Filosofie op de Havo In 4 havo kun je filosofie kiezen in het profiel Cultuur & Maatschappij of bij de andere profielen in de vrije ruimte. Filosoferen is een kwestie van nadenken en redeneren. Filosofie behandelt op deze wijze vraagstukken die niet door meten of rekenen kunnen worden beantwoord. Wanneer de vragen die door te meten en te rekenen zijn opgelost, blijft er een scala aan vragen over. Sommige daarvan betreffen het geloof en zijn theologisch van aard, de rest is een taak voor de filosofie. Heel vaak gaat het om vragen naar zaken die meestal over het hoofd worden gezien: de filosofie kijkt naar heel voor de hand liggende zaken en probeert die te beschrijven en te onderzoeken. In het begin van de vierde klas beginnen we een aantal vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om te kunnen filosoferen. Naast het al genoemde redeneren gaan we begrippen onderzoeken en leren definiëren. Met deze vaardigheden word je geacht veronderstellingen te onderzoeken en bijvoorbeeld de voorwaarden te verwoorden waaraan een goed antwoord op een filosofische vraag moet voldoen. De onderdelen van de filosofie die aan de orde komen zijn de volgende domeinen: wijsgerige antropologie, ethiek, sociale filosofie en esthetica. Voor alle domeinen geldt dat je eerst zelf nadenkt over de gestelde vragen/ problemen en je dan pas met de filosofieën van de grote denkers wordt geconfronteerd. De aanpak is dus systematisch en niet historisch, hoewel we zeker zullen ingaan op wat beroemde filosofen in het verleden al hebben gezegd. De wijsgerige antropologie houdt zich bezig met de vraag wat de mens nu precies voor 'ding' is. Is de mens alleen materie of ook een ziel of geest? Dit vraagstuk kan je ook als volgt verwoorden: Ben je een lichaam of heb je een lichaam? Of: Denken je hersenen of gebruik jij je hersenen om te denken? Wanneer het antwoord de tweede mogelijkheid van deze vragen is, brengt dat weer een vraag met zich mee: Wie is dan die 'jij' die een lichaam heeft en hersenen gebruikt? Een andere belangrijke vraag die aan de orde komt is: Heeft de mens een vrije wil? De ethiek is een onderdeel waarvan je in ieder geval de naam vast al kent. De ethiek stelt de vraag hoe de mens behoort te handelen. Deze vraag is op verschillende manieren te beantwoorden. Het gaat er in de lessen niet om dat je de juiste normen en waarden er ingestampt krijgt, maar dat je leert je eigen normen en waarden te vormen en te onderzoeken. Je kunt je afvragen hoe je dient te handelen om een zo goed mogelijk leven te leiden, maar ook hoe je andere mensen dient te behandelen. Moet je gewoon doen wat je plicht is zonder op de gevolgen te letten of moet je juist letten op de gevolgen van jouw handelen. En als je op de gevolgen let, op de gevolgen voor wie let je dan? Alleen op de gevolgen voor jezelf of ook voor je medemens? Wie is die medemens? Handelt een mens altijd alleen maar uit egoïsme? De sociale filosofie tenslotte gaat over de vraag hoe en waarom mensen samenwonen. Natuurlijk de mens is een sociaal wezen, maar hoe is een samenleving ooit gevormd? Op grond waarvan kan de overheid ons iets verplichten? Hoe verhouden de waarden vrijheid en gelijkheid zich? Welke rol spelen ideologieën en politieke idealen? Kortom: we houden in dit domein allerlei aspecten van de maatschappij waarin we leven tegen het licht. Maar niet alleen dat: we gaan ook nadenken over mogelijke maatschappijen en mogelijke manieren om samen te leven. De esthetica gaat onder meer over de vragen wat schoonheid is, wat esthetische ervaringen zijn, hoe deze ervaringen tot stand komen en hoe mensen tot esthetische oordelen komen. Hoewel dit ook op (onderdelen van) de natuur van toepassing is, wordt de esthetica vaak vooral in verband gebracht met kunst. De vragen die dan rijzen zijn onder meer: hoe komt een kunstwerk aan zijn esthetische kwaliteit? Waar bestaat die kwaliteit uit? En: is een esthetisch oordeel over een kunstwerk subjectief of zijn er objectieve criteria te vinden? Met de laatste invalshoek wordt esthetica teruggebracht tot kunstfilosofie. Vanaf 2011 gaat het centraal examen over een onderwerp uit het domein wijsgerige antropologie, namelijk: Emotie. Speciaal voor het eindexamen wordt er een boekje over dit onderwerp geschreven waarin een aantal specifieke emoties worden besproken: woede, medelijden en verbazing. Daarnaast worden er drie onderwerpen aangesneden: Emotie en cultuur (over de vraag in hoeverre emoties zijn aangeboren), Emoties en politiek (over de vraag wat emoties te weeg brengen (in de politiek) en Emoties en kunst (Waarom huilen we om een film?). Het boekje wordt aangevuld met een aantal klassieke teksten op dit gebied. Naast een gezond portie nieuwsgierigheid en een kritische geest strekken een logische aanleg en liefde voor lezen tot aanbeveling bij dit vak.