Nieuwsbrief - Digischool

advertisement
Nieuwsbrief
van de
Vakcommunity Filosofie
1 april MMXII
Inhoud




Redactioneel
Het Thijmgenootschap bekijkt alles door een wijsgerige bril
Maand van de filosofie gewijd aan de ziel
Het Spinozahuis in Rijnsburg heropend
Redactioneel
Geachte leden van de vakcommunity filosofie,
Warrige tijden vragen om heldere denkers. Als filosofiedocenten iets vermogen bij te dragen aan de
aanwas van heldere denkers, dan verdient ons vak een stevige positie binnen het voortgezet
onderwijs.
De regering lijkt ervan af te zien om de hoeveelheid profielen in de bovenbouw van havo en vwo te
verminderen. Dat is een mooie ontwikkeling voor het vak filosofie, want ons vak zou dan makkelijk
tussen de wal en het schip kunnen worden gedouwd.
Ondertussen wordt de ingeboekte bezuiniging van € 50 miljoen, die de vermindering van de profielen
moest opbrengen, wel onverkort gehandhaafd. Dat wil zeggen dat nog lang niet alle gevaar is
geweken voor filosofie, want schoolleiders worden bij zo’n bezuiniging gedwongen tot scherpe
afwegingen. Zulke afwegingen kunnen nog altijd kleine vakken de nek omdraaien. Het wordt de
schoolleider die de vrijheid wordt gelaten om te bezien waar hij gaat hakken, maar hakken moet hij.
Het zou mij niet verbazen als je nu ergens bij het kerkhof aan de Chausseestraße in Berlijn uit een
graf kunt horen: “repressieve tolerantie”. Dan wed ik dat het het graf van Herbert Marcuse betreft.
Walfred Haans
communitymanager
1
Het Thijmgenootschap bekijkt alles door een
wijsgerige bril
Bij de naam “Thijmgenootschap” zou men niet meteen denken aan een filosofische
organisatie. Toch kent dit genootschap een Wijsgerige Afdeling en houdt het
genootschap zich bezig met vragen die ook bij het schoolvak filosofie vaak niet
zouden misstaan. Ik sprak met de secretaris, prof. mr. J.S.L.A.W.B. Roes.
Wat voor organisatie is het Thijmgenootschap?
Het is een landelijke vereniging met zo’n 1000
tot 1100 leden. Het genootschap werd in 1904
opgericht als de Vereeniging tot het
Bevorderen van de Beoefening der
Wetenschap onder de Katholieken in
Nederland en draagt sinds 1947 de huidige
naam, die verwijst naar de schrijver J.A.
Alberdingk Thijm (1820-1889). Al in het begin
richtten wij ons op intellectuelen onder de
katholieken. Het Thijmgenootschap wil vanuit
een christelijk perspectief wetenschappelijke
reflectie op ontwikkelingen in cultuur en
samenleving bevorderen.
Zou je behalve de Wijsgerige Afdeling ook het
Thijmgenootschap als geheel een filosofische
organisatie moeten noemen?
Binnen onze activiteiten is de afgelopen jaren
specifieke aandacht gegaan naar Thomas van
Aquino en de deugdenethiek, maar eigenlijk
worden alle onderwerpen telkens met een
wijsgerige bril bekeken. Als we het bij de
Rechts- en Bestuurskundige Afdeling hebben
over eigendom, dan gaat het ons ook om de
filosofische vragen daarbij en bij de Medische
Afdeling komt de medische ethiek aan bod. De
Wijsgerige Afdeling werkt regelmatig samen
met de Afdeling Katholieke Theologie.
Wat wil dat christelijk perspectief zeggen?
We zijn nooit een klerikale club geweest, maar
een academische organisatie die zich richt op
een algemeen publiek. Het is wel zo dat het
Thijmgenootschap is voortgekomen uit de
katholieke emancipatie. We zijn een vereniging
voor wetenschap en levensbeschouwing, maar
als we op bijeenkomsten levensbeschouwelijke
vragen aan de orde stellen, dan is het de vraag
of de benadering altijd typisch christelijk moet
worden genoemd.
In hoeverre is het Thijmgenootschap ook
relevant voor het schoolvak filosofie?
We hebben twee boekjes uitgegeven die in dit
opzicht relevant zijn. In 2009 verscheen van
Rudi te Velde en Harm Goris
Levensbeschouwelijke vorming. Tussen
filosofie en religie voor het basisonderwijs. In
2007 verscheen onder redactie van Paul van
Tongeren en Karin Pasman-de Roo
Voorbeeldig onderwijs over de rol van de
docent als voorbeeld binnen het onderwijs.
Wat voor activiteiten organiseert het
Thijmgenootschap zoal?
Wij geven een boekenreeks uit: de Annalen
van het Thijmgenootschap, die dit jaar haar
honderdste jaargang beleeft. Het zijn pockets
waarin levensbeschouwelijke onderwerpen
aan bod komen. Het laatste deel werd onder
redactie van dr. Wim Dekkers uitgegeven en
was gewijd aan palliatieve zorg. Denk daarbij
aan kwesties zoals Uit vrije wil, over een
voltooid leven. Daarnaast organiseren we een
jaarsymposium en hebben we een website die
binnenkort geheel wordt vernieuwd. We
kennen vier afdelingen en die zijn niet
regionaal maar inhoudelijk georganiseerd:
namelijk de Afdeling Katholieke Theologie, de
Medische Afdeling, de Rechts- en Bestuurskundige Afdeling en de Wijsgerige Afdeling.
Deze afdelingen houden elk hun congressen.
Kent het Thijmgenootschap ook een bijzondere
invalshoek ten opzichte van het begrip vrije wil,
tegenwoordig het examenonderwerp op vwo?
Dat kan ik zo niet zeggen. Onder al die
duizend leden zal er best verschillend over
worden gedacht, maar ik schat in dat iedereen
zo wel zijn twijfels heeft bij de puur
natuurwetenschappelijke benadering, zoals
deze bijvoorbeeld voorkomt bij Dick Swaab.
Zo’n puur natuurwetenschappelijke kritiek op
de vrije wil is te beperkt omdat een mens meer
is dan cellen en hersenen alleen.
Is er ook aandacht voor filosofie van de
emoties, het examenonderwerp op havo?
Het is nu niet concreet in behandeling maar
het is zeker denkbaar dat zo’n onderwerp bij
ons aan bod komt. Zo hebben we in 2009 aandacht besteed aan de ziel in de literatuur. En
literatuur is, althans bij mij, een en al emotie.
Interviewer: Walfred Haans
2
Maand van de filosofie gewijd aan de ziel
Ook in 2012 wordt april de Maand van de Filosofie. Dit geeft weer aanleiding tot
talloze filosofische activiteiten in het land. Dit jaar vormt De ziel het thema van de
maand.
Op 13 april 2012 vindt de 11de editie van de
Filosofienacht plaats. Met meer dan 900
bezoekers en 50 sprekers is de Nacht het
grootste filosofische publieksevenement in
Nederland.
Het essay voor de Maand van de Filosofie
2012 wordt geschreven door Bert Keizer. Het
essay is getiteld Waar blijft de ziel?
Het Spinozahuis in Rijnsburg heropend
Op zaterdag 24 maart 2012 werd het Spinozahuis in Rijnsburg heropend. Het betreft
het huisje in de nabijheid van Leiden waar Baruch de Spinoza woonde van eind 1660
tot voorjaar 1663.
Het was op 24 maart 1899 (dus 113 jaar
eerder) dat het Spinozahuis werd geopend.
Vanaf juli 2001 was het Spinozahuis gesloten
in verband met restauratie en renovatie.
Tevoren bestond het museumgedeelte slechts
uit twee kamers waarin zich een
lenzenslijptoestel uit Spinoza’s tijd en zijn
boekencollectie bevonden en was de rest van
het huis door een huurder bewoond. Nu is het
gehele huis ingericht als museum. Voortaan
valt het Spinozahuis mede dankzij inzet van
vele vrijwilligers te bezichtigen gedurende zes
dagen in de week.
3
Download