2 VVP-voorstel toekomstige provinciale taakstelling

advertisement
Boudewijnlaan 20-21 • B-1000 Brussel
tel. 02-512 11 52 • fax 02-502 46 80
e-mail: [email protected]
www.vlaamseprovincies.be
VVP-nota sociale economie – opvolging
witboek
Goedgekeurd door de gedeputeerden bevoegd voor sociale economie
Nota, 05.10.2011
1 Inleiding
Op 8 maart 2011 diende de VVP haar uitvoerig standpunt voor het decreet ondersteuning sociale
economie in bij het kabinet van minister Freya Van den Bossche. Het voorstel voor een provinciale rol
binnen die ondersteuning omvatte twee belangrijke punten m.n. deelname aan het overlegplatform
sociale economie en ondersteuning regierol lokale besturen (aan de niet-centrum steden).
De huidige nota bevat een voorstel van toekomstig provinciaal takenpakket inzake sociale economie
dat rekening houdt met het ontwerp van decreet betreffende de ondersteuning van het
ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk
verantwoord ondernemen, dat goedgekeurd werd door de Vlaamse regering op 15 juli, het witboek
“interne staatshervorming” van 8 april 2011 en verscheidene overlegmomenten met het kabinet van
minister Van den Bossche.
VVP-nota sociale economie
1
2 VVP-voorstel toekomstige provinciale taakstelling
De provincies stellen het volgende model voor hun activiteiten binnen sociale economie voor:
2.1 Bestuursakkoord
De provincies wensen volgende activiteiten via een bestuursakkoord te verankeren:
2.1.1
Bevordering van tewerkstelling van kansengroepen door begeleiding en subsidies aan lokale
besturen die geen centrumfunctie hebben
Het ontwerp van decreet betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van
de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen en het
Provinciedecreet bieden het provinciaal bestuur de basis om deze activiteiten in te vullen:
“Hoofdstuk 9. De regierol van gemeenten op het vlak van de lokale sociale economie
Art. 15. §1. De gemeenten vervullen een regierol op het vlak van de lokale sociale economie. Binnen
de perken van het jaarlijks goedgekeurde begrotingskrediet kan de Vlaamse Regering de gemeenten
ondersteunen bij de uitoefening van die regierol.
Onder de regierol op het vlak van de lokale sociale economie, met inbegrip van de regierol
lokale diensteneconomie, wordt verstaan:
1° de ontwikkeling van een gedragen beleidsvisie op de sociale economie, te verwoorden binnen de
reguliere meerjarenplanning op te maken door de gemeenten;
2° de samenwerking met en tussen de sociale economie faciliteren en stimuleren vanuit het lokale
beleid.
§2. De Vlaamse Regering bepaalt de begunstigden, de subsidie-, de aanvraag-, de
toekenningsvoorwaarden en de omvang van de subsidie nader. Dit gebeurt volledig conform de
bepalingen van het decreet van [datum] houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in
de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen
aan lokale besturen kunnen worden opgelegd.”
De provincies bezitten de nodige terreinkennis en kunnen meewerken aan de nodige
schaalvergroting van de lokale diensteneconomie (LDE) om de rentabiliteit te bevorderen.
Door de regionalisering komen ook de PWA-medewerkers en de art. 60’ers mee in deze werking.
2.1.2





Overige provinciale taken ter bevordering van tewerkstelling van kansengroepen
Monitoring van vraag en aanbod en door visie-ontwikkeling
Netwerkvorming en informatie-uitwisseling
Versterking van sociale economie-activiteiten, die kenmerkend zijn voor de provincie
Professionalisering van de sector
Arbeidszorg
VVP-nota sociale economie
2
2.2 Partner van het toekomstig ondersteuningsorgaan
De provincies beschouwen zich als de meest geschikte en aangewezen partner van het collectief
ondersteuningsorgaan zoals omschreven in het ontwerpdecreet.
“Hoofdstuk 4. Collectieve dienstverlening voor de sociale-economieondernemingen
Art. 9. §2. Onder collectieve dienstverlening wordt verstaan het initiëren van een omvattend aanbod
van globale en individuele ondersteunende diensten voor de sociale economie en haar socialeeconomieondernemingen, bepaald in artikel 5, §1 en §2, dat beantwoordt aan hun specifieke
behoeften op het vlak van bedrijfsvoering, namelijk:
1° het verstrekken van eerstelijnsinformatie over de sociale economie, ondermeer over het
beschikbare overheidsinstrumentarium;
2° het organiseren van opleidings- en uitwisselingstrajecten die tot doel hebben de professionalisering
en de kwaliteit van de sociale-economieondernemingen te bevorderen;
3° het organiseren van een specifiek aanbod voor startende ondernemingen in de sociale economie;
4° de kennisopbouw, expertise- en instrumentontwikkeling voor de sociale economie;
5° de promotie van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie.”
De provincies pleiten ervoor op die manier volgende activiteiten uit te voeren:
bevorderen van tewerkstelling van kansengroepen via:
 Opleidingsinitiatieven
 Steun aan sociale economie-initiatieven
en
het initiëren van interdisciplinaire en innovatieve hefboomprojecten door:
 de promotie van sociale economie
 netwerkvorming
 de brugfunctie tussen reguliere en sociale economie
 steun aan innovatieve projecten in de sociale economie
De provincies kunnen de evenwichtige toegankelijkheid en de gepaste regionale dekkingsgraad zoals
gevraagd in art. 9 §3, 5° en 6° van het ontwerpdecreet in de praktijk garanderen.
“Art. 9.§3. Het ondersteuningsorgaan dat wordt belast met het beheer en de uitvoering van de
collectieve dienstverlening, moet minimaal aan de volgende financieringsvoorwaarden voldoen:
5° het ondersteuningsorgaan beschikt over aantoonbare relevante ervaring met betrekking tot de
sociale economie;
6° het ondersteuningsorgaan garandeert de evenwichtige toegankelijkheid van zijn dienstverlening en
voorziet in een gepaste regionale dekkingsgraad ervan.”
Zowel de taken die via een bestuursakkoord worden vastgelegd als de activiteiten die door de
provincies als partner van het ondersteuningsorgaan uitgeoefend worden, zijn per provincie
verschillend maar de provincies zullen inspanningen leveren om de afstemming onderling te
realiseren.
VVP-nota sociale economie
3
3 Motivatie
De provincies bieden volgende meerwaarde:
 projecten naar een bovenlokale, gebiedsgerichte schaal heffen
 sector- en themagerichte aanpak
 nauw contact met de bedrijven binnen de sociale economie, ongeacht de werkvorm, en de
lokale besturen
 goed geplaatst om informatie door te geven over hele sector
 goed geplaatst om de sector te mobiliseren voor initiatieven (promotie van sociale economie,
inforondes over beleidsmaatregelen)
 Bovenlokale invulling van de Europese Lissabonstrategie en het project “Vlaanderen in
Actie”: hulp vanuit de provincies aan Vlaanderen om de doorbraken 2020 te bereiken.
 Hefboomfunctie om de leefbaarheid van deze projecten te verhogen (vb. startcentra en
begeleiding van sociale economie-bedrijven), zodat ze in een verder stadium kunnen
ingeschreven worden in het departement, waar ze thematisch in thuishoren (vb. milieu,
mobiliteit, …)
 Sterke niche-/ labofunctie
 Bij bevorderen van tewerkstelling van kansengroepen ook herverdelende taak
De provincies beantwoorden aan de criteria, die het decreet vooropstelt voor de werking van het
ondersteuningsorgaan m.n. het garanderen van een evenwichtige toegang tot de dienstverlening en
een gepaste dekkingsgraad (regionale spreiding).
Datum
Referentie
05.10.2011
110708.113/N/SVL/VVP-nota sociale economie
VVP-nota sociale economie
4
Download