Les 4 Hart en Vaten Hart, hartgeleidingssysteem, hartfrequentie, bloedvaten, lymfe, anemie, milt ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 Lymfe Lymfatische systeem is stelsel naast bloedvatstelsel wat circa 10% van de weefselvloeistof afvoert • bestaat uit: – lymfevaten – lymfeklieren of lymfeknopen • van belang voor: metastasering – bijvoorbeeld metastasering lymfeknoop en daardoor okseltoilet bij mammaecarcinoom (borstkanker) ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 2 Rol lymfatisch systeem in de afweer • filteren en vernietigen corpus aliëna en micro-organismen • productie van antistoffen • fagocytose van allerlei lichaamsvreemde stoffen • lymfeklieren gezwollen bij infectie ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 3 Thymus • Thymus of zwezerik – is deel lymfatisch systeem – maakt bepaald soort lymfocyten Ligging: links en rechts van de luchtpijp bovenaan het hart Functie: voorloper productie lymfo’s, verder nog onduidelijk ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 4 A = Thymus bij een pasgeborene B = Kind circa 2 jaar 1 2 A C = Volwassene 1 = thymus 2 = hart B Wordt kleiner als je geslachtsrijp wordt??? C ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 5 Anemie = bloedarmoede tekort aan hemoglobine • Oorzaken: – Chronisch bloedverlies – tekort bouwstoffen zoals • ijzer zwangerschapsanemie • foliumzuur (alcoholisten) • vitamine B12 = pernicieuze anemie • onvoldoende functioneren beenmerg, vergiftiging • versterkte afbraak ery’s ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 6 Milt • Lien of milt is de helft van het lymfatisch stelsel maar zit in het bloedvatstelsel • ligt aan de linkerkant, net onder de ribben aan de achterkant. • Functie: – – – – fagocytose lichaamsvreemde stoffen afbreek ery’s, beetje leuko’s en trombo’s vorming antilichamen sepsis (rotting) afbraak hemoglobine (ijzer en billirubine) ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 7 Ligging van het hart Kegelvormig, hol, gespierd orgaan. Ca. 10 cm lang en omvang vuist ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 8 Hart interne verdeling • 2 holle spieren, de atriumspier en de ventrikelspier, gescheiden door anulus fibrosus. • Er zijn 4 gedeelten, twee atria (boezems) en twee ventrikels (kamers). • Atrium en ventrikelspier zijn gescheiden door een septum. Beide atria door een bindweefseltussenschot. De ventrikels worden gescheiden door hartspierweefsel. ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 9 Weefselopbouw hart • Endocard (endo =binnen) endotheel + dun laagje bindweefsel, binnenste laag • Myocard (myo = spier) hartspier • Epicard (epi = op of boven) binnenstevlies van het hartzakje = bindweefsellaag) hartbekleding , • Pericard (peri = om, rondom) buitenvlies ook wel hartzakje genoemd • Atria (boezems), ventrikels (kamers) • Kleppen LG blz. 94 ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 10 Bouw van de hartwand ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 11 Bouw van het hart schema ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 12 Bloedvoorziening hart • linker en rechter kransslagader, de coronaire arteriën • eerste zijtakken in de aorta Coronair arteriën ontspringen in de aorta • eindarteriën kransslagader kransader coronairtak klep Zuurstofrijk bloed Zuurstofarm bloed ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 13 Coronairvat ingang ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 14 LG fig. 6.3, blz. 94 Annuli fibrosi cordis 1 aortaboog 2 v. cava superior 3 aortakleppen 4 tricuspidaalklep 5 v. cava inferior 6 Li a. pulmonalis 7 truncus pulmonalis 8 pulmonaalkleppen 9 bindweefsel van de annulus fibrosus 10 bicuspidaalklep ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 15 Kleppen, bindweefselvliezen • In anulus fibrosus 4 openingen, 2 openingen voor de verbinding tussen atria en ventrikels, en 2 openingen voor de verbinding tussen ventrikels en lichaamsslagaders. • Atrioventriculaireklep tussen rechteratrium en ventrikel is een drieslippige bindweefselklep en heet tricuspidaalklep. • Atrioventriculaireklep tussen linkeratrium en ventrikel is een tweeslippige bindweefselklep en heet bicuspidaalklep of mitraalklep. • Pulmonaalklep tussen rechter ventrikel en longslagader is halvemaanvormig. • Aortaklep tussen linker ventrikel en aorta eveneens halvemaanvormig ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 16 Bouw van het hart; kleppen aorta a. pulmonalis Li atrium pulmonaalklep aortaklep re. atrium A A ventrikel septum A = anulus fibrosus Functie = stevigheid en isolatie ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 17 Grote en kleine circulatie Schematisch, bekijk de genoemde gebieden -hoofd -arm -longen -lever -poortader (vena portae) -darm -nier -been ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 18 Hartvaten Kleine bloedomloop: • RV => arteria pulmonalis (zuurstof arme arterie) => longen • => Vena pulmonalis (zuurstofrijk/gemengd vanuit longen) => LA Grote bloedsomloop: • => LV => Aorta (grote lichaamsslagader dus naar lichaam) • => Vena cava inferior/superior (holle ader, bloed vanuit het lichaam) => RA ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 19 Hart en de vaten ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 20 Bouw van het hart; vaten vena cava superior arcus aortae aorta a. pulmonalis Li atrium v.v. pulmonalis pulmonaalklep bicuspidaal klep = AV-klep aortaklep tricuspidaal klep Li ventrikel Re atrium =AV-klep vena cava inferior Re ventrikel ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 21 Harttonen, hartwerking • Eerste doffe harttoon: aanspanningstoon van de hartmusculatuur, en sluiten AV-kleppen • tweede harttoon (kortere en heldere): sluiten van de kleppen (aorta en a. pulmonalis) • Diastole = ontspanningsfase (vullingfase) • Systole = contractiefase • Hartminuutvolume = HMV = cardiac output, norm:4-24 liter/minuut ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 Prikkels van het hart 1 nervus vagus (-) 2 nn accelerantes (+) 3 AV-knoop 4 sinusknoop 5 bundel van His 6 bundeltakken 7 vezeltjes van Purkinje LG fig. 6.7, blz. 98 ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 23 Geleidingssysteem • voortgeleiding elektrische stroom cellen • prikkelgeleidingsweefsel (LG fig. 6.7, blz. 98) – Sinusknoop – atrioventriculaire knoop (av-knoop) (vertraging 0,1 sec) – Bundel van His – Purkinje vezels ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 24 boezems 1 Hart is ontspannen. Atria en ventrikels stromen vol atria 2 Atria trekken samen, Beetje bloed nog naar ventrikels kamers 3 Ventrikels trekken samen, bloed uit hart gepompt ventrikels ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 25 Hartcyclus: 1 diastole van het hele hart • AV-kleppen open, arteriële kleppen dicht • Druk in de aders hoger dan de druk in het hart => bloed stroomt het hart in • Sinus knoop geeft prikkel af ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 26 Hartcyclus 2 atrium systole • Gevolgen – de druk in het atrium stijgt door contractie, hierdoor wordt er bloed in de ventrikels gepompt – hoe ouder hoe stijver de wand van de ventrikels (er komt minder bloed in tijdens de diastole) – de atriumcontractie kan dan tot 30% van het EDV (eind diastolisch volume) aan ventrikel geven ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 27 Hartcyclus 3 isovolumetrische contractiefase van het ventrikel • De prikkel is de AV-knoop en de Bundel van His gepasseerd en verspreidt zich nu zeer snel via de vezels van Purkinje over de ventrikels die als één geheel contraheren ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 28 Hartcyclus 3 isovolumetrische contractiefase van het ventrikel • Aanspanning met gelijkblijvend volume • AV-kleppen sluiten • Arteriële kleppen zijn nog dicht ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 29 Hartcyclus 4 ventrikel systole • Ejectiefase 4 – Arteriële kleppen open – 60-80 ml/ 0,2 sec.= slagvolume in rust – Uitstroom bloed naar lichaam en longen ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 30 Hartcyclus 4 ventrikelsystole • Isovolumetrische relaxatiefase – Arteriële kleppen dicht – AV-kleppen zijn nog dicht ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 31 Hartcyclus 1 diastole • Passieve vulling – AV-kleppen open – ventrikels vullen zich snel (rapid filling phase) ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 32 Begrippen • Hart Minuut Volume: HMV • Cardiac Output, CO – hartfrequentie x slagvolume – 4 - 5 l/min in rust tot 24 - 30 l/min bij actie of inspanning ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 33 Problemen werking hart • Bloedvoorziening via de coronairvaten (hartinfarct en angina pectoris) • Klepgebreken Insufficiëntie of stenose • Ritmestoornissen Extra systole, atriumfibrilleren, ventrikelfibrilleren • Defibrilleren ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 34 LG fig. 6.11, blz 102 Registratie van de elektrische activiteit van het hart. P-top = atriummyocard PQ-segment = vertraging AV-knoop QRS ventrikelmyocard Q = bundeltakken R = Purkinje vezels S = prikkeling tot aan annulus fibrosus ST-segment = wegebben prikkel ventrikel T-top = rust ventrikelmyocard ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 35 Mens wordt geregeerd door FFF Fright (bang worden) Fight (vechten) Flight (vluchten) Dus: nervus vagus = parasympathisch => vertraagd nn accelerantes = sympathisch => versnelling LG fig. 6.6, blz. 97 Beïnvloeding sinusritme ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 36 hersenen hypothalamus regelcentrum voor de hartslag in de medulla oblongata van het verlengde merg nervus accerantes = zenuwbanen die het hart stimuleren sinusknoop, waar de zenuwen stimuleren of remmen nervus vagus, zenuwbanen die het hart remmen, dus langzamer laten kloppen Regulatie van de hartfrequentie ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 37 Stijging hartfrequentie • Bij arbeid of inspanning, tot effectief circa 170 per minuut • Bij koorts ongeveer 10 slagen per graad, veroorzaakt door de toegenomen vraag stijging basaal metabolisme • Adrenaline, bevordert de werking van het hart, cardiotonisch ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 38 Arteriën en venen • • • • • • • • • • Aorta, arcus aortae (lichaam) en vena cava inferior/superior Art. pulmonalis (long) en venae pulmonalis Art. carotis communis (hersenen) en vena jugularis interna Art. subclavia (arm) -> art vertebralis (hersenen) Art. gastrica (maag) en vena gastrica Art hepaticae (lever) en vena hepaticae, vena portae Art. lienalis (milt) en vena lienalis Art. iliaca (heup / darmbeen) en vena iliaca Art. femoralis (bovenbeen) en vena femoralis Art. renalis (nier) en venae renalis ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 39 13 15 14 1 12 2 3 11 9 4 5 6 8 10 18 7 16 1 vena cava superior 2 Re long 3 art pulmonalis 4 lever 5 vena portae (poortader) 6 vena cava inferior 7 capillairen darmen 8 capillairen milt 9 capillairen maag 10 Li art renalis (nier) 11 vena pulmonalis 12 aorta / aortaboog 13 Re en Li art/vena jugularis (hoofd) 14 Re art/vena subclavia (arm) 15 Li art/vena subclavia 16 Re art/vena femoralis (been) 17 Li art/vena femoralis 18 Re vena renalis 17 ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 40 Stellingen • De windketelfunctie past meer bij de grote arteriën dan bij de arteriolen en is van belang voor een constante stroming • Het transport van water vanuit de capillairen naar het interstitium verloopt middels osmose. • De regulatie van de bloeddoorstroming van de weefsels wordt bepaald door een aantal factoren. – De vaatweerstand is één van deze factoren. • Zowel arteriën als venen bevatten kleppen. • Resorptie vindt voornamelijk plaats middels osmose • De samenstelling van lymfevloeistof is gelijk aan plasma. ANZN 1e leerjaar - Les 04 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2007 ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 41 Stellingen • De stroming van lymfe is een passief proces. • Het ventrikelseptum van het hart is dikker dan het atriumseptum van het hart. • De grote bloedsomloop verwerkt per minuut meer bloed dan de kleine bloedsomloop. • De coronair arteriën voorzien de hartspier van bloed. – Dit gebeurt meer tijdens de diastolische fase dan tijdens de systolische fase van de hartactie. ANZN 1e leerjaar - Les 04 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2007 ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 42 Stellingen • Tijdens de atriumsystole zijn de atrioventriculaire kleppen gesloten. • De eerste harttoon wordt veroorzaakt door het opengaan van de atrio-ventriculaire kleppen. • Het pericard is van essentieel belang voor de cardiac output. • De AV-knoop geeft de atriale prikkels onmiddellijk door naar de bundel van His. ANZN 1e leerjaar - Les 04 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2007 ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 43