HAVO 3 juli 2009 Geschiedenis EXAMEN CORRECTIEMODEL 2009 Suriname 1.Baas in eigen huis, een moeilijk proces is de titel van je stencil dat handelt over de ontwikkelingen in ons land na 1945. Verklaar de titel van dit stencil. (2p) Baas in eigen huis is het proces waarbij Surinamers ernaar streefden om zelf te mogen bepalen in hun eigen land. Dit heeft men uiteindelijk bereikt. 2. Als gevolg van de beloofde autonomie (1942) werden de eerste politieke partijen opgericht. Een kenmerk van deze politieke partijen is hun etnische basis. a. Geef nog twee (2) andere kenmerken van de eerste politieke partijen aan. (2p) Twee kenmerken: - zij werden opgericht op basis van religie - de elite bepaalde wat er in de partij zou gebeuren - zij hadden geen ideologische basis b. Leg uit waarom hedendaagse politieke partijen in hun politiekvoering etniciteit niet meer benadrukken. (3p) Reden: - omdat in de huidige partijen alle etnische groepen voorkomen - vanwege het feit dat men etniciteit minder als bindmiddel ziet - Omdat er meerdere politieke partijen zijn die zich richten op dezelfde etnische groep 3. Na de Tweede Wereldoorlog stapte Nederland af van het passief economisch beleid en wilde door middel van plannen de economie tot ontwikkeling brengen. Leg uit waarom Nederland na 1945 overging tot het economisch planmatig beleid. (3p) - Nederland wilde onze economie een bredere basis geven (diversificeren) - Nederland wilde de economische ontwikkeling in ons land bevorderen vanwege het feit dat wij autonomie zouden krijgen. 4. Het Statuut (1954) regelde de verhoudingen tussen Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen. a. Noem twee (2) rechten waarvan de Surinaamse overheid gebruik kon maken op grond van het Statuut. (4p) Twee rechten zijn: - binnenlandse aangelegenheden zelf behartigen - haar staatsregeling wijzigen - Suriname kon eenzijdig uit het Koninkrijksverband stappen b. Geef twee (2) beperkingen die aan de Surinaamse overheid werden opgelegd op grond van het Statuut. (4p) Twee beperkingen zijn: 1 - defensie- aangelegenheden bleven in handen van Nederland - buitenlandse zaken werden behartigd door Nederland (Verdragen) - Staatsleningen mochten niet gesloten worden zonder toestemming van Nederland 5. Zowel J. Pengel als J. Lachmon propageerde een beleid gericht op het overstijgen van de bestaande sociale en etnische tegenstellingen, de Verbroederingspolitiek. Beschrijf twee (2) zaken die zij met deze politiekvoering wilden bereiken. (4p) 1. Pengel zag in dat hij niet alleen in staat was de macht van de lichtgekleurde creolen te breken, maar had daarvoor de hulp van Lachmon en aanhang nodig. 2. Lachmon zou zonder hulp van Pengel en aanhang nooit de Hindostanen in het machtscentrum krijgen. 6. De samenwerking tussen de NPS en de PNR en de aan hun gelieerde vakcentrales zijn verantwoordelijk voor het aftreden van de regering- Sedney /Lachmon (1973) en hebben geleid tot de onafhankelijkheid van ons land (1975). Leg uit of je het eens of oneens bent met deze bewering. (4p) Eens, deze groepen zijn samen opgekomen tegen de VHP/PNP- regering en er ontstond een krachtmeting. PNR/NPS waren nationalistisch en hadden de grootste vakcentrale aan hun zijde. Middels staking werd de regering gedwongen om vervroegde verkiezing uit te schrijven. De verkiezing werd door de PNR/NPS gewonnen en zij vroegen dan ook gelijk om onafhankelijkheid. 7. Ondanks dat delen van de volksvertegenwoordiging tegen de aangekondigde onafhankelijkheid waren, heeft Nederland toch ingestemd daarmee. Noem twee (2) redenen waarom Nederland bereid was ons land onafhankelijkheid te verlenen. (2p) Vanwege: - de immigratiestroom die problemen in Nederland opleverde - het feit dat het niet beschuldigd wilde worden van het kolonialisme - het feit dat het niet betrokken wilde raken bij het grensgeschil(Tigri) 8. In 1983 kreeg onze economie te kampen met onverwachte tegenvallers. a. Beschrijf twee (2) van deze onverwachte tegenvallers. (3p) - Stopzetting van ontwikkelingshulp door Nederland na de decembermoorden. - Daling van de bauxietprijzen op de wereldmarkt. Hierdoor kwamen er minder deviezen het land binnen b. Als gevolg van deze tegenvallers raakte ons land in een economische crisis. Leg uit op welke wijze de regering- Venetiaan in de jaren ’90 van de vorige eeuw heeft gezorgd voor economisch herstel. (2p) - Door hulp van het buitenland (IMF en het Raamverdrag met Nederland) - Door het uitvoeren van SAP(staatsinkomsten vergroten en uitgaven verminderen) 9. Suriname ligt geografisch op de noordkust van Zuid-Amerika, maar behoort economisch en politiek tot het Caraïbisch gebied. 2 Geef aan welk voordeel ons land uit dit gegeven kan halen? (3p) Suriname zou als tussenhaven kunnen functioneren en economisch voordeel hieruit halen. Suriname zou samen kunnen werken met al deze landen en betere relaties kunnen onderhouden vanwege zijn ligging (verbindingspunt). Caraïbisch gebied 1. Ons land behoort tot het Caraïbisch gebied. Noem één (1) historische en één (1) economische factor op waarom Suriname gerekend mag worden tot het Caraïbisch gebied. (2p) Historische factor: Suriname en het Caraïbisch gebied hebben een Europees koloniaal verleden, slavernijverleden of dwangarbeid Economische factor: Suriname en het Caraïbisch gebied hebben een monoculturele ontwikkeling 2. In de 19de eeuw werd de slavernij in de regio door de koloniale machthebbers afgeschaft. Welke economische gevolgen (2) ondervond het Caraïbisch gebied hierdoor? (3p) - Het ontstaan van een arbeidstekort op de plantages. - Gunstige ontwikkeling in de kleinlandbouw. - Opkomst van nieuwe gewassen. 3 Binnen de Caribbean Community and Common Market (Caricom) worden de lidlanden onderscheiden in More Developed Countries (MDC) en in Less Developed Countries. Dit hanteert men voor het bepalen van de contributie. Motiveer waarom ons land gerekend wordt tot de categorie van de MDC. (3p) Suriname wordt gerekend tot de MDC- landen, vanwege: - de enorme hoeveelheid aan beschikbare natuurlijke hulpbronnen - ons land staat op de 17e plaats op de wereldranglijst met zijn rijkdommen - ons land heeft relatief een grotere bevolking - het gestelde BNP per capita 4 Als gevolg van de Caribbean Single Market en Economy (CSME) hebben de Surinaamse producenten hun marketing moeten aanpassen om de zware concurrentie uit de Caricom- landen aan te kunnen. Toon met twee (2) voorbeelden aan hoe de producenten hun marketing hebben aangepast. (3p) De bedrijven hebben zich moeten toeleggen op: - reclame en het eigen product promoten (o.a. Sranan sani wi sani) - betere productie (letten op de kwaliteit) - klantvriendelijker zijn - het product een mooiere en betere verpakking geven (blikvanger) - certifering 5. Toerisme is een sector die zich de laatste jaren in de Caraïbische landen sterk aan het ontwikkelen is. Ook in Suriname is er sprake van ontwikkeling van het toerisme. a. Welk soort toerisme zou men in Suriname beter tot ontwikkeling kunnen brengen.(2p) 3 Eco en historisch toerisme b. Geef twee (2) maatregelen die genomen zouden kunnen worden om deze vorm van toerisme te bevorderen. (4p) - Betere en goedkope verbindingen (lucht en land) - Het promoten van onze historische binnenstad. - Verbetering van de accommodatie (klantvriendelijkheid) - Opleidingen voor touroperators, taxi chauffeurs, restauranthouders - Schoon houden van ons land LATIJNS-AMERIKA 1. De periode kort na de onafhankelijkheid van de Latijns-Amerikaanse landen kenmerkte zich door zwakke democratieën. Schrijf twee (2) kenmerken op die aantonen dat de democratie slecht functioneerde. (2p) Kenmerken: - er was sprake van corruptie en fraude - leiders hielden geen rekening met de Grondwet - er kwamen steeds dictators aan de macht - het volk was analfabeet en bemoeide niet echt met de politiek - hadden niet geleerd het land te regeren 2 De toenemende ontwikkeling in de mijnbouwsector en de mechanisatie van de landbouw in de 19de eeuw hebben ook bijgedragen tot verslechtering van de leefomstandigheden van inheemsen. Beargumenteer de juistheid of onjuistheid van deze stelling. (4p) Juist: - door toename van industriële activiteiten en de mechanisatie in de landbouw nam de vraag naar grond toe - vruchtbare gemeenschappelijke gronden van de inheemsen werden steeds meer in bezit genomen - dorpen moesten plaats maken indien er grondstoffen of vruchtbare gronden waren. - ontbossing 3 In de tweede helft van de 19de eeuw brak de periode van het Modern Imperialisme aan en vooral Europese landen deden grote investeringen in LatijnsAmerika. Geef één (1)economisch gevolg aan dat het Modern Imperialisme had voor Europa en één (1) voor Latijns-Amerika. (3p) Economisch gevolg; Europa; - winsten uit Latijns-Amerika vloeiden naar Europa m.a.g positieve, snelle economische ontwikkeling in Europa. - Door de toevoer van grondstoffen/halffabrikaten naar Europa ontwikkeling van de industriële sector in Europa - Creëren van werkgelegenheid Latijns-Amerika; 4 - grotere economische afhankelijkheid van andere rijke landen. de industriële ontwikkeling beperkte zich tot de mijnbouw en halffabrikaten werkgelegenheid opkomende middenstand urbanisatie en ontstaan van een krottenwijk 4 De Verenigde Staten van Amerika (VSA) hebben steeds geprobeerd door middel van verschillende strategieën hun belangen in de regio te beschermen. Beschrijf twee (2) strategieën tussen 1900 en 1945 die de VSA hanteerden om hun belangen in Latijns-Amerika veilig te stellen. (3p) Twee strategieën; Big stick Policy; dat Amerika zich het recht behield met militaire interventie/geweld in te grijpen in de regio wanneer er sprake was van bedreiging van de economische belangen. Good Neighbour Policy; het beschermen van de Amerikaanse belangen in de regio kan beter door overleg en Amerikaanse gezinde regeringen in de landen te plaatsen, dan rechtstreeks militair in te grijpen. 5 Het populisme als politiek systeem deed zijn intrede in Latijns-Amerika in de eerste helft van de 20ste eeuw. Geef aan waarom populistische leiders voornamelijk het arme deel van de bevolking achter zich hebben en grote delen van de elite tegen zich. (3p) Omdat de politiekvoering van zo’n leider meestal in het voordeel is van de armen in het land; nadruk op patriottisme, landhervormingen, sociale voorzieningen, bestrijding analfabetisme enz. Het beleid treft vaak genoeg de elite; nationalisatie van bedrijven, landhervormingen, lastenverzwaring om sociale programma’s uit te voeren. 6 In de tweede helft van de 20ste eeuw hebben verschillende Latijns-Amerikaanse leiders geprobeerd de economische afhankelijkheid van hun land te verminderen door het nationaliseren van buitenlandse bedrijven. Geef aan waarom deze nationalisatie toch niet geleid heeft tot toenemende welvaart voor de bevolking. (3p) Er was sprake van ongelijke verdeling van de staatsinkomsten, waardoor maar een klein groep profiteerde van de welvaart. Gebrek aan know how en kapitaal voor vernieuwingen. 7 Hoewel de Verenigde Staten van Amerika (VSA) zich hebben ingespannen om het communisme buiten de regio te houden, gelukte het Fidel Castro om een socialistische regering op Cuba te vestigen. 5 a. b. Leg uit waarom de Cubaanse revolutie als voorbeeld diende voor vele groeperingen in Latijns-Amerika. Het gelukte Castro om adequate veranderingen voor de bevolking te bewerkstellingen; werkloosheid en honger verdwenen, medische zorg en onderwijs werd voor iedereen beschikbaar. (3p) Geef middels twee (2) maatregelen aan hoe de VSA na de Cubaanse revolutie de verspreiding van het communisme in de regio probeerden tegen te gaan. (3p) - Cuba werd geïsoleerd in de regio (uit de OAS gezet) - Er werd een handelsboycot ingesteld tegen Cuba. - The Alliance for Progress werd in het leven geroepen, om sociale(krottenwijken, analfabetisme enz.) en landhervormingen in Latijns-Amerika te bevorderen. 8 In de tachtiger jaren van de vorige eeuw geraakten vele Latijns-Amerikaanse landen in een financiële crisis. a. Wat was de oorzaak van deze financiële crisis? (2p) De enorme buitenlandse schuld die de militaire regiems door de jaren heen hadden opgebouwd door grote buitenlandse leningen en het feit dat ze de schulden niet konden terugbetalen. b. Aan het eind van de 80er jaren speelden de militairen een minder belangrijke rol in de politiek. Geef hiervoor een verklaring. (3p) - In deze periode kwam de Koude Oorlog ten einde, waardoor de VSA, de legers niet meer nodig hadden om het communisme in Latijns-Amerika tegen te gaan. - De VSA oefenden druk uit op de militaire regiems om terug te keren naar democratisch gekozen regeringen vanwege het wegvallen van de communistische dreiging. 9 Heden ten dage vormen steeds meer Latijns-Amerikaanse landen een front om in 2012 bij de ondertekening van een nieuw internationaal klimaatsverdrag, financiële fondsen als technische hulp af te dwingen in ruil voor het in stand houden van hun bossen. Is het gerechtvaardigd dat de Latijns-Amerikaanse landen geld eisen van de rijke landen in ruil voor de instandhouding van de bossen? Onderbouw je standpunt met twee (2) argumenten. (4p) - Juist, want het in stand houden van de bossen is in het voordeel van de gehele wereld - Behoud van de bossen kan in sommige gevallen betekenen belemmering van de ontwikkeling in een regio, hiervoor moeten deze landen dan vergoed worden - Het westen heeft zijn bossen gebruikt om zich te ontwikkelen dus behoud van de bossen in arme landen moet vergoed worden 10 Anno 2009 is het de meeste Latijns-Amerikaanse landen nog niet gelukt om door middel van een ontwikkelingsproces welvaart voor grote delen van de bevolking te realiseren en zijn de meeste landen nog steeds een bedelaar op een bank van goud. 6 Toon aan of deze bewering juist is. (4p) Juist - want ondanks dat het continent over grote natuurlijke hulpbronnen beschikt, is het de meeste regeringen niet gelukt de armoede aanzienlijk terug te dringen. - Latijns-Amerikaanse landen zijn nog steeds economisch kwetsbaar en afhankelijk van buitenlands kapitaal. - Er is op het continent nog steeds sprake van grote inkomensongelijkheid ondanks dat er in sommige landen sprake is van enige economische groei. - Prijzen van hun producten (delfstoffen en landbouwproducten) worden door het westen bepaald waardoor er geen optimale staatsinkomsten verkregen kunnen worden (moeten daarom doen aan kartelvorming bijvoorbeeld OPEC) 7