondheid’. Aan de hand van deze inspiratiegids wil men zorgpartners, lokale besturen, verenigingen, scholen, enz. stimuleren om in oktober 2015 activiteiten te organiseren die het thema ‘geestelijke gezondheid’ onder de (positieve) aandacht brengen bij de algemene bevolking. 1 Functie 1B Missie Psychiatrisch Expertiseteam (PET): De missie van PET is vroegdetectie en vroeginterventie van psychische problemen enerzijds en ondersteuning, coaching en deskundigheidsbevordering van eerstelijnsactoren anderzijds. Alle zorgaanbieders uit de eerstelijn (huisarts, thuiszorgdiensten, welzijnsactoren, CLB, GTB, BJZ, …) die geconfronteerd worden met cliënten met een vermoeden van een psychische kwetsbaarheid kunnen bij PET terecht. PET biedt screening, verdere indicatiestelling, kortdurende behandeling en eventueel toeleiding naar gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg. Daarnaast biedt PET advies en coaching bij verdere begeleiding binnen de eerstelijn, alsook organisatie en coördinatie van netwerkoverleg en algemene vorming. Contactgegevens PET: Telefoon: 050 44 67 70 (regio Brugge-Houtland-Oostkust) 059 40 26 94 (regio Oostende-Westkust) Email: [email protected] Samenstelling Team Medewerkers PET Noord-West-Vlaanderen (2014) (subregio’s Brugge - Houtland – Oostkust) VTE FUNCTIE DIPLOMA 0,31 0,67 0,66 0,31 0,15 0,15 0,5 centrale aanmelding - intake centrale aanmelding - intake centrale aanmelding - intake centrale aanmelding – intake project eerstelijnspsycholoog HABO verantwoordelijke psychiater netwerktafel en patiënttafel 16-24 verantwoordelijke psychiater patiënttafel 24+ centrale aanmelding - netwerkacties 0,75 0,5 1 centrale aanmelding - netwerkacties centrale aanmelding - netwerkacties centrale aanmelding - netwerkacties 1 centrale aanmelding - netwerkacties 0,1 0,2 0,5 verantwoordelijke psychiater netwerktafel Intake netwerkacties 0,5 netwerkacties 0,2 0,1 Intake verantwoordelijke psychiater netwerktafel Intake - verantwoordelijke subregio Hl & Ok - lid kernteam stafmedewerker/coördinator VDIP - lid 0,1 0,2 0,20 NAAM klinisch psycholoog maatschappelijk werker klinisch psycholoog klinisch psycholoog klinisch psycholoog psychiater SUBREGIO Br Br Br Br Br Br psychiater Br Remko Huygens maatschappelijk werker Br maatschappelijk werker klinisch psycholoog psychiatrisch verpleegkundige psychiatrisch verpleegkundige psychiater Br Br Br Lut Van Den Berge Anne Gillis Julie Parmentier Rik Desmet Hl Johan Witdouck Hl Jo Magerman maatschappelijk werker Geaggregeerde lager secundair onderwijs psychiatrisch verpleegkundige klinisch psycholoog psychiater Hl Ok Tania De Roo Muriel Schoeters Ok Daisy Surmont Ok Ok klinisch psycholoog Hl & Ok Hilde Descamps Catherine Muyllaert Rik Houttekier klinisch psycholoog Br, Hl Bart De Saeger Christine Duhem Lucrèce Delbeke Nausika Desmet Ilse Vermote Kaat De Loof An Vermassen 2 0,5 nvt kernteam stafmedewerker - lid kernteam verantwoordelijke centrale aanmelding en subregio Brugge - voorzitter kernteam klinisch psycholoog directie & Ok Br, Hl & Ok Br Arne Ruckebusch Filip Desmit Medewerkers PET Oostende - Westkust (2014) VTE FUNCTIE DIPLOMA 0,5 0,5 centrale aanmelding - netwerkacties centrale aanmelding - netwerkacties 1 centrale aanmelding - netwerkacties 0,15 0,75 (tot 31/8/2014) 0,75 (vanaf 1/9/2014) 0,15 verantwoordelijk psychiater PET centrale aanmelding – netwerkacties – lid kernteam klinisch psycholoog psychiatrisch verpleegkundige bachelor toegepaste psychologie psychiater psychiatrisch verpleegkundige 1 nvt centrale aanmelding - netwerkacties intake stafmedewerker-coördinator VDIP lid kernteam centrale aanmelding - netwerkacties intake – coördinator VDIP- lid kernteam verantwoordelijke PET O-W voorzitter kernteam SUBREGI O O-W O-W NAAM O-W O-W O-W Annelies Van Tieghem Karen Debruyne Bea De Rouck maatschappelijk werker O-W Natasja Declercq klinisch psycholoog O-W Bart De Saeger klinisch psycholoog O-W Sarah Brauwers directie O-W Filip Desmit Julie Parmentier Annick Vantroyen Werkgroep functie 1 De werkgroep functie 1 zal in het najaar van 2015 heropgestart worden. Binnen functie 1B is het kernteam van het Psychiatrisch Expertiseteam (PET) actief. Zij vergaderen maandelijks. Het kernteam is samengesteld uit Filip Desmit (CGG Noord-West-Vlaanderen), Rik Houttekier (CGG Prisma), Arne Ruckebusch (PET Brugge-Houtland-Oostkust) & Bart Desaeger (VDIP). Cijfers PET werkjaar 2014 In 2014 zijn er in totaal 1559 aanmeldingen geweest bij PET (1086 in regio Brugge-HoutlandOostkust & 473 in regio Oostende-Westkust). In 151 van de gevallen volstond een telefonisch consult en in 255 van de gevallen werd meteen doorverwezen naar de tweedelijn. 1014 aanmeldingen mondden uit in een zorgperiode. Hierbij maken we het onderscheid tussen de patiëntentafel, waar 678 casussen besproken werden gezien ze patiëntgerichte acties vereisten en de netwerktafel, waar bij 336 casussen netwerkgerichte acties opgezet werden. In de marge vermelden we dat aan 8,9% van de aanmeldingen geen verder gevolg werd gegeven doordat de vraag niet binnen de opdracht van PET viel of dat de cliënt niet opnieuw contact opnam met PET. De belangrijkste verwijzers zijn de volgende: Huisarts (25%), OCMW (15%), CAW (9%). Ook zijn er cliënten die zichzelf hebben aangemeld (16%) (vaak op aansturen van een verwijzer) en mantelzorgers die cliënten aanmelden (8,4%). Het aandeel vanuit mutualiteiten en gezin- en thuiszorgdiensten is beperkt (3,2%). 3 De meest voorkomende diagnostische profielen van zij die een zorgperiode behoeven zijn: stemmingstoornis (22,7%), middelengebonden stoornis (13,2%), angststoornis (10,5%), aanpassingsstoornis (10,2%), persoonlijkheidsstoornis (8,6%) en psychose (4,4%). Evoluties binnen werking PET In werkjaar 2014 is veel aandacht besteed aan het uitwerken van een vormingspakket voor de eerstelijnspartners. Dit vormingsaanbod is breed verspreid. Voor de huisartsen is een specifiek vormingspakket opgesteld. Daarnaast werd in 2014 duidelijk dat een aantal eerstelijnspartners vragende partij waren voor structurele ondersteuning ipv casusgebonden advies. Men is op deze vraag ingegaan. Verder vond een grondige evaluatie plaats van alle nieuwe zorginitiatieven, waaronder PET. Uit de bevraging bleek dat PET geconfronteerd wordt met een aanzienlijke groep van cliënten mét GGZ-historiek, terwijl de kernopdracht van PET vroegdetectie en vroeginterventie betreft. In samenwerking met de werkgroep verknoping heeft men daarom het concept ‘referentiepersoon’ ontwikkeld (zie sectie 2.1.6). Een aandachtspunt voor de toekomst is de eventuele uitbreiding van de PET-equipe, zodat de opdracht m.b.t. deskundigheidsbevordering van de eerstelijn voldoende aandacht kan krijgen. Er werden vanuit PET twee reflectiefora voor de eerstelijnspartners georganiseerd in de loop van 2014, maar na evaluatie werd besloten om in 2015 een andere aanpak te hanteren en ook andere GGZ-partners die in de thuiscontext actief zijn hierbij te betrekken. 2.1.2. Functie 2 Functie 2A Missie Mobiel Crisisteam (MCT) Het MCT is een outreachend team dat kortdurende interventies (max 4-6 weken) op maat biedt in de thuisomgeving van de cliënt voor personen met acute psychiatrische problemen (16-65j). Het doel van de crisisbehandeling aan huis is het voorkomen of verkorten van een ziekenhuisopname. Eens de crisissituatie gestabiliseerd is, gaat men op zoek naar een vervolgtraject in overleg met de cliënt, omgeving en aanmelder. De aanmelder en de andere betrokken partners uit het zorgnetwerk worden actief betrokken gedurende het traject. Contactgegevens MCT Telefoonnummer: 050/470150 Email: [email protected] 4 Samenstelling team: NAAM FUNCTIE Vandevoorde Stefaan teamverantwoordelijke Van Hevele Delphine Blomme Wim therapeutisch coördinator Medewerker (Referentiepersoon protocol legale middelen) Coevoet Fleur Medewerker (referentiemedewerker KOPP) 1 De Ly Charlotte Medewerker (Referentiemedewerker KOPP) 1 De Vuyst Davy medewerker 1 Deconinck Joy medewerker 1 Simoen Pieter-Jan medewerker 1 Taghon Lisa Tavernier Hilde Vanmarcke Inés Medewerker (Referentiemedewerker KOPP) Medewerker (Referentiepersoon protocol suïcide) Buzeijn sarah medewerker Medewerker (Referentiepersoon protocol suïcide) Vercruysse Hilde medewerker VTE 1 0,80 1 1 0,75 0,8 0,8 1 DIPLOMA Bachelor psychiatrie met kaderopleiding Master in de klinische psychologie Bachelor psychiatrie Bachelor maatschappelijk werk Bachelor maatschappelijk werk Gebrevetteerde psychiatrisch verpleegkundige Gegradueerde psychiatrisch verpleegkundige Bachelor psychiatrie Bachelor maatschappelijk werk Bachelor psychiatrie Bachelor in de Toegepaste psychologie + psychiatrisch verpleegkundige Bachelor psychiatrie gegradueerde psychiatrisch verpleegkundige Totaal: 12, 15 VTE Dr. Tilia Mertens Dr. Kim Vanderhaeghen psychiater 12u psychiater psychiater 12u psychiater 5 Cijfers MCT werkjaar 2014 Aanmeldingen In 2014 heeft men 371 aanmeldingen gekregen van 307 unieke cliënten. Daarvan werden 268 casussen geïncludeerd, wat neerkomt op 72,2%. Het aantal inclusies per maand schommelde tussen de 20 (februari) en 47 (november). Het MCT heeft met andere woorden enkele hele drukke maanden gekend. Verwijzers De belangrijkste verwijzers zijn de volgende: huisarts (42%), PAAZ-psychiater (23%) en EPSI (15%). In vergelijking met vorig jaar is het aandeel van de aanmeldingen door huisartsen sterk gestegen. Uitstroom Bij 20% van de cliënten werd uiteindelijk toch beslist om tot een opname over te gaan. 13% werd na afloop van de MCT-begeleiding verder opgevolgd door de huisarts, maar de grootste groep deed beroep op de huisarts en 1 of meerdere andere hulpverlenende instanties. Diagnostisch profiel Het overgrote merendeel van de cliënten die gevolgd worden door het MCT kampt met een affectieve stoornis. Een tweede belangrijke groep kampt met een aanpassingsstoornis. Verder zijn er nog een beperkt aantal cliënten die met een middelenstoornis of psychose kampen. Als het gaat over niet-primaire stoornissen blijkt dat ongeveer een derde van de MCT-populatie een verslavingsproblematiek kent. Over het algemeen is er sprake van comorbiditeit bij de helft van de MCT-populatie. Evoluties binnen werking MCT In de loop van 2014 vond een grondige evaluatie plaats van onder meer het MCT. In de eerste plaats werden enkele praktisch-operationele kwesties aangekaart, zoals EPD-registratie, faciliteren van mobiel werken (zodat men in de thuiscontext EPD en andere info kan raadplegen), behartiging van praktisch-operationele en personeelsgerelateerde kwesties. De aanpak van deze thema’s werd in proces gezet. Inhoudelijk werd duidelijk dat het MCT een procedure dient te voorzien om haar werking op kwalitatieve wijze te continueren in zeer drukke perioden (wanneer er meer dan 30 begeleidingen lopende zijn). Dit is men intern aan het uitwerken. Ook is men sinds enige tijd gestart met het systematisch bevragen van de tevredenheid van de cliënten aan de hand van een enquête. Inzake samenwerking met netwerkpartners heeft men overleg gehad met De Sleutel en dat heeft geresulteerd in het uitwisselen van expertise op casusniveau en het organiseren van een vorming rond motivationeel werken. Ook met het mobiel K-team waren er contacten om expertise uit te wisselen. Verder heeft er verkennend overleg plaatsgevonden met de politiediensten uit stad Brugge en met een aantal zelfstandig psychologen/psychotherapeuten uit de netwerkregio. Bovendien heeft het MCT haar werking voorgesteld op de studiedag inzake goede praktijken en op de studiedag betreffende verslavingszorg georganiseerd door het FOD. Werkgroep functie 2A In het voorjaar van 2015 heeft men de werkgroep geëvalueerd. Men wil naar de toekomst toe meer de focus leggen op het uitwerken van inhoudelijke thema’s ter ondersteuning van het kernteam van het MCT in plaats van louter informatieoverdracht. 6 Samenstelling werkgroep: Inge Vanthuyne (PZ OLV, voorzitter functie 2A) Ludo Goderis (PZ OLV) Stefaan Vandevoorde (MCT) Delphine Van Hevele (MCT) Tilia Mertens (MCT & AZ Sint-Jan) Kim Vanderhaeghen (MCT & PZ OLV) Carmen Leclercq (PZ OLV) Geert Bosma (PC S-A) Mia Maryssael (huisarts) Francoise Loose (huisarts) Riet Marcus (Inghelburch & PTC Rustenburg) Marleen Vyncke (AZ Sint-Lucas) Sophie Vancauwenberghe (AZ Sint-Lucas) Jürgen De Fruyt (AZ Sint-Jan Brugge-Oostende) Jonathan Claeys (AZ Zeno) Filip Desmit (CGG Noord-West-Vl) Wim Vens (De Sleutel) Greet Laureys (familievertegenwoordiger) Olivia Francois (familievertegenwoordiger) Elise Pattyn (netwerkcoördinator) Vergaderdata -23/01/2014 -15/05/2014 -23/10/2014 Functie 2B Missie Mobiel Behandelteam (MBT): Het Mobiel Behandelteam (MBT) is een outreachend team dat langdurende interventies op maat biedt in de thuisomgeving van de cliënt (18-65j). Het doel is het ondersteunen van personen met een complexe, chronische psychiatrische problematiek zodat die thuis kunnen blijven wonen. De trajectbegeleider van het Mobiel Behandelteam begeleidt het herstel van de cliënt op verschillende levensdomeinen. Zo focust men onder meer op wonen, werk, dagbesteding, zelfzorg, relaties en administratieve ondersteuning. Veel aandacht gaat uit naar de verdere uitbouw van het netwerk. Het Mobiel Behandelteam werkt immers nauw samen met de huisarts, mantelzorgers, thuiszorgdiensten en andere betrokken zorgpartners uit het netwerk. Contactgegevens MBT Tel: 0492/73.84.83 Email: [email protected] 7 Samenstelling MBT NAAM Stefaan Dhaese FUNCTIE Teamverantwoordelijke DIPLOMA Maatschappelijk werk Psycholoog Psychiatrisch Verpleegkundige A1 Psychiatrisch Verpleegkundige A2 VTE 1 Medewerker Psychiatrisch Verpleegkundige A1 0,8 Medewerker Ergotherapeut 1 Medewerker (KOPP preventiegesprekken) Medewerker (Intake) Maatschappelijk werk 1 Maatschappelijk werk 0,8 Medewerker (Intake) Psychiatrisch Verpleegkundige A2 1 Medewerker (Referentiepersoon ROPI) Maatschappelijk werk 1 Medewerker (Referentiepersoon KOPP) Psychiatrisch Verpleegkundige A2 1 Medewerker (Intake) Psychiatrisch Verpleegkundige A2 1 Medewerker Psychiatrisch Verpleegkundige A1 0,8 Medewerker (Referentiepersoon HoNOS en AMPS) Medewerker Ergotherapeut 1 Psychiatrisch Verpleegkundige A1 1 Maatschappelijk werk 1 Psychiatrisch Verpleegkundige A1 1 Dominique Degrande Therapeutisch coördinator Medewerker Jasper De Bruyne (referentiepersoon agressie) An Patteeuw Medewerker (intake & werkgroep verslaving) Katrien Blomme Charlotte Dalle Christiane Molleman AnnemieAnckaert Bram Victoor Femke de Wal Myriam De Meyere Joost Oosterlynck Christine Rolly Ann Ryckewaert Luc Zutterman Medewerker Willy Van Quaethem (Intake & referentiepersoon agressie) Medewerker Tine Rosseel 0,8 0,8 0,8 8 Riet Maenhaut Kim Duthoo Medewerker Ergotherapeut 0,8 Medewerker (Referentiepersoon ROPI) Psychiatrisch Verpleegkundige A1 0,8 Medewerker Psychiatrisch Verpleegkundige A1 1 Krista Lievens Dr. Jo Magerman Beleidsarts Totaal: 18,4 FTE 12u Cijfers MBT werkjaar 2014 Aanmeldingen & caseload In 2014 zijn er in totaal 158 nieuwe aanmeldingen geweest. Van die aanmeldingen werd 63% geïncludeerd. In 2014 werden 56 begeleidingen beëindigd. Momenteel heeft het MBT een caseload van 300 cliënten en zitten 13 dossiers in de intakefase. De volzet status is met andere woorden ongeveer bereikt. Verwijzers De meerderheid van de cliënten die begeleid worden door het MBT werden doorverwezen door een PZ (43%) of een PAAZ (22%). Verder verwijzen de twee andere nieuwe zorginitiatieven, zijnde MCT (8%) en PET (6%) ook soms door naar het MBT. Diagnostisch profiel 35% van de MBT-populatie heeft een psychotische stoornis. 24% kampt met een stemmingsstoornis en 22% met een persoonlijkheidsstoornis. Middelengebruik komt bij 16% van de populatie voor. Evoluties binnen werking MBT In de loop van 2014 vond een grondige evaluatie plaats van onder andere de werking van het MBT. In het najaar van 2014 heeft men actief gewerkt rond het bepalen van de caseload en het faciliteren van uitstroom. Verder heeft men volop geanticipeerd op de nakende volzetstatus en heeft men een aangepaste procedure uitgewerkt voor nieuwe aanmeldingen. Inzake herstelgericht werken heeft men binnen het MBT een aantal herstelgroepen opgestart voor cliënten rond specifieke thema’s zoals medicatie, financiële middelen en sociale contacten (op basis van de input die men kreeg op een cliëntennamiddag). Ook heeft men de ROPI-bevraging gedaan binnen het MBT-team. Op praktisch-organisatorisch niveau is men bezig met het implementeren van een nieuwe ITomgeving (zodat men ook van op locatie het EPD en andere informatie kan raadplegen) en heeft men de aansturing geëvalueerd en bijgestuurd. 9 Sedert begin 2015 is men kleinschalig gestart met het experiment ‘referentiepersoon’ (zie sectie 2.1.6). Tenslotte zet men continu in op verknoping met de andere netwerkpartners, zoals PET, PZ’s, thuiszorgdiensten en de VAPH-sector. Werkgroep functie 2B In het voorjaar van 2014 is de bestaande werkgroep functie 2B geëvolueerd tot ‘Inhoudelijke Ondersteuningscel’. Zo wil men het kernteam van het MBT ondersteunen m.b.t het uitzetten van beleidslijnen en optimaliseren van de inhoudelijke werking. De samenstelling van deze inhoudelijke ondersteuningscel (IOC) is momenteel als volgt: Christine Descamps (BW Brugge, voorzitter functie 2B) Steven Ingelbrecht (BW 4veld) Martine Verbeeke (BW Brugge) Dag Van Wetter (PC S-A) Patricia Vanhaeren (PZ OLV) Lut Van den Berge (PET) Peter Demaeght (CAW Noord West-Vlaanderen) Jo Magerman (MBT) Dominique Degrande (MBT) Stefaan Dhaese (MBT) Els Vancoëllie (PC S-A) Elise Pattyn (netwerkcoördinator) Het is de bedoeling dat er binnenkort ook vertegenwoordigers van het mobiel 2B-team te Oostende en het mobiel 2B-team te Veurne aansluiten. Op termijn zullen ook een familielid en een cliënt uitgenodigd worden om de werkgroep bij te wonen. Vergaderdata IOC 10/01/2014 04/04/2014 28/05/2014 18/09/2014 10/12/2014 10 2.1.3. Functie 3 Arbeid Samenstelling werkgroep functie 3 Arbeid Joost Vanhaecke (Ingelburch & PTC Rustenburg, voorzitter functie 3) Katrien Sorgeloos (Ingelburch & PTC Rustenburg) Stefaan Missine (PZ OLV) Regine Stevens (PZ OLV) Johan Neyt (PC S-A) Wim Vens (De Sleutel) Hilde Descamps (CGG Prisma) Adelin Verslyppe (CGG Prisma) Greet Verhellen (BW Oostende-Westkust) Sylvia Larsimont (Ingelburch) Christel Witgeers (Jobcentrum) Timothy Vandeginste (Loca Labora) Koen Vandamme (GTB) Nele Clement (GTB) Kristien Soenen (WOK) Nancy Debeuf (VDAB) Olivia Francois (familievertegenwoordiger) Maureen Seynaeve (familievertegenwoordiger) Elise Pattyn (netwerkcoördinator) Vergaderdata 27/03/2014 04/09/2014 Activiteiten Binnen de werkgroep functie 3 arbeid heeft men in eerste instantie informatie uitgewisseld over de werking van de diverse partners (Werkmaat, WOK, VDAB, GTB, Jobcentrum, Loca Labora, …). De organisatie van een gezamenlijke studiedag is voor onbepaalde termijn uitgesteld. Het is de bedoeling deze studiedag te organiseren eens het vernieuwde maatwerkdecreet effectief van start is gegaan. Daarnaast heeft men een drietal projectdossiers ingediend bij het Provinciaal Impulsfonds gerelateerd aan het thema ‘werk en zorg’ (o.a. gericht op PR rond arbeidszorg, het zoeken van opportuniteiten inzake stagemogelijkheden en het sensibiliseren van reguliere werkgevers). Verder heeft men de werking van de arbeidscoach geëvalueerd. Deze functioneert als link tussen zorg en werk en is bedoeld voor personen voor wie de sprong naar arbeid nog ietwat te groot is. De trajectbegeleiding richt zich voornamelijk op tewerkstelling binnen de sociale en reguliere economie. Momenteel kunnen ex-revalidanten van RIZIV-conventie Inghelburch en cliënten bij het CGG Noord-West-Vlaanderen en CGG Prisma zich aanmelden. Vanaf april 2015 breidt het werkingsgebied van de arbeidscoach uit en zal deze ook begeleidingen doen in de Veurnse regio. 11 Tenslotte heeft men in de subregio Oostende heel wat lobbywerk uitgevoerd om het gebrek aan plaatsen binnen de sociale economie voor onze doelgroep aan te kaarten. Meer details hierover zijn in sectie 2.1.8. terug te vinden. Functie 3 activering Samenstelling werkgroep functie 3 activering Martine Verbeeke (BW Brugge, voorzitter werkgroep functie 3 activering) Greet Verhellen (BW Oostende-Westkust) Hilde Casier (BW Oostkust) Sofie Desoete (De Gempersteeg) Regine Steevens (PZ OLV) Alain De Clippel (PC Sint-Amandus) Nele Dewachter (CM Brugge) Maureen Seynaeve (familievertegenwoordiger) Elise Pattyn (netwerkcoördinator) Vergaderdata 28/04/2014 06/10/2014 Activiteiten In de eerste plaats informeert men elkaar over de activiteiten die elke partner organiseert en de wijzigingen die men doorvoert binnen hun werking. Daarnaast hebben subwerkgroepen vertrekkende vanuit deze werkgroep twee concrete projecten gerealiseerd, zijnde het ontmoetingshuis en de activiteitenkalender. -Ontmoetingshuis Sedert september 2014 gaat het ontmoetingshuis door op zaterdagnamiddag. Wegens succes is men sedert januari 2015 ook gestart op donderdagavond. Op zaterdag zijn er gemiddeld een 30tal aanwezigen en op donderdagavond een 20tal, wat een mooie start betekent. Momenteel is het ontmoetingshuis gestationeerd in het Hof van Watervliet te Brugge, maar men zoekt volop naar opportuniteiten om het ontmoetingshuis op een eigen locatie verder te zetten, zodat het aanbod zich geleidelijk aan kan uitbreiden. -Activiteitenkalender Op 1 april 2015 wordt de website met de activiteitenkalender gelanceerd, namelijk www.actievelink.be. Het is de bedoeling dat deze website alle activiteiten uit de netwerkregio bundelt die gericht zijn op personen met een psychische kwetsbaarheid, maar die ook openstaan voor een breder publiek. We vertrekken immers vanuit de inclusiegedachte. Op termijn hopen we dat deze activiteitenkalender ook meer samenwerking tussen de diverse partners binnen dit domein genereert. 12 2.1.4. Functie 4 Samenstelling werkgroep functie 4 Hilde Dierckx (PZ OLV) Carmen Leclercq (PZ OLV) Patrick Penders (PC S-A) Geert Bosma (PC S-A) Riet Marcus (PTC Rustenburg) Sara De Vos (PTC Rustenburg) Hans van den Ameele (AZ Sint-Jan) Filip Bruyneel (AZ Sint-Jan) Sophie Vancauwenberge (AZ Sint-Lucas) Stefaan Geerts (AZ Sint-Lucas) Jonathan Claeys (AZ Zeno) Bart Dewaele (AZ Zeno) Eveline Depreter (AZ Damiaan) Bart Landrieu (AZ Damiaan) Bert Cleuren (AZ Sint-Augustinus) Lieve Debruyne (AZ Sint-Augustinus) Elise Pattyn (netwerkcoördinator) Vergaderdata -21/03/2014 -27/06/2014 -1/10/2014 -3/12/2014 Activiteiten De visietekst van functie 4 is gefinaliseerd. In 2014 heeft men een grondige inventaris opgesteld van het (semi-)residentiële zorgaanbod binnen de netwerkregio. Zowel kwantitatieve (aantal bedden en stoelen, ligduur, gebruikersprofiel, regio van herkomst, …) als kwalitatieve (therapeutisch aanbod, bed op recept, ontslag- en nazorgbeleid, cliëntenparticipatie en betrekken van familie,…) aspecten kwamen hierbij aan bod. De inventaris is terug te vinden op de website (zie http://www.netwerkggzregionwvl.be/netwerk/019-downloads/). Deze inventaris vormt het vertrekpunt om de noden en hiaten te gaan benoemen binnen de netwerkregio. Vanuit de werkgroep heeft men enkele prioriteiten voor 2015 naar voren geschoven, zijnde crisiszorg (en doorverwijzingsafspraken) en verslavingszorg. In een eerste fase gaan de PZen PAAZ-partners overleggen en in een tweede fase zullen relevante partners uit andere functies en andere sectoren ook betrokken worden. Het doel van dit overleg is te komen tot meer afstemming en samenwerking binnen zorgcircuits. Ook is er specifieke aandacht voor de daghospitalisatie om meer duidelijkheid te krijgen over hun (her)positionering binnen het netwerkverhaal. 13 2.1.5. Functie 5 Werkgroep functie 5 Op 21 januari 2014 kwam de intersectorale werkgroep van functie 5 samen. Er waren een 35tal aanwezigen (GGZ-hulpverleners, eerstelijnsactoren, sociale huisvestingsmaatschappijen, Regionaal Welzijnsplatform, Samenlevingsopbouw, cliënten, mantelzorgers, …). De sectorale werkgroep bestaat uit de volgende actoren: Steven Ingelbrecht (BW 4veld, voorzitter functie 5) Kristel Wittouck (BW 4veld) Muriel Schoeters (BW Oostkust) Tine Desmet (BW Oostkust) Christine Descamps (BW Brugge) Arne De Kesel (BW Brugge) Martine Verbeeke (BW Brugge) Greet Verhellen (BW Oostende-Westkust) Geert Gardin (PVT Sint-Augustinus) Igor Bauwens (PVT Sint-Augustinus) Koen Roggeman (PC Sint-Amandus) Eric Timmerman (PVT De Ent) Elise Pattyn (netwerkcoördinator) Vergaderdata 21/01/2014 03/04/2014 19/06/2014 04/09/2014 22/10/2014 Activiteiten werkgroep functie 5 Op de intersectorale bijeenkomst van januari 2014 werd de visietekst goedgekeurd en werden enkele good practices gedeeld aan de hand van presentaties. Daarnaast heeft men in samenwerking met een aantal intersectorale partners de ‘Commissie Versnelde Toewijzing’ opgestart. Die commissie selecteert wie in aanmerking komt voor een versnelde procedure inzake toewijzing sociale huisvesting (n.a.v. gewijzigd kaderbesluit). Binnen het sectorale overleg hebben de IBW’s een gemeenschappelijke intakelijst opgesteld, alsook willen ze naar de toekomst toe meer communicatie en onderlinge afstemming omtrent openstaande plaatsen. Verder werd het projectdossier ‘Brugwonen’ vervolledigd. Voor meer info hieromtrent, zie sectie 4.3. Ook vond er een verkennend overleg plaats met enkele sociale huisvestingsmaatschappijen uit de regio. 14 2.1.6. Werkgroep verknoping Samenstelling werkgroep verknoping Elise Pattyn (netwerkcoördinator, voorzitter werkgroep verknoping) Frank Schillewaert (CGG Noord-West-Vlaanderen) Filip Desmit (CGG Noord-West-Vlaanderen) Inge Vanthuyne (PZ OLV) Carmen Leclercq (PZ OLV) Delphine Van Hevele (MCT) Christine Descamps (BW Brugge) Martine Verbeeke (BW Brugge) Dominique Degrande (MBT) Joost Vanhaecke (Ingelburch & PTC Rustenburg) Steven Ingelbrecht (BW 4veld) Hans van den Ameele (AZ Sint-Jan) Stefaan Lambrecht (SEL Noord-West-Vlaanderen) X (PC S-A) Michel Goetinck (Huisarts) en Tiny Scheipers (Regionaal Welzijnsplatform) volgen de werkzaamheden van de werkgroep verknoping op via het verslag. Vergaderdata 06/02/2014 13/03/2014 03/04/2014 08/05/214 12/06/2014 10/07/2014 04/09/2014 09/10/2014 13/11/2014 11/12/2014 Activiteiten De werkgroep verknoping heeft in de loop van 2014 twee concepten uitgewerkt, zijnde het knelpuntoverleg en de referentiepersoon. Het knelpuntoverleg behandelt complexe dossiers die vastgelopen zijn of dossiers waarbij bemoeizorg van toepassing is. Het knelpuntoverleg wordt gezien als laatste redmiddel, nadat alle andere mogelijke scenario’s reeds afgetoetst zijn geweest. Het knelpuntoverleg is dan ook geen spoedprocedure. Aan de hand van het knelpuntoverleg wil men trachten te voorkomen dat er binnen de GGZ-vernieuwing opnieuw personen tussen de mazen van het net vallen. Men vertrekt vanuit het principe van gedeelde verantwoordelijkheid. Een bepaalde groep van cliënten heeft een referentiepersoon nodig. Bij het merendeel van de cliënten is dit echter niet nodig, gezien ze iemand in hun vertrouwde omgeving hebben waar ze bij terecht kunnen als het even moeilijker loopt (huisarts, hulpverlener waar men vertrouwensband mee heeft opgebouwd of mantelzorger). De referentiepersoon waar wij op doelen is er echter enkel voor zij die een discontinu zorgtraject lopen omwille van 15 patiëntgebonden karakteristieken. Om die reden zal aanklampende zorg of bemoeizorg soms aan de orde zijn. Kortom, de opdracht van de referentiepersoon is als volgt: vertrouwen opbouwen en traject bewaken over de verschillende voorzieningen/functies heen zodat transitiemomenten gefaciliteerd worden en onder meer uitval vermeden wordt. Het is de bedoeling dat de referentiepersoon vinger aan de pols houdt tijdens het traject (vanuit de presentiegedachte) en de betrokken hulpverleners responsabiliseert indien de situatie niet langer gestabiliseerd is. Zo vermijdt men dat de cliënt in een vicieuze cirkel terechtkomt. In 2015 zal de werkgroep verknoping zich buigen over de volgende thema’s: activering (in de zin van arbeid, ontmoeting en vrije tijd), bemoeizorg en het faciliteren van ontschotting in het algemeen. Ook is er een globale inventaris van álle zorgvoorzieningen uit de netwerkregio in de maak en op basis van die analyse zullen tevens knelpunten gedetecteerd worden. 2.1.7. Medisch college Het Medisch College heeft in 2014 wat moeten zoeken naar haar identiteit. Een aantal vergaderingen zijn doorgegaan, een aantal vergadering werden geannuleerd wegens een te lage opkomst. Eind 2014 gaf men dan ook de aanzet voor een grondige evaluatie van het medisch college. Dit resulteerde in een nieuw model dat in het voorjaar van 2015 een doorstart maakte. Zo kan het medisch college eindelijk uitgroeien tot het adviesorgaan dat men beoogt te zijn en waarvoor de stuurgroep van het netwerk vragende partij is. Samenstelling Geert Bosma (PC S-A, voorzitter medisch college) Hans van den Ameele (AZ Sint-Jan, ondervoorzitter) Jürgen De Fruyt (AZ Sint-Jan) Tilia Mertens (MCT & AZ Sint-Jan) Kim Vanderhaeghen (MCT & PZ OLV) Griet Fonteyne (De Sleutel) Jo Magerman (MBT & PC S-A & CGG Prisma) Carmen Leclercq (PZ OLV) An Vermassen (PZ OLV & PET & CGG N-W-Vl) Olivier Drabs (Ingelburch) Francoise Verfaillie (PZ OLV & BW Brugge) Sara De Vos (PTC Rustenburg) Remko Huyghens (CGG Noord-W-Vl) Johan Baeke (BW 4veld) Stefaan Geerts (AZ Sint-Lucas) Philippe Snauwaert (AZ Sint-Lucas) 16 2.1.8. Subregionaal netwerk Samenstelling Adelin Verslyppe (CGG Prisma, voorzitter subregionaal netwerk) Walter Vanhecke (CGG Prisma) Filip Desmit (CGG N-W-Vl) Tine Langedock (CGG Largo) Hilde Terryn (SEL Oostende-Veurne) Nel Ottevanger (Sociaal Huis Oostende) Mieke Remerie (Bond Moyson) An Casteleyn (CM) Katrien Devreese (AZ Sint-Jan) Sarah Thieren (AZ Sint-Jan) Bart Landrieu (AZ Damiaan) Fabienne Verhoest (AZ Sint-Augustinus) Greet Verhellen (BW Oostende-Westkust) Tine Wyns (CAW Noord-West-Vlaanderen) Bart Pauwels (CAW Centraal-West-Vlaanderen) Hilde Vanderbeke (Familiehulp) Karien Louagie (Solidariteit van het Gezin) Piet Dheedene (MSOC) Nancy Vanderostijne (straathoekwerk Oostende) Alison Helsmoortel (huisarts) Ann Deschacht (CAW Noord-West-Vl) Tiny Scheipers (Regionaal Welzijnsplatform) Christian Devlies (Familiezorg) Maureen Seynaeve (familievertegenwoordiger) Alexis Sweetlove (familievertegenwoordiger) Ouafia Snauwaert (Familieplatform) Elise Pattyn (netwerkcoördinator) Vergaderdata 28/01/2014 24/06/2014 25/11/2014 Activiteiten In subregio Oostende is men in 2014 de onderhandelingen gestart om zelf een kleinschalig mobiel team op te starten (ter voorbereiding van de verdere uitrol van de 2B-functie binnen de regio). Alle GGZ-partners uit de subregio Oostende engageerden zich ondertussen om dit samen uit te bouwen. De conceptnota is opgesteld en men schat in dat men vanaf september 2015 operationeel van start zal kunnen gaan. We benadrukken dat het gaat om een zeer kleinschalig team in afwachting van de verdere uitrol. In Veurne was er al langere tijd een kleinschalig alternatief mobiel team actief. Momenteel is men de werking daarvan aan het kaderen binnen de 2B-functie. Ook zal het mogelijk zijn om indien nodig kortdurend op te schalen qua intensiteit van zorg. Men schat in dat de nieuwe start van dit team voor juni 2015 zal zijn. 17 Verder heeft men vanuit een subwerkgroep heel wat lobbywerk verricht m.b.t. het thema sociale economie. In de regio Oostende is het beschikbaar aantal arbeidsplaatsen binnen de sociale economie immers zeer beperkt. Ook de arbeidscoach botst hier op grenzen. Via een grondige analyse wil men dan ook het stadsbestuur sensibiliseren om dit thema ten gronde aan te pakken. Dit gebeurt op initiatief van het Welzijn en Armoedeplatform van het Sociaal Huis (met financiële ondersteuning van het project ‘regierol sociale economie). Het Sociaal Huis Oostende heeft als jaarthema voor 2015 het thema ‘tewerkstelling voor kansengroepen’ uitgekozen. Binnen deze analyse wordt onze doelgroep expliciet als kansengroep meegenomen. De concrete resultaten worden in het najaar van 2015 verwacht. In het voorjaar van 2015 staat een evaluatie van het subregionaal netwerk ingepland. Het is belangrijk grondig te bespreken wat de positie is van het subregionaal netwerk met het oog op de verdere uitrol. Bovendien is het een streven om de partners uit subregio Oostende-Veurne nauwer te betrekken bij álle werkgroepen en overlegfora binnen de netwerkstructuur. 2.2. Samenstelling van het globale netwerk 2.2.1. Strategische werkgroep/netwerkcomité In de loop van 2014 heeft men de samenstelling en doelstellingen van alle overlegfora binnen het netwerk geëvalueerd om tot een efficiëntere vergaderstructuur te komen. Ook de stuurgroep van het netwerk was onderwerp van evaluatie. Vertrekpunt hiervoor was een coachingssessie door prof. Leys (VUB). Dit resulteerde in het expliciteren van het bestuursmodel in het voorjaar van 2015. Samenstelling stuurgroep Vanaf april 2015 wordt de huidige samenstelling verruimd naar onderstaande samenstelling. Concreet komt er een mandaat bij voor de PZ’s, de PAAZ’en, het subregionaal netwerk Oostende-Veurne en de ervaringsdeskundigen. Patrick Penders (promotor & voorzitter Netwerk) Hilde Dierckx (promotor & voorzitter functie 4) Dr. Bosma (hoofdgeneesheer PC Sint-Amandus & voorzitter medisch college) Dr. Leclercq (hoofdgeneesheer PZ OLV) Frank Schillewaert (vertegenwoordiger CGG’s & voorzitter functie 1) Inge Vanthuyne (vertegenwoordiger PVT & voorzitter functie 2A) Christine Descamps (vertegenwoordiger IBW & voorzitter functie 2B) Joost Vanhaecke (vertegenwoordiger RIZIV-conventies & voorzitter functie 3) Steven Ingelbrecht (voorzitter functie 5) Hans van den Ameele (vertegenwoordiger PAAZ-diensten) X (vertegenwoordiger PAAZ-diensten) Adelin Verslyppe (vertegenwoordiger subregio Oostende-Veurne) X (vertegenwoordiger subregio Oostende-Veurne) Michel Goetinck (vertegenwoordiger huisartsen) Stefaan Lambrecht (vertegenwoordiger SEL Noord-West-Vl) Hilde Terryn (vertegenwoordiger SEL Oostende-Westkust) Tiny Scheipers (vertegenwoordiger Regionaal Welzijnsplatform N-W-Vl) Mieke Craeymeersch & Alexis Sweetlove (familievertegenwoordigers => op termijn 1 mandaat) X (Vertegenwoordiger ervaringsdeskundigen) 18 Elise Pattyn (netwerkcoördinator) Vergaderdata van de strategische werkgroep/netwerkcomité 22/01/2014 26/02/2014 26/03/2014 28/05/2014 25/06/2014 27/08/2014 24/09/2014 06/10/2014 26/11/2014 2.2.2. Zijn er specifieke overeenkomsten tussen netwerkpartners afgesloten ? Onder welke vorm ? (Voeg de template van dergelijke overeenkomsten in bijlage toe) We hanteren momenteel nog steeds de engagementsverklaring van bij de opstart van het netwerk (zie bijlage 1). We zijn wel van plan deze engagementsverklaring te actualiseren eens de evaluatiefase is afgerond. 2.3. Uitbreiding van het globale en geïntegreerde netwerk : zijn er nieuwe netwerkpartners toegevoegd of mogelijkheden verkend ? Eind 2014 vond de netwerkdag plaats waarop alle netwerkpartners waren uitgenodigd. Het publiek telde 175 enthousiaste aanwezigen: zowel GGZ-hulpverleners die sterk betrokken zijn bij de GGZ-vernieuwing als hulpverleners die er wat verder vanaf staan, eerstelijnsactoren, belendende sectoren, mantelzorgers en cliënten. Voor een uitgebreid verslag van de thema’s die die dag aan bod kwamen verwijzen we u door naar de website waar een samenvatting terug te vinden is van het resultaat van de ‘open space’-sessies. Over het algemeen kunnen we stellen dat in de loop van 2014 de band met de residentiële partners versterkt geweest is via het functie 4-overleg. De PAAZ-diensten zijn nauwer bij de hervorming betrokken. Ook is er contact gelegd met het Rembertziekenhuis uit Torhout dat niet over een PAAZ beschikt, maar via zijn spoeddienst wel geconfronteerd wordt met de doelgroep van personen met een psychische kwetsbaarheid. Binnen de eerstelijn heeft men contact gelegd met alle huisartsenkringen die actief zijn binnen de netwerkregio. Ook willen we via de organisatie van het reflectieforum eerstelijn-GGZ een ruimer aantal eerstelijnspartners bij het netwerkverhaal betrekken. Verder zijn er ook nieuwe contacten gelegd met de dienstencentra, de regisseurs ‘sociale economie’, de apothekersvereniging, de VAPH-sector en een aantal zelfstandig psychologen/psychotherapeuten uit de regio. 19 2.4. Heeft de netwerkcoördinator de partners van de eerste lijn geïnformeerd en betrokken bij de ontwikkeling en de werking van het netwerk (huisartsen, diensten thuiszorg, gezinshulp, partners welzijn, …) ? Zo ja, welke partners en hoe worden ze betrokken ? Huisartsen Op beleidsniveau zetelt 1 huisarts in de stuurgroep en in werkgroep functie 2A zetelen 2 huisartsen. Op casusniveau sluit een huisarts aan bij de PET-netwerktafel. Verder overleggen een aantal huisartsen op regelmatige basis (4 x per jaar) met de netwerkcoördinator. Zo hebben ze in de loop van 2014 een inhoudelijke adviesnota op de stuurgroep gebracht. Verder is er continue bekendmaking van de nieuwe netwerkinitiatieven PET en MCT (alsook het bredere netwerkverhaal in een notendop) aan de diverse huisartsenkringen die de netwerkregio telt via hun LOK-vergaderingen: huisartsenkringen Ijzerstreek & Westkust, Oostende-Bredene, Houtland en HABO. Overige eerstelijnspartners Het reflectieforum is bedoeld als forum om tot meer afstemming te komen met de eerstelijnspartners. Dit reflectieforum wordt halfjaarlijks georganiseerd. Daarnaast wordt in de thuiszorgplatforms in de regio Oostende-Veurne naar feedback gevraagd over de GGZvernieuwing vanuit de positie van de eerstelijnsactoren. Verder presenteert de netwerkcoördinator geregeld de stand van zaken binnen het netwerk op eerstelijnsfora zoals Raad van Bestuur SEL, overleg OCMW-voorzitters en op vraag van specifieke partners (zoals reeds gebeurde bij het Wit-Gele Kruis en op het thuiszorgplatform Knokke-Heist). PET doet actief PR bij een resem eerstelijnspartners (o.a. OCMW Knokke-Heist, Kompasaan-huis Westkust, CLB De Klaver, Regionaal overleg Kindermishandeling Veurne, Familiehulp , Bond Moyson, Onthaal Welzijn Oostende, OCMW Brugge, OCMW Jabbeke, Regionaal Overlegplatform Kindermishandeling; Binnenstad vzw, CAW De Papaver, Zelfstandig Thuisverpleegkundigen, CAW Noord-West-Vlaanderen, CIG Ten Anker, CKG Kapoentje, OCMW Damme, Overlegplatform Damme,…). Daarnaast heeft PET reeds vorming georganiseerd bij de volgende eerstelijnspartners: CAW Noord-West-Vlaanderen, Sociaal Huis Oostende, Familiehulp, Familiezorg en OCMW Brugge. Bovendien sluit PET ook structureel aan bij een aantal eerstelijnsorganisaties voor intervisiegesprekken. Dit is het geval bij het Crisisopvangcentrum van het CAW N-W-Vl, Wonen-Welzijn, CAW Begeleid Wonen, t’Sas & Preventie Uithuiszetting. 2.5. Heeft de netwerkcoördinator de ZTG-coördinatoren en de EZCG-coördinatoren geïnformeerd en betrokken bij de ontwikkeling en de werking van het netwerk ? Hoe ? Er heeft verkennend overleg plaatsgevonden met het schakelteam en het forensisch 2B-team voor seksueel delinquenten. Verder sluit de coördinator internering vanuit FOD Volksgezondheid 2 keer per jaar aan op de stuurgroepvergadering. Daarnaast worden we uit eerste hand op de hoogte gehouden over de nieuwe evoluties binnen het forensisch netwerk via de promotor van het netwerk (die actief is binnen het forensisch netwerk). Tenslotte wordt ook in de nieuwsbrief van het netwerk aandacht besteed aan de recente ontwikkelingen binnen het forensisch netwerk. 20 2.6. Heeft de netwerkcoördinator een vertegenwoordiger van de sector verslavingszorg geïnformeerd en betrokken bij de ontwikkeling en de werking van het netwerk ? Hoe ? Op beleidsniveau is de verslavingszorg vertegenwoordigd in werkgroep functie 2A en in werkgroep functie 3 arbeid (De Sleutel), alsook in het subregionaal netwerk (MSOC). Bovendien sluit de arts van De Sleutel aan bij het medisch college. In de stuurgroep worden zij vertegenwoordigd via de vertegenwoordiger van de Riziv-conventies. In 2015 start het netwerk met overleg i.k.v. zorgcircuit ‘verslavingszorg’. Zo wil men trachten te komen tot concrete(re) doorverwijzingsafspraken. In een eerste fase start men het overleg met de PZ’s en de PAAZ-diensten, maar de categorale zorgpartners zullen hier op korte termijn ook bij betrokken worden. De andere geïnteresseerde GGZ-diensten, alsook de eerstelijnsactoren die sterk met deze doelgroep geconfronteerd worden zullen in een tweede fase betrokken worden bij dit overleg. 2.7. Heeft de netwerkcoördinator verenigingen van cliënten, families en naasten geïnformeerd en betrokken bij de ontwikkeling en de werking van het netwerk ? Zo ja, welke verenigingen en welke rol nemen ze in het netwerk op ? In 2014 hebben we als netwerk stappen vooruit gezet wat betreft het betrekken van ervaringsdeskundigen en mantelzorgers. Zo organiseerden zowel het Kernteam Ervaringsdeskundigen als het Kernteam Familie elk twee fora om input te vragen aan hun achterban. Daarnaast kreeg het thema aandacht binnen de stuurgroep via een uiteenzetting over de onderzoeksresultaten van de studie rond familie- en cliëntenparticipatie. Kernteam ervaringsdeskundigen In Oost- en West-Vlaanderen start een opleiding tot ervaringswerker in de GGZ. Ook enkele ervaringsdeskundigen uit onze netwerkregio zijn geselecteerd om deze opleiding te volgen. Zij sluiten aan bij het kernteam ervaringsdeskundigen. In het kernteam zetelen ook vertegenwoordigers van Uilenspiegel en Ups en Downs. Het kernteam komt een viertal keer per jaar samen. Het kernteam heeft in 2014 twee patiëntenfora georganiseerd. In maart ging men aan de slag rond enkele specifieke thema’s, zijnde participatie, ervaringsdelen, medicatie en een sectie ‘varia’. Op het tweede forum heeft men ingezoomd op de twee thema’s die het sterkst aan bod kwamen in het eerste forum, namelijk ervaringsdelen en lotgenotencontact. Als gevolg hiervan heeft men een werkgroep ervaringsdelen opgezet waarbinnen personen met een psychische kwetsbaarheid binnen een kleine, veilige groep aan de slag kunnen gaan met hun levensverhaal. De werkgroep lotgenotencontact heeft meer diversiteit te brengen binnen het aanbod inzake lotgenotencontact. Verder volgt het kernteam de evoluties op inzake opleiding en statuut ervaringsdeskundige, initiatieven m.b.t. cliëntenparticipatie, inspraak binnen het beleid enz. Op de website is er een aparte rubriek voor cliënten om deze informatie te verspreiden. 21 Familie en nabij betrokkenen Het kernteam familie bestaat uit een aantal familievertegenwoordigers, vertegenwoordigers van Similes en het Familieplatform, een cliënt en een hulpverlener. Dankzij het eerste familieforum werden een aantal extra familievertegenwoordigers gerekruteerd. In 2014 heeft men twee familiefora georganiseerd. Tijdens het eerste forum was het verkrijgen van feedback omtrent hoe de zorg georganiseerd is de focus. Het kernteam familie schreef op basis van die input een nota uit die op de stuurgroep aan bod kwam. Het tweede forum bracht een divers programma met een aantal sprekers en voldoende ruimte voor vragen. In 2015 gaan enkele familievertegenwoordigers het gesprek aan met een reeks netwerkpartners om het uitwerken van een familiebeleid hoger op de agenda te krijgen. Tenslotte zet men binnen het netwerk in op lotgenotencontact voor familie en nabij betrokkenen van personen met een psychotische kwetsbaarheid via Praatkaffee De Stem. Ook organiseert men op regelmatige basis info-, gespreks- en copinggroepen. 2.8. Wordt er een inventaris van het beschikbare hulpverleningsaanbod binnen het werkingsgebied van het netwerk opgemaakt en up-to-date gehouden ? Op de website is in de rubriek ‘hulpaanbod in de regio’ een overzicht te vinden van het hulpverleningsaanbod. Het is de bedoeling dat deze rubriek binnenkort aangevuld wordt met meer informatie over laagdrempelige eerstelijnshulp (momenteel wordt wel reeds verwezen naar de sociale kaart en het thuiszorgzakboekje). Ook alle bestaande initiatieven m.b.t. activering, arbeid, vrijetijd en ontmoeting zullen op korte termijn opgelijst worden op de website. 2.9. Geef de communicatie- en informatiestrategie ten aanzien van de netwerkpartners en de cliënten weer. Is er een website online of wordt deze ontwikkeld ? -Website www.netwerkggzregionw-vl.be -Tweemaandelijks verschijnt er een nieuwsbrief vanuit het Netwerk -De netwerkcoördinator brengt geregeld op vraag van partners een overzicht van de stand van zaken en de toekomstplannen van het Netwerk. -Jaarlijks wordt er een event georganiseerd. Tijdens de even jaren gaat dit om een volledige dag, waarbij op creatieve wijze input gevraagd wordt aan de partners (zie Netwerkdag op 12.12.2014 te Jabbeke a.h.v. ‘open space’-methodiek). Tijdens de oneven jaren organiseert het Netwerk een halve dag waarbij het delen van informatie centraal staat, eveneens via een creatieve methodiek. 22 2.10. Voeg een organigram toe dat de organisatie tussen de netwerkpartners weergeeft. Bij onderstaand organogram merken we op dat de positie van het ‘subregionaal netwerk’ nog dient geëxpliciteerd te worden binnen het organogram. Bureau Werkgroep F1 Werkgroep F2 Werkgroep 2A IOC MBT Medisch College Stuurgroep Werkgroep F3 Activering Ar beid Werkgroep F4 Werkgroep F5 Crisis Verslaving Werkgroep Verknoping Kernteam Ervaringdeskundigen Kernteam Familie 23 3. Vorming/onderzoek 3.1. Hebben de netwerkcoördinator en/of de netwerkpartners gedurende het afgelopen jaar deelgenomen aan vormingsmodules ? Zo ja, dewelke ? -Vorming functie 3 Uiteindelijk heeft men binnen het netwerk de keuze gemaakt om in zee te gaan met de RINO groep. Eind maart 2015 is de basisopleiding SRH (Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen) effectief van start gegaan. -Vorming ontslagmanagement door Prof. Moons Het netwerk heeft een sessie rond ontslagmanagement georganiseerd binnen het netwerk. Daarnaast hebben een aantal netwerkpartners de terugkomdag bijgewoond waarbij een aantal good practices werden teruggekoppeld. -Vorming Samenlevingsopbouw Een 12tal netwerkpartners hebben de tweedaagse vorming rond ‘samenwerking‘ gevolgd. -Uiteenzetting dr. Fleury Op deze uiteenzetting waren een huisarts en een psychiater uit het netwerk aanwezig, alsook de netwerkcoördinator. -Intervisie 2A en 2B De teamverantwoordelijken van de mobiele teams hebben aangesloten op deze intervisie. -Intervisie netwerkcoördinatoren De netwerkcoördinator sluit aan op de intervisiemomenten georganiseerd door het FOD. 3.2. Hebben de netwerkcoördinator en/of de netwerkpartners deelgenomen aan vergaderingen in verband met onderzoek ? Maakt onderzoek deel uit van de dagorde van de vergaderingen van de strategische werkgroep/netwerkcomité ? Neemt de netwerkcoördinator de coördinatie van de onderzoeksactiviteiten in het netwerk op ? De netwerkcoördinator treedt op als referentiepersoon voor het wetenschappelijk onderzoek en sluit in naam van het netwerk aan op de voorbereidende vergaderingen en de meetings waarin de resultaten teruggekoppeld worden. De resultaten van het wetenschappelijk onderzoek worden steeds gebrieft op de stuurgroep en een samenvatting ervan verschijnt op de website (wordt aangekondigd in de nieuwsbrief). Bij deze willen we vragen of het naar de toekomst toe mogelijk is om de opstart van een nieuwe onderzoeksfase beter te communiceren en om terugkoppeling te krijgen over de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek op netwerkniveau. Onze partners doen een serieuze inspanning om de data aan te leveren en wij willen die input graag beloond zien met een betere en concretere terugkoppeling van de resultaten. 24 3.3. Omschrijf uw specifieke vragen en behoeften inzake vorming tijdens het afgelopen jaar, evenals mogelijke toekomstige vragen en behoeften van die aard ? Algemeen wenst de netwerkstuurgroep vorming omtrent de voor- en nadelen van verschillende bestuursmodellen van een dergelijk netwerkverband. Voor de netwerkcoördinator wenst men vorming omtrent procesmanagement. De vormingsnoden van de mobiele equipes (functie 1B, 2A en 2B) zijn de volgende: PET (functie 1B): -Competentieverhoging medewerkers inzake vroegdetectie van ernstige psychiatrische problemen -Competentieverhoging medewerkers inzake coachen en ondersteunen eerstelijn MCT (functie 2A) -Hulpverleningsvaardigheden bij het werken in de context -Motivationele gespreksvoering -Krachtgerichte gespreksvoering -Suïcidaliteit - risicotaxatie -Kortoplossingsgerichte vaardigheden MBT (functie 2B): -Systeemdenken -SRH-methodiek 4. Overzicht en ontwikkeling van activiteiten voor cliënten 4.1. Wordt een herstelgerichte visie in het netwerk geïmplementeerd ? Welke zijn hierbij de mogelijkheden en de begrenzingen ? Vanuit het netwerk heeft men bewust gekozen om het vormingsaanbod omtrent herstelgerichte zorg optimaal te benutten. Zo zal men niet 1 maar 2 basisopleidingen SRH organiseren in de loop van 2015. Diverse netwerkpartners (over de 5 functies heen) sluiten aan bij deze opleiding: IBW, PZ, PAAZ, PVT, CGG, Revalidatiecentrum, Activiteitencentrum, Jobcentrum en OCMW. In 2016 zullen we vervolgens een coachopleiding organiseren, zodat de methodiek verder verspreid kan worden binnen het netwerk. Een aantal netwerkpartners waren reeds sterk vertrouwd met de SRH-methodiek, maar via de bijkomende opleidingen willen we een breder draagvlak creëren binnen het netwerk. Verder is de ROPI-bevraging reeds bij enkele netwerkpartners afgenomen. Komend jaar gaan we exploreren of dit scenario ook door andere netwerkpartners gevolgd kan worden om de bewustmaking rond herstelondersteunende zorg verder te stimuleren. Ook tijdens de netwerkdag kwam dit thema regelmatig aan bod (zie verslag op website). Zowel door cliënten als familieleden als hulpverleners werd dit thema naar voren geschoven. Men beschouwt het als dé manier om tot een meer gelijkwaardige relatie te komen tussen hulpverleners en cliënten. Het zorgt er ook voor dat de cliënt de regie meer in handen krijgt en dat het zorgaanbod beter wordt afgestemd op de specifieke noden en vragen van de cliënt. 25 We zijn er ons echter wel bewust van dat het realiseren van dergelijke mentaliteitsswitch bij de hulpverleners veel tijd zal vergen. 4.2. Kan u innoverende praktijken (vernieuwend, creatief en gericht op de behoeften van de cliënten) binnen uw werkingsgebied oplijsten ? -Psychiatrisch Expertiseteam (zie sectie 2.1.1. voor meer details) -Arbeidscoach (zie sectie 2.1.3. voor meer details) -Praatkaffee De Stem Het praatkaffee is een combinatie van inhoudelijke informatie en lotgenotencontact en wordt een vijftal keer per jaar georganiseerd. De inhoudelijke informatie is zeer divers qua thematiek en methodiek (zie www.praatkaffee-destem.be voor het programma van de voorbije bijeenkomsten). Na afloop van het inhoudelijk deel is er ruim de gelegenheid om lotgenoten te ontmoeten, samen iets te drinken en rustig aan de praat te gaan. In eerste instantie is het Praatkaffee Psychose bedoeld voor familieleden en nabij betrokkenen van personen met een psychotische kwetsbaarheid. Maar ook cliënten en hulpverleners zijn welkom als medebetrokkene vanuit de triadegedachte. Naast het Praatkaffee Psychose is men ook gestart met info- en gespreksgroepen en copingcursussen voor familieleden. Praatkaffee Psychose is reeds eind september 2010 gestart vanuit een samenwerkingverband en is met andere woorden een pionier. -Wonen-Welzijn Wonen Welzijn begeleidt personen met een (vermoeden van) een psychiatrische problematiek en/of een verslavingsproblematiek die niet gestabiliseerd is en die gehuisvest zijn in een woning van een sociale huisvestingsmaatschappij of een sociaal verhuurkantoor te Brugge. Het doel is het bieden van ondersteuning m.b.t. het behoud van de sociale woning wanneer er nog geen sprake is van een dreigende uithuiszetting. Ook zorgvermijders en mensen zonder hulpvraag of ziekte-inzicht behoren tot de doelgroep van Wonen-Welzijn. -Werkgroep Hulpverlening De werkgroep organiseert casusoverleg m.b.t. zorgvermijdende personen met een chronische psychiatrische problematiek (meestal in combinatie met middelengebruik) die in veel gevallen thuisloos zijn. Voor deze doelgroep tracht men opvang en begeleiding te organiseren in de Oostendse regio. De werkgroep is intersectoraal samengesteld (straathoekwerk, winteropvang daklozen, CAW, GGZ,…). Het initiatief is gestart op initiatief van de stuurgroep drugsbeleid van de stad Oostende en de procesbegeleider verslavingszorg van het Provinciaal Overlegplatform. 26 4.3. Kan u innoverende praktijken die het afgelopen jaar werden gerealiseerd of die nog worden ontwikkeld oplijsten ? Inzake vrijetijd, ontmoeting en lotgenotencontact -Ontmoetingshuis Sedert september 2014 is het ontmoetingshuis gestart op zaterdagnamiddag. Sedert januari 2015 is het ontmoetingshuis ook open op donderdagavond. Personen met een psychische kwetsbaarheid (zowel cliënten als ex-cliënten) gaan ernaartoe voor een gezellig samenzijn. Het ontmoetingshuis wordt gerund door de cliënten zelf (er is minimale professionele ondersteuning). Ook de activiteiten worden door de cliënten zelf georganiseerd. -Activiteitenkalender Op 1 april 2015 wordt de website met de activiteitenkalender gelanceerd, namelijk www.actievelink.be. Het is de bedoeling dat deze website alle activiteiten uit de netwerkregio verzamelt die openstaan voor de doelgroep van personen met een psychische kwetsbaarheid, maar ook voor een breder publiek (vanuit de inclusiegedachte). Op termijn hopen we dat deze activiteitenkalender meer samenwerking tussen de diverse partners binnen dit domein genereert. -Werkgroep ervaringsdelen De werkgroep ervaringsdelen verenigt (ex-)cliënten, los van de context waarbinnen ze behandeld worden/werden. Men werkt rond zijn/haar levensverhaal tijdens tweewekelijkse groepssessies. -Herstelgroepen Zowel binnen de residentiële context van een Psychiatrisch Ziekenhuis als binnen de ambulante context van het Mobiel Behandelteam is men gestart met herstelgroepen voor cliënten. Men gaat aan de slag rond diverse thema’s. Inzake betrekken van mantelzorgers bij de zorg In 2014 zijn twee familiefora georganiseerd. Eind april 2015 gaat de derde editie door. De bedoeling van deze fora is om contact te houden met de ruime achterban van familie en nabij betrokkenen. Zij geven de familievertegenwoordigers input om mee aan de slag te gaan. Via het familieforum kunnen de familievertegenwoordigers vervolgens terugkoppelen wat beweegt binnen de geestelijke gezondheidszorg inzake het betrekken van mantelzorgers. Inzake wonen -Commissie Versnelde Toewijzing Het nieuwe kaderbesluit inzake sociale huisvesting biedt iets meer kansen voor kwetsbare doelgroepen. Zo is er een klein percentage dat op een versnelde toewijzing van een sociale woning kan rekenen. Zowel in stad Oostende als in stad Brugge is er daarom een intersectorale commissie opgestart die ervoor zorgt dat deze woningen worden toegewezen aan die personen met de hoogste nood. -Brugwonen Brugwonen is een woonproject waar volwassenen met een gestabiliseerde psychiatrische problematiek zelfstandig kunnen wonen. Brugwonen biedt een begeleidingsaanbod dat intensiever is dan Beschut Wonen, maar minder intensief dan binnen een Psychiatrisch Verzorgingstehuis. Het initiatief gaat uit van enkele familieleden. In samenwerking met enkele GGZ- en eerstelijnspartners heeft men dit concept concreet uitgewerkt. Het is nu aan 27 de overheid om via “deregulering” deze creatieve vorm van wonen voor mensen met een psychische kwetsbaarheid mogelijk te maken. Inzake zorgwekkende zorgmijders -Knelpuntoverleg (zie sectie 2.1.6. voor meer details) -Referentiepersoon (zie sectie 2.1.6. voor meer details) 4.4. Kan u de lopende (overleg)activiteiten en de toepassing van een individueel zorgplan binnen uw netwerk beschrijven ? We stimuleren onze netwerkpartners om bij overdracht of bij ontslag een gezamenlijk overleg te organiseren met de betrokken hulpverleners (zowel 1e, 2e als 3e lijn en eventueel ook 0e lijn), bijvoorbeeld via een OPP-overleg of een cliëntoverleg. Bij het afsluiten van dergelijk overleg wordt standaard een inhoudelijk begeleidingsplan ingevuld. Ten eerste worden een aantal algemene doelstellingen geformuleerd en ten tweede worden de gemaakte afspraken tussen de partners geconcretiseerd. Ten derde bevat dit plan de contactgegevens van alle betrokken hulpverleners en mantelzorgers, alsook de contactgegevens van de persoon die bij crisis na de kantooruren of bij hoogdringendheid dient aangesproken te worden. Daarnaast zijn een aantal netwerkpartners momenteel bezig met het opstellen van een signaleringsplan (dat o.a. een crisiskaart bevat). Het is de bedoeling dit gezamenlijk signaleringsplan vervolgens te gaan hanteren binnen het netwerk. 5. Heeft de netwerkcoördinator een managementsplan uitgewerkt met daarin de algemene doelstellingen van het netwerk, de middelen om deze te realiseren en een planningsinstrument ? Geef het managementsplan weer in bijlage en vermeld het planningsinstrument. Het strategisch plan voor 2015-2016 bevindt zich in bijlage 2. We hebben de input die we van onze netwerkpartners gekregen hebben tijdens de netwerkdag (12.12.2014 te Jabbeke) gebruikt als kapstok bij het uitschrijven van dit strategisch plan. In 2015 willen we in de eerste plaats meer investeren in functie 3 en functie 5. Deze functies zijn immers cruciaal om daadwerkelijk te kunnen spreken van vermaatschappelijking van zorg. Door de intersectorale kaart te trekken willen we enerzijds kwartiermaken voor onze doelgroep, maar anderzijds willen we er ook voor zorgen dat er voldoende laagdrempelig aanbod is waarbij men de veiligheid heeft dat men zich tussen lotgenoten bevindt. Het is een én-én verhaal. Binnen functie 5 richten we ons op flexibilisering van het bestaande zorgaanbod en binnen functie 3 willen we het aanbod diversifiëren zodat álle noden zoveel mogelijk worden ingevuld. Om voorgaande doelstelling te realiseren dienen we de krachten te bundelen met de eerstelijnspartners. Door zowel op casusniveau als op structureel niveau overleg te plegen willen we trachten te komen tot meer afstemming. Beide partijen hebben immers te leren van elkaar. 28 Als je spreekt over vermaatschappelijking van zorg is het tevens van groot belang om het informele netwerk van de cliënt voldoende te betrekken in het verhaal (realiseren van trialoog), alsook de algemene bevolking te sensibiliseren door aan taboedoorbreking te doen. De activiteiten op vlak van dit laatste thema centraliseren we binnen de Week van de Geestelijke Gezondheid. Verder willen we herstelondersteunende zorg promoten, dit in samenwerking met de ervaringsdeskundigen. De cliënten die reeds stappen gezet hebben in het proces tot ervaringsdeskundige vervullen een voorbeeldfunctie voor anderen. Ze bieden met andere woorden perspectief. Om die reden willen we lotgenotencontact stimuleren, maar dit op hun eigen initiatief. Zij zijn de drijvende kracht en de hulpverleners vervullen louter een faciliterende rol. Ook willen we hen nadrukkelijker een stem geven binnen het beleid door hen te laten aansluiten bij diverse werkgroepen en door een vertegenwoordiger af te vaardigen naar de stuurgroep. Daarnaast gaan we ervoor zorgen dat verknoping niet louter de benaming is van één van onze werkgroepen, maar ook doorgedreven wordt in de praktijk om continuïteit van zorg te faciliteren. Een interessant thema daarbij is bemoeizorg, aangezien m.b.t. dit thema nog heel wat terrein te winnen valt binnen het netwerk. Andere interessante thema’s die we als prioriteit naar voren schuiven zijn zorgcircuits m.b.t. acute zorgfase en verslavingszorg (zowel legaal als illegaal middelengebruik). Deze subwerkgroepen zullen in een eerste fase starten vanuit functie 4, maar ook relevante partners uit de andere functies zullen op termijn betrokken worden bij dit overleg. Ook is het een feit dat we nu reeds de volgende projectfase dienen voor te bereiden. We dienen reeds in 2015 te bekijken hoe we de verdere uitrol van de mobiele teams zien, rekening houdend met de lokale context en identiteit van de verschillende subregio’s. Over de hele lijn is het van cruciaal belang om de communicatie betreffende de hervorming goed te verzorgen. Het is belangrijk dat de informatie over de stand van zaken van de GGZvernieuwing doorstroomt tot bij alle relevante actoren. Dit project kan immers enkel slagen mits een breed draagvlak verkregen wordt. Tenslotte zullen we in 2015 verder bewust aandacht besteden aan het bestuursmodel van het netwerk en zullen we een geïntegreerde visietekst uitschrijven waarin zowel korte termijn als lange termijn doelstellingen geëxpliciteerd worden met het oog op de verdere uitrol van de verschillende functies. 6. Geef de algemene appreciatie van de netwerkcoördinator met betrekking tot zijn functie in het netwerk en met betrekking tot de concretisering van de doelstellingen van de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg weer. 2014 is binnen het Netwerk GGZ regio Noord-West-Vlaanderen niet het jaar geweest van de grote veranderingen (of de ‘Big Bang’ zoals een partner het onlangs krachtig verwoordde). 2014 is echter wel het jaar geweest van een grondige evaluatie, waarbij de stuurgroep, werkgroepen, overlegfora geëvalueerd werden, alsook de werking van de drie nieuwe zorginitiatieven PET, MCT en MBT. Zo trachten we naar de toekomst toe efficiënter aan de slag te gaan. Ook functie 4 kende een sterke opstart in 2014 en de stem van de ervaringsdeskundigen en de mantelzorgers valt reeds duidelijker te horen binnen het netwerk. 29 De netwerkdag te Jabbeke getuigde hiervan. Het enthousiasme van de aanwezigen gaf wel degelijk aan dat het netwerk ‘leeft’. Voor komend werkjaar is het de uitdaging om de klemtoon stilaan te gaan verleggen naar de andere functies buiten functie 1B, 2A en 2B. Zeker op vlak van functie 3 en functie 5 valt nog veel terrein te winnen. Die functies bevatten de sleutels tot daadwerkelijke reïntegratie en resocialisatie. Bovendien dienen we aan de hand van concrete realisaties in de ‘minderbedeelde’ regio’s zoals Oostende, Veurne en Oostkust aan te tonen dat het netwerk zoveel meer is dan louter de uitrol van de mobiele teams. Bij de evaluatie van alle netwerkactiviteiten dienen we ons steeds de volgende vraag te stellen: ‘Zorgt dit initiatief ervoor dat de cliënt kwaliteitsvollere zorg krijgt?’ Dit dient de kern van de evaluatie te zijn. De GGZ-vernieuwing is immers geen verschuiving binnen het GGZlandschap met (her)positionering en (her)profilering van zorgorganisaties als doel op zich. De focus op een vraaggestuurd zorgaanbod op maat dienen we voortdurend in gedachten te houden. In deze fase van het project merken we wel dat het dringend tijd wordt dat enkele randvoorwaarden geëxpliciteerd worden. Enkele partners nemen immers een eerder afwachtende houding aan tot er duidelijkheid is omtrent het langetermijnsperspectief van dit hervormingsproject en het kader dat de overheid hierbij zal aanreiken. Hierbij denken we aan: -de financieringsvoorwaarden voor de psychiaters -de verhouding van de additionele middelen t.o.v. inwonersaantal van de regio -de specifieke normering van de ‘ideale’ personeelsinzet voor een mobiel team voor x aantal inwoners -de voorwaarden van intensifiëring van ziekenhuisbedden -… Partners van ons netwerk kunnen/willen zich engageren indien er meer duidelijkheid is met betrekking tot de hierboven genoemde thema’s. De evaluatie mag niet te lang meer uitgesteld worden. Voor de dynamiek van het netwerk is het cruciaal dat we de volgende projectfase kunnen inluiden. Verder verwachten we dat er knopen worden doorgehakt op interministerieel vlak tussen het Federale en het Vlaamse niveau. Van onze partners krijgen we te horen dat ze enig engagement willen opnemen, maar dat ze verhinderd worden door hun kader. We pleiten dan ook voor flexibilisering zodat álle partners de ruimte krijgen om inventief met de huidige beschikbare middelen om te gaan. Daarnaast is het een stokpaardje van dit netwerk dat dringend werk dient gemaakt te worden van de digitalisering van het (veilig) delen van patiëntengegevens. Het Tetra-project heeft duidelijk gemaakt dat dit een prangend thema is en dat dit op supraregionaal niveau dient aangepakt te worden. Als er iets is dat de efficiëntie op de werkvloer ten goede zou komen, is het dit thema. Qua invulling van de functie van netwerkcoördinator is het boeiende dat dit een functie in evolutie is. Momenteel genieten we de nodige experimenteerruimte om als netwerk zelf bepaalde klemtonen te leggen. De diversiteit binnen de opdracht inspireert en triggert. Het is uniek om in dergelijke context aan de slag te zijn. Het basisvertrekpunt voor het uitoefenen van deze functie is een goede communicatie. Die zorgt ervoor dat partners met elkaar aan 30 tafel gaan en proberen te komen tot gemeenschappelijke/op elkaar afgestemde initiatieven. Het is een continu proces van ‘chambreren’ zoals ze dat zo mooi formuleren in WestVlaanderen. Een aandachtpunt hierbij is echter wel dat de veelzijdigheid van het takenpakket van de netwerkcoördinator enige administratieve ondersteuning vraagt. Anders dreigt het inhoudelijke werk in het gedrang te komen. 7. Financiële verantwoordingsstukken Het financiële jaarverslag is terug te vinden in bijlage 3. 31