Bepalingen betreffende de wervingsreserves (art. 29 – 32 RPR)

advertisement
Afdeling Interne Zaken │ Dienst Secretarie en Algemene Zaken
INFORMATIEBUNDEL
PROCEDURE VOOR DE AANLEG VAN EEN WERVINGSRESERVE
(geldigheidsduur 1 jaar – verlengbaar met 1 jaar – mogelijkheid tot onmiddellijke indiensttreding)
o SCHOONMA(A)K(ST)ER (E1-E3) (m/v) voor de Sportdienst
Deze informatiebundel bevat een overzicht van:

de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden (algemeen + specifiek);

de functiebeschrijving;

het examenprogramma;

de salarisgegevens;

de sociale voordelen;

algemene inlichtingen (werktijden, statuut, …);
 de bepalingen omtrent de selectieproeven (art. 18-28 RPR);
 de bepalingen omtrent de wervingsreserves (art. 29-32 RPR);
 de bepalingen omtrent de indiensttreding (art. 44-47 RPR);
 de bepalingen omtrent de proeftijd (art. 48-62 RPR).
Als bijlage bij deze informatiebundel vindt u:

een inschrijvingsformulier voor de desbetreffende selectieprocedure (bijlage 1);

een model van curriculum vitae (bijlage 2).
U MAG DEZE INFORMATIEBUNDEL BEHOUDEN.
Toelatings- en aanwervingsvoorwaarden
Om toegang te hebben tot een functie bij het gemeentebestuur en om in aanmerking te komen
voor aanwerving als schoonmaakster (E1-E3) (m/v) – dienst Sport moeten de kandidaten:
1. een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze
solliciteren en de burgerlijke en politieke rechten genieten;
Het passend gedrag wordt getoetst aan de hand van:
 een uittreksel uit het strafregister (model 1)
Het uittreksel uit het strafregister wordt door het bestuur opgevraagd bij de indiensttreding. Als
daarop een ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een schriftelijke
toelichting voorleggen.
2. medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie, in overeenstemming met de wetgeving
betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
De medische geschiktheid voor de uit te oefenen functie zal blijken uit:
 een attest van medische geschiktheid
U bekomt vermeld attest na het medisch onderzoek waarvoor u door het bestuur zal
uitgenodigd worden bij de arbeidsgeneeskundige dienst Premed, voor zover u zal
tewerkgesteld worden in een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid, een
activiteit met welbepaald risico of een activiteit verbonden aan voedingswaren.
3. voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in
bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
Grimbergen is gelegen in het Nederlandse taalgebied. Conform de taalwetgeving kan bijgevolg
niemand tot een betrekking benoemd worden indien hij / zij de Nederlandse taal niet kent.
Kandidaten worden enkel tot het examen toegelaten voor zover uit de vereiste diploma’s of
studiegetuigschriften blijkt dat men het onderwijs in het Nederlands heeft genoten.
Bij het ontbreken van een dergelijk diploma of getuigschrift moet men een “bewijs van
taalkennis” voorleggen vóór de benoeming of bevordering.
Om het nodige bewijs van de Nederlandse taalkennis te bekomen kan men deelnemen aan het
taalexamen bij Selor of het noodzakelijke attest behalen door een bijkomende opleiding bij een
wettelijk of decretaal erkende instelling waarin het Nederlands de onderwijstaal is. Dit kan
worden nagegaan bij het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming.
Uitzondering: Kandidaten voor betrekkingen op de niveaus E en D, waarvoor geen diploma
vereist is, voldoen aan de vereiste kennis als ze het bewijs kunnen leveren dat ze 8 jaar als
regelmatige leerling onderwijs hebben gevolgd in het Nederlandstalige lager en secundair
onderwijs. Ze leveren dat bewijs aan de hand van attesten die de schoolbesturen in kwestie
hebben uitgereikt.
 attesten van schoolbesturen waaruit blijkt dat men 8 jaar onderwijs heeft gevolgd
in het Nederlands
4. slagen voor de selectieprocedure
(zie verder)
Functiebeschrijving
Doel van de functie
Dagelijks onderhoud van de sportinfrastructuur en – accommodaties teneinde deze in ideale
omstandigheden te kunnen aanbieden aan de sporters, verenigingen en leerlingen.
Functie-inhoud
Richtinggevend en niet uitputtend kunnen de volgende concrete opdrachten vermeld worden :
Schoonmaaktaken:
poetsen en kuisen zowel preventief, dagelijks als periodiek van de infrastructuur,
accommodaties, installaties en materialen
desinfecteren van vloeren en wanden (waar nodig)
Diverse:
toewijzen en toezicht op de lokalen gebruikt door de leerlingen, verenigingen en sporters
opvangen van en/of doorgeven van vragen en klachten van de bezoekers
waar nodig inspringen bij logistieke activiteiten in het kader van de bredere werking van de
sportdienst
in het zwembad: ondersteuning van de toezichters, redders/badmeesters en kassierster bij de
uitoefening van hun taken
Functieprofiel
-
zin voor orde en netheid
fysisch geschikt voor de uitvoering van het werk (in een zwembad);
flexibiliteit (bereidheid tot avond- en weekendwerk)
zelfstandig werken
Plaats in de organisatie
De schoonmaaksters rapporteren in principe aan het hoofd van de sportdienst. Zij zullen tijdens
hun contacten problemen signaleren die zich tijdens de uitoefening van hun functie voordoen en
waar nuttig adviseren betreffende mogelijke verbeteringen.
Examenprogramma
Minimaal zullen de volgende selectietechnieken worden gebruikt
1. Praktisch proef
één of meerdere opdrachten die aansluiten bij de dagelijkse praktijk van de te vervullen
betrekking
2. Mondeling gedeelte
gesprek met de selectiecommissie
Om te slagen moeten de kandidaten voor elk onderdeel van de selectieproef ten minste de helft
van de punten behalen en voor het geheel van het examen ten minste 60 %.
Salarisgegevens
Aan vermelde betrekkingen is een functionele loopbaan verbonden met de salarisschalen E1-E2-E3.
Nadat 4 jaar schaalanciënniteit in E1 werd verworven, is doorstroming naar E2 mogelijk op basis
van een gunstige evaluatie. Doorstroming naar E3 is mogelijk na 18 jaar gecumuleerde
schaalanciënniteit in E1 en E3 en een gunstig evaluatieresultaat.
Het minimum bruto maandsalaris bedraagt € 1.775,94 voor een voltijdse betrekking.
Dit bedrag is aangepast aan de huidige index, reglementaire toeslagen (bv. vakantiegeld en
eindejaarstoelage) niet inbegrepen.
Werkelijke diensten in statutair of contractueel dienstverband bij een overheid komen in
aanmerking voor de opbouw van geldelijke anciënniteit.
Beroepservaring in de privésector of als zelfstandige kunnen in aanmerking genomen worden op
voorwaarde dat die beroepservaring rechtstreeks relevant is voor de uitoefening van de functie. De
anciënniteit zal berekend worden a rato van de geleverde prestaties (voor diensten gepresteerd
vóór 1-1-2008). De diensten gepresteerd na 31-12-2007 worden voor honderd procent
meegerekend, ongeacht of ze voltijds of deeltijds werden gepresteerd.
Hieronder vindt u een overzicht van de bruto jaarwedden. Deze bedragen zijn niet aangepast aan
de index. U dient vermelde bedragen nog te vermenigvuldigen met 1,6084 om het bruto jaarsalaris
te bekomen.
Niveau E
Salarisschalen
Minimum
Maximum
Verhoging
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
E1
13.250
15.000
1x1x100
3x2x100
1x2x150
3x2x100
6x2x150
13.250
13.350
13.350
13.450
13.450
13.550
13.550
13.650
13.650
13.800
13.800
13.900
13.900
14.000
14.000
14.100
14.100
14.250
14.250
14.400
14.400
14.550
14.550
14.700
14.700
14.850
14.850
15.000
E2
13.550
15.650
1x1x150
7x2x150
1x2x100
4x2x150
1x2x200
13.550
13.700
13.700
13.850
13.850
14.000
14.000
14.150
14.150
14.300
14.300
14.450
14.450
14.600
14.600
14.750
14.750
14.850
14.850
15.000
15.000
15.150
15.150
15.300
15.300
15.450
15.450
15.650
E3
14.200
16.550
1x1x150
12x2x150
1x2x400
14.200
14.350
14.350
14.500
14.500
14.650
14.650
14.800
14.800
14.950
14.950
15.100
15.100
15.250
15.250
15.400
15.400
15.550
15.550
15.700
15.700
15.850
15.850
16.000
16.000
16.150
16.150
16.550
Sociale voordelen



maaltijdcheques van € 6,5
gratis hospitalisatieverzekering
(indien een personeelslid tewerkgesteld is met een vervangingsovereenkomst of een contract
van bepaalde tijd is er 1 jaar wachttijd)
terugbetaling kosten woon-werkverkeer met het openbaar vervoer
fietsvergoeding van € 0,21 per km voor verplaatsing woon-werkverkeer
verlofregeling die een goed evenwicht tussen werk- en privéleven ondersteunt (cf. 35
werkdagen voor een voltijds personeelslid)
aansluiting bij de Gemeenschappelijke Sociale Dienst – Vlaanderen

opbouw 2de pensioenpijler voor contractuele personeelsleden



(premies voor verschillende familiale of professionele gebeurtenissen, vakantiedienst vzw Pollen,Pluspas …)
Algemene inlichtingen
Werktijden
Prestatiebreuk: deeltijdse en voltijdse betrekkingen voor tewerkstelling in het “Pierenbad”.
De schoonmakers/sters hebben een vaste arbeidsregeling (volgens uurrooster opgesteld door de
dienstverantwoordelijke – avond en weekendwerk mogelijk)
Statuut
Mogelijkheid tot onmiddellijke invulling van een voltijdse contractuele betrekking.
De geslaagde kandidaten worden opgenomen in een wervingsreserve van 1 jaar (verlengbaar met
1 jaar).
Deze werfreserve zal gedurende haar geldigheidsduur geraadpleegd worden voor de invulling van
voltijdse en deeltijdse betrekkingen van schoonmakers/sters (E1-E3) (m/v) voor de Sportdienst in
een passend statuut.
Kandidaatstelling
U kan zich inschrijven voor deze selectieprocedure via het desbetreffende inschrijvingsformulier
(zie bijlage 1).
Dit inschrijvingsformulier dient voorzien te zijn van de volgende documenten:

een gemotiveerde sollicitatiebrief;

curriculum vitae (volgens het model als bijlage 2);

de attesten die bewijzen dat u 8 jaar onderwijs heeft gevolgd in het Nederlands;

een kopie van uw identiteitskaart.
Kandidaturen dienen gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen,
Prinsenstraat 3 te 1850 Grimbergen en bezorgd te worden per post of door afgifte aan het onthaal
van het gemeentehuis.
De uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen is 3 juli 2014 (poststempel geldt als
bewijs).
Meer info
Dienst Secretaris en Algemene Zaken
(02/260.12.25 of [email protected])
Bepalingen betreffende de selectieprocedure (art. 18 – 28 RPR)1
De selectieprocedure
Algemene regels voor de selecties
Art. 18
Elke selectie wordt uitgevoerd op basis van selectiecriteria en met behulp van een of meer selectietechnieken.
De selectiecriteria en de selectietechnieken zijn afgestemd op de functiebeschrijving en het competentieprofiel.
Voor functies van dezelfde graad zijn de selectietechnieken gelijkwaardig.
Art. 19
§1. De selecties worden uitgevoerd door een selectiecommissie.
Voor de samenstelling van de selectiecommissies gelden de volgende algemene regels:
1. de selectiecommissie bestaat uitsluitend uit deskundigen;
2. elke selectiecommissie bestaat uit ten minste drie leden;
3. ten minste een derde van de leden zijn deskundigen die extern zijn aan het eigen gemeentebestuur;
4. de selectiecommissie bestaat bij voorkeur uit leden van verschillend geslacht;
5. de leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en schepenen en de
gemeentesecretaris (indien bevoegd voor de aanstellingen) kunnen geen lid zijn van een selectiecommissie
in een selectieprocedure voor het eigen gemeentebestuur;
6. bij afloop van de selectieactiviteiten beraadslaagt de selectiecommissie voltallig over het eindresultaat en
het eindverslag van de kandidaten.
In afwijking van 2° en 3° kan de selectiecommissie voor knelpuntfuncties uit twee leden bestaan, zonder dat
hiervan externe deskundigen deel uitmaken. Deze beslissing om van 2° en 3° af te wijken, wordt gemeld aan
de vakorganisaties. Onder knelpuntfuncties wordt hierbij verstaan: de functies die opgenomen zijn in de lijst
die de VDAB hierover aanlegt, evenals de functies die als dusdanig worden ervaren en aanvaard door de
procedurevoerende overheid, die hierover vooraf advies inwint bij de vakorganisaties.
§2. Onder deskundig wordt verstaan dat de leden van de selectiecommissie over de specifieke deskundigheden
moeten beschikken om de kandidaten te beoordelen op de voor de functie vastgestelde selectiecriteria.
Met toepassing van het eerste lid komen in aanmerking voor deelname aan een selectiecommissie:
1. deskundigen in de personeelsselectie;
2. personen extern aan de gemeente, die daartoe wegens hun professionele activiteit en specialisatie geschikt
bevonden worden;
3. personeelsleden van andere overheden, de toezichthoudende overheid uitgezonderd, en, binnen de
grenzen van het toegelaten aantal interne commissieleden, personeelsleden van het eigen bestuur, met
een graad die van een hogere rang is dan de vacante functie.
§3. Psychotechnische proeven en persoonlijkheidstests worden afgenomen door een selectiebureau of door een
persoon die daartoe bevoegd is.
§4. De aanwervingsexamens kunnen worden bijgewoond door:
1. één afgevaardigde van het college van burgemeester en schepenen;
2. één afgevaardigde van elke fractie van de gemeenteraad;
3. één afgevaardigde van elke representatieve vakorganisatie.
Zij wonen in voorkomend geval het examen uitsluitend bij als waarnemer en mogen niet aanwezig zijn bij het
kiezen van de vragen en het delibereren over de uitslag van de examens. De fracties van de gemeenteraad en
de representatieve vakorganisaties zullen hiertoe, telkens wanneer er een aanwervingsexamen plaatsvindt, per
brief of per e-mail op de hoogte gebracht worden van datum, plaats en aard van het examen.
Art. 20
De leden van de selectiecommissies respecteren de volgende gedragsregels en wettelijke voorschriften bij
selecties:
1. onafhankelijkheid;
2. onpartijdigheid;
3. non-discriminatie op grond van herkomst of huidskleur, nationaliteit of etnische achtergrond, geslacht,
seksuele geaardheid, leeftijd, gezondheidstoestand, voorkomen, handicap, geloof of levensbeschouwing,
burgerlijke staat, politieke overtuiging, zoals bepaald in de non-discriminatiewetgeving;
4. respect voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de kandidaten en voor hun private levenssfeer;
5. geheimhouding van de vragen en, als dat van toepassing is, respect voor de anonimiteit van de proeven;
6. verbod op belangenvermenging.
RPR = Rechtspositieregeling gemeentepersoneel (zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 308-2012 en latere wijzigingen).
1
Bij familieverwantschap tot in de tweede graad of samenwoning tussen een lid van de selectiecommissie en een
kandidaat, wordt het lid van de selectiecommissie vervangen om de onpartijdigheid van de selectieprocedure te
garanderen.
Art. 21
De selectiecommissies worden geleid door een voorzitter. Deze voorzitter wordt in zijn taak bijgestaan door een
secretaris die niet deelneemt aan de eigenlijke selectieactiviteiten en aan de beoordeling van de kandidaten.
De leden, de secretaris en de voorzitter van de selectiecommissie worden nominatief aangewezen door de
gemeentesecretaris.
In afwijking van het tweede lid wijst het college van burgemeester en schepenen nominatief de leden van de
selectiecommissie aan voor de selectie van de gemeentesecretaris en de financieel beheerder, evenals voor de
selectie in betrekkingen die bestemd zijn voor leden van het managementteam.
Art. 22
De selectieprocedures resulteren in een bindende rangschikking van de geslaagde of geschikt bevonden
kandidaten in volgorde van de behaalde punten of scores.
Art. 23
De algemene regels voor de selectietechnieken zijn:
1. voor de functies van niveau A en B omvat de selectie steeds een algemene, schriftelijke proef waarin het
vermogen van de kandidaat wordt getoetst om:
a. een synthese te geven van tekst;
b. op de erin behandelde problematiek een persoonlijke commentaar te formuleren;
c. dit alles te doen op taalkundig correcte wijze;
2. voor de functies op niveau A, B en C waarin hoofdzakelijk hoofdarbeid geleverd wordt omvat de selectie
steeds een schriftelijk gedeelte dat gericht is op de toetsing van de vereiste vakkennis en de kennis en/of
het toepassingsvermogen van reglementering die in de uitoefening van de te begeven betrekking aan bod
komt;
3. voor alle functies op niveau C en voor de functies op niveau D waarin hoofdzakelijk hoofdarbeid geleverd
wordt omvat de selectie steeds een proef betreffende het efficiënt gebruik van de computer; hierbij kan
zowel de motorische en praktische vaardigheid als de kennis van standaardtoepassingen
(besturingssysteem en kantoortoepassingen) getoetst worden;
4. voor de functies op niveau C, D en E omvat de selectie steeds de uitvoering van één of meerdere
opdrachten die aansluiten bij de dagelijkse praktijk van de te vervullen betrekking;
5. voor alle functies omvat de selectie een gesprek met de selectiecommissie;
6. om te slagen moeten de kandidaten voor elk onderdeel van de selectieproef ten minste de helft van de
punten behalen en voor het geheel van het examen ten minste 60 %.
Het verloop van de selectie
Art. 24
De procedurevoerende overheid stelt de concrete selectieprocedure vast vóór de aanvang ervan en zorgt voor
de organisatie van de selecties.
Art. 25
§1. Rekening houdend met de algemene bepalingen in afdeling I bepaalt de aanstellende overheid:
1. de selectiecriteria;
2. de keuze van de selectietechniek(en);
3. het verloop van de selectie, met inbegrip van de timing;
4. eventueel het minimale resultaat om toegelaten te worden tot een volgende stap in de selectieprocedure.
§2. Als de aanstellende overheid kiest voor een combinatie van de aanwervingsprocedure en de
bevorderingsprocedure en de gelijktijdige toepassing daarvan, worden de externe en de interne kandidaten
onderworpen aan dezelfde selectieproeven. Eventuele schriftelijke kennisproeven met dezelfde inhoud worden
op hetzelfde tijdstip afgenomen.
Voor de toepassing van artikel 12, eerste lid, 4°, behelst de selectieprocedure, naast één of meer
functiegerichte competentietests, ook een niveau- of capaciteitstest, die onderzoekt of de kandidaten in staat
zijn te functioneren op het niveau waarin de functie is gesitueerd. De kandidaten moeten zowel voor de niveauof capaciteitstest als voor de functiegerichte competentietest(s) slagen.
Art. 26
De kandidaten worden van het verloop van de selectieprocedure op de hoogte gebracht.
De kandidaten worden ten minste tien kalenderdagen op voorhand schriftelijk geïnformeerd over de plaats waar
en de dag en het uur waarop de eerste selectieproef wordt afgenomen.
Als de selectieproef een preselectie bevat, worden de kandidaten daarvan op de hoogte gebracht.
Art. 27
De selectiecommissie maakt bij de afsluiting van de selectieprocedure een eindverslag op met o.a. vermelding
van de deelresultaten van de kandidaten en van hun eindresultaat.
Art. 28
De kandidaten worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van de selectie. Kandidaten hebben
op hun verzoek toegang tot de selectieresultaten in overeenstemming met de bepalingen van het decreet van
26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Bepalingen betreffende de wervingsreserves (art. 29 – 32 RPR)
Art. 29.
§ 1. De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking of een wervingsreserve wordt
aangelegd voor de betreffende functie of graad.
§ 2.De aanstellende overheid bepaalt ook de geldigheidsduur van deze wervingsreserve die, met inbegrip van
een eventuele verlenging, ten hoogste 24 maanden kan bedragen.
§ 3.De duur van de wervingsreserve vangt aan op de datum waarop zij naar aanleiding van de kennisneming
van de eindresultaten van de selectie wordt vastgesteld door de aanstellende overheid.
Art. 30.
Alle geslaagde of geschikt bevonden kandidaten die niet onmiddellijk worden aangesteld, worden in de
wervingsreserve opgenomen.
Art. 31.
De aanstellende overheid kan geen nieuwe aanwervingsprocedure organiseren zolang er voor dezelfde functie
of graad nog kandidaten opgenomen zijn in een daarvoor nog geldige wervingsreserve.
Art. 32.
§ 1.Wanneer een beroep gedaan wordt op een vastgestelde wervingsreserve worden de kandidaten in volgorde
van het behaalde resultaat geraadpleegd om de vacature te vervullen.
§ 2. Een geraadpleegde kandidaat kan eenmaal een aangeboden betrekking weigeren zonder zijn plaats in de
wervingsreserve te verliezen, op voorwaarde dat hij zijn kandidatuur naar aanleiding van de weigering binnen
de vastgestelde termijn bevestigt.
Bij een tweede weigering van een aangeboden betrekking wordt de kandidaat automatisch uit de
wervingsreserve geschrapt. Hij wordt daarvan op de hoogte gebracht.
§ 3.Kandidaten die niet gekozen worden, behouden hun plaats op de wervingsreserve voor de volledige duur
ervan, tenzij ze zelf te kennen geven van elke aanstelling af te zien.
Bepalingen betreffende de indiensttreding (art. 44-47 RPR)
Art. 44
De aanstellende overheid bepaalt de datum of de termijn van indiensttreding van het geselecteerde
personeelslid.
Art. 45
(…)
Art. 46
De personeelsleden, de gemeentesecretaris en de financieel beheerder uitgezonderd, leggen bij indiensttreding
de volgende eed af in handen van de burgemeester: ”Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te
komen.”
Art. 47
De weigering tot eedaflegging staat in overeenstemming met artikel 106, laatste lid, van het Gemeentedecreet,
gelijk met verzaking van de aanstelling.
Bepalingen betreffende de proeftijd (art. 48-62 RPR)
Doel van de proeftijd
Art. 48
(…)
Art. 49
De proeftijd beoogt de integratie van het personeelslid op proef in het gemeentebestuur en de inwerking in zijn
functie en stelt de aanstellende overheid in staat de geschiktheid van het personeelslid op proef voor de functie
te verifiëren.
De leidinggevende van het personeelslid op proef maakt onder de eindverantwoordelijkheid van de
gemeentesecretaris de concrete afspraken voor de actieve inwerking van het personeelslid op proef in zijn
functie en zijn integratie in de gemeentelijke diensten.
Art. 50
Het statutaire personeelslid op proef krijgt de informatie die nodig is voor de uitoefening van de functie waarin
het is aangesteld.
De afspraken voor de inwerking van het personeelslid en de evaluatiecriteria die van toepassing zijn voor de
beoordeling van de proeftijd, worden schriftelijk aan het personeelslid meegedeeld.
De duur van de proeftijd en de evaluatie tijdens de proeftijd
Art. 51
§1. De duur van de proeftijd is:
1. voor functie van niveau E: 6 maanden;
2. voor functies van niveau D: 6 maanden;
3. voor functies van niveau C: 6 maanden;
4. voor functies van niveau B: 12 maanden;
5. voor functies van niveau A: 12 maanden;
6. voor de gemeentesecretaris en de financieel beheerder: 12 maanden.
§2. Voor de berekening van de duur van de proeftijd worden in aanmerking genomen:
1. elke periode waarin het statutaire personeelslid op proef effectief prestaties heeft verricht;
2. de afwezigheden in het kader van het jaarlijks vakantieverlof en voor deelname aan vormingsactiviteiten.
§3. De proeftijd wordt verlengd als het totale aantal afwezigheden, met uitzondering van die vermeld in §2, 2°,
meer is dan:
tien werkdagen voor een proeftijd van zes maanden;
vijftien werkdagen voor een proeftijd van twaalf maanden.
§4. Als de voorwaarden bepalen dat de kandidaten tijdens de proefperiode een attest of getuigschrift moeten
behalen, dan wordt de proeftijd vastgesteld rekening houdend met de normale studieduur die nodig is om die
akte te behalen.
In afwijking van de bepalingen van §§ 1, 2 en 3 kan de aanstellende overheid beslissen dat de proeftijd ten
einde loopt en dat een eindbeoordeling zal worden uitgesproken in geval van langdurige periodes van
afwezigheid die de proeftijd als zodanig zouden uithollen of die een eindbeoordeling van de proeftijd uitstellen
tot een duurtijd van meer dan het dubbele van de vooropgestelde proeftijd.
Art. 52
De diensten die een kandidaat ononderbroken tot de datum van zijn statutaire aanstelling op proef in tijdelijk
verband heeft vervuld in dezelfde functie als de functie waarin het aangesteld wordt, worden in aanmerking
genomen voor de proeftijd, op voorwaarde dat het personeelslid daarvoor een gunstig evaluatieresultaat heeft
gekregen.
Art. 53
Het statutaire personeelslid op proef wordt geëvalueerd door twee leidinggevenden, waaronder ook de
rechtstreekse leidinggevende. Wanneer dit omwille van de hiërarchische positie van het statutaire personeelslid
op proef onmogelijk is, zal enkel de rechtstreekse leidinggevende instaan voor de evaluatie.
Art. 54
Bij een proeftijd van zes maanden of meer, wordt het statutaire personeelslid op proef onderworpen aan een
tussentijdse evaluatie, die plaatsvindt als de proeftijd voor de helft is verstreken.
Voorafgaand aan het tussentijds evaluatiegesprek stellen de evaluatoren of, in het uitzonderlijke geval waarin
er slechts één evaluator is, stelt de evaluator de tussentijdse evaluatie van de proeftijd vast in een kwalitatief
beschrijvend evaluatieverslag dat het evaluatieresultaat afdoende onderbouwt. Het resultaat van de
tussentijdse evaluatie is gunstig of ongunstig.
Het statutaire personeelslid op proef met een ongunstig evaluatieresultaat voor de tussentijdse evaluatie van
de proeftijd wordt ontslagen.
Wanneer het betrokken personeelslid met toepassing van artikel 338 in een andere statutaire betrekking waarin
het vast is aangesteld een verlof bekwam met oog op het volbrengen van de proeftijd wordt dit verlof, in
afwijking van het vorige lid, beëindigd en neemt het personeelslid zijn vorige betrekking opnieuw op.
Art. 55
§1. De eindevaluatie van de proeftijd vindt plaats vóór het einde van de proeftijd. Dit is een termijn van orde.
§2. Zolang er geen eindevaluatie van de proeftijd is uitgebracht, behoudt het statutaire personeelslid op proef
zijn hoedanigheid van op proef aangesteld personeelslid. Indien er uiterlijk drie maanden na het aflopen van de
proefperiode nog geen eindevaluatie van de proeftijd is uitgebracht, wordt de eindevaluatie echter
verondersteld positief te zijn.
Art. 56
Voorafgaand aan het eindevaluatiegesprek stellen de evaluatoren of, in het uitzonderlijke geval waarin er
slechts één evaluator is, stelt de evaluator de eindevaluatie van de proeftijd vast in een kwalitatief beschrijvend
evaluatieverslag dat het evaluatieresultaat afdoende onderbouwt.
Art. 57
§1. Het resultaat van de eindevaluatie van de proeftijd is ofwel gunstig ofwel ongunstig.
Het statutaire personeelslid op proef dat na het verstrijken van de proeftijd op grond van het ongunstige
resultaat van de eindevaluatie niet in aanmerking komt voor de vaste aanstelling in statutair verband, wordt
ontslagen. Het ontslag wordt gegeven in overeenstemming met de bepalingen van artikel 191, §1.
§2. Wanneer het betrokken personeelslid met toepassing van artikel 338 in een andere statutaire betrekking
waarin het vast is aangesteld een verlof bekwam met oog op het volbrengen van de proeftijd wordt dit verlof,
in afwijking van het vorige lid wordt, beëindigd en neemt het personeelslid zijn vorige betrekking opnieuw op.
Art. 58
§1. De evaluatoren of, in het uitzonderlijke geval waarin er slechts één evaluator is, de evaluator kunnen/kan
een verlenging van de proeftijd voorstellen, als uit de eindevaluatie blijkt dat de duur van de proeftijd niet
volstaat om tot een gefundeerd evaluatieresultaat te komen.
In voorkomend geval wordt het voorstel van verlenging gemotiveerd. De verlenging kan niet geweigerd
worden.
De verlenging kan eenmaal voor maximaal de duur van de initiële proeftijd worden toegepast. Als een
verlenging voorgesteld wordt, wordt de duur van de verlenging naargelang van het geval, bepaald binnen de
grenzen van de toegelaten maximumduur.
§2. De aanstellende overheid neemt akte van het voorstel en verlengt de proeftijd.
§3. Het statutaire personeelslid op proef wordt voor de afloop van de verlengde evaluatieperiode opnieuw
geëvalueerd. Als uit die evaluatie blijkt dat het personeelslid niet in aanmerking komt voor de vaste aanstelling
in statutair verband, wordt toepassing gemaakt van de bepalingen van artikel 57 tweede en derde lid.
Art. 59
Na afloop van de proeftijd behoudt het statutaire personeelslid op proef zijn hoedanigheid van op proef
aangesteld personeelslid, tot de aanstellende overheid beslist over de vaste aanstelling of het ontslag.
Art. 60
Voor zover dat verenigbaar is met de bepalingen van de Arbeidsovereenkomstenwet of met specifieke
wettelijke voorschriften voor de aanstelling van personeelsleden in een tewerkstellingsmaatregel, wordt het
contractuele personeelslid onderworpen aan een proeftijd. Onder dat voorbehoud wordt de duur van de
proeftijd zo mogelijk afgestemd op die voor statutaire personeelsleden van hetzelfde niveau.
Voor zover dat verenigbaar is met de Arbeidsovereenkomstenwet of met specifieke wettelijke voorschriften
voor de aanstelling van personeelsleden in een tewerkstellingsmaatregel wordt het contractuele personeelslid
tijdens de proeftijd ingewerkt en begeleid op dezelfde wijze als het statutaire personeelslid op proef.
Art. 61
Het eventuele ontslag van het contractuele personeelslid op proef na ongunstige proeftijd, wordt door de
aanstellende overheid gegeven in overeenstemming met de voorschriften van de Arbeidsovereenkomstenwet
of, in voorkomend geval, andere, specifieke wettelijke voorschriften voor het ontslag.
Download