praktijk Ouderschapsverlof gaat soms niet voor Kim van der Hoeven is adviseur juridische zaken bij AWVN. Werknemers hebben onder voorwaarden recht op ouderschapsverlof. Een werkgever kan een verzoek voor dit verlof alleen afwijzen als er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienst­ belangen. De rechter honoreert die redenen maar zelden. Maar helemaal kansloos is de weigerende werkgever niet. te kst: K i m va n de r H o e v e n D e Wet arbeid en zorg noemt twee basisvoorwaarden om aanspraak te kunnen maken op ouderschaps­ verlof: de werknemer moet minimaal één jaar in dienst zijn en het kind waarvoor hij of zij verlof wil opnemen mag nog geen acht jaar oud zijn. Het totale ouderschapsverlof (een vorm van onbetaald verlof) waarop een werknemer recht heeft, is maximaal 26 maal de individuele arbeidsduur. De wet gaat uit van het beginsel dat het aantal uren zorgverlof dat een werknemer per week opneemt, maximaal de helft van de arbeidsduur bedraagt. Hierdoor is ouderschapsverlof in de praktijk vrijwel altijd deeltijdverlof. De werkgever kan zo’n verzoek maar moeilijk weigeren: alleen als er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het hierbij moet gaan om ‘economi- sche, technische of operationele belangen die ernstig geschaad zouden worden bij honorering van het verzoek om ouderschaps­verlof’. Er moet sprake zijn van ‘ernstige ontwrichting van de onderneming’. Afgaande op de rechtspraak, lijkt dat maar zelden het geval te zijn. Overkomelijk probleem Neem bijvoorbeeld een uitspraak van de kantonrechter Hilversum in 2010. Een werkneemster, marktanaliste, werkte 32 uur per week (alle werkdagen behalve woensdag). Zij had haar werkgever verzocht om voor een periode van één jaar op vrijdag ouderschapsverlof op te mogen nemen. De werkgever wees dit verzoek af. Redenen: er zou geen goede vervanging voor de werkneemster zijn op de vrijdagen, vervanging zou te veel kosten, projecten zouden stil komen te liggen en bovendien was er met de OR afgesproken dat de minimumwerkweek in principe 32 uur bedraagt. De kantonrechter Hilversum overwoog dat de regeling inzake ouderschap­verlof nagenoeg volledig dwingend recht is, waarvan slechts zeer beperkt ten nadele van de werknemer kan worden afgeweken. De rechter gaf toe dat het door de werkneemster voorgestelde ouderschapsverlof de werkgever voor organisatorische problemen zou kunnen stellen – van onoverkomelijke problemen was daarbij volgens de rechter echter niet gebleken. De werkgever kon namelijk niet aannemelijk maken dat inwilliging van het verzoek de bedrijfsbelangen in gevaar zou brengen. De rechter oordeelde daarom dat de werkgever het verzoek moest honoreren. Fulltime verlof De kantonrechter Amsterdam wees in een recente uitspraak het verzoek om ouderschapsverlof wél af. In deze zaak inzicht niet binnen enkele maanden speelde het volgende: een werkneemeigen kunnen maken. Volgens de werkster, hoofd sales promotions en communicatie, fulltime werkzaam, verzocht gever was de markt ook zo volatiel dat het missen van een strategische slag haar werkgever om ouderschapsverlof: direct gevolgen zou hebben voor de 40 uur per week voor de duur van een omzet, ook voor de toekomst. Want een half jaar. eenmaal verloren marktaandeel laat De werkgever stelde dat zwaarwegende zich maar zeer moeilijk terugwinnen. bedrijfs- en dienstbelangen zich daarteDe kantonrechter overwoog dat het door gen verzetten. Gezien de marktomstande wetgever geformuleerde beginsel digheden, de toenemende concurrentie uitgaat van zorgverlof in het betreffende De werkgever gaf aan de voor maximaal de helft marktsegment, de verwachte groei en werknemer geen half jaar van de arbeidsduur per week, met als doel werk de vereiste continufulltime te kunnen missen en zorg beter te kunnen ïteit in het beleid, combineren. Een andezei hij het zich niet re duur is echter wel degelijk mogelijk. te kunnen permitteren de werknemer Omdat de werkneemster een half jaar een half jaar fulltime te moeten missen. lang fulltime ouderschapsverlof wilde De functie van hoofd sales promotions opnemen, en er dus geen sprake zou zijn en communicatie is een functie op hoog van een combinatie van zorg en werk, strategisch en beleidsbepalend niveau; moest volgens hem goed worden ondereen vervanger zou zich de exclusieve zocht of het bedrijfsbelang hierdoor in kennis en het benodigde strategische het gedrang zou kunnen komen. De werkneemster stelde nog dat er vergelijkbare problemen zouden spelen als zij een half jaar ziek zou zijn, maar de rechter vond dat die mogelijkheid niet op één lijn te plaatsen was met haar verzoek om fulltime ouderschapsverlof op te mogen nemen. De rechter oordeelde dat de werkgever aannemelijk had weten te maken dat de functie van de werkneemster uniek was. Daardoor zou fulltime afwezigheid gedurende zes maanden een veel groter probleem zijn dan bij een eenvoudig uitwisselbare functie. De kantonrechter was ook van mening dat de werkgever voldoende aannemelijk had gemaakt dat er in dit geval zwaarwegende bedrijf­sbelangen waren die zich verzetten tegen de vorm van ouderschapsverlof waar de werkneemster om had gevraagd. De rechter wees de vordering van de werkneemster dan ook af. p Meer weten over de juridische dienstverlening van AWVN? Neem contact op met de specialisten van AWVN. Bel of mail de AWVNwerkgeverslijn, 070 850 86 05, werkgeverslijn@ awvn.nl. Werk geven nummer 5 20|21