Verwerkingsopdrachten Didactiek voor de onderwijsassistent; OA4 ISBN 97890 8524 1294 Thema 34 Gezond, hygiënisch en redzaam gedrag Verwerkingsopdrachten thema 34 Didactiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je voorkennis over gezond, hygiënisch en redzaam gedrag opfrist. Beantwoord de volgende vragen: 1 Waaraan denk je bij gezond gedrag? 2 Waaraan denk je bij hygiënisch gedrag? 3 Waaraan denk je bij redzaam gedrag? Verwerkingsopdrachten thema 34 Didactiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit hoofdstuk kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 4 5 6 zelfredzaamheid objectiveren abstraheren Verwerkingsopdrachten thema 34 Didactiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 3 Maak twee groepen en pak twee grote vellen papier. De ene groep gaat aan de slag met redzaam gedrag, de andere groep met gezond en hygiënisch gedrag. Voor elke groep gelden de volgende opdrachten: 7 Brainstorm in jouw groep over het onderwerp. 8 Lees de theorie uit paragraaf 34.2 of 34.3 (afhankelijk van jouw onderwerp). 9 Probeer in de groep te komen tot een omschrijving van: wat is redzaam gedrag/ gezond en hygienisch gedrag en hoe kan ik dit aanbieden aan leerlingen. 10 Kom bij elkaar. Van elk groepje doet iemand verslag aan de hele groep. Verwerkingsopdrachten thema 34 Didactiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en presenteren Opdracht 4 11 Kies een doelgroep (basisschool onderbouw, middenbouw, bovenbouw, voortgezet onderwijs, volwassenenonderwijs….) en een vraag hieronder. Welke verzorging heeft het lichaam nodig met betrekking tot voeding, beweging en rust, frisse lucht en hygiëne? Welke risico’s hebben verslavende gedragingen, waaronder in elk geval roken en alcoholgebruik voor de gezondheid? Hoe kunnen kinderen verantwoord kunnen omgaan met situaties in en om de school die mogelijk gevaar opleveren? Hoe kunnen kinderen zo omgaan met hun omgeving en het milieu dat de gezondheid geen schade wordt toegebracht? Welk eten moet je kiezen als je gezond wilt omgaan met je lijf en je lichaamsgewicht en hoe moet je daarbij bewegen? Welke eetgewoonten hebben wij en welke eetgewoonten hebben andere culturen? Wat is het belang van sport, hoe kies ik een sport en wat hoort daarbij voor hygiënisch gedrag? Welke smaken zijn er, hoe ruikt eten, wat is lekker en niet lekker? Wat is het belang van bewegen: voldoende bewegen (bijvoorbeeld dagelijkse tijdsbesteding en verhouding tussen bewegen en stilzitten) en dagelijks bewegen (lopen en fietsen naar school)? Welke activiteiten zijn er rond deelnemen aan bewegingsactiviteiten (buiten spelen en gezamenlijke activiteiten)? Hoe zit het met voedselveiligheid: bacteriën en schimmels, de houdbaarheidsdatum van voedsel, conservering en het bewaren van voedsel? 12 Kies activiteiten die passen bij jouw vraag en die gezond, hygiënisch en redzaam gedrag bevorderen. 13 Maak er een werkstuk van waarin doelgroep, vraag activiteiten en een verantwoording in elk geval naar voren komen. Verwerkingsopdrachten thema 34 Didactiek voor de onderwijsassistent OA4 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp