Richtlijnen voor een omkaderingspremie BKO (doc / 0.09

advertisement
Departement Werk en
Sociale Economie
Dienst Tewerkstelling
(Omkaderingspremies)
Koning Albert II laan 35 bus 20
1030
Brussel
RICHTLIJNEN
BKO
Omkaderingspremies
Handleiding voor de werkgever
December 2015
 Voor wie zijn deze richtlijnen bestemd ?
U bent werkgever van een BKO-project (Buitenschoolse KinderOpvang) en er werd u een
omkaderingspremie toegekend voor elke werknemer die u aanwerft in het kader van dit project:
deze richtlijnen zullen u helpen bij het aanwenden van de omkaderingspremie en bij het
samenstellen van uw kostendossier.
OMKADERINGSPREMIES BKO
INHOUD
1. Regelgeving
2. De omkaderingspremie
2.1. Wat verstaat men onder omkaderingspremie?
2.2. Wie heeft recht op een omkaderingspremie?
2.3. Hoe vraagt u de omkaderingspremie aan?
2.4. Wie betaalt de omkaderingspremie uit?
2.5. Hoeveel bedraagt de omkaderingspremie?
2.6. Wat wordt er bedoeld met ‘maximaal’?
2.7. Hoe wordt de omkaderingspremie berekend?
3. Het kostendossier
3.1. Wanneer moet u een kostendossier indienen?
3.2. Wat als u geen kostendossier indient of dit laattijdig gebeurt?
3.3. Uit wat moet het kostendossier bestaan?
3.4. Naar welk adres moet u het kostendossier sturen?
3.5. Wie gaat uw kostendossier onderzoeken?
3.6. Wat wordt er vermeld op de beslissing?
3.7. Wat als u dient terug te betalen?
4. De omkaderingsuitgaven: algemene criteria
4.1. Uitgaven in functie van de opleiding en begeleiding van de werknemers.
4.2. U dient de uitgaven te bewijzen.
4.3. De uitgaven betekenen voor u een meerkost.
5. Loonkosten
5.1. Wanneer komen loonkosten van begeleiders in aanmerking?
5.2. Loonkosten als gevolg van interne verschuivingen.
5.3. Welke elementen van het loon worden in aanmerking genomen?
5.4. Dubbelsubsidiëring is uitgesloten!
5.5. Loonkosten van de doelgroepwerknemers worden niet aanvaard!
5.6. Wanneer zal er een verdeelsleutel toegepast worden?
5.7. Hoe bewijst u de loonkosten?
2
OMKADERINGSPREMIES BKO
6. Kosten voor externe begeleiding en opleiding
6.1. Wat wordt verstaan onder externe begeleiding en opleiding?
6.2. In welke mate worden de kosten in aanmerking genomen?
6.3. Hoe bewijst u de kosten?
7. Verplaatsingskosten
7.1. Verplaatsingskosten van begeleiders
7.2. Verplaatsingskosten van doelgroepwerknemers
7.3. Hoe bewijst u de verplaatsingskosten?
8. Werkingskosten
8.1. Huur- en energiekosten
8.2. Investeringskosten
8.3. Overige werkingskosten
3
OMKADERINGSPREMIES BKO
1. REGELGEVING
Artikel 7 § 6 van het Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 tot
veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen.
De minister kent een omkaderingspremie toe aan de werkgever van een project
zoals bedoeld in dit artikel.
De omkaderingspremie bedraagt maximaal 20% van de voor de gesubsidieerde
contractuelen verschuldigde premiebedragen.
Zij kan slechts worden verworven in zoverre het begeleidingsplan werd uitgevoerd
en maximaal ten bedrage van de omkaderingsuitgaven.
Enkel omkaderingsuitgaven waarvoor een bewijs geleverd wordt en die in hoofde
van de werkgever een meerkost vertegenwoordigen die een rechtstreeks gevolg
is van de tewerkstelling in het werkervaringsproject, worden aanvaard.
De werkgever maakt, op straffe van terugvordering, de bewijzen van de
omkaderingsuitgaven van ieder kalenderjaar over aan de administratie vóór 31
januari van het daarop volgende kalenderjaar, indien een overeenkomst van
onbepaalde duur gesloten werd, en vóór de laatste dag van de maand, volgend
op de beëindiging van het project, indien een overeenkomst van bepaalde duur
gesloten werd.
4
OMKADERINGSPREMIES BKO
2. DE OMKADERINGSPREMIE
2.1. Wat verstaat men onder ‘omkaderingspremie’?
De omkaderingspremie is een extra premie die u de mogelijkheid biedt om de
werknemers die u aangeworven heeft in het kader van uw BKO-project, de
nodige ‘omkadering’ (= begeleiding en opleiding) te kunnen geven. Bijgevolg
mag deze extra subsidie enkel aangewend worden voor uitgaven in functie van
de begeleiding en opleiding van uw doelgroepwerknemers.
De omkaderingspremie wordt uitbetaald onder de vorm van maandelijkse
voorschotten: dit betekent dat u ze niet als automatisch verworven mag
beschouwen.
Er wordt van u verwacht dat u (jaarlijks) een kostendossier indient. Dit
kostendossier bevat een overzicht van de uitgaven die u heeft gedaan in functie
van de omkadering van de doelgroepwerknemers en die voor u een meerkost
hebben betekend.
De administratie onderzoekt dit dossier en stelt dan het definitieve bedrag van
de omkaderingspremie vast onder de vorm van een beslissing, genomen
namens de Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid. Deze
beslissing vermeldt of u de omkaderingspremie als volledig verworven mag
beschouwen of ze geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen.
De administratie zal ook nagaan of u de afspraken die u heeft gemaakt voor de
uitvoering van het algemeen en geïndividualiseerd begeleidingsplan bent
nagekomen : de realisatie van het begeleidingsplan is immers een essentiële
voorwaarde voor het verwerven van de omkaderingspremie.
2.2. Wie heeft recht op een omkaderingspremie?
Wanneer u als werkgever van een BKO-project tot één van de volgende
categorieën behoort, heeft u voor elke aangeworven doelgroepwerknemer recht
op een omkaderingspremie:
 de instellingen van openbaar nut (wet van 27 juni 1921);
 de vzw’s die een sociaal, humanitair of cultureel doel nastreven
(wet van 27 juni 1921);
 de plaatselijke maatschappijen voor sociale woningen;
 de Polders en Wateringen;
 de kerkfabrieken.
5
OMKADERINGSPREMIES BKO
2.3. Hoe vraagt u de omkaderingspremie aan?
Uw BKO project werd goedgekeurd en u heeft werknemers aangeworven. Voor
elke aangeworven doelgroepwerknemer zal samen met de loonpremie ook de
omkaderingspremie gestort worden. Het maandelijks gestorte bedrag bestaat
dus zowel uit een voorschot op de loonpremie als op de omkaderingspremie.
U hoeft dus geen afzonderlijke aanvraag in te dienen!
Wanneer u recht heeft op een omkaderingspremie, wordt dit vermeld in het
‘voorstel tot overeenkomst’ betreffende uw BKO-project en in de overeenkomst
die u sluit met de minister.
2.4. Wie betaalt de omkaderingspremie uit?
De omkaderingspremie wordt, net zoals de loonpremie, bij wijze van
voorschotten maandelijks uitbetaald door het Departement Werk en Sociale
Economie.
Vragen i.v.m. de uitbetaling van deze voorschotten dient u te richten aan de
Dienst Tewerkstelling (tel. 02/553.08.61).
2.5. Hoeveel bedraagt de omkaderingspremie?
De omkaderingspremie wordt toegekend per aangeworven
doelgroepwerknemer en bedraagt op jaarbasis maximaal 20% van de voor de
werknemer verschuldigde premiebedragen:
Voorbeeld:
Wanneer u voor een aangeworven werknemer een loonpremie heeft ontvangen
van 15.000 euro, dan zal de omkaderingspremie maximaal 20% van 15.000
euro bedragen, of 3.000 euro.
6
OMKADERINGSPREMIES BKO
2.6. Wat wordt er bedoeld met ‘maximaal’?
U dient er rekening mee te houden dat de bedragen die uitbetaald worden,
maximale voorschotten zijn.
Enerzijds betekent dit dat het uiteindelijke verworven bedrag van uw
omkaderingspremie nooit 20% van het bedrag van de loonpremie op jaarbasis
zal kunnen overschrijden.
Anderzijds hangt het uiteindelijke verworven bedrag ook af van het bedrag van
de bewezen en aanvaarde omkaderingsgaven uit uw kostendossier.
 Wanneer het totale bedrag van de bewezen en aanvaarde
omkaderingsuitgaven hoger ligt dan de maximale omkaderingspremie, zal het
bedrag van de maximale omkaderingspremie niet verhoogd worden.
Voorbeeld :
U heeft op jaarbasis voor uw werknemers een totaal bedrag ontvangen van
11.000 euro aan omkaderingspremie. Uit uw kostendossier blijkt dat een
bedrag van 15.000 euro aan bewezen omkaderingsuitgaven kan aanvaard
worden. In dit geval is het bedrag van 11.000 euro definitief verworven; het
bedrag van de omkaderingspremie wordt dus niet opgetrokken tot 15.000
euro. U heeft dus geen recht op het verschil van 4.000 euro (= 15.000 euro –
11.000 euro).
 Ligt het bedrag van de bewezen en aanvaarde omkaderingsuitgaven lager
dan de maximale omkaderingspremie, dan zal het verschil (of saldo) tussen
de maximale omkaderingspremie en het bedrag van de bewezen en
aanvaarde omkaderingsuitgaven teruggevorderd worden.
Voorbeeld :
U heeft op jaarbasis voor uw werknemers een totaal bedrag ontvangen van
11.000 euro aan omkaderingspremie. Uit uw kostendossier blijkt dat er echter
slechts een bedrag van 5.000 euro aan bewezen omkaderingsuitgaven kan
aanvaard worden.
U dient het saldo van 6.000 euro (= 11.000 euro – 5.000 euro) terug te
betalen.
7
OMKADERINGSPREMIES BKO
2.7. Hoe wordt de omkaderingspremie berekend?
 Het bedrag van de omkaderingspremie is gekoppeld aan de effectieve
arbeidsprestaties van de doelgroepwerknemer.
Elke maand ontvangt u bijgevolg voor elke doelgroepwerknemer die in dienst
is en die effectief prestaties heeft geleverd, als voorschot 1/12 van ‘20% van
de loonpremie’.
Voorbeeld:
Een werknemer is gedurende twee maanden ziek (m.a.w. de tweede maand
ziekte ligt buiten de gewaarborgde periode): voor die tweede maand zal u
geen loonpremie ontvangen noch een omkaderingspremie.
 Wanneer een arbeidsplaats niet ingevuld wordt, heeft u geen recht op een
loonpremie noch op een omkaderingspremie voor die arbeidsplaats.
De premies worden pas toegekend wanneer u effectief
doelgroepwerknemers aanwerft.
8
OMKADERINGSPREMIES BKO
3. HET KOSTENDOSSIER
3.1. Wanneer moet u een kostendossier indienen?
U dient jaarlijks een kostendossier in dat betrekking heeft op het voorbije
kalenderjaar en stuurt dit naar de administratie vóór 31 januari van het
volgende kalenderjaar.
Voorbeeld:
Het kostendossier dat betrekking heeft op het kalenderjaar 2015 dient
ingediend te worden vóór 31 januari 2016.
Deze regel geldt ook wanneer slechts een gedeelte van de toegekende
betrekkingen goedgekeurd is voor onbepaalde duur.
9
OMKADERINGSPREMIES BKO
3.2. Wat als u geen kostendossier indient of dit laattijdig gebeurt?
Als u geen kostendossier indient, zal het volledige bedrag van de
omkaderingspremie teruggevorderd worden.
Ook wanneer u de indieningstermijn overschrijdt, zal de administratie het
volledige bedrag van de omkaderingspremie terugvorderen.
Indien u, als gevolg van omstandigheden buiten uw wil om, voorziet dat uw
kostendossier niet tijdig de administratie zal bereiken, deelt u dit schriftelijk mee
vóór het verstrijken van de indieningstermijn. U stuurt in ieder geval het
kostendossier zo snel mogelijk op.
3.3. Uit wat moet het kostendossier bestaan?
U maakt een overzicht van alle kosten die u wenst in te brengen en verdeelt
deze in kostenrubrieken. Per kostenrubriek vermeldt u het bedrag van de
uitgaven. U maakt tevens het totaal van alle ingebrachte uitgaven.
U gebruikt hiervoor het formulier ‘Kostendossier voor het verwerven van de
omkaderingspremie’. Dit formulier kunt u downloaden van de website:
http://www.werk.be/online-diensten/tewerkstelling-en-socialeeconomie/buitenschoolse-kinderopvang/formulieren-en
Voor elke uitgave die u inbrengt, voegt u kopieën van de bewijsstukken
(inclusief betaalbewijzen) bij en bundelt deze op een overzichtelijke wijze (per
kostenrubriek).
U zorgt er tevens voor dat de originele stukken ter plaatse kunnen
geraadpleegd worden.
3.4. Naar welk adres moet u het kostendossier sturen?
U stuurt het kostendossier naar:
Departement Werk en Sociale Economie
Dienst Tewerkstelling (Omkaderingspremies)
Koning Albert II laan 35 bus 20
1030 BRUSSEL
10
OMKADERINGSPREMIES BKO
3.5. Wie gaat uw kostendossier onderzoeken?
Uw kostendossier zal onderzocht worden door de administratie van het
Departement Werk en Sociale Economie.
Op basis van het voorstel van beslissing van de dossierbehandelaar, neemt het
Diensthoofd van de Dienst Tewerkstelling een beslissing namens de Vlaamse
minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid.
U ontvangt een beslissing ten laatste in de maand oktober die volgt op het
kalenderjaar waarvoor u een kostendossier heeft ingediend.
Heeft u na verloop van deze termijn nog geen beslissing ontvangen, dan kunt u
steeds contact opnemen met het departement, 02/553.08.61.
3.6. Wat wordt er vermeld op de beslissing?
Op de beslissing kunt u de volgende elementen terugvinden:
 het bedrag van de maximale omkaderingspremie;
 het bedrag van de kosten die u heeft ingebracht in uw kostendossier;
 het bedrag van de bewezen kosten die door de administratie aanvaard
werden;
 het definitieve bedrag van de omkaderingspremie;
 het bedrag van het saldo dat u eventueel terug dient te betalen.
Wanneer u dient terug te betalen en er werden bepaalde kosten niet aanvaard,
zal dit ook gemotiveerd worden.
3.7. Wat als u dient terug te betalen?
Wanneer u dient terug te betalen, zal dit saldo teruggevorderd worden uiterlijk
twee maanden na de betekening van de beslissing.
Indien de terugvordering u in financiële moeilijkheden dreigt te brengen, dan
kan u, in samenspraak met het departement een aflossingsplan opstellen. U
neemt hiervoor contact met de Dienst Tewerkstelling (tel. 02/553.08.65) van
het departement.
11
OMKADERINGSPREMIES BKO
4. DE OMKADERINGSUITGAVEN: ALGEMENE CRITERIA
4.1. Uitgaven in functie van de opleiding en begeleiding van de
werknemers
U kunt enkel uitgaven inbrengen die een duidelijk en rechtstreeks gevolg zijn
van de begeleiding en opleiding van de doelgroepwerknemers die
tewerkgesteld zijn in uw BKO-project.
Enkel de volgende uitgaven kunnen aanvaard worden: loonkosten, kosten voor
externe begeleiding / opleiding, verplaatsingskosten, huur- en energiekosten.
Voorbeelden:
 Wanneer u iemand extra aanwerft om de werknemers te begeleiden en/of op
te leiden, kunt u de loonkosten inbrengen van deze bijkomende aanwerving.
 Wanneer u de werknemers cursussen laat volgen in het kader van het
(geïndividualiseerd) begeleidingsplan, kunt u deze kosten inbrengen als
omkaderingsuitgaven.
4.2. U dient de uitgaven te bewijzen
Elke uitgave die u inbrengt, dient u te bewijzen aan de hand van bewijsstukken
en betaalbewijzen. Bevat uw kostendossier uitgaven waarvoor u geen bewijs
kunt leveren, dan kunnen die niet aanvaard worden als omkaderingsuitgaven.
Voorbeeld:
Wanneer u loonkosten inbrengt van een bijkomende aanwerving, dient u deze
te bewijzen aan de hand van de arbeidsovereenkomst en van de individuele
rekening.
4.3. De uitgaven betekenen voor u een meerkost
U kunt enkel die uitgaven inbrengen die voor u een financiële meerkost hebben
betekend. Bevat uw kostendossier uitgaven waarvan u geen financiële
meerkost kan aantonen als gevolg van de begeleiding en opleiding van de
doelgroepwerknemers, dan kunnen die niet aanvaard worden als
omkaderingsuitgaven.
Voorbeeld :
Loonkosten van een personeelslid dat reeds in dienst was vóór de start van het
project en dat de begeleiding/opleiding van de doelgroepwerknemers op zich
neemt, kunnen niet aanvaard worden als omkaderingsuitgaven, aangezien er
geen financiële meerkost kan aangetoond worden.
12
OMKADERINGSPREMIES BKO
5. LOONKOSTEN
5.1. Wanneer komen loonkosten van begeleiders in aanmerking?
Loonkosten kunnen aanvaard worden als omkaderingsuitgaven wanneer zij
kaderen in de begeleiding en opleiding van de doelgroepwerknemers én
wanneer zij voor de werkgever een financiële meerkost betekenen.
In de praktijk betekent dit dat de loonkosten die in aanmerking komen als
omkaderingsuitgaven het gevolg zullen zijn van een bijkomende aanwerving of
van een uitbreiding van een bestaande arbeidsovereenkomst van een
personeelslid dat reeds (deeltijds) in dienst is.
 Een bijkomende aanwerving:
Wanneer u iemand extra wenst aan te werven voor de begeleiding en
opleiding van de doelgroepwerknemers, dan kunt u de loonkosten van deze
bijkomende aanwerving inbrengen als omkaderingsuitgaven.
Een aanwerving wordt als bijkomend beschouwd wanneer de datum van de
aanwerving van de begeleider zich niet situeert vóór de betekening van de
beslissing.
 Een uitbreiding van een arbeidsovereenkomst:
In plaats van iemand bijkomend aan te werven voor de begeleiding en
opleiding van de werknemers, kunt u ook het aantal arbeidsuren uitbreiden
van een personeelslid dat reeds (deeltijds) in dienst is en de loonkosten van
het extra aantal uren inbrengen als omkaderingsuitgaven.
De bijlage bij de arbeidsovereenkomst dient dan ook in de taakomschrijving
te vermelden dat het gaat over begeleiding en/of opleiding van
doelgroepwerknemers.
Ook in dit geval mag de datum van uitbreiding van de arbeidsovereenkomst
zich niet situeren vóór de betekening van de beslissing.
13
OMKADERINGSPREMIES BKO
5.2. Loonkosten als gevolg van interne verschuivingen
Werft u iemand aan om de begeleiding/opleiding te verzorgen van de
doelgroepwerknemers, dan brengt u de loonkosten van de begeleider zelf in.
Doch werft u iemand aan die de taken (of een deel van de taken) gaat
overnemen van een personeelslid dat reeds in dienst is en dat de eigenlijke
begeleiding/opleiding van de doelgroepwerknemers op zich neemt, dan
spreken we van een interne verschuiving.
In dit geval brengt u niet de loonkosten in van de eigenlijke begeleider, maar
wel van de bijkomende aanwerving.
Voorbeeld:
U bent van oordeel dat één van uw personeelsleden het best geschikt is om de
werknemers te begeleiden en/of op te leiden. Aangezien dit personeelslid nu
een deel van zijn dagtaak ( of zijn volledige dagtaak ) zal moeten besteden aan
begeleiding/opleiding, werft u iemand aan die de taken (of een gedeelte ervan)
van het personeelslid dat de begeleiding/opleiding van de werknemers op zich
neemt, gaat overnemen. U kunt nu de loonkosten van het nieuwe bijkomend
aangeworven personeelslid inbrengen als omkaderingsuitgaven.
5.3. Welke elementen van het loon worden in aanmerking
genomen?
De loonkost die aanvaard wordt, is beperkt tot het minimumloon dat van
toepassing is volgens de geldende CAO, of bij gebrek aan een CAO, tot het
staatsbarema (wervingsgraad).
Volgende elementen worden in aanmerking genomen : het brutoloon, de
werkgeversbijdrage, het (effectief betaald) vakantiegeld, de arbeidsongevallenverzekering, het woon-werkverkeer, het sociaal secretariaat.
Extra-legale voordelen zijn echter uitgesloten.
5.4. Dubbelsubsidiëring is uitgesloten!
Loonkosten van personen die reeds gesubsidieerd worden hetzij in het kader
van een tewerkstellingsprogramma (Gesco, DAC)worden in geen enkel geval
aanvaard.
Een gezamenlijke financiering samen met andere subsidies (ESF, Welzijn,
Cultuur, VFSIPH e.d.) is mogelijk indien u kunt aantonen dat er geen
dubbelsubsidiëring optreedt.
In het formulier ‘Kostendossier …’ dient u te verklaren dat de ingediende kosten
op geen enkele andere wijze gesubsidieerd worden.
14
OMKADERINGSPREMIES BKO
5.5. Loonkosten van de doelgroepwerknemers worden niet
aanvaard!
Er wordt geen enkel element van het loon van de doelgroepwerknemers in
aanmerking genomen als omkaderingsuitgaven, noch andere aanverwante
kosten, zoals: extra-legale voordelen, aanvullingen op het loon, kosten voor het
sociale secretariaat en de boekhouding...
Ook de bij wet verplichte uitgaven voor de tewerkstelling van de
doelgroepwerknemers worden niet in aanmerking genomen : verzekering
arbeidsongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid, werkkledij, uitgaven voor
veiligheid en gezondheid, woon-werkverkeer...
5.6. Wanneer zal er een verdeelsleutel toegepast worden?
Indien de ingebrachte loonkosten niet uitsluitend betrekking hebben op de
begeleiding en opleiding van de BKO-werknemers, maar ook op andere
werknemers van de organisatie of vereniging (bijv. werknemers art. 60), moet u
een verdeelsleutel toepassen. Enkel het deel van de loonkosten dat betrekking
heeft op de BKO-werknemers kan aanvaard worden als omkaderingsuitgaven.
Ook wanneer u loonkosten inbrengt van werknemers die naast de begeleiding
of opleiding van de doelgroepwerknemers nog andere taken uitoefenen, moet u
een verdeelsleutel toepassen.
Wanneer de ingebrachte loonkosten niet in verhouding staan tot het aantal
doelgroepwerknemers, zal de administratie de verdeelsleutel 1/5 toepassen.
Dit betekent dat maximaal de loonkost van 1 VE omkadering per 5 VE
doelgroepwerknemers zal aanvaard worden.
5.7. Hoe bewijst u de loonkosten?
Voeg bij uw kostendossier de volgende stukken:
 een kopie van de arbeidsovereenkomst.
 een kopie van de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst en van de bijlage,
indien het gaat over een uitbreiding van een arbeidsovereenkomst
 een kopie van de individuele rekening (eventueel loonfiches / individuele
fiches).
15
OMKADERINGSPREMIES BKO
6. KOSTEN VOOR EXTERNE BEGELEIDING EN OPLEIDING
6.1. Wat wordt verstaan onder externe begeleiding en opleiding?
Wanneer u de begeleiding en opleiding van uw werknemers wenst toe te
vertrouwen aan een externe organisatie, m.a.w. een andere juridische entiteit
dan uw vereniging, kan u de kosten die door deze organisatie gefactureerd
worden voor begeleiding en opleiding, inbrengen als omkaderingsuitgaven.
Detachering of terbeschikkingstelling van personeelsleden wordt niet
toegestaan.
Ook kosten van opleidingen of cursussen die de werknemers gevolgd hebben
bij externe organisaties kunnen in aanmerking genomen worden als
omkaderingsuitgaven.
6.2. In welke mate worden de kosten in aanmerking genomen?
Eerst en vooral dient er een duidelijk verband te bestaan met de begeleiding
en/of opleiding van de doelgroepwerknemers. Uit de overeenkomst die u afsluit
en uit de factuur moet dus blijken:
- voor wie de opleiding/begeleiding bestemd was;
- hoeveel uren er werden gepresteerd;
- wat de inhoud was van de desbetreffende opleiding of cursus.
Eventueel zal een verdeelsleutel toegepast worden, bijv. in het geval dat de
begeleiding/opleiding niet enkel en alleen bestemd was voor de
doelgroepwerknemers, maar ook bijv. voor andere werknemers van uw
vereniging.
Het maximumbedrag dat aanvaard wordt voor het kalenderjaar 2015 bedraagt
25 euro / uur opleiding/begeleiding.
Dit is een ‘all-in’bedrag : alle kosten, inclusief materialen en verplaatsingen zijn
hier inbegrepen.
6.3. Hoe bewijst u de kosten ?
U bewijst de kosten aan de hand van :
- een kopie van de overeenkomst afgesloten tussen u en de organisatie;
- een kopie van de factuur;
- een kopie van het betalingsbewijs.
16
OMKADERINGSPREMIES BKO
7. VERPLAATSINGSKOSTEN
7.1. Verplaatsingskosten van begeleiders
Verplaatsingskosten die de begeleiders gemaakt hebben in functie van de
begeleiding en/of opleiding van de doelgroepwerknemers, komen in
aanmerking als omkaderingsuitgaven.
Wanneer u de loonkost van de begeleider(s) inbrengt, zal het woonwerkverkeer opgenomen zijn in het loon en kan dit niet meer afzonderlijk
ingebracht worden.
Verplaatsingskosten van personen die niet verbonden zijn met een
arbeidsovereenkomst aan de vereniging, komen NIET in aanmerking (bijv.
vrijwilligers, externe begeleiders, leden van de raad van beheer...).
7.2. Verplaatsingskosten van doelgroepwerknemers
Enkel de verplaatsingskosten die de doelgroepwerknemers gemaakt hebben in
functie van hun begeleiding en opleiding, komen in aanmerking als
omkaderingsuitgaven.
Voorbeeld: De doelgroepwerknemers hebben een opleiding gevolgd waarbij zij
zich dienden te verplaatsen naar een andere locatie dan de gewone
tewerkstellingsplaats.
Het woon-werkverkeer van de doelgroepwerknemer komt dus niet in
aanmerking. Ook de verplaatsingskosten die de doelgroepwerknemer maakt
voor begeleiding en opleiding door de VDAB of door een door de VDAB
erkende derde (vb. de verplichte sollicitatietraining), worden niet aanvaard.
7.3. Hoe bewijst u de verplaatsingskosten?
Indien gebruik gemaakt werd van het openbaar vervoer, dan voegt u de
originele vervoerbewijzen bij het kostendossier.
Indien gebruik gemaakt werd van privé-vervoer (wagen), dient u een kopie van
de onkostenverklaring bij te voegen, ondertekend door betrokkene, samen met
een betaalbewijs.
De onkostenverklaringen dienen het aantal afgelegde kilometers, de
bestemming en het verband met de opleiding en de begeleiding van de
doelgroepwerknemers te vermelden.
Een maximum van 0,3456 euro/km wordt aanvaard.
17
OMKADERINGSPREMIES BKO
8. WERKINGSKOSTEN
8.1. Huur- en energiekosten
Huurkosten kunnen enkel aanvaard worden als omkaderingsuitgaven indien er
een supplementaire ruimte werd gehuurd voor de begeleiding en opleiding van
de doelgroepwerknemers.
De maximale huurkosten die aanvaard worden, bedragen 0,20 euro/m²/dag
voor industriële ruimtes en 0,25 euro/m²/dag voor kantoren.
De energiekosten die verbonden zijn aan de bovenvermelde huurkosten
worden aanvaard tot maximum 20% van de huurkosten.
U bewijst de huurkosten aan de hand van een kopie van het huurcontract en
van de (maandelijkse) betaalbewijzen.
U bewijst de energiekosten aan de hand van kopies van de facturen en
betaalbewijzen.
8.2. Investeringskosten
Aankopen van investeringsgoederen worden NIET aanvaard als
omkaderingsuitgaven. Dit betekent dat u geen aankopen kunt inbrengen van
bijv. machines, meubilair, pc’s (hardware en software), e.d.
Ook kosten voor het huren of leasen van investeringsgoederen worden NIET
aanvaard als omkaderingsuitgaven.
8.3. Overige werkingskosten
Aankopen van materieel dat gebruikt wordt door de werknemers worden NIET
aanvaard als omkaderingsuitgaven.
Ook de kosten van het materiaal dat verbruikt wordt bij de opleiding en de
begeleiding van de doelgroepwerknemers komen NIET in aanmerking als
omkaderingsuitgaven.
Kosten voor bijv. telefoon en fax, postzegels, onderhoud en herstelling van de
gebouwen en de infrastructuur, abonnementen op kranten of tijdschriften,
inrichting van lokalen e.d. worden dus NIET aanvaard.
Kosten die gemaakt werden door leden van de raad van beheer van de
vereniging of door leden van de bestuursorganen (gemeente- en OCMWraadsleden, mandatarissen), worden NIET aanvaard als omkaderingsuitgaven.
18
Download