1 - Matthieu Berenbroek

advertisement
1
transversale of horizontale vlak
2
sagittale vlak
3
mediane vlak
4
frontale vlak
A
superior of craniaal
B
inferior of caudaal
anterior of ventraal
posterior of dorsaal
lateraal
mediaal
C
D
E
F
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
1
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
2
flexie = beweging
anteflexie = naar
ventraal gebogen
(arm of been)
buitenwaartse
draaiing
dorsaal buiging
(arm of been)
binnenwaartse
draaiing
ad = beweging naar mediaan toe
ab = beweging van de mediaan af
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
3
extentie =
strekbeweging
supinatie =
draaibeweging
handpalm boven
ligt of voet mediale
rand omhoog gaat
pronatie =
draaibeweging
hand waarbij
handrug boven ligt
of voet mediale
rand omlaag gaat
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
4
Skelet functies
• 1 Vormvastheid
• 2 Bescherming, hersenen, ruggenmerg, oog,
longen, hart e.d.
• 3 Aanhechtingplaats van spieren
• 4 Vorming rode en witte bloedlichaampjes
in het rode beenmerg
• 5 Bewegingsmogelijkheid
• Skelet is grotendeels opgebouwd uit been of
bot en kraakbeen
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
5
Been, wat is dat nu
• Kalkzouten –anorganisch gedeelte- en collagene
vezels, dat laatste soepelheid
• Kinderen hebben soepelere botten (fontanel)
• Opbouw en afbraak van het bot is continue
–
–
–
–
–
Beenvormers (osteoblasten)
Botmatrix
Beencellen (osteocyten)
Beenvreter (osteoclasten)
Lacune (opening)
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
6
Versterkingen in het been
• Dijbeen kent de diafyse en aan de twee uiteinden
epifyse
• Twee soorten bot: zeer compact en dicht van
structuur met als functie stevigheid en
bescherming (compacta)
• Andere soort = spongiosa een veel zachtere
botsoort door meer openingen
• Botweefsel heeft dezelfde samenstelling als
bindweefsel en kraakbeen met alleen hardere
tussenstof
• kraakbeen is bot zonder kalk (calciumzouten)
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
7
Groei beenderen
• Platte beenderen zoals schedel (directe
verbening) geen holle binnenkant
– Groei vanuit de buitenkant, de osteoblasten.
– Resorptie (opslurpen) aan de binnenkant,
afbraak dus door de osteoclasten
• Lange beenderen zoals de pijpbeenderen
– Voorstadium is kraakbeen
– Uiteinden hebben een verdikking
– Kraakbeencellen nemen vocht op en zouten =>
verbening
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
8
Groei jong pijpbeen
• Vanuit epifyse (1) en diafyse(2)
groei van beenweefsel,
daartussen ligt de epifysairschijf
waardoor lengtegroei mogelijk
blijft
• Binnen gedeelte van bot is
mergholte gevuld met beenmerg
1 = epifyse
2 = diafyse
3 = beenvlies buitenom (periosteum)
4 = beenvlies binnenin (endosteum)
5 = epifysair schijf (groeischijf)
6 = voedende vaten
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
9
Voeding van het bot / been
• Bot is opgebouwd uit concentrische cirkels
waarbij in het midden een holte (opening) zit
Kanaal van Havers
• In Kanaal van Havers lopen bloedvaten en
zenuwvezels
• Onderlinge dwarse verbindingen heten kanalen
van Volkmann
• Voeding en opbouw geschiedt vanuit die
kanalen
• Bij volwassene groei vanuit buitenkant (periost)
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
10
Onderdelen van het skelet
• Beenderen van de romp
– Wervelkolom
– Ribben
– Borstbeen
• Wervelkolom
–
–
–
–
–
7 halswervels (vertebra cervicalis)
12 borstwervels (vertebra thoracica)
5 lendenwervels (vertebra lumbalis)
5 heiligbeenwervels (os sacrum, vergroeide wervels)
3 of 4 staartbeenwervels (ook vergroeid, vaak met )
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
11
Wervelkolom
1 = halswervels (cervicalis)
7
2 = borstwervels (thoracica)
12
3 = lendenwervels (lumbalis)
5
4 = heiligbeen
vergroeid bijna geen aparte
wervels meer
5 = staartbeen (2 of 3 al dan niet
vergroeide wervels)
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
12
Krommingen in de wervels
• kyfose = de bocht schouderbladen naar
achteren gericht (borstkyfose)
• lordose = bocht in de heupen naar voren
gericht (lendelordose)
• scoliose = zijwaartse bocht niet standaard
tot 60% van de bevolking meer of minder
• dubbele scoliose = dubbele bocht
Pas op: als gezegd wordt door een arts dat iemand een kyfose of
lordose heeft dan bedoelt hij dat die pathologisch is.
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
13
Opbouw wervel
•
•
•
•
•
arcus (wervelboog)
corpus (wervellichaam)
foramen vertebrae (wervelgat)
processus spinosus (doornuitsteeksel)
processus transversus (dwarsuitsteeksel)
• LG, fig. 2.9.15, 2.9.16 en 2.9.17, blz. 388, 389
• foramen intervertebralis (zenuwdoorgang)
• tussenwervelschijven beweeglijkheid
•
(zacht kraakbeen)
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
14
Verbindingen
• Bindweefselverbinding of naadverbinding
– Schedel, functie beweeglijkheid (geboorte)
• Kraakbeenverbinding
– Tussen twee wervels
– Tussen ribben en borstkas
– Tussen de schaambenen (symphysis)
• Gewrichten (junctura synovialis, articulatio)
– Grote beweeglijkheid
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
15
Gewrichten
• Verbinding, uiteinden met kraakbeen bedekt
• Profielen passen bij elkaar (bolle en holle
kant)
• Bijeengehouden door een kapsel
bindweefselkapsel (en banden) zeer trekvast
en veerkrachtig
• Daartussen gewrichtsholte, gevuld met
vocht
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
16
Gewrichten vervolg
• Bursae = synovia = synoviaalvlies = slijmbeurs,
productie dik, vloeibaar gewrichtsvocht
(synovia)
Synovia heeft dus 2 betekenissen (zowel gewrichtssmeer als vlies)
• Ligamenten of gewrichtsbanden geven
stevigheid, sterkte aan kapsel
• Gewrichtsschijven (knieschijf) stukje
kraakbeen, voor betere pasvorm (schedelonderkaak)
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
17
Gewrichtsindeling
• Indeling
– Articulatio simplex (enkelvoudig gewricht)
vingerkootje
– Articulatio compositus (meervoudig gewricht)
elleboog (humerus, ulna en radius)
– Articulatio complexa ( samengesteld gewricht
b.v. knie) knieschijf is het complexe eraan
• Andere indeling is gebaseerd op de
bewegelijkheid LG, fig. 2.9.10, blz. 380
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
18
Aandoeningen van de gewrichten
• contusie of kneuzing (beschadigd) door
direct geweld
• distorsie of verstuiking, (uitgerekt)
verzwikking door verdraaiing van het
gewricht of te grote bewegingsuitslag
• luxatie of ontwrichting, uit de kom, door de
bouw gewricht vaak band- en kapselletsel
• fractuur of botbreuk
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
19
Aandoeningen van de gewrichten
• Contusie of kneuzing door direct geweld
Naast de plaatselijke ontstekingsverschijnselen
1 warmte
door toename van bloed
2 roodheid
door toename van bloed
3 zwelling
door uittreden vocht uit bloedvat
4 pijn
door druktoename door de zwelling
5 gestoorde functie door pijn
af en toe ook een hematoom (bloeduitstorting)
Meestal niet ernstig en geen blijvend letsel
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
20
Aandoeningen van de gewrichten
• Distorsie of verstuiking, verzwikking
Kop en kom van het gewricht zijn tijdelijk ten
opzichte van elkaar verschoven en weer
terug geveerd, dus spontaan gereponeerd.
Soms toch scheurtjes in banden of kapsel, dan
immobiliseren, intapen, gunstige prognose
Ernst blijkt uit zwelling, hematoom
(bloeduitstorting) en belastbaarheid
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
21
Aandoeningen van de gewrichten
• Luxatie of ontwrichting, uit de kom, door de
bouw gewricht vaak band- en kapselletsel
oftewel uit de kom (kop uit de kom)
In feite een niet spontaan gereponeerde
distorsie.
Operatief herstel, snel maar tegenwoordig
steeds minder gebruikt.
Immobilisatie gebeurt vaak middels taping
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
22
Fractuur
• Fractuur of botbreuk
Onderbreking van de continuïteit van het bot
door een trauma
Spontaan via osteoporose (verminderde
activiteit osteoblasten)
De ernst van het trauma komt niet overeen
met het gevolg
Diagnostiek middels röntgen
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
23
Fracturen
Symptomen:
• Pijn, circulaire drukpijn en asdrukpijn
• Zwelling
• Afwijkende stand
• functio laesie (gestoorde functie, letsel, het
werkt niet)
• Directe complicaties:
– doorbloeding
– zenuwinnervatie
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
24
Fracturen
Complicaties:
• Standafwijking en vertraagde groei
• Vetembolie (beenmerg)
• avasculaire (zonder bloedvaten) necrose
(weefsel degeneratie)
• Door immobiliteit trombose
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
25
Ziekten bewegingsapparaat
• Osteoporose(botontkalking) ontstaat door op
oudere leeftijd of door kalk en vitaminegebrek(te weinig zonlicht) of chronische
artritis, immobiliteit (bedrust) of menopauze
door dalende oestrogeenspiegel.
• Slechte doorbloeding en immobiliteit geeft
bij ouderen vaker osteoporose
• Voorkomen, nauwelijks meer te genezen!
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
26
Artrose
• Degeneratief proces kraakbeen (kraakbeenafbraak)
• Meestal t.g.v. overbelasting bv gewicht of
gewrichtsaandoeningen
• Degeneratief proces - oorzaak onbekend
• Klachten: pijn bij bewegen, met name na
belasting in de ochtend
• Zwelling, crepitatie (knetterend geluid)
gewrichtsvervorming
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
27
Artrose 2
• Algemeen beeld: niet ziek en normale BSE
(bezinkingssnelheid erytrocyten)
• Nauwelijks röntgenafwijkingen
• Prognose: nauwelijks goed te voorspellen,
zeer individueel bepaald
• Indien wel röntgenafwijkingen gewricht
vervangen
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
28
Artritis
• Gewrichtsontsteking
• Andere naam RA (reumatoïde artritis)
oftewel reuma, oorzaak onbekend.
• Belang:
–
–
–
–
–
1 of meer gewrichten aangedaan
Acuut of chronisch
Recidiverend
Verspringend
Plaats van het gewricht en t.g.v. trauma of niet
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
29
Reumatoïde Artritis 2
• Waarschijnlijk auto-immuunziekte
• Bij actieve fase zie je de 5
ontstekingsverschijnselen zie ook dia 20
• Jicht is geen RA maar chemische
gewrichtsziekte waarbij urinezuurkristallen
neerslaan in de gewrichten (normalerwijze
via de urine het lichaam uit)
Kan verergeren door orgaanvlees en alcohol
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
30
Dikke gewricht
• Van belang is gewrichtspunctaat (vloeistof
opgehaald uit gewrichtsspleet)
• Kleur helder non-inflammatoir (niet-ontsteking)
troebel geel tot groen wel ontsteking
• Is de kweek positief dan bacteriële infectie
• Afhankelijk van verloop indicatie voor
verdere diagnostiek
ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2008
31
Download