lokale diensteneconomie: subsidiereglement Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1: Dit besluit omvat het subsidiereglement voor lokale cofinanciering van initiatieven lokale diensteneconomie. De lokale cofinanciering van initiatieven lokale diensteneconomie gebeurt met middelen uit het Fonds Sociale Economie van de Stad Z. Het Fonds Sociale Economie wordt beheerd door de Stad Z, samen met de voorzitter van het Forum Lokale Werkgelegenheid. Het Forum Lokale Werkgelegenheid krijgt een adviserende bevoegdheid over de te subsidiëren projecten. Artikel 2: Enkel kandidaat-projecten die een dossier indienen bij het Vlaams Subsidieagentschap naar aanleiding van een Vlaamse oproep tot erkenning of uitbreiding in de lokale diensteneconomie (ongeacht of het een open, gesloten of thematische betreft) kunnen voor het vervolledigen van hun klaverblad een aanvraag indienen voor lokale cofinanciering in het kader van dit subsidiereglement. Kandidaat-projecten moeten aantonen dat ze inspanningen hebben geleverd om via andere kanalen extra financiering aan te trekken en dat alle andere mogelijkheden om te komen tot een volledig klaverblad (verschillende beleidsdomeinen en -niveaus enerzijds en een marktconforme klantenbijdrage met indien nodig sociale correctie anderzijds) zijn aangewend. De lokale cofinanciering wordt afhankelijk gesteld van de erkenning als initiatief lokale diensteneconomie op Vlaams niveau. De lokale cofinanciering wordt toegekend gedurende maximaal de eerste vier jaar erkenning op Vlaams niveau. Artikel 3: De lokale cofinanciering bestaat uit twee onderdelen: een eenmalige opstart- en investeringssteun een extra subsidie a rato van het aantal doelgroepwerknemers Artikel 4: De eenmalige opstart- en investeringssteun bedraagt maximaal 5 000,00 euro per project. Het project mag het besteden ervan spreiden over de eerste vier jaar erkenning op Vlaams niveau, op voorwaarde dat het project ook op lokaal niveau positief geëvalueerd wordt. Artikel 5: De extra subsidie a rato van het aantal doelgroepwerknemers bedraagt per jaar maximaal 750,00 euro per deeltijds (50% of minder) en maximaal 1 000,00 euro per voltijds tewerkgestelde doelgroepwerknemer (meer dan 50%). Het project heeft recht op deze subsidie gedurende de eerste vier jaar erkenning op Vlaams niveau, op voorwaarde dat het project ook op lokaal niveau positief geëvalueerd wordt. Het project mag deze subsidie enkel besteden voor: bijkomende begeleiding en/of opleiding van de doelgroepwerknemers (bovenop de door het decreet lokale diensteneconomie voorgeschreven persoonlijke en dagdagelijkse begeleiding en opleiding door de omkadering) opleiding van de omkadering managementondersteuning Indien de doelgroepwerknemer niet gedurende het volledige jaar tewerkgesteld is, wordt de subsidie herberekend naargelang het aantal maanden dat hij/zij in dienst is. Hoofdstuk II. Ontvankelijkheidscriteria Artikel 6: Enkel projecten die hun maatschappelijke zetel of een vestiging hebben in de Stad kunnen aanspraak maken op lokale cofinanciering. Artikel 7: Enkel projecten die inhoudelijk aansluiten bij de lokale noden en die geen onaanvaardbare concurrentie betekenen met bestaande initiatieven, maken aanspraak op lokale cofinanciering. Artikel 8: Voor projecten waarvan het werkingsgebied niet volledig en/of niet uitsluitend samenvalt met de stad, kan het bedrag van de lokale cofinanciering afwijken. De Stad beoordeelt en bepaalt dit geval per geval. Artikel 9: Het project streeft in haar tewerkstelling naar een weerspiegeling van de werkzoekendenpopulatie op lokaal niveau. Er worden minimum voor 70% kansengroepen tewerkgesteld. Hiervoor geldt de VDAB-definitie. Artikel 10: Er worden minimum 2 VTE doelgroepwerknemers en 1 VTE omkadering tewerkgesteld. Op deze minimumvereiste kan een uitzondering aangevraagd worden als de aard van het project een zware omkadering vereist. Het Forum Lokale Werkgelegenheid zal hier dan over beslissen. Artikel 11: De toegankelijkheid van de doelgroep moet gegarandeerd zijn. Het jobprofiel moet realistisch zijn voor de beoogde doelgroepwerknemers en aansluiten bij de beschikbaarheid en competenties van deze doelgroep. Hoofdstuk III. Beoordelingscriteria Artikel 12: Er wordt voorrang gegeven aan projecten die aantonen dat ze ervaring hebben met sociale economie en/of met het profiel van de doelgroepwerknemers in de Stad. Artikel 13: Projecten die ingebed worden in een bestaande juridische entiteit genieten de voorkeur boven nieuw op te richten juridische entiteiten. Artikel 14: Projecten waarvan het werkingsgebied minstens samenvalt met de Stad genieten de voorkeur. Artikel 15: Het aantal VTE doelgroepwerknemers is een positief beoordelingscriterium. Artikel 16: Deeltijds werken en flexibiliteit naar arbeidstijden voor de werknemer behoort tot de mogelijkheden, zodat de optimale combinatie van werk en privé mogelijk is. Het project moet echter bewaken dat dit geen rem zal zijn voor de doorstroom van de doelgroepwerknemer. Artikel 17: Het project heeft aandacht voor de continuïteit van de dienstverlening. Het project streeft naar een uitbreiding van de activiteiten, waarbij extra tewerkstelling gerealiseerd kan worden. Hoofdstuk IV. Aanvraagprocedure en vaststelling van het subsidiebedrag Artikel 18: Een kandidaat-project is verplicht zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de Stad van zodra het overweegt om een aanvraag in te dienen bij het Vlaams Subsidieagentschap waarin het lokale cofinanciering vanuit de Stad wenst op te nemen in de klaverbladfinanciering. De aanvraag tot het verkrijgen van lokale cofinanciering moet ten laatste één maand voor de deadline van de officiële Vlaamse projectoproep gebeuren. De aanvraag gebeurt via het ter beschikking gestelde aanvraagformulier en de daarin gevraagde bijlagen. Artikel 19: Na advies van het Forum Lokale Werkgelegenheid bepaalt de Stad het bedrag van de lokale cofinanciering dat het kandidaat-project mag opnemen in haar begroting (klaverbladfinanciering) in het aanvraagdossier voor het Vlaams Subsidieagentschap. Het kandidaat-project ontvangt binnen een termijn van één maand een engagementsverklaring waarin dit bedrag vermeld staat. Pas daarna dient het haar aanvraag in bij het Vlaams Subsidieagentschap. Artikel 20: De lokale cofinanciering wordt afhankelijk gesteld van de erkenning als initiatief lokale diensteneconomie op Vlaams niveau. De beslissing tot erkenning van de Vlaamse minister van sociale economie vormt de basis voor het bepalen van het bedrag van de lokale cofinanciering, dat daarom kan afwijken van het bedrag in de engagementsverklaring. Het bedrag wordt vastgelegd in een overeenkomst tussen het project en de Stad. Artikel 21: Een erkend initiatief lokale diensteneconomie dat een wijziging van het toegekende contingent doelgroepwerknemers en omkadering wenst of dat een inhoudelijke wijziging wil doorvoeren, moet hiervoor een aanvraag richten tot het Vlaams Subsidieagentschap. Het project moet hierover voorafgaandelijk contact opnemen met de Stad. Het bedrag van de lokale cofinanciering wordt dan opnieuw bepaald volgens de procedure in hoofdstuk IV van dit subsidiereglement. Hoofdstuk V. Evaluatie Artikel 22: Er zal vier keer per jaar overleg zijn tussen de projectcoördinator diensteneconomie van de Stad en het project, waarin de inhoudelijke werking van het project en ook de besteding van de middelen opgevolgd worden. De projectcoördinator diensteneconomie maakt telkens een verslag op. Tijdens dat overleg worden de punten overlopen waarop het project geëvalueerd zal worden en die zijn opgenomen in de leidraad die als bijlage bij dit subsidiereglement gaat. Het betreft enerzijds de Vlaamse voorwaarden waaraan lokale diensteneconomie moet voldoen en anderzijds de ontvankelijkheids- en beoordelingscriteria voor de lokale cofinanciering. In overleg met het project kunnen bijkomende, meer specifieke criteria op maat van het project bepaald worden. Deze worden vastgelegd in de overeenkomst. Artikel 23: Elk jaar wordt het project geëvalueerd. Dit gebeurt telkens in de maand volgend op de maand waarin de Vlaamse erkenning van start ging aan de hand van de verslagen zoals vermeld in artikel 21 en de financiële rapportage zoals vermeld in artikel 25 en 26. De evaluatie wordt ter advies voorgelegd aan het Forum Lokale Werkgelegenheid. Enkel projecten die op lokaal niveau positief geëvalueerd worden kunnen hun aanspraak op lokale cofinanciering behouden. Artikel 24: Het project bezorgt een kopie van alle bewijsstukken en alle andere rapporteringen die zij aan het Vlaams Subsidieagentschap bezorgen telkens ook aan de Stad. Artikel 25: Het project rapporteert zowel inhoudelijk als financieel over het project wanneer de Stad of één van haar afgevaardigden hierom verzoeken. Het Forum Lokale Werkgelegenheid kan bijkomende zaken opvragen. Hoofdstuk VI. Uitbetalingsmodaliteiten Artikel 26: De eenmalige opstart- en investeringssteun wordt betaald via een voorschot en een saldering. Een voorschot van 75% wordt betaald bij ondertekening van de overeenkomst. Jaarlijks bezorgt het project een overzicht van de gemaakte opstart- en investeringskosten (met een kopie van de bewijsstukken) die het project wil inbrengen voor lokale cofinanciering. Het project geeft ook een overzicht hoe de eventuele resterende middelen nog besteed zullen worden in het jaar of de jaren daarna. Deze financiële rapportage gebeurt voorafgaand aan de jaarlijkse evaluatie, i.e. telkens in de maand volgend op de maand waarin de Vlaamse erkenning van start ging en dit via het ter beschikking gestelde formulier en de daarin gevraagde bijlagen. De saldering gebeurt zodra op basis van een jaarlijkse financiële rapportering blijkt dat het volledige bedrag waarop het project recht heeft besteed is. Op basis van alle bewijsstukken met betrekking tot de gemaakte opstart- en investeringskosten, bepaalt de StadH het exacte bedrag aan lokale cofinanciering waarop het project recht heeft. Als dit hoger ligt dan het voorschot, betaalt de StadTurnhout het resterende saldo aan het project. Als dit lager ligt dan het voorschot, betaalt het project dat deel terug aan de Stad. Artikel 27: De extra subsidie per doelgroepwerknemer wordt jaarlijks betaald, na de jaarlijkse rapportage en evaluatie. Jaarlijks bezorgt het project een overzicht van de kosten voor bijkomende begeleiding en/of opleiding van de doelgroepwerknemers en/of van de omkadering en/of voor managementondersteuning (met een kopie van de bewijsstukken) die het project wil inbrengen voor lokale cofinanciering. Deze rapportage gebeurt voorafgaand aan de jaarlijkse evaluatie, i.e. telkens in de maand volgend op de maand waarin de Vlaamse erkenning van start ging en dit via het ter beschikking gestelde formulier en de daarin gevraagde bijlagen. Artikel 28: Het project kan het recht op deze jaarlijkse subsidie (of een deel ervan) overdragen naar het volgend jaar, op voorwaarde dat het project dit verantwoordt (motiveringsplicht) en Stad dit aanvaardt. Als na het volgende jaar de enveloppe voor het voorgaande jaar niet opgebruikt is, vervalt die enveloppe. Hoofdstuk VII. Verbintenissen Artikel 29: Het project is verplicht jaarlijks een externe analyse te laten uitvoeren die het project (dus niet de organisatie, eventueel wel het project gekaderd binnen het geheel van de organisatie) doorlicht op financieel, managementmatig of inhoudelijk vlak. Het is aangeraden om hiervoor beroep te doen op de gratis basisdienstverlening door een erkend adviesbureau in de sociale economie, zoals voorzien in Hoofdstuk IV, Afdeling 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie. Een gelijkaardige doorlichting op financieel, managementmatig of inhoudelijk vlak door een ander extern bureau is eveneens toegestaan. Het project bezorgt een kopie van het rapport aan de Stad. Artikel 30: Het project is verplicht deel te nemen aan overlegvergaderingen die georganiseerd worden vanuit de Stad. Artikel 31: Het project bezorgt een kopie van alle vacatures en de functieomschrijvingen aan de Stad. Alle vacatures moeten door het project verspreid worden aan de lokale werkwinkel. Artikel 32: Het project maakt haar dienstverlening en alle vacatures bekend op de Dienstenwijzer. Daarnaast zorgt het er ook op andere manieren voor dat het project voldoende bekend wordt gemaakt. Bij promotionele activiteiten en in publicaties moet het project de financiële steun van de Stad vermelden. Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen Artikel 33: Het aanvraagformulier, de evaluatieleidraad en het formulier voor financiële rapportage gaan als bijlage bij dit subsidiereglement en maken er deel van uit. Artikel 34: Als contactpersoon : Artikel 35: De stad wordt belast met de uitvoering van dit reglement en beslist over alle niet voorziene gevallen. Tegen beslissingen is geen verhaal mogelijk. Artikel 36: Dit reglement treedt in werking op xx.xx.xxxx en geldt tot xx.xx.xxxx Gelieve het ingevulde aanvraagformulier en de bijlagen zowel per post als per e-mail te bezorgen aan: Identificatiegegevens Naam project: Contactpersoon: naam (functie) adres: straat + nummer, postcode + gemeente tel: e-mail: Ontvankelijkheidscriteria Organisatie die het project zal uitvoeren: Maatschappelijke zetel: Vestigingsplaats(en): straat + nummer, postcode + gemeente straat + nummer, postcode + gemeente straat + nummer, postcode + gemeente (indien nodig extra lijnen toevoegen) Werkingsgebied van het project (opsomming gemeenten + gefaseerd indien van toepassing): vanaf datum (maand en jaar): opsomming gemeenten vanaf datum (maand en jaar): opsomming gemeenten (indien nodig extra lijnen toevoegen) De Stad en het Forum Lokale Werkgelegenheid zullen beoordelen 1) of het project inhoudelijk aansluit bij de lokale noden en 2) of het project geen onaanvaardbare concurrentie betekent met bestaande initiatieven. Welke argumenten wil u hierbij zelf aangeven? (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Indien bij de opstart minder dan 2 VTE doelgroepwerknemers tewerkgesteld worden, beargumenteer dan waarom dit zo is. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Wat de tewerkstelling betreft, moet de toegankelijkheid van de doelgroep gegarandeerd zijn. Toon aan dat het jobprofiel realistisch is voor de beoogde doelgroepwerknemers en aansluit bij de beschikbaarheid en de competenties van deze doelgroep. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Beoordelingscriteria Welke relevante ervaring heeft uw organisatie met sociale economie en/of met het profiel van de doelgroepwerknemers in de Stad? (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Voor projecten waarvoor een nieuwe juridische structuur wordt opgericht, die naast het project geen andere opdrachten heeft: beargumenteer waarom dit de beste of noodzakelijke oplossing is. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Voor projecten binnen een organisatie die daarnaast ook andere opdrachten heeft: wat is de meerwaarde van de inbedding van het project in de organisatie (inhoudelijk, financieel ...)? (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Toon aan dat deeltijds werken en flexibiliteit naar arbeidstijden voor de werknemer tot de mogelijkheden behoort (zodat de optimale combinatie van werk en privé mogelijk is), maar dat het project wel bewaakt dat dit geen rem zal zijn voor de doorstroom van de doelgroepwerknemer. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Heeft het project aandacht voor de continuïteit van de dienstverlening? Streeft het naar uitbreiding van de activiteiten, waarbij extra tewerkstelling gerealiseerd kan worden? Beargumenteer. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Meerjarenbegroting Toon aan dat u alle inspanningen hebt geleverd om via andere kanalen extra financiering aan te trekken en dat alle andere mogelijkheden om te komen tot een volledig klaverblad (verschillende beleidsdomeinen en -niveaus enerzijds en een marktconforme klantenbijdrage met indien nodig sociale correctie anderzijds) zijn aangewend. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Geef de voorziene startdatum van de dienstverlening en (indien van toepassing) een gefaseerd overzicht (met vermelding van datum) van de verdere uitbouw van het project (bv. uitbreiding qua aangeboden dienstverlening, openingsuren, klantendoelgroep, werkingsgebied ...)? Beargumenteer deze keuzes. Maak de link met de bedragen die u hiervoor opneemt in de meerjarenbegroting. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Voor sui generis-projecten binnen een organisatie die daarnaast ook andere opdrachten heeft: omschrijf hoe kosten en inkomsten versleuteld en toegewezen zullen worden op dit project en de andere projecten binnen de organisatie (analytische boekhouding). (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Geef een meerjarenbegroting voor 4 jaar, met minstens onderstaande indeling: jaar1 jaar2 loonkost omkadering loonkost doelgroepwerknemers loonkost andere personeelsleden overige personeelskosten opleiding, managementondersteuning investeringskosten werkingskosten andere kosten (specifieer) totale kosten LDE doelgroepwerknemers LDE omkadering SINE klaverblad belendend beleidsdomein klantenbijdrage jaar3 jaar4 andere inkomsten (specifieer) eigen inbreng lokale cofinanciering Stad totale inkomsten saldo inkomsten - kosten jaar1 = vanaf de voorziene Vlaamse erkenningsdatum en de 12 maanden daarna jaar2 = de 12 maanden daarna, jaar3 = enzovoort Investeringskosten = eenmalige of duurzame kosten zoals installaties/machines/uitrusting, rollend materieel (bv. bestelwagen), onroerende goederen (bv. aankoop of renovatie pand), meubilair, hardware, software, klein materieel (gereedschap), promotie ... Werkingskosten = meer recurrente kosten zoals verbruiksmaterialen, hulpgoederen, grondstoffen, beroepskledij, transportkosten, leasingkosten, huurkosten, elektriciteit, gas, water, telefoon, fax, bureau- en kantoorbenodigdheden ... Beargumenteer welke kosten voor bijkomende begeleiding en/of opleiding van de doelgroepwerknemers, opleiding van de omkadering en/of managementondersteuning gemaakt moeten worden en geef een meer gedetailleerd overzicht. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Beargumenteer welke investeringskosten gemaakt moeten worden voor het project en geef een meer gedetailleerd overzicht. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Beargumenteer welke werkingskosten gemaakt moeten worden voor het project en geef een meer gedetailleerd overzicht. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Geef weer hoe u de klantenbijdragen inschat (berekening). (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Verklaring op eer (ondertekening door de persoon die gemachtigd is de aanvrager rechtsgeldig te verbinden) Ondergetekende verklaart kennis genomen te hebben van het subsidiereglement, het aanvraagformulier, de evaluatieleidraad en het formulier voor financiële rapportage. Ondergetekende gaat akkoord met alle in het subsidiereglement, het aanvraagformulier, de evaluatieleidraad en het formulier voor financiële rapportage opgenomen bepalingen, verbintenissen en over te maken bijlagen. Ondergetekende bevestigt dat de gegevens in dit aanvraagformulier naar waarheid zijn ingevuld. Naam en functie van de ondertekenaar: Datum: Handtekening: Bijlagen toe te voegen bij dit aanvraagformulier: kopie van het ontwerp-aanvraagdossier dat ingediend zal worden bij het Vlaams Subsidieagentschap kopie van de statuten later te overhandigen: kopie van het definitieve aanvraagdossier dat ingediend werd bij het Vlaams Subsidieagentschap kopie van de Vlaamse erkenning als lokale diensteneconomie kopie van de SINE-erkenning lokale diensteneconomie: evaluatieleidraad Vlaamse criteria Beargumenteer hoe u tegemoetkomt aan onderstaande verbintenissen waar lokale diensteneconomie volgens het decreet en het uitvoeringsbesluit aan moet voldoen. Geef eventueel aan hoe u daar in de toekomst verder werk van zal maken. Het project voert een actief personeelsbeleid betreffende evenredige arbeidsdeelname en diversiteit. Het project past de diversiteitstoets ten aanzien van de kansengroepen toe. Het project levert in samenwerking met de VDAB o de zelforganisaties van de kansengroepen maximale inspanningen om kansengroepen aan te werven en gelijkwaardige kansen te bieden in de organisatie. Het project neemt de doelgroepwerknemers in dienst met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. Het project creëert een arbeidsomgeving die rekening houdt met de behoeften en het profiel van de werknemer, waarbij specifieke aandacht gaat naar billijke arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, arbeidsinhoud en arbeidsverhoudingen. Het project betaalt de in de sector vigerende lonen uit. Het project bevordert de participatie en organiseert het medezeggenschap van de werknemers in het project via structureel overleg. Dit overleg vindt regelmatig plaats. Het project stimuleert en bevordert de doorstroommogelijkheden van de doelgroepwerknemer naar reguliere tewerkstelling binnen of buiten de organisatie. Het project maakt interne werkaanbiedingen openbaar en stimuleert hierbij de kandidatuurstelling van de doelgroepwerknemer. Het project stimuleert en bevordert de individuele competenties van de doelgroepwerknemer via begeleiding en opleiding, het opstellen en het jaarlijks opvolgen, evalueren en bijsturen van een persoonlijk ontwikkelingsplan. Het project verstrekt uitsluitend diensten die zijn afgestemd op de specifieke socio-economische noden van de regio en die noodzakelijk zijn ter uitvoering van het algemeen economisch belang. Die diensten zijn bovendien niet-marktverstorend op het vlak van de prijszetting, rekening houdend met de mogelijkheid tot sociale correctie. Het project verstrekt diensten die wegens hun specificiteit, kostprijs en toegankelijkheid complementair zijn ten aanzien van het bestaande reguliere dienstenaanbod. Het project verstrekt fysiek, socio-cultureel en financieel toegankelijke en kwalitatieve diensten. Het project kan een bijdrage vorderen die rekening houdt met de financiële draagkracht van de particuliere gebruiker. Het project past de beginselen van het maatschappelijk verantwoord ondernemen toe in de organisatie. Het project geeft voorrang aan activiteiten, producten en productiemethoden die op korte en lange termijn het leefmilieu respecteren. Het project voorziet in voldoende omkadering voor zowel de doelgroepwerknemers als de werknemers met artikel 60§7-statuut. De omkadering bestaat uit minstens 1 VTE personeelslid bij de tewerkstelling van 1 tot en met 10 doelgroepwerknemers. Vanaf de tewerkstelling van de 11e doelgroepwerknemer moet er in een bijkomende omkadering van 0,1 VTE worden voorzien per extra voltijds tewerkgestelde doelgroepwerknemer. Voor het omkaderingspersoneel is het niet nodig om een nieuwe aanwerving te doen. Het volstaat om aan te tonen dat er binnen het takenpakket nog ruimte was om bijkomende taken op te nemen of dat een deel van het takenpakket wordt opgenomen door een collega. U moet aantonen dat er een voltijdse beschikbaarheid is om begeleiding aan de doelgroepwerknemer te bieden. Vanaf de 11e doelgroepwerknemer in dienst moet u aantonen dat, à rato van het aantal doelgroepwerknemers, één bijkomend persoon deeltijds beschikbaar is om omkadering te bieden. Daarenboven moet u aantonen dat minstens 0,3 VTE effectief ingevuld wordt met omkaderings- en begeleidingstaken. Indien u beschikt over 1 VTE omkadering, kan dit uitzonderlijk gespreid worden over meer dan één persoon, maar moet dit gemotiveerd worden. Vanaf de 11e doelgroepwerknemer in dienst moet u aantonen dat, a rato van het aantal doelgroepwerknemers, één bijkomend persoon deeltijds beschikbaar is om omkadering te bieden. De sui-generis afdeling van het project voldoet aan de volgende voorwaarden: er is een specifieke verantwoordelijke voor de activiteiten van de lokale diensteneconomie de afdeling is duidelijk identificeerbaar in alle communicatie en publiciteit de inhoudelijke en financiële activiteiten van de lokale diensteneconomie worden afzonderlijk geregistreerd ten behoeve van de sociale overlegstructuren binnen de organisatie en de sociale inspectie Ontvankelijkheidscriteria Werkingsgebied (opsomming gemeenten) tijdens de voorbije periode en gepland in de toekomst. Sluit het project inhoudelijk aan bij de lokale noden? Betekent het project geen onaanvaardbare concurrentie met bestaande initiatieven? Is de gerealiseerde tewerkstelling (omkadering, doelgroepwerknemers en andere personeelsleden) in het kader van het project een weerspiegeling van de werkzoekendenpopulatie op lokaal niveau en worden er voor minimum 70% kansengroepen tewerkgesteld? Indien het project minder dan 2 VTE doelgroepwerknemers tewerkstelt: beargumenteer waarom dit zo is. Wat de tewerkstelling betreft, moet de toegankelijkheid van de doelgroep gegarandeerd zijn. Toon aan dat het jobprofiel realistisch is voor de beoogde doelgroepwerknemers en aansluit bij de beschikbaarheid en de competenties van deze doelgroep. Beoordelingscriteria Welke relevante ervaring heeft uw organisatie met sociale economie en/of met het profiel van de doelgroepwerknemers in de Stad? Is de positie van het project binnen het geheel van de organisatie veranderd? Wat zijn hiervan de implicaties (zowel positief als negatief) voor de organisatie en het project (inhoudelijk, financieel ...)? Toon aan dat deeltijds werken en flexibiliteit naar arbeidstijden voor de werknemer tot de mogelijkheden behoort (zodat de optimale combinatie van werk en privé mogelijk is), maar dat het project wel bewaakt dat dit geen rem zal zijn voor de doorstroom van de doelgroepwerknemer. Heeft het project aandacht voor de continuïteit van de dienstverlening? Streeft het naar uitbreiding van de activiteiten, waarbij extra tewerkstelling gerealiseerd kan worden? Evaluatie van de werking en dienstverlening Hoe verliep de toeleiding en aanwerving van de doelgroepwerknemers? Zijn hier knelpunten? Geef een gefaseerd overzicht (met vermelding van datum) van de uitbouw van het project de voorbije periode en van de geplande verdere uitbouw van het project (bv. uitbreiding qua aangeboden dienstverlening, openingsuren, klantendoelgroep, werkingsgebied ...). Indien dit afwijkt van de aanvraag: beargumenteer. Geef een algemene verdeling van de bereikte klanten naar gemeente (percentages). Wat is de algemene tendens in aantal klanten? Merkt u opvallende verschuivingen, evoluties in de bereikte klantendoelgroep? Welke inspanningen werden geleverd om klanten te bereiken (bekendmaking, promotie)? Welke inspanningen zal u in de toekomst leveren om nieuwe klanten te bereiken? Hoe wordt de klantenbijdrage bepaald? Geef alle verschillende tarieven, indien van toepassing. Financiële opvolging Bijkomende begeleiding en/of opleiding van de doelgroepwerknemers, opleiding van de omkadering en/of managementondersteuning: Welke kosten zijn reeds gemaakt? Welke zijn al concreet in het vooruitzicht? Zou u de enveloppe willen overdragen naar volgend jaar en zo ja, beargumenteer? Tussentijdse opvolging besteding eenmalige opstart- en investeringssteun. lokale diensteneconomie: formulier voor financiële rapportage Naam project: Contactpersoon: naam (functie) adres: straat + nummer, postcode + gemeente tel: e-mail: Toon aan dat u ook het voorbije jaar inspanningen hebt geleverd om via andere kanalen extra financiering aan te trekken en dat alle andere mogelijkheden om te komen tot een volledig klaverblad (verschillende beleidsdomeinen en -niveaus enerzijds en een marktconforme klantenbijdrage met indien nodig sociale correctie anderzijds) zijn aangewend. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Voor sui generis-projecten binnen een organisatie die daarnaast ook andere opdrachten heeft: omschrijf hoe kosten en inkomsten versleuteld en toegewezen zijn op dit project en de andere projecten binnen de organisatie (analytische boekhouding). Welke relevante wijzigingen zijn er ten opzichte van de aanvraag en/of de voorbije jaren? (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Geef een realistische inschatting van de kosten en opbrengsten van het afgelopen jaar (verwacht resultaat) en zet dit naast de meest recente begroting voor dit jaar: begroting verwacht resultaat loonkost omkadering loonkost doelgroepwerknemers loonkost andere personeelsleden overige personeelskosten opleiding, managementondersteuning investeringskosten werkingskosten andere kosten (specifieer) totale kosten LDE doelgroepwerknemers LDE omkadering SINE klaverblad belendend beleidsdomein klantenbijdrage andere inkomsten (specifieer) eigen inbreng lokale cofinanciering totale inkomsten saldo inkomsten - kosten Investeringskosten = eenmalige of duurzame kosten zoals installaties/machines/uitrusting, rollend materieel (bv. bestelwagen), onroerende goederen (bv. aankoop of renovatie pand), meubilair, hardware, software, klein materieel (gereedschap), promotie ... Werkingskosten = meer recurrente kosten zoals verbruiksmaterialen, hulpgoederen, grondstoffen, beroepskledij, transportkosten, leasingkosten, huurkosten, elektriciteit, gas, water, telefoon, fax, bureau- en kantoorbenodigdheden ... Beargumenteer ev. opvallende verschillen ten opzichte van de meest recente begroting voor dit jaar. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Geef de bedragen en een gedetailleerde beschrijving van de kosten voor bijkomende begeleiding en/of opleiding van de doelgroepwerknemers, opleiding van de omkadering en/of managementondersteuning die u inbrengt voor lokale cofinanciering vanuit de Stad. Verwijs hierbij naar de bewijsstukken (bv. kopie factuur) in bijlage. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Beargumenteer welk deel van de enveloppe voor bijkomende begeleiding en/of opleiding van de doelgroepwerknemers, opleiding van de omkadering en/of managementondersteuning van het afgelopen jaar niet besteed is en waarom u dit zou willen overdragen naar volgend jaar. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Geef de bedragen en een gedetailleerde beschrijving van de investerings- en/of werkingskosten die u inbrengt voor lokale cofinanciering vanuit de Stad. Verwijs hierbij naar de bewijsstukken (bv. kopie factuur) in bijlage. Naast investeringskosten komen enkel die werkingskosten in aanmerking waarvan u aantoont dat het opstartkosten zijn. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Beargumenteer hoe de eventuele resterende middelen van de opstart- en investeringssteun nog besteed zullen worden in de volgende jaren. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Geef een realistische begroting voor de resterende jaren binnen uw eerste vier jaar erkenning: jaar jaar jaar loonkost omkadering loonkost doelgroepwerknemers loonkost andere personeelsleden overige personeelskosten opleiding, managementondersteuning investeringskosten werkingskosten andere kosten (specifieer) totale kosten LDE doelgroepwerknemers LDE omkadering SINE klaverblad belendend beleidsdomein klantenbijdrage andere inkomsten (specifieer) eigen inbreng lokale cofinanciering totale inkomsten saldo inkomsten – kosten Beargumenteer ev. opvallende verschillen ten opzichte van de vorige begrotingen voor die jaren. (neem zoveel plaats als u nodig heeft om uw antwoord te formuleren) Bijlagen toe te voegen bij dit formulier (of na te sturen zodra ze beschikbaar zijn): kopie van de bewijsstukken voor alle kosten die u inbrengt voor lokale cofinanciering kopie van de statuten indien deze gewijzigd zijn meest recente jaarrekening meest recent jaarverslag (indien beschikbaar)