Verwerkingsopdrachten Pedagogiek voor de onderwijsassistent; OA4 ISBN 97890 8524 1300 (tweede druk) Thema 2 Ontwikkeling van 0 tot 2 jaar Verwerkingsopdrachten thema 2 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je voorkennis over de ontwikkeling van 0 tot 2 jaar opfrist. Beantwoord de volgende vragen: 1 Heb je ervaring met baby’s? Pas je bijvoorbeeld wel eens op baby’s en heb je ze wel eens verzorgd? 2 Wat denk je dat een baby gedurende 24 uur zoal doet? 3 Waarom zou het goed zijn voor baby’s om veel te slapen? 4 Op wat voor manier kan een kleine baby zich vermaken als hij wakker is? 5 Denk je dat het zin heeft om met baby’s te praten of liedjes voor hen te zingen? Waarom wel of niet? Verwerkingsopdrachten thema 2 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit hoofdstuk kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 cognitieve ontwikkeling zintuigen de tast ervaringskennis sociaal-emotionele ontwikkeling imiteren ik-besef seksuele ontwikkeling oraal sensomotorische ontwikkeling creatief-expressieve ontwikkeling taalontwikkeling Verwerkingsopdrachten thema 2 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 3 18 Leg uit wat er bedoeld wordt met ‘grijpen is begrijpen’ (par. 2.2.1). 19 In par. 2.3.2 staat dat veel pedagogen van mening zijn dat het goed is als een kind door meer personen verzorgd wordt. Waarom vinden zij dat? Wat denk jij hiervan? 20 Leg uit wat bedoeld wordt met: een baby heeft geen ik-besef, maar wel een eigen persoonlijkheid (par. 2.3.5). 21 Leg uit wat bedoeld wordt met intimiteit (par. 2.4). 22 Leg de sensomotorische ontwikkeling uit: van boven naar beneden, dichtbij-veraf en van grof naar fijn (par. 2.5). 23 De baby op de foto bij par.2.6 maakt allerlei geluidjes. Hoe drukt de baby zich nog meer uit? En wat kun je zeggen over de senso-motorische ontwikkeling? 23 Leg uit: een baby communiceert via lichaamstaal (par. 2.7) Verwerkingsopdrachten thema 2 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en presenteren Opdracht 4 24 Ga op onderzoek uit naar speelgoed en spelletjes voor baby’s. Ga naar een speelgoedwinkel en een kinderboekwinkel en vraag om folders. Zoek afbeeldingen van boeken/speelgoed. Ken je iemand met een baby, dan kun je daar gaan kijken en foto’s maken van materiaal. 25 Zoek bij welk aspect van de ontwikkeling welk speelgoed/spelletje ingezet kan worden. Leg ook uit waarom je dit speelgoed noemt, wat ontwikkel je ermee. 26 Verwerk het tot een eindproduct: een collage, een boekje… Je kunt onderstaand schema erbij gebruiken. Verwerkingsopdrachten thema 2 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Soort ontwikkeling Wat ontwikkel je? Soort speelgoed/spelletjes Cognitief Sociaal-emotioneel Sensomotorisch Seksuele ontwikkeling Creatief-expressieve ontwikkeling Taalontwikkeling Verwerkingsopdrachten thema 2 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 6 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Verwerkingsopdrachten thema 2 Pedagogiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 7 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp