Les 17 Hormonen geslachtsorganen Menstruatie, menopauze, hormonen, feedback, cyclus, hypofyse, ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Menstruatiestoornissen • Premenstruele spanning – laatste week of iets langer voor de menstruatie klachten zoals: • • • • • opgeblazen gevoel pijnen in hoofd, borsten, buik of rug misselijkheid duizeligheid emotionele bezwaren als prikkelbaarheid en neerslachtigheid – oorzaak onbekend, mogelijk combinatie van individuele vegetatieve gevoeligheid en psychische spanningen ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 2 Menstruatiestoornissen • Menstruatie heeft heel vaak een verergering van CARA klachten tot gevolg CARA = chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen • Premenstruele spanning – mogelijke behandeling hormonaal: progesteron ter compensatie van het tekort. Dit wordt in de 2e helft van de cyclus geproduceerd door het gele lichaam • Dysmenorroe – hevige, krampende pijn in de onderbuik in eerste uren tot dagen van de menstruatie. Pijn kan naar rug of dijen trekken. Pijn die zelfs werken onmogelijk maakt < 10% ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 3 1 Menstruatiestoornissen • Secundaire dysmenorroe oorzaak – endometriose (goedaardige ectopische woekeringen van het baarmoederslijmvlies) ectopisch = buiten gewone plaats – myomen = goedaardig spierweefselgezwel ook wel vleesboom genoemd – ontsteking van de eierstokken • Primaire dysmenorroe oorzaak: – onbekend, verder gelijk aan premenstruele spanning – therapie: prostaglandine-synthese remmers zoals aspirine ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 4 Menorragie • menorragie is teveel bloedverlies tijdens 1e dagen van de menstruatie, zonder verlenging van de duur (max. 7 dagen) – oorzaak: myomen (vleesbomen) of ontsteking uterus; vaak ook onduidelijk, maar verdikt slijmvlies of vergrote baarmoeder vaak aanwezig – therapie: slijmvliesgroei remmers, anticonceptiepil of prostaglandine-synthese remmers (aspirine) ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 5 Metrorragie • Metrorragie onregelmatige bloedverlies uit de uterus (baarmoeder), zodat geen menstruele cyclus meer te herkennen is. • Oorzaken: – ontregeling hormonale cyclus op slijmvlies – ook gezwellen, zowel goed als kwaadaardig – gestoorde jonge zwangerschap – buitenbaarmoederlijke zwangerschap ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 6 2 Metrorragie • Met name hormonale ontregeling geeft achterwege blijven van ovulatie of te lang in stand blijvende Graafse follikel, komt vooral voor kort na de menarche (begin van de menstruatie, dus daarmee van de pubescentie) en in de overgangsjaren. • Onderscheid maken in functioneel, hormonaal of t.g.v. tumor of gestoorde zwangerschap ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 7 Tussentijds bloedverlies • Gering vaginaal bloedverlies tussen de menstruaties in. • In het midden van de periode eventueel gepaard met pijn onderbuik dan ovulatiebloeding. • Bloedverlies tijdens de coïtus dan erosie (oppervlakkige slijmvlieszweer) van de baarmoedermond • Bij anticonceptiepil gebruik is het een doorbraakbloeding (bloeding lijkend op menstruatie door ovulatieremmers) ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 8 Amenorroe en oligomenorroe • Amenorroe = geen menstruatie, niet verklaarbaar door de leeftijd (16-45) • Verklaarbare amenorroe = zwangerschap • Oligomenorroe = minder dan eens per maand • Oorzaken veelal hormonaal, met onder andere anorexia nervosa. Bij de laatste psychische beïnvloeding hypothalamus. ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 9 3 Menopauze • De menstruatie en vruchtbaarheid verdwijnen, door daling oestrogeenspiegel volgende klachten mogelijk: – opvliegers – pijnlijke borsten tot atrofie -> slappe borsten – droog vaginaslijmvlies -> ontstekingen en pijn tijdens coïtus – osteoporose, dan oestrogenen toedienen – psychische veranderingen conform menstruatie door oestrogeenspiegelwijziging – stressincontinentie door verslapping banden en spieren ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 10 Hormonen • Endocriene klieren, klieren met interne secretie, dus afscheiding blijft binnen lichaam, zonder afvoerbuis, secretie (afscheiding), produceren hormonen, dus ook wel hormoonklieren genoemd • exocriene klieren, klieren met een afvoerbuis, met een externe secretie, dus excretie (uitscheiding), bijvoorbeeld urine, zweet ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 11 Hormonen vervolg • Hormonen beïnvloeden doelwit cellen of target cells. Daardoor activering van enzymen, daardoor juiste reactie • Voorbeeld: adrenaline (uit bijniermerg) geeft omzetting van glucogeen naar glucose • Hypofyse en adenohypofyse of hypofysevoorkwab nemen centrale plaats in • regulatie middels feedback-mechanismen (terugkoppelingssystemen) ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 12 4 Feedback- terugkoppeling • Systeem waarbij de afgifte van hormonen wordt gestimuleerd of geremd • Remming van hypofyse-hypothalamussysteem hormoonproductie door de gestimuleerde hormonen zelf • hypofyse-hypothalamus-systeem produceert hormonen die elders in het lichaam hormoonproductie stimuleren (trope of voedende hormonen) ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 13 Feedback door waardemeting osmolariteit vochtopname osmotische waarde sterke vochtopname lage osmotische waarde diurese remming minder ADH osmosensoren hypothalamus/hypofyse hoge osmotische waarde stimulatie/activering meer ADH diurese sterk vochtverlies osmotische waarde ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 14 Feedbacksysteem 2, negatieve terugkoppeling, dus remming Bijvoorbeeld: hormonen van schildklier remmen adenohypofyse Geslachtshormonen hebben negatieve invloed van op hypothalamus en daardoor indirect op de adenohypofyse Releasing factor = activerende stof ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 15 5 Ligging hormoonklieren 1 hypofyse hersenaanhangsel 2 glandula parathyroïdea bijschildklier 3 glandula thyroïdea schildklier 4 glandula supra renalis bijnier 5 pancreas alvleesklier 6 ovarium eierstok 7 testis zaadbal ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 16 ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 17 Cyclische veranderingen ovarium en uterus A. Groei rijping primaire follikel en eicel 1. Eicel in wording 2. Follikelcellen 3. Follikelblaasje B. Graafse follikel, nu begint groei slijmvlies baarmoeder o.i.v. door follikel geproduceerde hormoon oestrogeen (oestron) 4. Arterietakje 5. Uterusklieren C. Follikelsprong of ovulatie gemiddeld halverwege de cyclus D. Corpus luteum. O.i.v. van gele lichaam geproduceerde hormoon progesteron wordt slijmvlies vochthoudend; klieren en bloedvaten krijgen kronkelend verloop E. Geen bevruchting dan corpus luteum ten gronde, progesteronproductie stopt => verval slijmvlies = menstruatie, slijmvlies afgestoten dus bloeding ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 18 6 Fasen cyclus • Fase 1: menstruatie dag 1 tot 5 • Fase 2: proliferatiefase oftewel oestronfase, groei slijmvlies, dag 5 tot 14 • Fase 3: ovulatie dag 14, stijging temp. (0,5) • Fase 4: secretiefase oftewel progesteronfase, dag 14 tot 28, fase waarin slijmvlies bloedvaten en klieren krijgt. • Voor de temperatuur, LG fig. 2.10.12, blz. 435 ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 19 Geslachtshormoonspiegel 1. FSH (getrokken lijn boven) 2. LH Luteïniserend hormoon (stippel boven) 3. Oestrogeen (getrokken lijn onder) 4. Progesteron (stippel onder) ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 20 Trope (affiniteit tot) of releasing factors • Hypofyse (hypofysevoorkwab) produceert bijvoorbeeld het thyreoïd stimulerend hormoon (TSH) = releasing factor (vrijmaak factor) • Dat hormoon stimuleert, prikkels de schildklier tot het maken van schildklierhormoon • Door hoge spiegel schildklierhormoon wordt de hypofyse geremd in productie TSH ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 21 7 Kwabben van de hypofyse • Adenohypofyse of voorkwab hormonen: – direct werkende: • Somatotroop hormoon (STH) = groeihormoon • MSH (melanocyten stimulerend hormoon) melanocyt = pigmentcel – indirect werkende glandotrope (klieraffiniteit): • TSH (thyroïdstimulerend hormoon) => schildklier, T3 en T4 (thyroxine), resp. trijood en tetrajood • adrenocorticotroop hormoon (ACTH) => bijnierschors, glucocorticoïden, zoals hydrocortison (cortisol) ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 22 Kwabben van de hypofyse • Adenohypofyse of voorkwab hormonen: – indirect werkende vervolg: • prolactine (PRL) = lactotroop hormoon (LTH) stimuleert ontwikkeling borstklieren en melksecretie • gonadotroop hormonen zoals FSH en LH – FSH = follikelstimulerend hormoon bevordert: – bij vrouw groei en ontwikkeling follikels in de eierstokken en daarmee oestron, een oestrogeen – bij man spermatogenese(zaadcelproductie in testes) – LH = luteïniserend hormoon ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 23 Kwabben van de hypofyse • neurohypofyse of achterkwab hormonen: – Anti-diuretisch hormoon (ADH) ook wel vasopressine genoemd, bevordert terugresorptie van vocht in de nier – oxytocine geeft uteruscontracties (zwangerschapeinde) antagonist = progesteron productie in de hypothalamus zenuwcellen en via dendrieten naar de neurohypofyse (neurosecretie) ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 24 8 Voorbeeld gecombineerde feedback PTH ->mobilisatie calcium uit de botten terugresorptie calcium nieren calcium resorptie Calcitonine is de antagonist ANZN 1e leerjaar - Les 17 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 25 9