Wettelijke regeling voor werkgevers en werknemers inzake biologische agentia Voor personeel dat bloot staat aan het risico van besmetting geldt een wettelijke regeling. Hier geldt de Arbowet, specifiek de aanwijzingen omtrent de zogenaamde ‘Biologische Agentia’. Uit de Arbowet komt voort het zogenaamde Arbeidsomstandighedenbesluit. In artikel 4.91 lid 6 lezen wij daar: “Voor zover mogelijk worden aan iedere werknemer die nog niet immuun is voor de biologische agentia waaraan hij is of waarschijnlijk zal worden blootgesteld, doeltreffende vaccins ter beschikking gesteld. Daarbij wordt bijlage VII bij de richtlijn in acht genomen”. Dat wil zeggen dat het aanbieden door een werkgever van een vaccin verplicht is, het accepteren door een werknemer echter niet. De werkgever mag echter wel de voorwaarde van vaccinatie stellen als dat professioneel gezien noodzakelijk is. Dat dit zo is volgt uit het hierboven gesteld, in het kort: het goede hulpverlenerschap (men wordt als hulpverlener niet geacht patiënten te besmetten als men dat redelijkerwijs had kunnen voorkomen, zeker niet als dat ernstige consequenties kan hebben. Als men als werkgever voor dit standpunt kiest, dan had men dat echter wel bij aanname moeten duidelijk maken (als grond voor mogelijke weigering). Bovendien geldt voor het personeel het Burgerlijk Wetboek, meer specifiek het begrip letselschade (en de juridische gevolgen daarvan) zoals geregeld in artikel 658: “Lid 1: De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt”. “Lid 2: De werkgever is jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer”. “Lid 3: Van de leden 1 en 2 en van hetgeen titel 3 van Boek 6, bepaalt over de aansprakelijkheid van de werkgever kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken”. Etcetera. Met deze artikelen is een wettelijk kader geschapen waarin de werkgever verplicht is personeel te informeren over de biologische risico’s van hun werk voor zichzelf en via besmetting ook voor anderen. Tevens is de plicht vast gesteld om besmetting en ziekte, waar mogelijk, te voorkomen. Voorlichting geven en een vaccinatieprogramma vallen daar onder. Geert van Nispen, dec. 2011 MaetisArdyn www.maetisardyn.nl - [email protected] Aan deze informatie (en/of prijzen) kunnen geen rechten worden ontleend.