Werk 2 correctie model

advertisement
Correctiemodel Herexamen 2008
Suriname
2p
1. De radiorede van koningin Wilhelmina op 7 december 1942 was erg belangrijk
voor de kolonie Suriname.
Geef de belangrijkheid aan van deze radiorede voor Suriname.
Koningin Wilhelmina beloofde in deze radiorede autonomie aan Suriname.
3p
2. De Unie Suriname was een beweging met sterke nationalistische trekken.
Waarom oefende ze druk uit op de Nederlandse regering?
Unie Suriname oefende druk uit op de Nederlandse regering, omdat zij niet snel
genoeg was met de invulling van de autonomie.
2p
3. De eerste politieke partijen waren op basis van etniciteit en religie gestructureerd.
a. Geef aan of dit geleid heeft tot een duurzame samenwerking.
a. Religie heeft geen bindende factor, etniciteit daarentegen wel.
2p
b. Welke politieke partij is anno 2008 op basis van religie nog steeds in zicht?
b. De P.S.V.
3p
4. De toenadering tussen de NPS van Pengel en de VHP van Lachmon, mondde uit
in een coalitie van verbroedering.
Wat beoogde Pengel enerzijds en Lachmon anderzijds met deze
verbroederingspolitiek?
Pengel wilde de macht van de N.P.S.-elite doorbreken.
Lachmon wilde een sterke coalitie tussen de twee grote etnische blokken om zo in
het machtscentrum te komen.
3p
5. Het Wageningenproject had als doel model te staan voor de kleine
boerenbedrijven.
Beschrijf of Wageningen heden ten dage nog steeds een voorbeeld is voor de
kleine boeren bedrijven.
Nee, het dient niet meer als voorbeeld omdat het op de veiling staat.
3p
6. Waarom heeft de ontwikkelingshulp die Suriname tussen 1948 en 1975 van
Nederland verkreeg niet gezorgd voor een toenemende economische
zelfstandigheid?
De ontwikkelingsgelden werden zeer éénzijdig besteed. Lokale industriesector
profiteerde hiervan het minst, terwijl grote investeringen ten goede kwamen aan
buitenlandse bedrijven.
3p
7. In 1979 zag de economische situatie in ons land er vrij somber uit.
Noem twee (2) oorzaken die hiertoe hebben geleid.
Twee oorzaken:
- de wereldmarktprijs van bauxiet ging omlaag en de productie daalde
- slecht functioneren van de CONS waardoor er geen projecten werden
uitgevoerd
4p
8. De overname van het beleid door de Nationale Militaire Raad in 1980 had
gevolgen voor Suriname. De Surinaamse bevolking gaf de militairen het voordeel
van de twijfel.
Om welke redenen (2) gaf het volk de militairen het voordeel van de twijfel?
Twee redenen:
- men was moe van het oude corruptieve beleid
- men zou moeten zorgen voor een betere economische aanpak
- men was moe van de oude politiekvoering
4p
9. De binnenlandse oorlog tussen het Nationaal Leger o.l.v. Desi Bouterse en het
Jungle Commando o.l.v. Ronnie Brunswijk, had enorme gevolgen voor het
binnenland.
a. Noem een sociaal en een economisch gevolg dat deze oorlog heeft gehad voor het
binnenland.
Sociaal gevolg:
- Ontwrichting traditioneel gezag
- Slachtoffers
- ontwrichting van families
Economisch gevolg:
- vernietiging van de lokale economie
4p
b. Geef een sociaal en een economisch gevolg van deze oorlog voor de stad.
Sociaal gevolg:
- Krakervraagstuk
- Toename criminaliteit
- Vluchtelingenprobleem
Economisch gevolg:
- bepaalde inkomsten komen weg te vallen
- meer investeren in huisvesting, scholen.
Latijns-Amerika
2p
1. Latijns-Amerika kent zowel historische, culturele als geografische
overeenkomsten.
Noem een historisch en een cultureel kenmerk van Latijns-Amerika op.
Historisch kenmerk:
- al de landen zijn kolonies geweest
- al de landen hebben hun onafhankelijkheid in de 1e helft van de 19e eeuw
van een Europees land gekregen
Cultureel kenmerk:
- spreken een Latijnse taal
- belijden het room katholicisme.
3p
2. Na het verkrijgen van de onafhankelijkheid kampten de Latijns-Amerikaanse
staten met een slecht functionerend democratisch systeem.
Noem twee (2) argumenten waaruit blijkt dat de democratie niet goed
functioneerde.
Argumenten:
- er was sprake van corruptie en fraude
- leiders hielden geen rekening met de Grondwet
- in de koloniale tijd was men niet gewend aan een democratisch systeem
- er kwamen steeds dictators aan de macht
- het volk was analfabeet
3p
3. Het economische liberalisme in Europa leidde ertoe dat Latijns-Amerika op
economisch gebied in een grote afhankelijkheidspositie kwam te verkeren.
Verklaar hoe deze economische afhankelijkheid is ontstaan.
Vanwege het feit dat men streefde naar vrijhandel. Vele investeringen in de
verschillende sectoren werden door buitenlandse maatschappijen gepleegd
waardoor de economie in handen kwam van het buitenland.
4p
4. Het verschijnsel van populistische leiders is sedert de jaren dertig van de vorige
eeuw bekend. De huidige leider van Venezuela, president Chavez, wordt gezien
als een populistische leider.
Beargumenteer of president Chavez gerekend kan worden als een populistische
leider.
President Chavez kan gerekend worden tot een populistische leider omdat:
-
hij overging tot nationaliseren van buitenlandse bedrijven
hij maatregelen treft om de arme bevolking achter zich te krijgen
hij door de maatregelen in conflict kwam met de elite
hij grote landerijen die niet productief waren onteigende
Hij kan niet gezien worden als een populistische leider omdat:
- hij een ideologie heeft volgens welke hij de armoede in het land wilt
bestrijden
- hij een einde wilt brengen aan het Amerikaans imperialisme in zijn land
- al de maatregelen die hij treft passen binnen zijn ideologie.
3p
5. In de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam er een eind aan het militarisme in
Latijns-Amerika, in de plaats daarvoor kwam het democratische systeem.
Leg uit waarom het democratische systeem toch geen bevredigend gevoel heeft
gebracht voor een deel van de bevolking.
Vanwege het feit dat de militairen die mensenrechtenschendingen hebben
gepleegd ongestraft rond lopen.
4p
6. Gesteld wordt dat de Verenigde Staten anno 2008 nog steeds veel politieke en
economische invloed hebben in de Latijns-Amerikaanse landen.
Beargumenteer of je het hiermee eens of oneens bent.
Eens vanwege:
- financiële hulp die de VS. aan de landen geeft
- samenwerkingsverbanden tussen de VS. en de landen op verschillende
vlakken(terrorisme, drugs)
- VS. zit achter de oprichting van de FTAA (leidende rol)
Oneens vanwege:
- het feit dat sommige landen zoals Brazilië, Bolivia, Venezuela, Nicaragua
de VS. niet blindelings meer volgen
- het deels mislukken van de FTAA
3p
7. Heden ten dage kampt Latijns-Amerika met tal van problemen. Een van de
zorgwekkende problemen is de drugsproductie.
a. Geef aan waarom het voor de drugsproducerende landen moeilijk is om de
drugsproductie te bestrijden.
De drugsproductie is moeilijk te bestrijden vanwege:
- toenemende armoede en lage landbouwopbrengsten gaan de boeren ertoe
over om cocabladeren te telen
- drugsgelden zorgen voor een stukje welvaart voor de bevolking waarin de
regering niet kan voorzien.
- drugsgelden zijn geïnfiltreerd in de economie
2p
b. Noem nog twee (2) andere problemen op waarmee deze landen te kampen
hebben.
3p
Milieuvraagstuk
Armoede
ongelijke inkomensverdeling
globaliseringvraagstuk
8. Steeds meer regio’s gaan over tot economische blokvorming. Ook LatijnsAmerikaanse landen vormen regionale blokken.
Noem drie (3) regionale blokken in Latijns-Amerika op.
De regionale blokken zijn:
- Mercosur
- Andespact
- Ansur
- CACM
- G3
- Cafta
3p
9. Het stencil dat gebruikt is voor het thema ‘Latijns-Amerika’ heet ‘Een bedelaar op
een bank van goud’.
Geef een verklaring voor de titel van het stencil.
Latijns-Amerika is rijk aan natuurlijke hulpbronnen maar is toch afhankelijk van
het buitenland omdat het de hulpbronnen niet zelf kan exploiteren.
Caraibisch gebied
2p
1. De drie Guyana’s (Suriname, Guyana en Frans-Guyana) worden op grond van
economische-, sociale-, historische- en culturele kenmerken gerekend tot het
Caraibisch gebied.
Werk naar eigen keuze één (1) van de bovengenoemde kenmerken uit.
Historisch:
- Plantagesysteem gebruikmaking van dwangarbeid
Sociaal:
- Vormen van gedwongen arbeid, (slavernij en contractarbeid).
- Bevolking is heterogeen
- De welvaart is zeer ongelijk verdeeld.
Economisch:
- Sprake van monocultuur
- Kwetsbare economie.
- Afhankelijk van buitenlandse ondersteuning.
Cultureel:
- De Afrikaanse religie in het dagelijkse leven.
- De officiële voertaal is een Europese taal.
- Aanwezigheid van een creolentaal.
2p
2. Het Verdrag van Tordesillas tussen Spanje en Portugal werd in 1494 gesloten.
Wat werd in het Verdrag van Tordesillas bepaald.
In het verdrag werd bepaald dat:
- De gebieden ten oosten van de meridiaan van 50° W.L. aan Portugal
toekwamen
- De gebieden ten westen van die meridiaan aan Spanje.
3p
3. Omstreeks de 17de eeuw werd de suikerrietteelt voornamelijk door Nederlanders
in het Caraibisch gebied geïntroduceerd.
Geef aan welke invloed de suikerrietteelt heeft gehad op de ontwikkeling van de
economie van het Caraibisch gebied.
De productie van suiker werd het belangrijkste exportproduct, waardoor de
economie afhankelijk werd van de suikerexport. De productie van suiker heeft
gedurende lange tijd de ontwikkeling van het Caraibisch gebied beheerst (de hele
economie stond in dienst van de suikerproductie).
4p
4. Noem twee (2) redenen op waarom de plantages in het Caraibisch gebied in de
19de eeuw sterk in verval geraakten.
3p
Intensieve beplanting in de 17de en 18de eeuw m.a.g. teruglopende
opbrengsten.
Toenemende onderhoud- en arbeidskosten voor plantages
Goedkopere suiker uit nieuwe gebieden (Brits-Indië).
Goedkoper katoen uit andere gebieden.
5. Economische motieven zouden de voornaamste redenen zijn waarom de slavernij
in de 19de eeuw in het Caraïbisch gebied werd afgeschaft.
Beargumenteer of je het eens of oneens bent met deze bewering.
Economen waren van mening dat de slavernij steeds duurder werd dan vrije
arbeid. Afschaffing van de slavernij zou ook de afzetmarkt voor
industrieproducten vergroten.
3p
6. Ondanks de opkomst van de basisindustrie aan het begin van de 20ste eeuw en de
opkomst van de importvervangende industrie in de jaren 60 van de vorige eeuw,
heeft de zware industrie in het Caraibisch gebied zich niet ontwikkeld.
Geef twee (2) redenen waarom dat niet is gebeurd.
-
3p
Gebrek aan kapitaal om zulke grote investeringen te doen.
Onvoldoende energie om de zware industrie goed tot ontwikkeling te brengen.
Gebrek aan de nodige kennis om zulke industrieën op te zetten
7. In 1973 werd de Caribbean Community and Common Market opgericht waarvan
Caraibische landen lid van zijn. Ons land werd echter pas in 1995 lid van de
Caricom
a. Verklaar waarom het noodzakelijk voor ons land was om lid te worden van de
Caricom.
Vanwege het proces van regionale integratie dat zich in de wereld voltrekt, was
het noodzakelijk voor ons land om economisch niet geïsoleerd te raken,
Maar ook om onze positie bij onderhandelingen te verbeteren t.o. andere
economische blokken.
3p
b. Toon met twee (2) zaken aan dat anno 2008 ons land geïntegreerd is binnen deze
vrijhandelszone.
-
Gemeenschappelijke markt
Economische samenwerking
Makkelijke investeringen
Gezamenlijk buitenlands beleid
Vrij verkeer van goederen, kapitaal, diensten en personen
-
4p
Samenwerking (onderwijs, transport, dienstverlening gezondheidszorg,
cultuur, communicatie, industrie, agrarisch beleid, technologie).
c. Geef twee (2) voordelen en twee (2) nadelen die toetreding tot de Caricom voor
ons meebrengt.
Voordelen:
Vergroting van de exportmogelijkheden
- Bewuste kwaliteitsverbetering
- Bevordering van de handel
- Ontwikkelingen van een exportcultuur
- Sterker staan tegenover andere rijke landen cq economische blokken.
Nadelen:
- Binnenlandse markt overspoeld met buitenlandse producten
- Vanwege de vrijhandel minder deviezeninkomsten
- De Surinaamse producenten kunnen de concurrentiedruk niet aan.
Download