ministerie van onderwijs en volksontwikkeling

advertisement
MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING
UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2009
VAK
: GESCHIEDENIS
DATUM : 3 AUGUSTUS 2009
TIJD
: 10.15-12.15 U
Aantal vragen : 25
Aantal pagina’s : 4
Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in goede volgorde aanwezig zijn.
Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met de surveillant.
Suriname
3p
1. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam het nationalisme op in ons land.
Leg een verband tussen de opkomst van het nationalisme en de Baas in eigen huisgedachte.
3p
2. Na de Tweede Wereldoorlog werden in ons land politieke partijen opgericht.
Beargumenteer of de oprichting van politieke partijen toentertijd noodzakelijk was.
2p
4p
3. Vanaf 1948 werden er drie Ronde Tafel Conferenties (RTC’s) gehouden.
a. Wat was het doel van deze conferenties?
b. De eerste RTC mondde uit in de Staatsregeling van 1948 en bracht grote
veranderingen in het bestuur van ons land.
Toon middels twee (2) argumenten de juistheid van deze uitspraak aan.
3p
4. Na de Tweede Wereldoorlog heeft Nederland middels plannen geprobeerd de
economie van ons land systematisch tot ontwikkeling te brengen.
Wat was de belangrijkste doelstelling van de planmatige aanpak?
4p
5. Zowel J. Pengel als J. Lachmon propageerde een beleid gericht op het overstijgen van
de bestaande sociale en etnische tegenstellingen. Zij wilden een politiek van harmonie
en consensus, die ten goede zou komen aan alle Surinamers.
Motiveer of je het eens of oneens bent met bovenstaande stelling.
4p
6. Na 1973 waren de Hindostaanse en Javaanse oppositie in de
volksvertegenwoordiging tegen de onafhankelijkheid. Desondanks werd de
onafhankelijkheid een feit met de instemming van Nederland.
Beargumenteer of de houding van de oppositie terecht of onterecht was ten aanzien
van de onafhankelijkheid.
1
2p
2p
3p
3p
3p
7. In 1980 werd er in ons land een militaire staatsgreep gepleegd. Delen van de
bevolking hadden grote verwachtingen van de nieuwe bezems die schoon zouden
vegen.
a. Geef twee (2) verwachtingen aan die men koesterde.
b. Beschrijf twee (2) handelingen in de periode 1981-1983 die ervoor hebben gezorgd
dat de tegenstand tegen de militairen toenam.
8. In 1987 won de Frontregering groots de verkiezingen. De regering werd
geconfronteerd met tal van problemen.
a. Noem één (1) economisch en ook één (1) politiek probleem op waarmee de regering
geconfronteerd werd.
b. Op welke wijzen (2) heeft het Front en de daarop volgende Nieuw Frontregering
(1991-1996) geprobeerd een oplossing te zoeken voor deze problemen.
9. Ondanks goede maatregelen van vorige regeringen is er in ons land nog steeds sprake
van een kwetsbare economie.
Geef hiervoor een verklaring.
Caraïbisch gebied
2p
1. Ondanks dat de Guyana’s op het vasteland van Zuid -Amerika liggen, behoren zij tot
het Caraibisch gebied.
Geef twee (2) redenen waarom de Guyana’s toch tot het Caraibisch gebied worden
gerekend.
3p
2. In de jaren 60 van de vorige eeuw legden de Caraibische landen de nadruk op het
stimuleren van de importvervangende industrie.
Geef twee (2) redenen waarom Caraibische landen de importvervangende industrie
stimuleerden.
2p
3p
3. De Caribbean Community and Common Market (Caricom) werd opgericht als
uitvloeisel van het Verdrag van Chaguaramas (4 juli 1973).
a. Aan welke vereisten (2) moet een land voldoen om lid te worden van de Caricom?
b. Leg uit in hoeverre de Caribbean Common Market al gerealiseerd is.
4p
4. Stelling: Lid zijn van de Caricom heeft als voordeel sterker staan tegenover
economische blokken tijdens onderhandelingen.
Beargumenteer of deze stelling juist/onjuist is.
3p
5. Met de toetreding van ons land tot de Caricom nam de concurrentie voor onze
producenten toe.
Welke maatregelen (2) troffen de Surinaamse producenten om deze concurrentie het
hoofd te kunnen bieden?
2
Latijns-Amerika
3p
1. De periode kort na de onafhankelijkheid van de Latijns-Amerikaanse landen
kenmerkte zich door onderlinge oorlogen tussen de jonge staten.
Geef twee (2) redenen waarom de jonge staten onderling met elkaar in oorlog
geraakten.
3p
2. De onafhankelijkheid van Latijns-Amerika in de eerste helft van de 19de eeuw, bracht
voor de inheemsen geen adequate verandering op sociaal, economisch en politiek
gebied.
Werk naar keuze een van de gebieden uit.
2p
3. De bemoeienis van de Verenigde Staten van Amerika met Latijns-Amerika aan het
begin van de 19de eeuw, ving aan met de afkondiging van de Monroedoctrine.
Wat hield de Monroedoctrine in?
2p
4. In de tweede helft van de 19de eeuw brak de periode van het Modern Imperialisme
aan. Deze periode had gevolgen voor de verdere ontwikkeling van Latijns-Amerika.
Leg één (1) economisch en één (1) politiek gevolg uit die het Modern Imperialisme
had voor Latijns-Amerika.
3p
5. Het populisme als politiek systeem deed zijn intrede in Latijns-Amerika in de eerste
helft van de 20ste eeuw.
Leg het verband tussen de wereldcrisis van 1929 en de opkomst van het populisme als
politiek systeem.
3p
6. Geef een verklaring waarom de legers in Latijns-Amerika na de Tweede
Wereldoorlog steeds belangrijker werden voor de Verenigde Staten van Amerika.
4p
7. Als gevolg van de industriële ontwikkeling in Latijns-Amerika kreeg je in eerste helft
de 20ste eeuw de opkomst van vakbonden.
Leg uit waarom regeringen rekening moesten houden met de vakbonden.
3p
8. Vergelijk de houding van de rooms-katholieke kerk in Brazilië met die van andere
Latijns-Amerikaanse landen ten aanzien van militaire dictaturen.
3p
3p
9. In de tachtiger jaren van de 20ste eeuw kregen de Latijns-Amerikaanse landen
democratische regeringen. De democratie heeft voor velen geen bevrediging
gebracht.
a. Noem twee (2) factoren die van invloed waren op het democratiseringsproces van
Latijns-Amerika.
b. Geef twee (2) factoren waarvoor de democratie geen oplossing bracht
3
4p
10. De drugsbestrijding in Latijns-Amerika is een steeds belangrijkere plaats gaan
innemen op de agenda van regeringen in de regio. In 1990 verleende de Boliviaanse
regering de Verenigde Staten van Amerika toestemming om Amerikaanse troepen in
het kader van de War on drugs, op Boliviaans grondgebied te laten opereren tegen
drugshandelaren. Tegelijkertijd gaf de toenmalige Boliviaanse president Jaime Paz
Zamora aan dat als men succes wil boeken, de oorlog tegen drugs gepaard moet gaan
met de bestrijding van de armoede.
Motiveer of je het eens of oneens bent met president Paz Zamora.
4p
11. In de afgelopen vijf jaren zijn steeds meer socialistisch georiënteerde presidenten in
Latijns- Amerika door verkiezingen aan de macht gekomen.
Geef hiervoor een verklaring.
eindcijfer 
score  10
10
4
Download