Verwerkingsopdrachten Pedagogiek voor de onderwijsassistent; OA4 ISBN 97890 8524 0785 (eerste druk) Thema 6 Ontwikkeling van 9 tot 12 jaar Verwerkingsopdrachten thema 6 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je voorkennis over de ontwikkeling van 9 tot 12 jaar opfrist. Ga in een groepje bij elkaar zitten en haal herinneringen op. 1 Hoe was je als 9 tot 12-jarige: begon je al te puberen, ging je veel met vrienden en vriendinnen om, kon je goed met je ouders overweg, waren er in jouw omgeving volwassenen waar je veel bewondering voor had, deed je aan sport, bespeelde je een muziekinstrument, ging je naar het buurthuis, zat je veel achter de computer en wat vond je dan leuk om te doen, enzovoort? Verwerkingsopdrachten thema 6 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit hoofdstuk kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 het oudere schoolkind abstract denken negatief zelfbeeld analyseren reflecteren een idool pesten plagen ontluikende seksualiteit prepuberteit artisticiteit Verwerkingsopdrachten thema 6 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 3 Lees thema 6 goed door en beantwoord de volgende vragen. 13 Geef minimaal 8 kenmerken van de lichamelijke en motorische ontwikkeling van het oudere schoolkind. 14 Kunnen oudere schoolkinderen al abstract denken? 15 Wat is abstract denken en kun je wat voorbeelden noemen? 16 Waar of niet waar? En leg uit. Het oudere schoolkind is leergierig en prestatiegericht: Het oudere schoolkind kan nog niet abstract denken: De taalontwikkeling van het oudere schoolkind gaat veel sneller dan in de eerste levensjaren: Het oudere schoolkind is in staat te analyseren en te reflecteren: 17 Wat voor gevolgen heeft het voor het kind dat het zich steeds meer richt op leeftijdsgenoten? 18 Wat zijn voor oudere schoolkinderen belangrijke identificatiefiguren? 19 Leg uit wat de ontluikende seksualiteit in de seksuele ontwikkeling is. Waar merk je bij oudere schoolkinderen aan dat zij bezig zijn met seksualiteit? Verwerkingsopdrachten thema 6 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en presenteren Opdracht 7 20 Doe een onderzoek naar de vrijtijdsbesteding van kinderen van 9 tot 12 jaar. - Welke sporten doen ze? Welke spellen spelen ze? Welke boeken lezen ze? Naar welke tv-programma’s kijken ze? Wat doen ze verder nog voor andere dingen in hun vrije tijd? Maak een mooie vragenlijst en laat hem invullen door minstens tien kinderen. 21 Verwerk jouw antwoorden in een verslag of schema. 22 Wissel in de klas gegevens uit met anderen? Zijn er mensen met heel andere uitkomsten? Zo ja, hoe kan dat? Verwerkingsopdrachten thema 6 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp