1 Les 14 Ademhaling 1 Functie luchtwegen / neus

advertisement
Les 14 Ademhaling 1
Ademhaling, luchtwegen, longen,
inspiratie, expiratie, effectiviteit,
Va/Q ratio, ademvolumina
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
1
1 cavum nasi (neusholte)
2 cavum oris (mondholte)
3 trachea (luchtpijp)
4 pleura parietalis (middenrifsborstvlies)
5 pleura visceralis (longen-borstvlies)
6 vertakkingen van de bronchus
(luchtpijpvertakking)
7 alveoli (longblaasjes)
8 pleuraholte (borstvliesholte)
9 diafragma (scheiding middenrif
buikholte)
10 hoofdbronchus
11 pulmo (long)
12 larynx (strottenhoofd)
13 pharynx (keelholte)
Zie ook LG, fig. 2.4.1, blz. 208
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
2
Functie luchtwegen / neus
• Slijmvorming t.b.v. reiniging, bevochtiging en
verwarming
• Reinigende of zuiverende functie van de
inspiratoire (ingeademde) lucht
• Bevochtigen van de inspiratoire lucht
• Verwarmende functie van de inspiratoire lucht
• Beveiliging, keuren van de inspiratoire lucht
op kwaliteit. (reuk)
• drainage afvoerproducten uit neusbijholten
• afvoer inhoud traanbuizen
• resonantie (neusspraak) letters ‘m’ en ‘n’
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
3
1
Luchtpijp
1 epiglottis (strotklepje)
2 os hyoideum (tongbeen)
3 cartilago thyroidea (schildkraakbeen)
4 cartilago cricoidea (ringkraakbeen)
5 trachea (luchtpijp)
6 rechter hoofdbronchus
7 carina trachea (kraakbeenkam bij
bifurcatie = splitsing luchtpijp in 2
hoofdbrochi)
8 linker hoofdbronchus
Hoefijzervormige kraakbeenringen
houden luchtpijp open
Corpus aliënum (vreemd lichaam) komt
bijna altijd rechter bronchus (hoek!)
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
4
Longen
Bestaat uit:
• lobi (longkwabben) rechts 3 en links 2 (hart)
• segmentsbronchi (luchtpijpvertakkingen)
circa 10 per long, functioneel gescheiden gebieden
• bronchioli (kleinste vertakkingen) met
slijmvlies bekleed, elastisch. Bij inademing ontspannen en
bij uitademing vernauwing. (inademing is actief, dus kost
energie)
• alveoli of longblaasjes omgeven door capillairen
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
5
Bloedvaten van de long
• Art pulmonalis vertakt zich tot een capillair
net rond de alveoli (longblaasje)
• Art pulmonalis = zuurstofarm => longen =>
van zuurstof voorzien =>vena pulmonalis =
zuurstofrijk (gemengd bloed) => Li harthelft
• Bloedvoorziening van het longweefsel zelf
niet door art pulmonalis, maar door art
bronchialis
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
6
2
Alveoli
1 pleura parietalis
(middenrifs-borstvlies)
2 pleura visceralis
(longen-borstvlies)
3 alveolus met capillairnet
4 vertakking art
pulmonalis
5 bronchiolus (luchtpijptak)
6 vertakking vena
pulmonalis
7 doorsnede alveolus
Let erop: zeer vaatrijk
Pleuraholte tussen vliezen
met vocht gevuld
(klaplong)
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
7
Mediastinum
Ruimte tussen beide
longen waarin o.a. het
hart ligt.
1 clavicula (sleutelbeen)
2 bovenste mediastinum
3 voorste mediastinum
4 middelste mediastinum
5 sternum (borstbeen)
6 diafragma
7 achterste mediastinum
8 spina vertebralis
(wervelkolom)
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
8
Bewegingen tijdens
inspiratie (inademing) of
aspiratie
(aanzuiging/inademing).
musculi scaleni (1)
(touwladderspieren) trekken
1e en 2e rib (2) omhoog.
diafragma wordt (3) platter
beweegt naar beneden
sternum (borstbeen) (6) en
buikwand (5) naar voren
4 = ruggenwervels
7 = long
8 = pleuraholte
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
9
3
4
Toename inhoud thorax bij
inspiratie.
= toename diameter (doorsnede)
van de thorax (borstkas)
2
1 costae (ribben) bewegen mee
omhoog
2 draaipunt bij de ruggenwervels
3 o.i.v. musculi intercostalis
(tussenribspieren)
4 o.i.v. musculi scaleni
(touwladderspieren)
3
1
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
10
Inspiratie of inademing
• Functie ademhaling: uitwisseling van
zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2) =
gasuitwisseling
• Inademing = vergroting volume borstkas =
aanzuiging lucht = diafragma-ademhaling
maar heet in de volksmond buikademhaling,
omdat de buikwand beweegt.
• Borstademhaling alleen bij inspanning
buitenste tussenribspieren en
hals/schouderspieren
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
11
Expiratie of uitademing
• Uitademing = passief =ontspanning spieren
en ruststand diafragma, zwaartekracht en
elasticiteit uitgerekt longweefsel
• Geforceerde uitademing: contractie
binnenste tussenribspieren en contractie
(aanspanning) buikspieren waardoor
diafragma terugvering wordt versterkt.
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
12
4
Ademhaling gasuitwisseling
LG, fig. 2.4.12,
blz. 220
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
13
Effectiviteit van de ademhaling
• ventilatie is de aanvoer van de lucht naar de
longblaasjes
• diffusie is de gasuitwisseling, via drukverschillen,
O2 van alveolus => bloed en CO2 van bloed =>
longblaasje
• perfusie doorstroming arterie (bloed) en het
transport van O2 en CO2
• Zowel ventilatie, als diffusie als perfusie zijn
nodig voor een goede ademhaling van de longen.
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
14
Effectiviteit van de ademhaling
• Ventilatie/perfusie verhouding bepaald de
effectiviteit van de ademhaling
• Is de Va/Q ratio oftewel de verhouding
tussen alveolaire ventilatie (Va) en de
longdoorbloeding
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
15
5
Ventilatie/perfusieverhouding
Va/Q-ratio
Va/Q
0.15
0.10
3
Bloeddoorstroming
2
Ventilatie
0.05
1
Top
Basis
Niveau van de long
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
16
Stoornis in de ademhaling
Ventilatie
• ventilatie (aanvoer van de lucht)
– Bij vernauwing van de luchtwegen b.v fibrose
(bronchiale en interalveolaire verbindweefseling)È ventilatie
– Bij dichtklappen van alveoli (longblaasjes) bij
b.v klaplong È ventilatie
– Bij zwelling slijmvlies van de luchtwegen Æ
vernauwing luchtwegen È ventilatie
– Bij obstructie van de luchtwegen door b.v
corpus aliënum È ventilatie
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
17
Stoornis in de ademhaling
Diffusie
• Water in de longblaasjes
• Tekort aan SURFACTANTS een mengsel
van fosfolipiden en eiwit. Is een stof die een
oppervlaktespanning verlagende werking
heeft.
• surfactants voorkomt dichtklappen alveoli
en zorgt voor verdeling watermoleculen
alveolusoppervlakte
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
18
6
Stoornis in de ademhaling
Perfusie
• perfusie (bloeddoorstroming)
– Zorgt voor afvoer van zuurstof moet dus met de
ventilatie matchen
• Occlusie (afsluiting) longslagadertje b.v.
longembolie (prop = stolsel, vetbolletje{vetembolie},
ziektekiemen)
• Vernauwing longslagadertjes b.v arterio
sclerose (slagaderverkalking)
• Laag hemoglobine gehalte
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
19
Ademvolume
TC = 6000 ml
IRV = 2500 ml
VC = 4500 ml
Vt = 500 ml
ERV = 1500 ml
LG, fig. 2.4.16,
blz. 223
FRC = 3000 ml
RV = 1500 ml
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
20
Ademvolume
•
•
•
•
•
•
•
Vt = teugvolume of ademteugvolume
IRV = inspiratoir reserve volume
ERV = expiratoir reserve volume
RV = residu volume
TC = totale capaciteit (IRV+Vt+ERV+RV)
VC = vitale capaciteit (IRV+Vt+ERV)
FRC = functioneel residuale capaciteit
(ERV+RV)
• bij inspanning FRC lager, bij vrouwen 30% lager
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
21
7
Zuurstof transport
• Gebonden aan het hemoglobine 4 O2
• Binding gaat na de 1e gemakkelijker
• geoxygeneerd hemoglobine is hemoglobine
waar zuurstof aanzit
• Indien er geen zuurstof aan het
hemoglobine zit dan heeft hemoglobine een
donkerdere rode kleur wat op de huid een
blauwe verkleuring geeft (lippen,
vingertoppen)
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
22
Relatie longfunctie en circulatie
• Doel: gasuitwisseling van elke cel
• Voorwaarden:
– Samenstelling lucht => bescherming (neus)
– Effectiviteit van de ademhaling
– Genoeg beschikbare alveoli
– Goed werkend zenuwstelsel voor aansturing en
afstemming van ademhaling en bloedsomloop
– Goede hartfunctie RV => bloed longen
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
23
Bloedsomloop => cellen
• Van invloed is de kwaliteit van datgene wat
erdoor stroomt Æ bloed.
• O2-opnemend vermogen = hoeveelheid
hemoglobine (verzadigingsgraad)
• O2-rijk bloed op weg naar de cel is
afhankelijk van goede hartfunctie Æ linker
kamer
• Kwaliteit van de vaten.
• Op celniveau: goede diffusie
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
24
8
Download