Her Gesch examen B wrk

Thema: Suriname
Vragen
a. Verschillende groepen werden politiek actief na de radio rede van koningin
(2) Wilhelmina op 7 december 1942 waarin zij autonomie beloofde.
Leg uit waarom deze groepen mensen een aandeel wilden in het autonomie
proces.
b. De eerste politieke partijen werden op religieuze en etnische basis opgericht.
(3) Noem 3 partijen.
c. De autonomie werd in fasen uitgevoerd;
(4) de Landsregeling van 1948, de interim-regeling van 1950 en de instelling van
het Koninkrijksstatuut in 1954
Noem een overeenkomst en een verschil tussen deze fasen van autonomie.
d. De politieke ontwikkelingen in Suriname tussen 1954 en 1960 worden
(4) gekenmerkt door de volgende gebeurtenissen:
- interene machtstrijd binnen politieke partijen
- introductie van de verbroederingspolitiek
Bespreek 1 gebeurtenis. Let daarbij op het doel.
Geef je mening m.b.t succes of falen bij realisatie van het doel
e. Het samen gaan van politiek en vakbeweging is in Suriname geïntroduceerd in
(2) de periode van Pater Weidman en is tot heden actueel. Deze vorm van
samenwerking heeft de Surinaamse samenleving zowel voor als nadelen
opgeleverd.
Noem 2 voorbeelden van deze samenwerkingsvormen
f. De politieke Issue na 1973 was de onafhankelijkheid van Suriname.
(3) Om de onafhankelijkheid te realiseren moesten de juiste partijen bij elkaar
worden gebracht, terwijl Nederland overtuigd moest worden van het ongelijk
van de tegenstanders van de onafhankelijkheid.
Beargumenteer of er tussen 1973 en 1974 voldoende draagvlak was voor de
realisatie van de onafhankelijkheid.
g. Leg uit of de voorwaarden van het M.O.P. 1975-1980 de economische
(3) onafhankelijkheid van Suriname heeft belemmerd of bevorderd.
h. Na 25 februari 1980 kwam de leiding van ons land in handen van de Nationale
(3) Militaire Raad (N.M.R.). Een groot deel van de Surinaamse bevolking gaf de
militairen “het voordeel van de twijfel”. Noem twee redenen waarom delen
van het volk de militairen het voordeel van de twijfel gaf.
i. Tijdens de militaire periode werd op economisch gebied meer aandacht
(2) besteed aan kleinschalige projecten.
Geef hiervoor een verklaring.
j. De grondwet van Suriname werd enkele maanden na de staatsgreep van 1980
(3) opgeschort en het Parlement werd naar huis gestuurd. Leg uit of dit een
positief of negatief effect had op de bevolking.
k. In de jaren ’90 van de 20ste eeuw bloeide de zwarte markt in Suriname.
(2) Geef een oorzaak van de bloei van de zwarte markt in de negentiger jaren.
l. Tijdens het Structureel Aanpassing Programma van 1992 werden enkele
(2) ingrijpende economische maatregelen genomen door de overheid. Noem 2
effecten van de maatregelen op de bevolking:
Thema: Latijns-Amerika
Vragen
a. De Latijns-Amerikaanse landen hebben gemeenschappelijke kenmerken.
(3 ) Noem 1 gemeenschappelijk kenmerk op economisch gebied en 1 op sociaalmaatschappelijk gebied uit de 1ste helft van de 19de eeuw.
b. Geef een nadere verklaring voor 1 van de bovengenoemde kenmerken op
(3) economische gebied.
c. Het streven van de vrijheidsstrijder Simon Bolivar, het stichten van een
(3) f ederatie van Latijns-Amerikaanse staten werd niet gerealiseerd.
Noem een externe bedreiging en een interne bedreiging voor de realisatie van
de wens.
d. Populistische leiders rekenen op ondersteuning van het volk, laat het verband
(3) zien tussen populistische leiders en patriottisme.
e. Economisch gezien veranderde er na de onafhankelijkheid niet veel voor de
(3) bevolking van Latijns-Amerika.
Beargumenteer of deze bewering waar is.
f. Als gevolg van Tweede Wereldoorlog hebben zowel op economisch als
(4) sociaal-maatschappelijk gebied nieuwe ontwikkelingen zich voorgedaan in
Latijns-Amerika.
Geef een verklaring voor de opkomst van de middenklasse en de vakbeweging
g. Na jaren automatisch de kant van opeenvolgende machthebbers te hebben
(3) gekozen keerden delen van de Rooms-Katholieke kerk zich in de 2e helft van
de 20e eeuw tegen de machthebbers en kozen voor het volk.
Leg uit waarom de Rooms-Katholieke kerk jaren de kant van de
machthebbers heeft gekozen.
h. President John F. Kennedy van de VSA richtte de alliantie voor vooruitgang
(2) op (Alliance for Progress) om de sociaal-maatschappelijke situatie in LatijnsAmerika te verbeteren..
Leg uit waarom deze alliantie toch geen vooruitgang bracht voor LatijnsAmerikaanse landen.
i. Om te komen tot een oplossing van gemeenschappelijke economische
(2) problemen worden tussen de Latijns-Amerikaanse landen verschillende
handelsblokken opgericht.
Noem een handelsblok die in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn
opgericht
j. Omschrijf een algemeen doel welke wordt nagestreefd met de oprichting van
(3) handelsblokken?
k. De actuele problemen van Latijns-Amerika liggen op het vlak van bestrijding
(3) van drugscriminaliteit, aanpak van milieu vervuiling en de aanpak van het
toenemend aantal straatkinderen.
Beschrijf naar keuze een van de bovengenoemde problemen.
l. Het Amazone oerwoud wordt door de hele wereld beschouwd als de longen
(3) van de aarde en daarom zijn delen hiervan omgezet in natuurreservaten.
Welke voordelen kan Suriname halen uit het instellen van natuurreservaten.
Thema: Caraibisch Gebied
Vragen
a. Historisch bekeken behoort Suriname tot het Caraibisch gebied.
(2) Leg uit waarom Suriname historisch gezien deel uitmaakt van het Caraibisch
gebied.
b. Noem 2 redenen waarom de plantages in de negentiende eeuw in het
(2) Caraibisch gebied zo sterk achteruit gingen.
c. In augustus 1973 werd de Caricom opgericht. Welke landen (2) kunnen gezien
(2) worden als de grondleggers van de Caricom?
d. De mijnbouw sector in de Caraibische landen staat onder beheer van
(3) Multinationals.
Om welke reden kunnen Caraibische landen zich niet losmaken van deze
multinationals.
e. Een algemeen doel van de Caricom is samenwerking op het gebied van
(2) onderwijs. Op welke wijze heeft Suriname kunnen participeren in het
onderwijs systeem in het Caraibisch gebied.
f. Het creëren van de Carribbean Common Market heeft zowel voor- als nadelen
(2) voor de lidlanden.
Illustreer met een voorbeeld het voordeel op het culturele vlak.
g. Beargumenteer of wetgeving en taal belemmeringen vormen voor de
(4) integratie van Suriname in de Caricom.
SCORE: 90+10:10