Juridische werkgroep Jeugd en Wmo dinsdag 3 november 2015, Utrecht Aanwezig, gemeenten: Tugba Cadir (Oude-IJsselstreek), Gea Rauwerdink (Winterswijk), Monique Nijkamp (Hengelo), Chiel v. Splunder (Amsterdam), Eefje Mensing van Charante (Amsterdam), Anita Hoogeveen (Haarlemmermeer), Martin Sluijs (Zeist), Theo Kamphuis (Zeist), Herman van der Meij (Groningen), Erik Boersma (Schulinck), Saskia Vogels (Schulinck), Simon de Birk (Almere). VNG: Linda Hazenkamp (voorzitter), Marjolein Hoff, Marianne van Steenis, Angela Potjens (verslag) Afwezig met bericht van verhindering: Carlo Frankevyle (Breda), John Frenk (Venray), Martine Goosens (Amsterdam), Yvonne Rep (Alkmaar), Rita Schmidt (Rotterdam), Hans Voerman (Montferland). 1. Opening en mededelingen - Mededelingen Het onderwerp ‘herbeoordelingen’ wordt aan de agenda toegevoegd. - Verslag vergadering 30 juni Naar aanleiding van het verslag: - Hoe ver is gemeente Rotterdam met resultaatgericht indiceren i.r.t. een schoon huis? Zeist meldt dat dit op weerstand stuit bij de zorgaanbieders. Zij willen geen kader / norm van ‘een schoon huis’ bepalen. Maar een gemeente moet in de beleidsregels objectief en concreet bepalen wat er geboden wordt. De houding van de zorgaanbieders strookt daar niet mee. 2. Jurisprudentie Wmo en Jeugd (bijlagen 2, 3 en 4) Uitspraak in kort geding: pgb en aanbesteding Wmo: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2015:5015 9 Groningse aanbieders hadden in hun aanbestedingsprocedure opgenomen dat aanbieders óf ZIN mogen leveren, of een PGB. Niet beide. De rechter noemde dit misbruik van bevoegdheden. ZIN en PGB zijn gelijkwaardig, dus een gemeente mag de keuze van de klant niet beperken. Tweedehands hulpmiddelen Maar hoe zit het dan met de tweedehands hulpmiddelen? Een gemeente mag het goedkoopst adequate bieden (tweedehands hulpmiddel of PGB waarmee cliënt zelf tweedehands hulpmiddel kan aanschaffen), zo lang het maar een passende oplossing is. Dit beperkt de keuzevrijheid niet . Wel moet er altijd zorgvuldig onderzoek zijn en gemeenten moeten altijd goed motiveren. Toezicht op kwaliteit aanbieder Ligt aan elk PGB een plan ten grondslag waarmee de gemeente de kwaliteit van de aanbieder kan toetsen? Dat is niet het geval. Cliënten kiezen niet altijd voor een bekende aanbieder. Naar aanleiding hiervan: Sommige (jeugdzorg)aanbieders klagen over budgetplafonds en wachtlijsten die daardoor ontstaan. Maar budgetplafonds leiden niet per se tot het niet kunnen voldoen aan de zorgplicht. 1 Jeugdwet Deze keer is er niet veel nieuwe jurisprudentie jeugd. Het overgangsrecht geldt nog. Omdat niet alle uitspraken gepubliceerd worden, houdt de VNG zich altijd aanbevolen voor jurisprudentie. Schulinck vermeldt een uitspraak van de rechtbank Midden Nederland (http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2015:5582) waarin geoordeeld is dat een onderzoek naar de mogelijkheden tot terugplaatsing van een jeugdige bij zijn moeder, als jeugdhulp in de zin van de Jeugdwet kan worden gekwalificeerd. Schulinck heeft een noot bij deze uitspraak geschreven. Deze is naar de leden van de juridische werkgroep gemaild. 3. Stand van zaken ouderbijdrage Naar het zich laat aanzien wordt de ouderbijdrage uit de Jeugdwet gehaald en daarmee dus afgeschaft. Nadere informatie volgt op VNG-net na de behandeling van de begroting van VWS in de Tweede Kamer. Inmiddels is bekend dat de ouderbijdrage is afgeschaft 4. Het overleggen van de verleningsbeslissing aan de kinderrechter bij een machtiging uithuisplaatsing. Vanuit het ministerie van VenJ kwamen berichten dat het betreffende artikel 265b BW gewijzigd zou worden, maar dat gaat voorlopig niet door. Het is een vreemde juridische constructie waar gemeenten eigenlijk vanaf willen. Rechters toetsen er wel op zo lang het artikel bestaat. Dit onderwerp komt terug op de agenda. 5. Curatieve GGZ-zorg door kinderartsen Curatieve GGZ zorg is volgens de gebruikelijke terminologie hetzelfde als medische zorg en valt onder de zorgverzekeringswet. Dat geldt dus ook voor de kindergeneeskunde. Omdat het om een specialisme gaat heb je daar een verwijzing van de huisarts of andere arts voor nodig. 6. Hoogte PGB in het geval er een tweede hands zorg in natura voorziening beschikbaar is in depot - Goedkoopst adequaat (tweedehands) of een hierop aangepast (lager) PGB is niet in strijd met de keuzevrijheid, als je het als gemeente maar goed onderbouwt. - Hulpmiddelen bulk goedkoop inkopen en het PGB daarop baseren, is ook toegestaan. Als de cliënt kiest voor een voorziening waarvan de kosten hoger zijn dan het toegekende PGB betaalt hij het meerdere zelf. - Amsterdam heeft voor dagbesteding ZIN lagere tarieven vastgesteld en baseert de hoogte van het PGB op de ZIN tarieven. Zorgverleners die betaald worden vanuit een PGB zeggen hiermee niet uit te komen, de tarieven in de AWBZ lagen hoger. Gemeenten hebben voor de nieuwe Wmo taken in 2015 20% minder budget gekregen en berekenen deze korting deels door in de tarieven van de zorgaanbieders. Door deze bezuinigingen gaan veel PGB houders in bezwaar. 2 Ingelast agendapunt: Herbeoordelingen pgb’s: Wat als het niet gelukt is om alle herbeoordelingen voor 1 oktober rond te krijgen? Een mogelijkheid is om alle indicaties tot 1 mei te verlengen en burgers nu te informeren, in de hoop dat dat niet tot bezwaren leidt. De gemeente kan dan burgers per brief verzoeken om het aan de gemeente te laten weten als hun situatie wijzigt. 100 gemeenten hebben ondersteuning van de VNG gevraagd bij het aanleveren van toekenningsberichten aan de SVB. Gemeenten moeten maatwerk leveren, maar dat is nu ver te zoeken. Zijn rond 1 mei dezelfde toestanden te verwachten? De verwerkingsproblemen spelen vooral bij de groep overgangscliënten. Niet bij nieuwe cliënten. 7. Eigen bijdrage voor huishoudelijke ondersteuning, resultaatgebied ‘leefbaar huis’. Het CAK berekent de eigen bijdrage op basis van een standaardtarief (170 euro per 4 weken) voor de basisvorm van huishoudelijke ondersteuning. En dus niet op basis van het aantal uren. 170 euro voor enkele uren is lastig uitleggen aan de cliënt. De vraag wordt opgeworpen wat de waarde nog is van resultaatgericht indiceren / maatwerk? Een mogelijkheid zou zijn om met aanbieders af te spreken dat zij het werkelijke aantal uren per cliënt doorgeven aan het CAK, maar dat leidt weer tot administratieve lastenverzwaring. Het CAK heeft ook te maken met AWB-termijnen waarbinnen zij een besluit moeten nemen. Gemeenten worden opgeroepen mee te werken als het CAK om informatie vraagt, om te voorkomen dat besluitvormingstermijnen worden overschreden en de Wet Dwangsom in beeld komt. 8. Ervaringen met CAK, CIZ en SVB Welke ervaringen hebben andere gemeenten opgedaan? - De ervaring is dat het CIZ makkelijk afwijst, waardoor cliënten waarvan de gemeenten vinden dat ze een Wlz-indicatie zouden moeten krijgen tussen de wal en het schip raken / weer terugkomen bij de gemeente. Het contact verloopt stroef. Het CIZ zou een contactpersoon in de regio moeten hebben, ook voor individuele gevallen. De VNG heeft dit in een BO aangekaart. - Wellicht is het een goed idee om regionale bijeenkomsten te organiseren waarbij het CIZ uitleg geeft over de indicatiestelling. De VNG gaat dit voorstellen. Gemeenten kunnen dan hun casussen aandragen, zodat over afbakeningsproblemen gesproken kan worden. - Het komt voor dat zorgaanbieders cliënten adviseren om een Wmo-aanvraag te doen (i.p.v. Wlz) omdat zij dan meer uren krijgen. Gemeenten hoeven hier niet in mee te gaan. Zij doen er verstandig aan met deze aanbieders het gesprek aan te gaan. - Gemeenten mogen een cliënt weigeren waarvan zij denken dat deze in de Wlz hoort. -Gemeenten vinden dat de afwenteling richting de Wmo hoog is. Soms is thuis wonen duurder dan in een instelling wonen. - Door dure vormen van zorg voor specifieke groepen kan het budget van kleine gemeenten opraken. 3 9. Afbakening Wlz, Wmo, Zvw Zijn er problemen? Hoe verloopt de afstemming? Er zijn nog steeds cliënten die tussen de wal en het schip raken. Het is de VNG nog niet gelukt om hierover afspraken te maken met ZN. VNG brengt de zaken waar gemeenten tegenaan lopen in kaart en adresseert. Met sommige zorgverzekeraars lukt het wel om afspraken te maken. Kortdurend verblijf Gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk ook als het gaat om een langer durende opname met behandeling, maar het geld uit de Wlz moet dan ook mee over. Het ministerie van VWS zoekt uit om hoeveel geld het gaat. Voorzieningen voor thuiswonende cliënten met een Wlz-indicatie (VNG-ledenbrief 15 / 073 van 23 september) Bij een PGB is het lastig te zien of het om een VPT of een MPT gaat. Het zorgkantoor verstrekt hierover geen gegevens. Met de Wlz-registertoets is na te gaan of er sprake is van een Wlz-indicatie. Overbruggingszorg wordt in de Veegwet geregeld. Als iemand wacht op een Wlz indicatie, is de zorg voor rekening van de Wmo en de Zvw. Heeft iemand een Wlz indicatie en wacht hij b.v. op een intramurale opname, dan is de overbruggingszorg voor rekening van de Wlz. 10. Rondvraag en sluiting Vergaderdata in 2016: In 2016 vergaderen we weer tweemaandelijks op een dinsdagmiddag in Utrecht. Vergaderverzoeken worden rondgestuurd. 4