Activiteitenverslag Netwerk GGZ werkjaar 2014-2015

advertisement
Activiteitenverslag Netwerk GGZ regio Noord-West-Vlaanderen
werkjaar 2014
1. Administratieve gegevens
1.1. Naam van het netwerk: Netwerk GGZ regio Noord-West-Vlaanderen
1.2.
Naam + voornaam van de netwerkcoördinator: Pattyn Elise
Werkadres: Koning Albert I laan 8, 8200 Brugge
GSM-nummer: 0471.47.01.01
Mailadres: [email protected]
1.3. Aantal uren per week besteed aan de uitoefening van de functie van
netwerkcoördinator: voltijds
1.4. Datum van indiensttreding van de netwerkcoördinator: 30 september 2013
2. Samenstelling en ontwikkeling van het netwerk
In dit onderdeel dient de rol van de coördinator in de samenstelling en de ontwikkeling van
het operationele netwerk te worden beschreven.
2.1. Samenstelling van het netwerk per functie
2.1.1. Functie 1
Functie 1A
Activiteiten binnen functie 1A in kader van taboedoorbreking
Het netwerk heeft meegewerkt aan de “Oe is’t”-campagne in de Provincie West-Vlaanderen.
Deze campagne had als doel om mensen meer over hun gevoelens te laten praten. Verder is er
in de gemeente Koksije een werkgroep GGZ actief, waarbij het lokale bestuur en enkele
lokale GGZ-partners de krachten bundelen op vlak van suïcidepreventie. Daarnaast zal het
netwerk in samenwerking met LOGO Brugge-Oostende een inspiratiegids lanceren m.b.t. de
‘Week van de Geestelijke Gezondheid’. Aan de hand van deze inspiratiegids wil men
zorgpartners, lokale besturen, verenigingen, scholen, enz. stimuleren om in oktober 2015
activiteiten te organiseren die het thema ‘geestelijke gezondheid’ onder de (positieve)
aandacht brengen bij de algemene bevolking.
1
Functie 1B
Missie Psychiatrisch Expertiseteam (PET):
De missie van PET is vroegdetectie en vroeginterventie van psychische problemen enerzijds
en ondersteuning, coaching en deskundigheidsbevordering van eerstelijnsactoren anderzijds.
Alle zorgaanbieders uit de eerstelijn (huisarts, thuiszorgdiensten, welzijnsactoren, CLB, GTB,
BJZ, …) die geconfronteerd worden met cliënten met een vermoeden van een psychische
kwetsbaarheid kunnen bij PET terecht. PET biedt screening, verdere indicatiestelling,
kortdurende behandeling en eventueel toeleiding naar gespecialiseerde geestelijke
gezondheidszorg. Daarnaast biedt PET advies en coaching bij verdere begeleiding binnen de
eerstelijn, alsook organisatie en coördinatie van netwerkoverleg en algemene vorming.
Contactgegevens PET:
Telefoon: 050 44 67 70 (regio Brugge-Houtland-Oostkust)
059 40 26 94 (regio Oostende-Westkust)
Email: [email protected]
Samenstelling Team
Medewerkers PET Noord-West-Vlaanderen (2014)
(subregio’s Brugge - Houtland – Oostkust)
VTE
FUNCTIE
DIPLOMA
0,31
0,67
0,66
0,31
0,15
0,15
0,5
centrale aanmelding - intake
centrale aanmelding - intake
centrale aanmelding - intake
centrale aanmelding – intake
project eerstelijnspsycholoog HABO
verantwoordelijke psychiater
netwerktafel en patiënttafel 16-24
verantwoordelijke psychiater
patiënttafel 24+
centrale aanmelding - netwerkacties
0,75
0,5
1
centrale aanmelding - netwerkacties
centrale aanmelding - netwerkacties
centrale aanmelding - netwerkacties
1
centrale aanmelding - netwerkacties
0,1
0,2
0,5
verantwoordelijke psychiater
netwerktafel
Intake
netwerkacties
0,5
netwerkacties
0,2
0,1
Intake
verantwoordelijke psychiater
netwerktafel
Intake - verantwoordelijke subregio Hl
& Ok - lid kernteam
stafmedewerker/coördinator VDIP - lid
0,1
0,2
0,20
NAAM
klinisch psycholoog
maatschappelijk werker
klinisch psycholoog
klinisch psycholoog
klinisch psycholoog
psychiater
SUBREGIO
Br
Br
Br
Br
Br
Br
psychiater
Br
Remko Huygens
maatschappelijk werker
Br
maatschappelijk werker
klinisch psycholoog
psychiatrisch
verpleegkundige
psychiatrisch
verpleegkundige
psychiater
Br
Br
Br
Lut Van Den
Berge
Anne Gillis
Julie Parmentier
Rik Desmet
Hl
Johan Witdouck
Hl
Jo Magerman
maatschappelijk werker
Geaggregeerde lager
secundair onderwijs
psychiatrisch
verpleegkundige
klinisch psycholoog
psychiater
Hl
Ok
Tania De Roo
Muriel Schoeters
Ok
Daisy Surmont
Ok
Ok
klinisch psycholoog
Hl & Ok
Hilde Descamps
Catherine
Muyllaert
Rik Houttekier
klinisch psycholoog
Br, Hl
Bart De Saeger
Christine Duhem
Lucrèce Delbeke
Nausika Desmet
Ilse Vermote
Kaat De Loof
An Vermassen
2
0,5
nvt
kernteam
stafmedewerker - lid kernteam
verantwoordelijke centrale aanmelding
en subregio Brugge - voorzitter
kernteam
klinisch psycholoog
directie
& Ok
Br, Hl
& Ok
Br
Arne Ruckebusch
Filip Desmit
Medewerkers PET Oostende - Westkust (2014)
VTE
FUNCTIE
DIPLOMA
0,5
0,5
centrale aanmelding - netwerkacties
centrale aanmelding - netwerkacties
1
centrale aanmelding - netwerkacties
0,15
0,75
(tot
31/8/2014)
0,75 (vanaf
1/9/2014)
0,15
verantwoordelijk psychiater PET
centrale aanmelding – netwerkacties
– lid kernteam
klinisch psycholoog
psychiatrisch
verpleegkundige
bachelor toegepaste
psychologie
psychiater
psychiatrisch
verpleegkundige
1
nvt
centrale aanmelding - netwerkacties intake
stafmedewerker-coördinator VDIP lid kernteam
centrale aanmelding - netwerkacties intake – coördinator VDIP- lid
kernteam
verantwoordelijke PET O-W voorzitter kernteam
SUBREGI
O
O-W
O-W
NAAM
O-W
O-W
O-W
Annelies Van
Tieghem
Karen Debruyne
Bea De Rouck
maatschappelijk werker
O-W
Natasja Declercq
klinisch psycholoog
O-W
Bart De Saeger
klinisch psycholoog
O-W
Sarah Brauwers
directie
O-W
Filip Desmit
Julie Parmentier
Annick Vantroyen
Werkgroep functie 1
De werkgroep functie 1 zal in het najaar van 2015 heropgestart worden. Binnen functie 1B is
het kernteam van het Psychiatrisch Expertiseteam (PET) actief. Zij vergaderen maandelijks.
Het kernteam is samengesteld uit Filip Desmit (CGG Noord-West-Vlaanderen), Rik
Houttekier (CGG Prisma), Arne Ruckebusch (PET Brugge-Houtland-Oostkust) & Bart
Desaeger (VDIP).
Cijfers PET werkjaar 2014
In 2014 zijn er in totaal 1559 aanmeldingen geweest bij PET (1086 in regio Brugge-HoutlandOostkust & 473 in regio Oostende-Westkust). In 151 van de gevallen volstond een telefonisch
consult en in 255 van de gevallen werd meteen doorverwezen naar de tweedelijn. 1014
aanmeldingen mondden uit in een zorgperiode. Hierbij maken we het onderscheid tussen de
patiëntentafel, waar 678 casussen besproken werden gezien ze patiëntgerichte acties vereisten
en de netwerktafel, waar bij 336 casussen netwerkgerichte acties opgezet werden. In de marge
vermelden we dat aan 8,9% van de aanmeldingen geen verder gevolg werd gegeven doordat
de vraag niet binnen de opdracht van PET viel of dat de cliënt niet opnieuw contact opnam
met PET.
De belangrijkste verwijzers zijn de volgende: Huisarts (25%), OCMW (15%), CAW (9%).
Ook zijn er cliënten die zichzelf hebben aangemeld (16%) (vaak op aansturen van een
verwijzer) en mantelzorgers die cliënten aanmelden (8,4%). Het aandeel vanuit mutualiteiten
en gezin- en thuiszorgdiensten is beperkt (3,2%).
3
De meest voorkomende diagnostische profielen van zij die een zorgperiode behoeven zijn:
stemmingstoornis (22,7%), middelengebonden stoornis (13,2%), angststoornis (10,5%),
aanpassingsstoornis (10,2%), persoonlijkheidsstoornis (8,6%) en psychose (4,4%).
Evoluties binnen werking PET
In werkjaar 2014 is veel aandacht besteed aan het uitwerken van een vormingspakket voor de
eerstelijnspartners. Dit vormingsaanbod is breed verspreid. Voor de huisartsen is een specifiek
vormingspakket opgesteld. Daarnaast werd in 2014 duidelijk dat een aantal eerstelijnspartners
vragende partij waren voor structurele ondersteuning ipv casusgebonden advies. Men is op
deze vraag ingegaan.
Verder vond een grondige evaluatie plaats van alle nieuwe zorginitiatieven, waaronder PET.
Uit de bevraging bleek dat PET geconfronteerd wordt met een aanzienlijke groep van cliënten
mét GGZ-historiek, terwijl de kernopdracht van PET vroegdetectie en vroeginterventie
betreft. In samenwerking met de werkgroep verknoping heeft men daarom het concept
‘referentiepersoon’ ontwikkeld (zie sectie 2.1.6). Een aandachtspunt voor de toekomst is de
eventuele
uitbreiding
van
de
PET-equipe,
zodat
de
opdracht
m.b.t.
deskundigheidsbevordering van de eerstelijn voldoende aandacht kan krijgen.
Er werden vanuit PET twee reflectiefora voor de eerstelijnspartners georganiseerd in de loop
van 2014, maar na evaluatie werd besloten om in 2015 een andere aanpak te hanteren en ook
andere GGZ-partners die in de thuiscontext actief zijn hierbij te betrekken.
2.1.2. Functie 2
Functie 2A
Missie Mobiel Crisisteam (MCT)
Het MCT is een outreachend team dat kortdurende interventies (max 4-6 weken) op maat
biedt in de thuisomgeving van de cliënt voor personen met acute psychiatrische problemen
(16-65j). Het doel van de crisisbehandeling aan huis is het voorkomen of verkorten van een
ziekenhuisopname. Eens de crisissituatie gestabiliseerd is, gaat men op zoek naar een
vervolgtraject in overleg met de cliënt, omgeving en aanmelder. De aanmelder en de andere
betrokken partners uit het zorgnetwerk worden actief betrokken gedurende het traject.
Contactgegevens MCT
Telefoonnummer: 050/470150
Email: [email protected]
4
Samenstelling team:
NAAM
FUNCTIE
Vandevoorde Stefaan
teamverantwoordelijke
Van Hevele Delphine
Blomme Wim
therapeutisch coördinator
Medewerker
(Referentiepersoon protocol
legale middelen)
Coevoet Fleur
Medewerker
(referentiemedewerker KOPP)
1
De Ly Charlotte
Medewerker
(Referentiemedewerker KOPP)
1
De Vuyst Davy
medewerker
1
Deconinck Joy
medewerker
1
Simoen Pieter-Jan
medewerker
1
Taghon Lisa
Tavernier Hilde
Vanmarcke Inés
Medewerker
(Referentiemedewerker KOPP)
Medewerker
(Referentiepersoon protocol
suïcide)
Buzeijn sarah
medewerker
Medewerker
(Referentiepersoon protocol
suïcide)
Vercruysse Hilde
medewerker
VTE
1
0,80
1
1
0,75
0,8
0,8
1
DIPLOMA
Bachelor
psychiatrie met
kaderopleiding
Master in de
klinische
psychologie
Bachelor
psychiatrie
Bachelor
maatschappelijk
werk
Bachelor
maatschappelijk
werk
Gebrevetteerde
psychiatrisch
verpleegkundige
Gegradueerde
psychiatrisch
verpleegkundige
Bachelor
psychiatrie
Bachelor
maatschappelijk
werk
Bachelor
psychiatrie
Bachelor in de
Toegepaste
psychologie +
psychiatrisch
verpleegkundige
Bachelor
psychiatrie
gegradueerde
psychiatrisch
verpleegkundige
Totaal: 12, 15 VTE
Dr. Tilia Mertens
Dr. Kim
Vanderhaeghen
psychiater
12u
psychiater
psychiater
12u
psychiater
5
Cijfers MCT werkjaar 2014
Aanmeldingen
In 2014 heeft men 371 aanmeldingen gekregen van 307 unieke cliënten. Daarvan werden 268
casussen geïncludeerd, wat neerkomt op 72,2%. Het aantal inclusies per maand schommelde
tussen de 20 (februari) en 47 (november). Het MCT heeft met andere woorden enkele hele
drukke maanden gekend.
Verwijzers
De belangrijkste verwijzers zijn de volgende: huisarts (42%), PAAZ-psychiater (23%) en
EPSI (15%). In vergelijking met vorig jaar is het aandeel van de aanmeldingen door
huisartsen sterk gestegen.
Uitstroom
Bij 20% van de cliënten werd uiteindelijk toch beslist om tot een opname over te gaan. 13%
werd na afloop van de MCT-begeleiding verder opgevolgd door de huisarts, maar de grootste
groep deed beroep op de huisarts en 1 of meerdere andere hulpverlenende instanties.
Diagnostisch profiel
Het overgrote merendeel van de cliënten die gevolgd worden door het MCT kampt met een
affectieve stoornis. Een tweede belangrijke groep kampt met een aanpassingsstoornis. Verder
zijn er nog een beperkt aantal cliënten die met een middelenstoornis of psychose kampen. Als
het gaat over niet-primaire stoornissen blijkt dat ongeveer een derde van de MCT-populatie
een verslavingsproblematiek kent. Over het algemeen is er sprake van comorbiditeit bij de
helft van de MCT-populatie.
Evoluties binnen werking MCT
In de loop van 2014 vond een grondige evaluatie plaats van onder meer het MCT. In de eerste
plaats werden enkele praktisch-operationele kwesties aangekaart, zoals EPD-registratie,
faciliteren van mobiel werken (zodat men in de thuiscontext EPD en andere info kan
raadplegen), behartiging van praktisch-operationele en personeelsgerelateerde kwesties. De
aanpak van deze thema’s werd in proces gezet. Inhoudelijk werd duidelijk dat het MCT een
procedure dient te voorzien om haar werking op kwalitatieve wijze te continueren in zeer
drukke perioden (wanneer er meer dan 30 begeleidingen lopende zijn). Dit is men intern aan
het uitwerken. Ook is men sinds enige tijd gestart met het systematisch bevragen van de
tevredenheid van de cliënten aan de hand van een enquête.
Inzake samenwerking met netwerkpartners heeft men overleg gehad met De Sleutel en dat
heeft geresulteerd in het uitwisselen van expertise op casusniveau en het organiseren van een
vorming rond motivationeel werken. Ook met het mobiel K-team waren er contacten om
expertise uit te wisselen. Verder heeft er verkennend overleg plaatsgevonden met de
politiediensten uit stad Brugge en met een aantal zelfstandig psychologen/psychotherapeuten
uit de netwerkregio. Bovendien heeft het MCT haar werking voorgesteld op de studiedag
inzake goede praktijken en op de studiedag betreffende verslavingszorg georganiseerd door
het FOD.
Werkgroep functie 2A
In het voorjaar van 2015 heeft men de werkgroep geëvalueerd. Men wil naar de toekomst toe
meer de focus leggen op het uitwerken van inhoudelijke thema’s ter ondersteuning van het
kernteam van het MCT in plaats van louter informatieoverdracht.
6
Samenstelling werkgroep:
 Inge Vanthuyne (PZ OLV, voorzitter functie 2A)
 Ludo Goderis (PZ OLV)
 Stefaan Vandevoorde (MCT)
 Delphine Van Hevele (MCT)
 Tilia Mertens (MCT & AZ Sint-Jan)
 Kim Vanderhaeghen (MCT & PZ OLV)
 Carmen Leclercq (PZ OLV)
 Geert Bosma (PC S-A)
 Mia Maryssael (huisarts)
 Francoise Loose (huisarts)
 Riet Marcus (Inghelburch & PTC Rustenburg)
 Marleen Vyncke (AZ Sint-Lucas)
 Sophie Vancauwenberghe (AZ Sint-Lucas)
 Jürgen De Fruyt (AZ Sint-Jan Brugge-Oostende)
 Jonathan Claeys (AZ Zeno)
 Filip Desmit (CGG Noord-West-Vl)
 Wim Vens (De Sleutel)
 Greet Laureys (familievertegenwoordiger)
 Olivia Francois (familievertegenwoordiger)
 Elise Pattyn (netwerkcoördinator)
Vergaderdata
-23/01/2014
-15/05/2014
-23/10/2014
Functie 2B
Missie Mobiel Behandelteam (MBT):
Het Mobiel Behandelteam (MBT) is een outreachend team dat langdurende interventies op
maat biedt in de thuisomgeving van de cliënt (18-65j). Het doel is het ondersteunen van
personen met een complexe, chronische psychiatrische problematiek zodat die thuis kunnen
blijven wonen. De trajectbegeleider van het Mobiel Behandelteam begeleidt het herstel van de
cliënt op verschillende levensdomeinen. Zo focust men onder meer op wonen, werk,
dagbesteding, zelfzorg, relaties en administratieve ondersteuning. Veel aandacht gaat uit naar
de verdere uitbouw van het netwerk. Het Mobiel Behandelteam werkt immers nauw samen
met de huisarts, mantelzorgers, thuiszorgdiensten en andere betrokken zorgpartners uit het
netwerk.
Contactgegevens MBT
Tel: 0492/73.84.83
Email: [email protected]
7
Samenstelling MBT
NAAM
Stefaan Dhaese
FUNCTIE
Teamverantwoordelijke
DIPLOMA
Maatschappelijk
werk
Psycholoog
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A1
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A2
VTE
1
Medewerker
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A1
0,8
Medewerker
Ergotherapeut
1
Medewerker
(KOPP
preventiegesprekken)
Medewerker
(Intake)
Maatschappelijk
werk
1
Maatschappelijk
werk
0,8
Medewerker
(Intake)
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A2
1
Medewerker
(Referentiepersoon ROPI)
Maatschappelijk
werk
1
Medewerker
(Referentiepersoon KOPP)
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A2
1
Medewerker (Intake)
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A2
1
Medewerker
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A1
0,8
Medewerker
(Referentiepersoon HoNOS
en AMPS)
Medewerker
Ergotherapeut
1
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A1
1
Maatschappelijk
werk
1
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A1
1
Dominique Degrande Therapeutisch coördinator
Medewerker
Jasper De Bruyne
(referentiepersoon agressie)
An Patteeuw
Medewerker
(intake & werkgroep
verslaving)
Katrien Blomme
Charlotte Dalle
Christiane Molleman
AnnemieAnckaert
Bram Victoor
Femke de Wal
Myriam De Meyere
Joost Oosterlynck
Christine Rolly
Ann Ryckewaert
Luc Zutterman
Medewerker
Willy Van Quaethem (Intake & referentiepersoon
agressie)
Medewerker
Tine Rosseel
0,8
0,8
0,8
8
Riet Maenhaut
Kim Duthoo
Medewerker
Ergotherapeut
0,8
Medewerker
(Referentiepersoon ROPI)
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A1
0,8
Medewerker
Psychiatrisch
Verpleegkundige
A1
1
Krista Lievens
Dr. Jo Magerman
Beleidsarts
Totaal:
18,4
FTE
12u
Cijfers MBT werkjaar 2014
Aanmeldingen & caseload
In 2014 zijn er in totaal 158 nieuwe aanmeldingen geweest. Van die aanmeldingen werd 63%
geïncludeerd. In 2014 werden 56 begeleidingen beëindigd. Momenteel heeft het MBT een
caseload van 300 cliënten en zitten 13 dossiers in de intakefase. De volzet status is met andere
woorden ongeveer bereikt.
Verwijzers
De meerderheid van de cliënten die begeleid worden door het MBT werden doorverwezen
door een PZ (43%) of een PAAZ (22%). Verder verwijzen de twee andere nieuwe
zorginitiatieven, zijnde MCT (8%) en PET (6%) ook soms door naar het MBT.
Diagnostisch profiel
35% van de MBT-populatie heeft een psychotische stoornis. 24% kampt met een
stemmingsstoornis en 22% met een persoonlijkheidsstoornis. Middelengebruik komt bij 16%
van de populatie voor.
Evoluties binnen werking MBT
In de loop van 2014 vond een grondige evaluatie plaats van onder andere de werking van het
MBT. In het najaar van 2014 heeft men actief gewerkt rond het bepalen van de caseload en
het faciliteren van uitstroom. Verder heeft men volop geanticipeerd op de nakende volzetstatus en heeft men een aangepaste procedure uitgewerkt voor nieuwe aanmeldingen.
Inzake herstelgericht werken heeft men binnen het MBT een aantal herstelgroepen opgestart
voor cliënten rond specifieke thema’s zoals medicatie, financiële middelen en sociale
contacten (op basis van de input die men kreeg op een cliëntennamiddag). Ook heeft men de
ROPI-bevraging gedaan binnen het MBT-team.
Op praktisch-organisatorisch niveau is men bezig met het implementeren van een nieuwe ITomgeving (zodat men ook van op locatie het EPD en andere informatie kan raadplegen) en
heeft men de aansturing geëvalueerd en bijgestuurd.
9
Sedert begin 2015 is men kleinschalig gestart met het experiment ‘referentiepersoon’ (zie
sectie 2.1.6). Tenslotte zet men continu in op verknoping met de andere netwerkpartners,
zoals PET, PZ’s, thuiszorgdiensten en de VAPH-sector.
Werkgroep functie 2B
In het voorjaar van 2014 is de bestaande werkgroep functie 2B geëvolueerd tot ‘Inhoudelijke
Ondersteuningscel’. Zo wil men het kernteam van het MBT ondersteunen m.b.t het uitzetten
van beleidslijnen en optimaliseren van de inhoudelijke werking.
De samenstelling van deze inhoudelijke ondersteuningscel (IOC) is momenteel als volgt:












Christine Descamps (BW Brugge, voorzitter functie 2B)
Steven Ingelbrecht (BW 4veld)
Martine Verbeeke (BW Brugge)
Dag Van Wetter (PC S-A)
Patricia Vanhaeren (PZ OLV)
Lut Van den Berge (PET)
Peter Demaeght (CAW Noord West-Vlaanderen)
Jo Magerman (MBT)
Dominique Degrande (MBT)
Stefaan Dhaese (MBT)
Els Vancoëllie (PC S-A)
Elise Pattyn (netwerkcoördinator)
Het is de bedoeling dat er binnenkort ook vertegenwoordigers van het mobiel 2B-team te
Oostende en het mobiel 2B-team te Veurne aansluiten. Op termijn zullen ook een familielid
en een cliënt uitgenodigd worden om de werkgroep bij te wonen.
Vergaderdata IOC
10/01/2014
04/04/2014
28/05/2014
18/09/2014
10/12/2014
10
2.1.3. Functie 3
Arbeid
Samenstelling werkgroep functie 3 Arbeid



















Joost Vanhaecke (Ingelburch & PTC Rustenburg, voorzitter functie 3)
Katrien Sorgeloos (Ingelburch & PTC Rustenburg)
Stefaan Missine (PZ OLV)
Regine Stevens (PZ OLV)
Johan Neyt (PC S-A)
Wim Vens (De Sleutel)
Hilde Descamps (CGG Prisma)
Adelin Verslyppe (CGG Prisma)
Greet Verhellen (BW Oostende-Westkust)
Sylvia Larsimont (Ingelburch)
Christel Witgeers (Jobcentrum)
Timothy Vandeginste (Loca Labora)
Koen Vandamme (GTB)
Nele Clement (GTB)
Kristien Soenen (WOK)
Nancy Debeuf (VDAB)
Olivia Francois (familievertegenwoordiger)
Maureen Seynaeve (familievertegenwoordiger)
Elise Pattyn (netwerkcoördinator)
Vergaderdata
27/03/2014
04/09/2014
Activiteiten
Binnen de werkgroep functie 3 arbeid heeft men in eerste instantie informatie uitgewisseld
over de werking van de diverse partners (Werkmaat, WOK, VDAB, GTB, Jobcentrum, Loca
Labora, …). De organisatie van een gezamenlijke studiedag is voor onbepaalde termijn
uitgesteld. Het is de bedoeling deze studiedag te organiseren eens het vernieuwde
maatwerkdecreet effectief van start is gegaan.
Daarnaast heeft men een drietal projectdossiers ingediend bij het Provinciaal Impulsfonds
gerelateerd aan het thema ‘werk en zorg’ (o.a. gericht op PR rond arbeidszorg, het zoeken van
opportuniteiten inzake stagemogelijkheden en het sensibiliseren van reguliere werkgevers).
Verder heeft men de werking van de arbeidscoach geëvalueerd. Deze functioneert als link
tussen zorg en werk en is bedoeld voor personen voor wie de sprong naar arbeid nog ietwat te
groot is. De trajectbegeleiding richt zich voornamelijk op tewerkstelling binnen de sociale en
reguliere economie. Momenteel kunnen ex-revalidanten van RIZIV-conventie Inghelburch en
cliënten bij het CGG Noord-West-Vlaanderen en CGG Prisma zich aanmelden. Vanaf april
2015 breidt het werkingsgebied van de arbeidscoach uit en zal deze ook begeleidingen doen
in de Veurnse regio.
11
Tenslotte heeft men in de subregio Oostende heel wat lobbywerk uitgevoerd om het gebrek
aan plaatsen binnen de sociale economie voor onze doelgroep aan te kaarten. Meer details
hierover zijn in sectie 2.1.8. terug te vinden.
Functie 3 activering
Samenstelling werkgroep functie 3 activering









Martine Verbeeke (BW Brugge, voorzitter werkgroep functie 3 activering)
Greet Verhellen (BW Oostende-Westkust)
Hilde Casier (BW Oostkust)
Sofie Desoete (De Gempersteeg)
Regine Steevens (PZ OLV)
Alain De Clippel (PC Sint-Amandus)
Nele Dewachter (CM Brugge)
Maureen Seynaeve (familievertegenwoordiger)
Elise Pattyn (netwerkcoördinator)
Vergaderdata
28/04/2014
06/10/2014
Activiteiten
In de eerste plaats informeert men elkaar over de activiteiten die elke partner organiseert en de
wijzigingen die men doorvoert binnen hun werking. Daarnaast hebben subwerkgroepen
vertrekkende vanuit deze werkgroep twee concrete projecten gerealiseerd, zijnde het
ontmoetingshuis en de activiteitenkalender.
-Ontmoetingshuis
Sedert september 2014 gaat het ontmoetingshuis door op zaterdagnamiddag. Wegens succes
is men sedert januari 2015 ook gestart op donderdagavond. Op zaterdag zijn er gemiddeld een
30tal aanwezigen en op donderdagavond een 20tal, wat een mooie start betekent. Momenteel
is het ontmoetingshuis gestationeerd in het Hof van Watervliet te Brugge, maar men zoekt
volop naar opportuniteiten om het ontmoetingshuis op een eigen locatie verder te zetten, zodat
het aanbod zich geleidelijk aan kan uitbreiden.
-Activiteitenkalender
Op 1 april 2015 wordt de website met de activiteitenkalender gelanceerd, namelijk
www.actievelink.be. Het is de bedoeling dat deze website alle activiteiten uit de netwerkregio
bundelt die gericht zijn op personen met een psychische kwetsbaarheid, maar die ook
openstaan voor een breder publiek. We vertrekken immers vanuit de inclusiegedachte. Op
termijn hopen we dat deze activiteitenkalender ook meer samenwerking tussen de diverse
partners binnen dit domein genereert.
12
2.1.4. Functie 4
Samenstelling werkgroep functie 4

















Hilde Dierckx (PZ OLV)
Carmen Leclercq (PZ OLV)
Patrick Penders (PC S-A)
Geert Bosma (PC S-A)
Riet Marcus (PTC Rustenburg)
Sara De Vos (PTC Rustenburg)
Hans van den Ameele (AZ Sint-Jan)
Filip Bruyneel (AZ Sint-Jan)
Sophie Vancauwenberge (AZ Sint-Lucas)
Stefaan Geerts (AZ Sint-Lucas)
Jonathan Claeys (AZ Zeno)
Bart Dewaele (AZ Zeno)
Eveline Depreter (AZ Damiaan)
Bart Landrieu (AZ Damiaan)
Bert Cleuren (AZ Sint-Augustinus)
Lieve Debruyne (AZ Sint-Augustinus)
Elise Pattyn (netwerkcoördinator)
Vergaderdata
-21/03/2014
-27/06/2014
-1/10/2014
-3/12/2014
Activiteiten
De visietekst van functie 4 is gefinaliseerd. In 2014 heeft men een grondige inventaris
opgesteld van het (semi-)residentiële zorgaanbod binnen de netwerkregio. Zowel
kwantitatieve (aantal bedden en stoelen, ligduur, gebruikersprofiel, regio van herkomst, …)
als kwalitatieve (therapeutisch aanbod, bed op recept, ontslag- en nazorgbeleid,
cliëntenparticipatie en betrekken van familie,…) aspecten kwamen hierbij aan bod. De
inventaris is terug te vinden op de website (zie http://www.netwerkggzregionwvl.be/netwerk/019-downloads/). Deze inventaris vormt het vertrekpunt om de noden en hiaten
te gaan benoemen binnen de netwerkregio.
Vanuit de werkgroep heeft men enkele prioriteiten voor 2015 naar voren geschoven, zijnde
crisiszorg (en doorverwijzingsafspraken) en verslavingszorg. In een eerste fase gaan de PZen PAAZ-partners overleggen en in een tweede fase zullen relevante partners uit andere
functies en andere sectoren ook betrokken worden. Het doel van dit overleg is te komen tot
meer afstemming en samenwerking binnen zorgcircuits. Ook is er specifieke aandacht voor de
daghospitalisatie om meer duidelijkheid te krijgen over hun (her)positionering binnen het
netwerkverhaal.
13
2.1.5. Functie 5
Werkgroep functie 5
Op 21 januari 2014 kwam de intersectorale werkgroep van functie 5 samen. Er waren een
35tal
aanwezigen
(GGZ-hulpverleners,
eerstelijnsactoren,
sociale
huisvestingsmaatschappijen, Regionaal Welzijnsplatform, Samenlevingsopbouw, cliënten,
mantelzorgers, …).
De sectorale werkgroep bestaat uit de volgende actoren:













Steven Ingelbrecht (BW 4veld, voorzitter functie 5)
Kristel Wittouck (BW 4veld)
Muriel Schoeters (BW Oostkust)
Tine Desmet (BW Oostkust)
Christine Descamps (BW Brugge)
Arne De Kesel (BW Brugge)
Martine Verbeeke (BW Brugge)
Greet Verhellen (BW Oostende-Westkust)
Geert Gardin (PVT Sint-Augustinus)
Igor Bauwens (PVT Sint-Augustinus)
Koen Roggeman (PC Sint-Amandus)
Eric Timmerman (PVT De Ent)
Elise Pattyn (netwerkcoördinator)
Vergaderdata
21/01/2014
03/04/2014
19/06/2014
04/09/2014
22/10/2014
Activiteiten werkgroep functie 5
Op de intersectorale bijeenkomst van januari 2014 werd de visietekst goedgekeurd en werden
enkele good practices gedeeld aan de hand van presentaties. Daarnaast heeft men in
samenwerking met een aantal intersectorale partners de ‘Commissie Versnelde Toewijzing’
opgestart. Die commissie selecteert wie in aanmerking komt voor een versnelde procedure
inzake toewijzing sociale huisvesting (n.a.v. gewijzigd kaderbesluit).
Binnen het sectorale overleg hebben de IBW’s een gemeenschappelijke intakelijst opgesteld,
alsook willen ze naar de toekomst toe meer communicatie en onderlinge afstemming omtrent
openstaande plaatsen.
Verder werd het projectdossier ‘Brugwonen’ vervolledigd. Voor meer info hieromtrent, zie
sectie 4.3. Ook vond er een verkennend overleg plaats met enkele sociale
huisvestingsmaatschappijen uit de regio.
14
2.1.6. Werkgroep verknoping
Samenstelling werkgroep verknoping














Elise Pattyn (netwerkcoördinator, voorzitter werkgroep verknoping)
Frank Schillewaert (CGG Noord-West-Vlaanderen)
Filip Desmit (CGG Noord-West-Vlaanderen)
Inge Vanthuyne (PZ OLV)
Carmen Leclercq (PZ OLV)
Delphine Van Hevele (MCT)
Christine Descamps (BW Brugge)
Martine Verbeeke (BW Brugge)
Dominique Degrande (MBT)
Joost Vanhaecke (Ingelburch & PTC Rustenburg)
Steven Ingelbrecht (BW 4veld)
Hans van den Ameele (AZ Sint-Jan)
Stefaan Lambrecht (SEL Noord-West-Vlaanderen)
X (PC S-A)
Michel Goetinck (Huisarts) en Tiny Scheipers (Regionaal Welzijnsplatform) volgen de
werkzaamheden van de werkgroep verknoping op via het verslag.
Vergaderdata
06/02/2014
13/03/2014
03/04/2014
08/05/214
12/06/2014
10/07/2014
04/09/2014
09/10/2014
13/11/2014
11/12/2014
Activiteiten
De werkgroep verknoping heeft in de loop van 2014 twee concepten uitgewerkt, zijnde het
knelpuntoverleg en de referentiepersoon.
Het knelpuntoverleg behandelt complexe dossiers die vastgelopen zijn of dossiers waarbij
bemoeizorg van toepassing is. Het knelpuntoverleg wordt gezien als laatste redmiddel, nadat
alle andere mogelijke scenario’s reeds afgetoetst zijn geweest. Het knelpuntoverleg is dan ook
geen spoedprocedure. Aan de hand van het knelpuntoverleg wil men trachten te voorkomen
dat er binnen de GGZ-vernieuwing opnieuw personen tussen de mazen van het net vallen.
Men vertrekt vanuit het principe van gedeelde verantwoordelijkheid.
Een bepaalde groep van cliënten heeft een referentiepersoon nodig. Bij het merendeel van de
cliënten is dit echter niet nodig, gezien ze iemand in hun vertrouwde omgeving hebben waar
ze bij terecht kunnen als het even moeilijker loopt (huisarts, hulpverlener waar men
vertrouwensband mee heeft opgebouwd of mantelzorger). De referentiepersoon waar wij op
doelen is er echter enkel voor zij die een discontinu zorgtraject lopen omwille van
15
patiëntgebonden karakteristieken. Om die reden zal aanklampende zorg of bemoeizorg soms
aan de orde zijn. Kortom, de opdracht van de referentiepersoon is als volgt: vertrouwen
opbouwen en traject bewaken over de verschillende voorzieningen/functies heen zodat
transitiemomenten gefaciliteerd worden en onder meer uitval vermeden wordt. Het is de
bedoeling dat de referentiepersoon vinger aan de pols houdt tijdens het traject (vanuit de
presentiegedachte) en de betrokken hulpverleners responsabiliseert indien de situatie niet
langer gestabiliseerd is. Zo vermijdt men dat de cliënt in een vicieuze cirkel terechtkomt.
In 2015 zal de werkgroep verknoping zich buigen over de volgende thema’s: activering (in de
zin van arbeid, ontmoeting en vrije tijd), bemoeizorg en het faciliteren van ontschotting in het
algemeen. Ook is er een globale inventaris van álle zorgvoorzieningen uit de netwerkregio in
de maak en op basis van die analyse zullen tevens knelpunten gedetecteerd worden.
2.1.7. Medisch college
Het Medisch College heeft in 2014 wat moeten zoeken naar haar identiteit. Een aantal
vergaderingen zijn doorgegaan, een aantal vergadering werden geannuleerd wegens een te
lage opkomst. Eind 2014 gaf men dan ook de aanzet voor een grondige evaluatie van het
medisch college. Dit resulteerde in een nieuw model dat in het voorjaar van 2015 een
doorstart maakte. Zo kan het medisch college eindelijk uitgroeien tot het adviesorgaan dat
men beoogt te zijn en waarvoor de stuurgroep van het netwerk vragende partij is.
Samenstelling
















Geert Bosma (PC S-A, voorzitter medisch college)
Hans van den Ameele (AZ Sint-Jan, ondervoorzitter)
Jürgen De Fruyt (AZ Sint-Jan)
Tilia Mertens (MCT & AZ Sint-Jan)
Kim Vanderhaeghen (MCT & PZ OLV)
Griet Fonteyne (De Sleutel)
Jo Magerman (MBT & PC S-A & CGG Prisma)
Carmen Leclercq (PZ OLV)
An Vermassen (PZ OLV & PET & CGG N-W-Vl)
Olivier Drabs (Ingelburch)
Francoise Verfaillie (PZ OLV & BW Brugge)
Sara De Vos (PTC Rustenburg)
Remko Huyghens (CGG Noord-W-Vl)
Johan Baeke (BW 4veld)
Stefaan Geerts (AZ Sint-Lucas)
Philippe Snauwaert (AZ Sint-Lucas)
16
2.1.8. Subregionaal netwerk
Samenstelling



























Adelin Verslyppe (CGG Prisma, voorzitter subregionaal netwerk)
Walter Vanhecke (CGG Prisma)
Filip Desmit (CGG N-W-Vl)
Tine Langedock (CGG Largo)
Hilde Terryn (SEL Oostende-Veurne)
Nel Ottevanger (Sociaal Huis Oostende)
Mieke Remerie (Bond Moyson)
An Casteleyn (CM)
Katrien Devreese (AZ Sint-Jan)
Sarah Thieren (AZ Sint-Jan)
Bart Landrieu (AZ Damiaan)
Fabienne Verhoest (AZ Sint-Augustinus)
Greet Verhellen (BW Oostende-Westkust)
Tine Wyns (CAW Noord-West-Vlaanderen)
Bart Pauwels (CAW Centraal-West-Vlaanderen)
Hilde Vanderbeke (Familiehulp)
Karien Louagie (Solidariteit van het Gezin)
Piet Dheedene (MSOC)
Nancy Vanderostijne (straathoekwerk Oostende)
Alison Helsmoortel (huisarts)
Ann Deschacht (CAW Noord-West-Vl)
Tiny Scheipers (Regionaal Welzijnsplatform)
Christian Devlies (Familiezorg)
Maureen Seynaeve (familievertegenwoordiger)
Alexis Sweetlove (familievertegenwoordiger)
Ouafia Snauwaert (Familieplatform)
Elise Pattyn (netwerkcoördinator)
Vergaderdata
28/01/2014
24/06/2014
25/11/2014
Activiteiten
In subregio Oostende is men in 2014 de onderhandelingen gestart om zelf een kleinschalig
mobiel team op te starten (ter voorbereiding van de verdere uitrol van de 2B-functie binnen de
regio). Alle GGZ-partners uit de subregio Oostende engageerden zich ondertussen om dit
samen uit te bouwen. De conceptnota is opgesteld en men schat in dat men vanaf september
2015 operationeel van start zal kunnen gaan. We benadrukken dat het gaat om een zeer
kleinschalig team in afwachting van de verdere uitrol.
In Veurne was er al langere tijd een kleinschalig alternatief mobiel team actief. Momenteel is
men de werking daarvan aan het kaderen binnen de 2B-functie. Ook zal het mogelijk zijn om
indien nodig kortdurend op te schalen qua intensiteit van zorg. Men schat in dat de nieuwe
start van dit team voor juni 2015 zal zijn.
17
Verder heeft men vanuit een subwerkgroep heel wat lobbywerk verricht m.b.t. het thema
sociale economie. In de regio Oostende is het beschikbaar aantal arbeidsplaatsen binnen de
sociale economie immers zeer beperkt. Ook de arbeidscoach botst hier op grenzen. Via een
grondige analyse wil men dan ook het stadsbestuur sensibiliseren om dit thema ten gronde aan
te pakken. Dit gebeurt op initiatief van het Welzijn en Armoedeplatform van het Sociaal Huis
(met financiële ondersteuning van het project ‘regierol sociale economie). Het Sociaal Huis
Oostende heeft als jaarthema voor 2015 het thema ‘tewerkstelling voor kansengroepen’
uitgekozen. Binnen deze analyse wordt onze doelgroep expliciet als kansengroep
meegenomen. De concrete resultaten worden in het najaar van 2015 verwacht.
In het voorjaar van 2015 staat een evaluatie van het subregionaal netwerk ingepland. Het is
belangrijk grondig te bespreken wat de positie is van het subregionaal netwerk met het oog op
de verdere uitrol. Bovendien is het een streven om de partners uit subregio Oostende-Veurne
nauwer te betrekken bij álle werkgroepen en overlegfora binnen de netwerkstructuur.
2.2. Samenstelling van het globale netwerk
2.2.1. Strategische werkgroep/netwerkcomité
In de loop van 2014 heeft men de samenstelling en doelstellingen van alle overlegfora binnen
het netwerk geëvalueerd om tot een efficiëntere vergaderstructuur te komen. Ook de
stuurgroep van het netwerk was onderwerp van evaluatie. Vertrekpunt hiervoor was een
coachingssessie door prof. Leys (VUB). Dit resulteerde in het expliciteren van het
bestuursmodel in het voorjaar van 2015.
Samenstelling stuurgroep
Vanaf april 2015 wordt de huidige samenstelling verruimd naar onderstaande samenstelling.
Concreet komt er een mandaat bij voor de PZ’s, de PAAZ’en, het subregionaal netwerk
Oostende-Veurne en de ervaringsdeskundigen.



















Patrick Penders (promotor & voorzitter Netwerk)
Hilde Dierckx (promotor & voorzitter functie 4)
Dr. Bosma (hoofdgeneesheer PC Sint-Amandus & voorzitter medisch college)
Dr. Leclercq (hoofdgeneesheer PZ OLV)
Frank Schillewaert (vertegenwoordiger CGG’s & voorzitter functie 1)
Inge Vanthuyne (vertegenwoordiger PVT & voorzitter functie 2A)
Christine Descamps (vertegenwoordiger IBW & voorzitter functie 2B)
Joost Vanhaecke (vertegenwoordiger RIZIV-conventies & voorzitter functie 3)
Steven Ingelbrecht (voorzitter functie 5)
Hans van den Ameele (vertegenwoordiger PAAZ-diensten)
X (vertegenwoordiger PAAZ-diensten)
Adelin Verslyppe (vertegenwoordiger subregio Oostende-Veurne)
X (vertegenwoordiger subregio Oostende-Veurne)
Michel Goetinck (vertegenwoordiger huisartsen)
Stefaan Lambrecht (vertegenwoordiger SEL Noord-West-Vl)
Hilde Terryn (vertegenwoordiger SEL Oostende-Westkust)
Tiny Scheipers (vertegenwoordiger Regionaal Welzijnsplatform N-W-Vl)
Mieke Craeymeersch & Alexis Sweetlove (familievertegenwoordigers => op termijn 1
mandaat)
X (Vertegenwoordiger ervaringsdeskundigen)
18

Elise Pattyn (netwerkcoördinator)
Vergaderdata van de strategische werkgroep/netwerkcomité
22/01/2014
26/02/2014
26/03/2014
28/05/2014
25/06/2014
27/08/2014
24/09/2014
06/10/2014
26/11/2014
2.2.2. Zijn er specifieke overeenkomsten tussen netwerkpartners afgesloten ? Onder
welke vorm ? (Voeg de template van dergelijke overeenkomsten in bijlage toe)
We hanteren momenteel nog steeds de engagementsverklaring van bij de opstart van het
netwerk (zie bijlage 1). We zijn wel van plan deze engagementsverklaring te actualiseren eens
de evaluatiefase is afgerond.
2.3. Uitbreiding van het globale en geïntegreerde netwerk : zijn er nieuwe
netwerkpartners toegevoegd of mogelijkheden verkend ?
Eind 2014 vond de netwerkdag plaats waarop alle netwerkpartners waren uitgenodigd. Het
publiek telde 175 enthousiaste aanwezigen: zowel GGZ-hulpverleners die sterk betrokken zijn
bij de GGZ-vernieuwing als hulpverleners die er wat verder vanaf staan, eerstelijnsactoren,
belendende sectoren, mantelzorgers en cliënten. Voor een uitgebreid verslag van de thema’s
die die dag aan bod kwamen verwijzen we u door naar de website waar een samenvatting
terug te vinden is van het resultaat van de ‘open space’-sessies.
Over het algemeen kunnen we stellen dat in de loop van 2014 de band met de residentiële
partners versterkt geweest is via het functie 4-overleg. De PAAZ-diensten zijn nauwer bij de
hervorming betrokken. Ook is er contact gelegd met het Rembertziekenhuis uit Torhout dat
niet over een PAAZ beschikt, maar via zijn spoeddienst wel geconfronteerd wordt met de
doelgroep van personen met een psychische kwetsbaarheid.
Binnen de eerstelijn heeft men contact gelegd met alle huisartsenkringen die actief zijn binnen
de netwerkregio. Ook willen we via de organisatie van het reflectieforum eerstelijn-GGZ een
ruimer aantal eerstelijnspartners bij het netwerkverhaal betrekken.
Verder zijn er ook nieuwe contacten gelegd met de dienstencentra, de regisseurs ‘sociale
economie’, de apothekersvereniging, de VAPH-sector en een aantal zelfstandig
psychologen/psychotherapeuten uit de regio.
19
2.4. Heeft de netwerkcoördinator de partners van de eerste lijn geïnformeerd en
betrokken bij de ontwikkeling en de werking van het netwerk (huisartsen, diensten
thuiszorg, gezinshulp, partners welzijn, …) ? Zo ja, welke partners en hoe worden ze
betrokken ?
Huisartsen
Op beleidsniveau zetelt 1 huisarts in de stuurgroep en in werkgroep functie 2A zetelen 2
huisartsen. Op casusniveau sluit een huisarts aan bij de PET-netwerktafel.
Verder overleggen een aantal huisartsen op regelmatige basis (4 x per jaar) met de
netwerkcoördinator. Zo hebben ze in de loop van 2014 een inhoudelijke adviesnota op de
stuurgroep gebracht.
Verder is er continue bekendmaking van de nieuwe netwerkinitiatieven PET en MCT (alsook
het bredere netwerkverhaal in een notendop) aan de diverse huisartsenkringen die de
netwerkregio telt via hun LOK-vergaderingen: huisartsenkringen Ijzerstreek & Westkust,
Oostende-Bredene, Houtland en HABO.
Overige eerstelijnspartners
Het reflectieforum is bedoeld als forum om tot meer afstemming te komen met de
eerstelijnspartners. Dit reflectieforum wordt halfjaarlijks georganiseerd. Daarnaast wordt in de
thuiszorgplatforms in de regio Oostende-Veurne naar feedback gevraagd over de GGZvernieuwing vanuit de positie van de eerstelijnsactoren. Verder presenteert de
netwerkcoördinator geregeld de stand van zaken binnen het netwerk op eerstelijnsfora zoals
Raad van Bestuur SEL, overleg OCMW-voorzitters en op vraag van specifieke partners (zoals
reeds gebeurde bij het Wit-Gele Kruis en op het thuiszorgplatform Knokke-Heist).
PET doet actief PR bij een resem eerstelijnspartners (o.a. OCMW Knokke-Heist, Kompasaan-huis Westkust, CLB De Klaver, Regionaal overleg Kindermishandeling Veurne,
Familiehulp , Bond Moyson, Onthaal Welzijn Oostende, OCMW Brugge, OCMW Jabbeke,
Regionaal Overlegplatform Kindermishandeling; Binnenstad vzw, CAW De Papaver,
Zelfstandig Thuisverpleegkundigen, CAW Noord-West-Vlaanderen, CIG Ten Anker, CKG
Kapoentje, OCMW Damme, Overlegplatform Damme,…).
Daarnaast heeft PET reeds vorming georganiseerd bij de volgende eerstelijnspartners: CAW
Noord-West-Vlaanderen, Sociaal Huis Oostende, Familiehulp, Familiezorg en OCMW
Brugge. Bovendien sluit PET ook structureel aan bij een aantal eerstelijnsorganisaties voor
intervisiegesprekken. Dit is het geval bij het Crisisopvangcentrum van het CAW N-W-Vl,
Wonen-Welzijn, CAW Begeleid Wonen, t’Sas & Preventie Uithuiszetting.
2.5. Heeft de netwerkcoördinator de ZTG-coördinatoren en de EZCG-coördinatoren
geïnformeerd en betrokken bij de ontwikkeling en de werking van het netwerk ? Hoe ?
Er heeft verkennend overleg plaatsgevonden met het schakelteam en het forensisch 2B-team
voor seksueel delinquenten. Verder sluit de coördinator internering vanuit FOD
Volksgezondheid 2 keer per jaar aan op de stuurgroepvergadering. Daarnaast worden we uit
eerste hand op de hoogte gehouden over de nieuwe evoluties binnen het forensisch netwerk
via de promotor van het netwerk (die actief is binnen het forensisch netwerk). Tenslotte wordt
ook in de nieuwsbrief van het netwerk aandacht besteed aan de recente ontwikkelingen binnen
het forensisch netwerk.
20
2.6. Heeft de netwerkcoördinator een vertegenwoordiger van de sector verslavingszorg
geïnformeerd en betrokken bij de ontwikkeling en de werking van het netwerk ? Hoe ?
Op beleidsniveau is de verslavingszorg vertegenwoordigd in werkgroep functie 2A en in
werkgroep functie 3 arbeid (De Sleutel), alsook in het subregionaal netwerk (MSOC).
Bovendien sluit de arts van De Sleutel aan bij het medisch college. In de stuurgroep worden
zij vertegenwoordigd via de vertegenwoordiger van de Riziv-conventies.
In 2015 start het netwerk met overleg i.k.v. zorgcircuit ‘verslavingszorg’. Zo wil men trachten
te komen tot concrete(re) doorverwijzingsafspraken. In een eerste fase start men het overleg
met de PZ’s en de PAAZ-diensten, maar de categorale zorgpartners zullen hier op korte
termijn ook bij betrokken worden. De andere geïnteresseerde GGZ-diensten, alsook de
eerstelijnsactoren die sterk met deze doelgroep geconfronteerd worden zullen in een tweede
fase betrokken worden bij dit overleg.
2.7. Heeft de netwerkcoördinator verenigingen van cliënten, families en naasten
geïnformeerd en betrokken bij de ontwikkeling en de werking van het netwerk ? Zo ja,
welke verenigingen en welke rol nemen ze in het netwerk op ?
In 2014 hebben we als netwerk stappen vooruit gezet wat betreft het betrekken van
ervaringsdeskundigen en mantelzorgers. Zo organiseerden zowel het Kernteam
Ervaringsdeskundigen als het Kernteam Familie elk twee fora om input te vragen aan hun
achterban. Daarnaast kreeg het thema aandacht binnen de stuurgroep via een uiteenzetting
over de onderzoeksresultaten van de studie rond familie- en cliëntenparticipatie.
Kernteam ervaringsdeskundigen
In Oost- en West-Vlaanderen start een opleiding tot ervaringswerker in de GGZ. Ook enkele
ervaringsdeskundigen uit onze netwerkregio zijn geselecteerd om deze opleiding te volgen.
Zij sluiten aan bij het kernteam ervaringsdeskundigen. In het kernteam zetelen ook
vertegenwoordigers van Uilenspiegel en Ups en Downs. Het kernteam komt een viertal keer
per jaar samen. Het kernteam heeft in 2014 twee patiëntenfora georganiseerd. In maart ging
men aan de slag rond enkele specifieke thema’s, zijnde participatie, ervaringsdelen, medicatie
en een sectie ‘varia’. Op het tweede forum heeft men ingezoomd op de twee thema’s die het
sterkst aan bod kwamen in het eerste forum, namelijk ervaringsdelen en lotgenotencontact.
Als gevolg hiervan heeft men een werkgroep ervaringsdelen opgezet waarbinnen personen
met een psychische kwetsbaarheid binnen een kleine, veilige groep aan de slag kunnen gaan
met hun levensverhaal. De werkgroep lotgenotencontact heeft meer diversiteit te brengen
binnen het aanbod inzake lotgenotencontact.
Verder volgt het kernteam de evoluties op inzake opleiding en statuut ervaringsdeskundige,
initiatieven m.b.t. cliëntenparticipatie, inspraak binnen het beleid enz. Op de website is er een
aparte rubriek voor cliënten om deze informatie te verspreiden.
21
Familie en nabij betrokkenen
Het kernteam familie bestaat uit een aantal familievertegenwoordigers, vertegenwoordigers
van Similes en het Familieplatform, een cliënt en een hulpverlener. Dankzij het eerste
familieforum werden een aantal extra familievertegenwoordigers gerekruteerd.
In 2014 heeft men twee familiefora georganiseerd. Tijdens het eerste forum was het
verkrijgen van feedback omtrent hoe de zorg georganiseerd is de focus. Het kernteam familie
schreef op basis van die input een nota uit die op de stuurgroep aan bod kwam. Het tweede
forum bracht een divers programma met een aantal sprekers en voldoende ruimte voor vragen.
In 2015 gaan enkele familievertegenwoordigers het gesprek aan met een reeks
netwerkpartners om het uitwerken van een familiebeleid hoger op de agenda te krijgen.
Tenslotte zet men binnen het netwerk in op lotgenotencontact voor familie en nabij
betrokkenen van personen met een psychotische kwetsbaarheid via Praatkaffee De Stem. Ook
organiseert men op regelmatige basis info-, gespreks- en copinggroepen.
2.8. Wordt er een inventaris van het beschikbare hulpverleningsaanbod binnen het
werkingsgebied van het netwerk opgemaakt en up-to-date gehouden ?
Op de website is in de rubriek ‘hulpaanbod in de regio’ een overzicht te vinden van het
hulpverleningsaanbod. Het is de bedoeling dat deze rubriek binnenkort aangevuld wordt met
meer informatie over laagdrempelige eerstelijnshulp (momenteel wordt wel reeds verwezen
naar de sociale kaart en het thuiszorgzakboekje). Ook alle bestaande initiatieven m.b.t.
activering, arbeid, vrijetijd en ontmoeting zullen op korte termijn opgelijst worden op de
website.
2.9. Geef de communicatie- en informatiestrategie ten aanzien van de netwerkpartners
en de cliënten weer. Is er een website online of wordt deze ontwikkeld ?
-Website www.netwerkggzregionw-vl.be
-Tweemaandelijks verschijnt er een nieuwsbrief vanuit het Netwerk
-De netwerkcoördinator brengt geregeld op vraag van partners een overzicht van de stand van
zaken en de toekomstplannen van het Netwerk.
-Jaarlijks wordt er een event georganiseerd. Tijdens de even jaren gaat dit om een volledige
dag, waarbij op creatieve wijze input gevraagd wordt aan de partners (zie Netwerkdag op
12.12.2014 te Jabbeke a.h.v. ‘open space’-methodiek). Tijdens de oneven jaren organiseert
het Netwerk een halve dag waarbij het delen van informatie centraal staat, eveneens via een
creatieve methodiek.
22
2.10. Voeg een organigram toe dat de organisatie tussen de netwerkpartners weergeeft.
Bij onderstaand organogram merken we op dat de positie van het ‘subregionaal netwerk’ nog
dient geëxpliciteerd te worden binnen het organogram.
Bureau
Werkgroep F1
Werkgroep F2
Werkgroep
2A
IOC
MBT
Medisch
College
Stuurgroep
Werkgroep F3
Activering
Ar beid
Werkgroep F4
Werkgroep F5
Crisis
Verslaving
Werkgroep Verknoping
Kernteam Ervaringdeskundigen
Kernteam Familie
23
3. Vorming/onderzoek
3.1. Hebben de netwerkcoördinator en/of de netwerkpartners gedurende het afgelopen
jaar deelgenomen aan vormingsmodules ? Zo ja, dewelke ?
-Vorming functie 3
Uiteindelijk heeft men binnen het netwerk de keuze gemaakt om in zee te gaan met de RINO
groep. Eind maart 2015 is de basisopleiding SRH (Systematisch Rehabilitatiegericht
Handelen) effectief van start gegaan.
-Vorming ontslagmanagement door Prof. Moons
Het netwerk heeft een sessie rond ontslagmanagement georganiseerd binnen het netwerk.
Daarnaast hebben een aantal netwerkpartners de terugkomdag bijgewoond waarbij een aantal
good practices werden teruggekoppeld.
-Vorming Samenlevingsopbouw
Een 12tal netwerkpartners hebben de tweedaagse vorming rond ‘samenwerking‘ gevolgd.
-Uiteenzetting dr. Fleury
Op deze uiteenzetting waren een huisarts en een psychiater uit het netwerk aanwezig, alsook
de netwerkcoördinator.
-Intervisie 2A en 2B
De teamverantwoordelijken van de mobiele teams hebben aangesloten op deze intervisie.
-Intervisie netwerkcoördinatoren
De netwerkcoördinator sluit aan op de intervisiemomenten georganiseerd door het FOD.
3.2. Hebben de netwerkcoördinator en/of de netwerkpartners deelgenomen aan
vergaderingen in verband met onderzoek ? Maakt onderzoek deel uit van de dagorde
van de vergaderingen van de strategische werkgroep/netwerkcomité ? Neemt de
netwerkcoördinator de coördinatie van de onderzoeksactiviteiten in het netwerk op ?
De netwerkcoördinator treedt op als referentiepersoon voor het wetenschappelijk onderzoek
en sluit in naam van het netwerk aan op de voorbereidende vergaderingen en de meetings
waarin de resultaten teruggekoppeld worden.
De resultaten van het wetenschappelijk onderzoek worden steeds gebrieft op de stuurgroep en
een samenvatting ervan verschijnt op de website (wordt aangekondigd in de nieuwsbrief).
Bij deze willen we vragen of het naar de toekomst toe mogelijk is om de opstart van een
nieuwe onderzoeksfase beter te communiceren en om terugkoppeling te krijgen over de
resultaten van het wetenschappelijk onderzoek op netwerkniveau. Onze partners doen een
serieuze inspanning om de data aan te leveren en wij willen die input graag beloond zien met
een betere en concretere terugkoppeling van de resultaten.
24
3.3. Omschrijf uw specifieke vragen en behoeften inzake vorming tijdens het afgelopen
jaar, evenals mogelijke toekomstige vragen en behoeften van die aard ?
Algemeen wenst de netwerkstuurgroep vorming omtrent de voor- en nadelen van
verschillende bestuursmodellen van een dergelijk netwerkverband. Voor de
netwerkcoördinator wenst men vorming omtrent procesmanagement.
De vormingsnoden van de mobiele equipes (functie 1B, 2A en 2B) zijn de volgende:
PET (functie 1B):
-Competentieverhoging medewerkers inzake vroegdetectie van ernstige psychiatrische
problemen
-Competentieverhoging medewerkers inzake coachen en ondersteunen eerstelijn
MCT (functie 2A)
-Hulpverleningsvaardigheden bij het werken in de context
-Motivationele gespreksvoering
-Krachtgerichte gespreksvoering
-Suïcidaliteit - risicotaxatie
-Kortoplossingsgerichte vaardigheden
MBT (functie 2B):
-Systeemdenken
-SRH-methodiek
4. Overzicht en ontwikkeling van activiteiten voor cliënten
4.1. Wordt een herstelgerichte visie in het netwerk geïmplementeerd ? Welke zijn hierbij
de mogelijkheden en de begrenzingen ?
Vanuit het netwerk heeft men bewust gekozen om het vormingsaanbod omtrent
herstelgerichte zorg optimaal te benutten. Zo zal men niet 1 maar 2 basisopleidingen SRH
organiseren in de loop van 2015. Diverse netwerkpartners (over de 5 functies heen) sluiten
aan bij deze opleiding: IBW, PZ, PAAZ, PVT, CGG, Revalidatiecentrum,
Activiteitencentrum, Jobcentrum en OCMW. In 2016 zullen we vervolgens een
coachopleiding organiseren, zodat de methodiek verder verspreid kan worden binnen het
netwerk. Een aantal netwerkpartners waren reeds sterk vertrouwd met de SRH-methodiek,
maar via de bijkomende opleidingen willen we een breder draagvlak creëren binnen het
netwerk.
Verder is de ROPI-bevraging reeds bij enkele netwerkpartners afgenomen. Komend jaar gaan
we exploreren of dit scenario ook door andere netwerkpartners gevolgd kan worden om de
bewustmaking rond herstelondersteunende zorg verder te stimuleren.
Ook tijdens de netwerkdag kwam dit thema regelmatig aan bod (zie verslag op website).
Zowel door cliënten als familieleden als hulpverleners werd dit thema naar voren geschoven.
Men beschouwt het als dé manier om tot een meer gelijkwaardige relatie te komen tussen
hulpverleners en cliënten. Het zorgt er ook voor dat de cliënt de regie meer in handen krijgt en
dat het zorgaanbod beter wordt afgestemd op de specifieke noden en vragen van de cliënt.
25
We zijn er ons echter wel bewust van dat het realiseren van dergelijke mentaliteitsswitch bij
de hulpverleners veel tijd zal vergen.
4.2. Kan u innoverende praktijken (vernieuwend, creatief en gericht op de behoeften
van de cliënten) binnen uw werkingsgebied oplijsten ?
-Psychiatrisch Expertiseteam
(zie sectie 2.1.1. voor meer details)
-Arbeidscoach
(zie sectie 2.1.3. voor meer details)
-Praatkaffee De Stem
Het praatkaffee is een combinatie van inhoudelijke informatie en lotgenotencontact en wordt
een vijftal keer per jaar georganiseerd. De inhoudelijke informatie is zeer divers qua
thematiek en methodiek (zie www.praatkaffee-destem.be voor het programma van de voorbije
bijeenkomsten). Na afloop van het inhoudelijk deel is er ruim de gelegenheid om lotgenoten
te ontmoeten, samen iets te drinken en rustig aan de praat te gaan. In eerste instantie is het
Praatkaffee Psychose bedoeld voor familieleden en nabij betrokkenen van personen met een
psychotische kwetsbaarheid. Maar ook cliënten en hulpverleners zijn welkom als
medebetrokkene vanuit de triadegedachte. Naast het Praatkaffee Psychose is men ook gestart
met info- en gespreksgroepen en copingcursussen voor familieleden. Praatkaffee Psychose is
reeds eind september 2010 gestart vanuit een samenwerkingverband en is met andere
woorden een pionier.
-Wonen-Welzijn
Wonen Welzijn begeleidt personen met een (vermoeden van) een psychiatrische problematiek
en/of een verslavingsproblematiek die niet gestabiliseerd is en die gehuisvest zijn in een
woning van een sociale huisvestingsmaatschappij of een sociaal verhuurkantoor te Brugge.
Het doel is het bieden van ondersteuning m.b.t. het behoud van de sociale woning wanneer er
nog geen sprake is van een dreigende uithuiszetting. Ook zorgvermijders en mensen zonder
hulpvraag of ziekte-inzicht behoren tot de doelgroep van Wonen-Welzijn.
-Werkgroep Hulpverlening
De werkgroep organiseert casusoverleg m.b.t. zorgvermijdende personen met een chronische
psychiatrische problematiek (meestal in combinatie met middelengebruik) die in veel gevallen
thuisloos zijn. Voor deze doelgroep tracht men opvang en begeleiding te organiseren in de
Oostendse regio. De werkgroep is intersectoraal samengesteld (straathoekwerk, winteropvang
daklozen, CAW, GGZ,…). Het initiatief is gestart op initiatief van de stuurgroep drugsbeleid
van de stad Oostende en de procesbegeleider verslavingszorg van het Provinciaal
Overlegplatform.
26
4.3. Kan u innoverende praktijken die het afgelopen jaar werden gerealiseerd of die nog
worden ontwikkeld oplijsten ?
Inzake vrijetijd, ontmoeting en lotgenotencontact
-Ontmoetingshuis
Sedert september 2014 is het ontmoetingshuis gestart op zaterdagnamiddag. Sedert januari
2015 is het ontmoetingshuis ook open op donderdagavond. Personen met een psychische
kwetsbaarheid (zowel cliënten als ex-cliënten) gaan ernaartoe voor een gezellig samenzijn.
Het ontmoetingshuis wordt gerund door de cliënten zelf (er is minimale professionele
ondersteuning). Ook de activiteiten worden door de cliënten zelf georganiseerd.
-Activiteitenkalender
Op 1 april 2015 wordt de website met de activiteitenkalender gelanceerd, namelijk
www.actievelink.be. Het is de bedoeling dat deze website alle activiteiten uit de netwerkregio
verzamelt die openstaan voor de doelgroep van personen met een psychische kwetsbaarheid,
maar ook voor een breder publiek (vanuit de inclusiegedachte). Op termijn hopen we dat deze
activiteitenkalender meer samenwerking tussen de diverse partners binnen dit domein
genereert.
-Werkgroep ervaringsdelen
De werkgroep ervaringsdelen verenigt (ex-)cliënten, los van de context waarbinnen ze
behandeld worden/werden. Men werkt rond zijn/haar levensverhaal tijdens tweewekelijkse
groepssessies.
-Herstelgroepen
Zowel binnen de residentiële context van een Psychiatrisch Ziekenhuis als binnen de
ambulante context van het Mobiel Behandelteam is men gestart met herstelgroepen voor
cliënten. Men gaat aan de slag rond diverse thema’s.
Inzake betrekken van mantelzorgers bij de zorg
In 2014 zijn twee familiefora georganiseerd. Eind april 2015 gaat de derde editie door. De
bedoeling van deze fora is om contact te houden met de ruime achterban van familie en nabij
betrokkenen. Zij geven de familievertegenwoordigers input om mee aan de slag te gaan. Via
het familieforum kunnen de familievertegenwoordigers vervolgens terugkoppelen wat
beweegt binnen de geestelijke gezondheidszorg inzake het betrekken van mantelzorgers.
Inzake wonen
-Commissie Versnelde Toewijzing
Het nieuwe kaderbesluit inzake sociale huisvesting biedt iets meer kansen voor kwetsbare
doelgroepen. Zo is er een klein percentage dat op een versnelde toewijzing van een sociale
woning kan rekenen. Zowel in stad Oostende als in stad Brugge is er daarom een
intersectorale commissie opgestart die ervoor zorgt dat deze woningen worden toegewezen
aan die personen met de hoogste nood.
-Brugwonen
Brugwonen is een woonproject waar volwassenen met een gestabiliseerde psychiatrische
problematiek zelfstandig kunnen wonen. Brugwonen biedt een begeleidingsaanbod dat
intensiever is dan Beschut Wonen, maar minder intensief dan binnen een Psychiatrisch
Verzorgingstehuis. Het initiatief gaat uit van enkele familieleden. In samenwerking met
enkele GGZ- en eerstelijnspartners heeft men dit concept concreet uitgewerkt. Het is nu aan
27
de overheid om via “deregulering” deze creatieve vorm van wonen voor mensen met een
psychische kwetsbaarheid mogelijk te maken.
Inzake zorgwekkende zorgmijders
-Knelpuntoverleg
(zie sectie 2.1.6. voor meer details)
-Referentiepersoon
(zie sectie 2.1.6. voor meer details)
4.4. Kan u de lopende (overleg)activiteiten en de toepassing van een individueel zorgplan
binnen uw netwerk beschrijven ?
We stimuleren onze netwerkpartners om bij overdracht of bij ontslag een gezamenlijk overleg
te organiseren met de betrokken hulpverleners (zowel 1e, 2e als 3e lijn en eventueel ook 0e
lijn), bijvoorbeeld via een OPP-overleg of een cliëntoverleg. Bij het afsluiten van dergelijk
overleg wordt standaard een inhoudelijk begeleidingsplan ingevuld. Ten eerste worden een
aantal algemene doelstellingen geformuleerd en ten tweede worden de gemaakte afspraken
tussen de partners geconcretiseerd. Ten derde bevat dit plan de contactgegevens van alle
betrokken hulpverleners en mantelzorgers, alsook de contactgegevens van de persoon die bij
crisis na de kantooruren of bij hoogdringendheid dient aangesproken te worden.
Daarnaast zijn een aantal netwerkpartners momenteel bezig met het opstellen van een
signaleringsplan (dat o.a. een crisiskaart bevat). Het is de bedoeling dit gezamenlijk
signaleringsplan vervolgens te gaan hanteren binnen het netwerk.
5. Heeft de netwerkcoördinator een managementsplan uitgewerkt met daarin de
algemene doelstellingen van het netwerk, de middelen om deze te realiseren en een
planningsinstrument ? Geef het managementsplan weer in bijlage en vermeld het
planningsinstrument.
Het strategisch plan voor 2015-2016 bevindt zich in bijlage 2. We hebben de input die we van
onze netwerkpartners gekregen hebben tijdens de netwerkdag (12.12.2014 te Jabbeke)
gebruikt als kapstok bij het uitschrijven van dit strategisch plan.
In 2015 willen we in de eerste plaats meer investeren in functie 3 en functie 5. Deze functies
zijn immers cruciaal om daadwerkelijk te kunnen spreken van vermaatschappelijking van
zorg. Door de intersectorale kaart te trekken willen we enerzijds kwartiermaken voor onze
doelgroep, maar anderzijds willen we er ook voor zorgen dat er voldoende laagdrempelig
aanbod is waarbij men de veiligheid heeft dat men zich tussen lotgenoten bevindt. Het is een
én-én verhaal. Binnen functie 5 richten we ons op flexibilisering van het bestaande
zorgaanbod en binnen functie 3 willen we het aanbod diversifiëren zodat álle noden zoveel
mogelijk worden ingevuld.
Om voorgaande doelstelling te realiseren dienen we de krachten te bundelen met de
eerstelijnspartners. Door zowel op casusniveau als op structureel niveau overleg te plegen
willen we trachten te komen tot meer afstemming. Beide partijen hebben immers te leren van
elkaar.
28
Als je spreekt over vermaatschappelijking van zorg is het tevens van groot belang om het
informele netwerk van de cliënt voldoende te betrekken in het verhaal (realiseren van
trialoog), alsook de algemene bevolking te sensibiliseren door aan taboedoorbreking te doen.
De activiteiten op vlak van dit laatste thema centraliseren we binnen de Week van de
Geestelijke Gezondheid.
Verder willen we herstelondersteunende zorg promoten, dit in samenwerking met de
ervaringsdeskundigen. De cliënten die reeds stappen gezet hebben in het proces tot
ervaringsdeskundige vervullen een voorbeeldfunctie voor anderen. Ze bieden met andere
woorden perspectief. Om die reden willen we lotgenotencontact stimuleren, maar dit op hun
eigen initiatief. Zij zijn de drijvende kracht en de hulpverleners vervullen louter een
faciliterende rol. Ook willen we hen nadrukkelijker een stem geven binnen het beleid door
hen te laten aansluiten bij diverse werkgroepen en door een vertegenwoordiger af te vaardigen
naar de stuurgroep.
Daarnaast gaan we ervoor zorgen dat verknoping niet louter de benaming is van één van onze
werkgroepen, maar ook doorgedreven wordt in de praktijk om continuïteit van zorg te
faciliteren. Een interessant thema daarbij is bemoeizorg, aangezien m.b.t. dit thema nog heel
wat terrein te winnen valt binnen het netwerk. Andere interessante thema’s die we als
prioriteit naar voren schuiven zijn zorgcircuits m.b.t. acute zorgfase en verslavingszorg
(zowel legaal als illegaal middelengebruik). Deze subwerkgroepen zullen in een eerste fase
starten vanuit functie 4, maar ook relevante partners uit de andere functies zullen op termijn
betrokken worden bij dit overleg.
Ook is het een feit dat we nu reeds de volgende projectfase dienen voor te bereiden. We
dienen reeds in 2015 te bekijken hoe we de verdere uitrol van de mobiele teams zien, rekening
houdend met de lokale context en identiteit van de verschillende subregio’s.
Over de hele lijn is het van cruciaal belang om de communicatie betreffende de hervorming
goed te verzorgen. Het is belangrijk dat de informatie over de stand van zaken van de GGZvernieuwing doorstroomt tot bij alle relevante actoren. Dit project kan immers enkel slagen
mits een breed draagvlak verkregen wordt.
Tenslotte zullen we in 2015 verder bewust aandacht besteden aan het bestuursmodel van het
netwerk en zullen we een geïntegreerde visietekst uitschrijven waarin zowel korte termijn als
lange termijn doelstellingen geëxpliciteerd worden met het oog op de verdere uitrol van de
verschillende functies.
6. Geef de algemene appreciatie van de netwerkcoördinator met betrekking tot zijn
functie in het netwerk en met betrekking tot de concretisering van de doelstellingen van
de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg weer.
2014 is binnen het Netwerk GGZ regio Noord-West-Vlaanderen niet het jaar geweest van de
grote veranderingen (of de ‘Big Bang’ zoals een partner het onlangs krachtig verwoordde).
2014 is echter wel het jaar geweest van een grondige evaluatie, waarbij de stuurgroep,
werkgroepen, overlegfora geëvalueerd werden, alsook de werking van de drie nieuwe
zorginitiatieven PET, MCT en MBT. Zo trachten we naar de toekomst toe efficiënter aan de
slag te gaan. Ook functie 4 kende een sterke opstart in 2014 en de stem van de
ervaringsdeskundigen en de mantelzorgers valt reeds duidelijker te horen binnen het netwerk.
29
De netwerkdag te Jabbeke getuigde hiervan. Het enthousiasme van de aanwezigen gaf wel
degelijk aan dat het netwerk ‘leeft’.
Voor komend werkjaar is het de uitdaging om de klemtoon stilaan te gaan verleggen naar de
andere functies buiten functie 1B, 2A en 2B. Zeker op vlak van functie 3 en functie 5 valt nog
veel terrein te winnen. Die functies bevatten de sleutels tot daadwerkelijke reïntegratie en
resocialisatie. Bovendien dienen we aan de hand van concrete realisaties in de
‘minderbedeelde’ regio’s zoals Oostende, Veurne en Oostkust aan te tonen dat het netwerk
zoveel meer is dan louter de uitrol van de mobiele teams.
Bij de evaluatie van alle netwerkactiviteiten dienen we ons steeds de volgende vraag te
stellen: ‘Zorgt dit initiatief ervoor dat de cliënt kwaliteitsvollere zorg krijgt?’ Dit dient de kern
van de evaluatie te zijn. De GGZ-vernieuwing is immers geen verschuiving binnen het GGZlandschap met (her)positionering en (her)profilering van zorgorganisaties als doel op zich. De
focus op een vraaggestuurd zorgaanbod op maat dienen we voortdurend in gedachten te
houden.
In deze fase van het project merken we wel dat het dringend tijd wordt dat enkele
randvoorwaarden geëxpliciteerd worden. Enkele partners nemen immers een eerder
afwachtende houding aan tot er duidelijkheid is omtrent het langetermijnsperspectief van dit
hervormingsproject en het kader dat de overheid hierbij zal aanreiken. Hierbij denken we aan:
-de financieringsvoorwaarden voor de psychiaters
-de verhouding van de additionele middelen t.o.v. inwonersaantal van de regio
-de specifieke normering van de ‘ideale’ personeelsinzet voor een mobiel team voor x aantal
inwoners
-de voorwaarden van intensifiëring van ziekenhuisbedden
-…
Partners van ons netwerk kunnen/willen zich engageren indien er meer duidelijkheid is met
betrekking tot de hierboven genoemde thema’s. De evaluatie mag niet te lang meer uitgesteld
worden. Voor de dynamiek van het netwerk is het cruciaal dat we de volgende projectfase
kunnen inluiden.
Verder verwachten we dat er knopen worden doorgehakt op interministerieel vlak tussen het
Federale en het Vlaamse niveau. Van onze partners krijgen we te horen dat ze enig
engagement willen opnemen, maar dat ze verhinderd worden door hun kader. We pleiten dan
ook voor flexibilisering zodat álle partners de ruimte krijgen om inventief met de huidige
beschikbare middelen om te gaan.
Daarnaast is het een stokpaardje van dit netwerk dat dringend werk dient gemaakt te worden
van de digitalisering van het (veilig) delen van patiëntengegevens. Het Tetra-project heeft
duidelijk gemaakt dat dit een prangend thema is en dat dit op supraregionaal niveau dient
aangepakt te worden. Als er iets is dat de efficiëntie op de werkvloer ten goede zou komen, is
het dit thema.
Qua invulling van de functie van netwerkcoördinator is het boeiende dat dit een functie in
evolutie is. Momenteel genieten we de nodige experimenteerruimte om als netwerk zelf
bepaalde klemtonen te leggen. De diversiteit binnen de opdracht inspireert en triggert. Het is
uniek om in dergelijke context aan de slag te zijn. Het basisvertrekpunt voor het uitoefenen
van deze functie is een goede communicatie. Die zorgt ervoor dat partners met elkaar aan
30
tafel gaan en proberen te komen tot gemeenschappelijke/op elkaar afgestemde initiatieven.
Het is een continu proces van ‘chambreren’ zoals ze dat zo mooi formuleren in WestVlaanderen.
Een aandachtpunt hierbij is echter wel dat de veelzijdigheid van het takenpakket van de
netwerkcoördinator enige administratieve ondersteuning vraagt. Anders dreigt het
inhoudelijke werk in het gedrang te komen.
7. Financiële verantwoordingsstukken
Het financiële jaarverslag is terug te vinden in bijlage 3.
31
Download