Les 23 Skelet Richtings en vlakken benamingen, skelet, been-bot, groei bot, wervelkolom, gewrichtsaandoeningen ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 1 transversale of horizontale vlak 2 sagittale vlak 3 mediane vlak 4 frontale vlak A superior of craniaal B inferior of caudaal anterior of ventraal posterior of dorsaal lateraal mediaal C D E F ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 2 ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 3 flexie = beweging anteflexie = naar ventraal gebogen (arm of been) buitenwaartse draaiing dorsaal buiging (arm of been) binnenwaartse draaiing ad = beweging naar mediaan toe ab = beweging van de mediaan af ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 4 extentie = strekbeweging supinatie = draaibeweging handpalm boven ligt of voet mediale rand omhoog gaat pronatie = draaibeweging hand waarbij handrug boven ligt of voet mediale rand omlaag gaat ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 5 Skelet functies • 1 Vormvastheid • 2 Bescherming, hersenen, ruggenmerg, oog, longen, hart e.d. • 3 Aanhechtingplaats van spieren • 4 Vorming rode en witte bloedlichaampjes in het rode beenmerg • 5 Bewegingsmogelijkheid • Skelet is grotendeels opgebouwd uit been of bot en kraakbeen ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 6 Been, wat is dat nu • Kalkzouten –anorganisch gedeelte- en collagene vezels, dat laatste soepelheid • Kinderen hebben soepelere botten (fontanel) • Opbouw en afbraak van het bot is continue – – – – – Beenvormers (osteoblasten) Botmatrix Beencellen (osteocyten) Beenvreter (osteoclasten) Lacune (opening) ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 7 Versterkingen in het been • Dijbeen kent de diafyse en aan de twee uiteinden epifyse • Twee soorten bot: zeer compact en dicht van structuur met als functie stevigheid en bescherming (compacta) • Andere soort = spongiosa een veel zachtere botsoort door meer openingen • Botweefsel heeft dezelfde samenstelling als bindweefsel en kraakbeen met alleen hardere tussenstof • kraakbeen is bot zonder kalk (calciumzouten) ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 8 Groei beenderen • Platte beenderen zoals schedel (directe verbening) geen holle binnenkant – Groei vanuit de buitenkant, de osteoblasten. – Resorptie (opslurpen) aan de binnenkant, afbraak dus door de osteoclasten • Lange beenderen zoals de pijpbeenderen – Voorstadium is kraakbeen – Uiteinden hebben een verdikking – Kraakbeencellen nemen vocht op en zouten => verbening ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 9 Groei jong pijpbeen • Vanuit epifyse (1) en diafyse(2) groei van beenweefsel, daartussen ligt de epifysairschijf waardoor lengtegroei mogelijk blijft • Binnen gedeelte van bot is mergholte gevuld met beenmerg 1 = epifyse 2 = diafyse 3 = beenvlies buitenom (periosteum) 4 = beenvlies binnenin (endosteum) 5 = epifysair schijf (groeischijf) 6 = voedende vaten ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 10 Voeding van het bot / been • Bot is opgebouwd uit concentrische cirkels waarbij in het midden een holte (opening) zit Kanaal van Havers • In Kanaal van Havers lopen bloedvaten en zenuwvezels • Onderlinge dwarse verbindingen heten kanalen van Volkmann • Voeding en opbouw geschiedt vanuit die kanalen • Bij volwassene groei vanuit buitenkant (periost) ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 11 Onderdelen van het skelet • Beenderen van de romp – Wervelkolom – Ribben – Borstbeen • Wervelkolom – – – – – 7 halswervels (vertebra cervicalis) 12 borstwervels (vertebra thoracica) 5 lendenwervels (vertebra lumbalis) 5 heiligbeenwervels (os sacrum, vergroeide wervels) 3 of 4 staartbeenwervels (ook vergroeid, vaak met ) ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 12 Wervelkolom 1 = halswervels (cervicalis) 7 2 = borstwervels (thoracica) 12 3 = lendenwervels (lumbalis) 5 4 = heiligbeen vergroeid bijna geen aparte wervels meer 5 = staartbeen (2 of 3 al dan niet vergroeide wervels) ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 13 Krommingen in de wervels • kyfose = de bocht schouderbladen naar achteren gericht (borstkyfose) • lordose = bocht in de heupen naar voren gericht (lendelordose) • scoliose = zijwaartse bocht niet standaard tot 60% van de bevolking meer of minder • dubbele scoliose = dubbele bocht Pas op: als gezegd wordt door een arts dat iemand een kyfose of lordose heeft dan bedoelt hij dat die pathologisch is. ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 14 Opbouw wervel • • • • • arcus (wervelboog) corpus (wervellichaam) foramen vertebrae (wervelgat) processus spinosus (doornuitsteeksel) processus transversus (dwarsuitsteeksel) • LG, fig. 2.9.15, 2.9.16 en 2.9.17, blz. 388, 389 • foramen intervertebralis (zenuwdoorgang) • tussenwervelschijven beweeglijkheid • (zacht kraakbeen) ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 15 Verbindingen • Bindweefselverbinding of naadverbinding – Schedel, functie beweeglijkheid (geboorte) • Kraakbeenverbinding – Tussen twee wervels – Tussen ribben en borstkas – Tussen de schaambenen (symphysis) • Gewrichten (junctura synovialis, articulatio) – Grote beweeglijkheid ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 16 Gewrichten • Verbinding, uiteinden met kraakbeen bedekt • Profielen passen bij elkaar (bolle en holle kant) • Bijeengehouden door een kapsel bindweefselkapsel (en banden) zeer trekvast en veerkrachtig • Daartussen gewrichtsholte, gevuld met vocht ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 17 Gewrichten vervolg • Bursae = synovia = synoviaalvlies = slijmbeurs, productie dik, vloeibaar gewrichtsvocht (synovia) Synovia heeft dus 2 betekenissen (zowel gewrichtssmeer als vlies) • Ligamenten of gewrichtsbanden geven stevigheid, sterkte aan kapsel • Gewrichtsschijven (knieschijf) stukje kraakbeen, voor betere pasvorm (schedelonderkaak) ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 18 Gewrichtsindeling • Indeling – Articulatio simplex (enkelvoudig gewricht) vingerkootje – Articulatio compositus (meervoudig gewricht) elleboog (humerus, ulna en radius) – Articulatio complexa ( samengesteld gewricht b.v. knie) knieschijf is het complexe eraan • Andere indeling is gebaseerd op de bewegelijkheid LG, fig. 2.9.10, blz. 380 ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 19 Aandoeningen van de gewrichten • contusie of kneuzing (beschadigd) door direct geweld • distorsie of verstuiking, (uitgerekt) verzwikking door verdraaiing van het gewricht of te grote bewegingsuitslag • luxatie of ontwrichting, uit de kom, door de bouw gewricht vaak band- en kapselletsel • fractuur of botbreuk ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 20 Aandoeningen van de gewrichten • Contusie of kneuzing door direct geweld Naast de plaatselijke ontstekingsverschijnselen 1 warmte door toename van bloed 2 roodheid door toename van bloed 3 zwelling door uittreden vocht uit bloedvat 4 pijn door druktoename door de zwelling 5 gestoorde functie door pijn af en toe ook een hematoom (bloeduitstorting) Meestal niet ernstig en geen blijvend letsel ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 21 Aandoeningen van de gewrichten • Distorsie of verstuiking, verzwikking Kop en kom van het gewricht zijn tijdelijk ten opzichte van elkaar verschoven en weer terug geveerd, dus spontaan gereponeerd. Soms toch scheurtjes in banden of kapsel, dan immobiliseren, intapen, gunstige prognose Ernst blijkt uit zwelling, hematoom (bloeduitstorting) en belastbaarheid ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 22 Aandoeningen van de gewrichten • Luxatie of ontwrichting, uit de kom, door de bouw gewricht vaak band- en kapselletsel oftewel uit de kom (kop uit de kom) In feite een niet spontaan gereponeerde distorsie. Operatief herstel, snel maar tegenwoordig steeds minder gebruikt. Immobilisatie gebeurt vaak middels taping ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 23 Fractuur • Fractuur of botbreuk Onderbreking van de continuïteit van het bot door een trauma Spontaan via osteoporose (verminderde activiteit osteoblasten) De ernst van het trauma komt niet overeen met het gevolg Diagnostiek middels röntgen ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 24 Fracturen Symptomen: • Pijn, circulaire drukpijn en asdrukpijn • Zwelling • Afwijkende stand • functio laesie (gestoorde functie, letsel, het werkt niet) • Directe complicaties: – doorbloeding – zenuwinnervatie ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 25 Fracturen Complicaties: • Standafwijking en vertraagde groei • Vetembolie (beenmerg) • avasculaire (zonder bloedvaten) necrose (weefsel degeneratie) • Door immobiliteit trombose ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 26 Ziekten bewegingsapparaat • Osteoporose(botontkalking) ontstaat door op oudere leeftijd of door kalk en vitaminegebrek(te weinig zonlicht) of chronische artritis, immobiliteit (bedrust) of menopauze door dalende oestrogeenspiegel. • Slechte doorbloeding en immobiliteit geeft bij ouderen vaker osteoporose • Voorkomen, nauwelijks meer te genezen! ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 27 Artrose • Degeneratief proces kraakbeen (kraakbeenafbraak) • Meestal t.g.v. overbelasting bv gewicht of gewrichtsaandoeningen • Degeneratief proces - oorzaak onbekend • Klachten: pijn bij bewegen, met name na belasting in de ochtend • Zwelling, crepitatie (knetterend geluid) gewrichtsvervorming ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 28 Artrose 2 • Algemeen beeld: niet ziek en normale BSE (bezinkingssnelheid erytrocyten) • Nauwelijks röntgenafwijkingen • Prognose: nauwelijks goed te voorspellen, zeer individueel bepaald • Indien wel röntgenafwijkingen gewricht vervangen ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 29 Artritis • Gewrichtsontsteking • Andere naam RA (reumatoïde artritis) oftewel reuma, oorzaak onbekend. • Belang: – – – – – 1 of meer gewrichten aangedaan Acuut of chronisch Recidiverend Verspringend Plaats van het gewricht en t.g.v. trauma of niet ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 30 Reumatoïde Artritis 2 • Waarschijnlijk auto-immuunziekte • Bij actieve fase zie je de 5 ontstekingsverschijnselen zie ook dia 20 • Jicht is geen RA maar chemische gewrichtsziekte waarbij urinezuurkristallen neerslaan in de gewrichten (normalerwijze via de urine het lichaam uit) Kan verergeren door orgaanvlees en alcohol ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 31 Dikke gewricht • Van belang is gewrichtspunctaat (vloeistof opgehaald uit gewrichtsspleet) • Kleur helder non-inflammatoir (niet-ontsteking) troebel geel tot groen wel ontsteking • Is de kweek positief dan bacteriële infectie • Afhankelijk van verloop indicatie voor verdere diagnostiek ANZN 1e leerjaar - Les 23 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 32